Waterpolo is een intensieve sport die zowel fysieke kracht als strategisch inzicht vereist. Om optimaal te kunnen presteren, is de juiste uitrusting essentieel. Deze lijst biedt een overzicht van alle benodigdheden voor zowel trainingen als wedstrijden, van basiszwemkleding tot specifieke waterpolo-uitrusting en gezondheidsaspecten.
Zwemkleding en Accessoires
De basisuitrusting voor elke waterpolo speler begint met de juiste zwemkleding en accessoires:
- Zwembroek/Badpak: Moderne zwemkleding voor waterpolo kent specifieke regels. Zwembroeken moeten onder de navel zitten en boven de knieën eindigen. Badpakken mogen de schouders niet bedekken, geen ritsen hebben (polobadpakken zijn dus niet toegestaan) en pijpjes moeten boven de knieën blijven. Het dragen van meer dan één zwembroek of badpak is niet toegestaan. Er zijn ook FINA-goedgekeurde pakken die aan bepaalde materiaaleisen voldoen.
- Zwembril: Een goede zwembril is essentieel om helder onder water te kunnen zien. Een passende bril blijft op je ogen zitten zonder het elastiek te gebruiken. Wedstrijdbrilletjes zijn hiervoor ideaal, duikbrillen zijn ongeschikt.
- Badmuts: Vooral voor zwemmers met langer haar is een badmuts belangrijk om irritatie te voorkomen en het haar uit het gezicht te houden.
Trainingsmaterialen
Tijdens de zwemtrainingen wordt gebruik gemaakt van diverse materialen om met name techniek te kunnen oefenen. Hieronder een overzicht van wat er gebruikt wordt en waarom.
- Plankje: Plankjes worden gebruikt om de beenslag te isoleren en te verbeteren. Door de armen op een plankje te leggen, kan de focus volledig op de beenslag liggen.
- Flippers/Zoomers: Korte flippers, ook wel zoomers of training fins genoemd, worden gebruikt om de armslag te ondersteunen en meer snelheid te genereren. Lange flippers zijn minder geschikt, vooral voor jongere zwemmers, omdat ze meer belastend zijn en de essentie van de oefening kunnen missen.
- Bidon: Ruim voor, maar ook tijdens de training is het van belang om goed te drinken. Het kan voor alle leeftijden geen kwaad om vóór je naar het zwembad gaat goed te drinken en tijdens de training een bidon op de kant hebben staan om hier ook nog wat uit te drinken.
Waterpolo Specifieke Uitrusting
Naast de algemene zwembenodigdheden zijn er specifieke items die essentieel zijn voor waterpolo:
- Cap: Tijdens wedstrijden dragen spelers een cap om herkenbaar te zijn en het hoofd te beschermen. Het thuisspelende team draagt witte caps, terwijl het uitspelende team blauwe caps draagt.
- Oorbeschermers: Alle spelers hebben oorbeschermers aan hun cap. De oorbeschermers zijn belangrijk: deze moeten de oren beschermen tegen grote druk van buiten als een bal hard tegen de oren wordt gegooid.
- Gebitsbeschermer: Spelers hebben tegenwoordig ook vaak een gebitsbeschermer, een toque en een tweede zwembroek of badpak aan. Een gebitsbeschermer beschermt de tanden tegen impact tijdens het spel.
- Toque: Een toque is een extra bescherming voor het hoofd, die onder de cap wordt gedragen.
Het Spel: Regels en Afmetingen
Een waterpoloteam bestaat uit zes veldspelers en een keeper. Bij de jeugd kennen we ook het minipolo. Hier bestaan de teams uit vijf tegen vijf (met vier veldspelers en een keeper). Een wedstrijd is verdeeld in vier periodes (partjes), die afhankelijk van de leeftijd van de spelers, het competitieniveau en het land, 3 tot 8 zuivere minuten duren. Dit betekent dat bij iedere overtreding of doelpunt de tijdmeting wordt stilgelegd. De scheidsrechter(s) zwemmen zelf niet mee, maar staan aan de lange zijde van het speelveld, buiten het water. In de meeste competitiewedstrijden wordt gebruikgemaakt van de 30 seconden regel. Dit houdt in dat er binnen 30 seconden een schot op het doel moet zijn geweest, anders gaat de bal naar de tegenpartij. Dit wordt aan de jurytafel bijgehouden. Bij balverlies wordt de schotklok op 30 seconden teruggezet. De schotklok wordt op 20 seconden teruggezet bij de volgende situaties: wanneer de bal in het spel gebracht wordt door middel van een corner, of als er sprake is van balbezit door hetzelfde team als dat geschoten heeft, of na een uitsluiting. Meestal hangt die schotklok aan beide zijden van het bad en loopt van 30 of 20 terug naar 0. Deze regel is ingevoerd om het waterpolospel aantrekkelijker te maken. In de laatste periode wordt er door middel van een signaal aangegeven dat er nog één minuut te spelen is. Na 2 periodes wisselen de teams van speelhelft. Een verlenging heeft 2 periodes. Een periode in de verlenging duurt altijd 3 minuten zuivere speeltijd. Er is alleen een verlenging bij wedstrijden waar een winnaar uit moet komen, bijvoorbeeld een bekerwedstrijd.
Lees ook: Waterpolo voor studenten in Maastricht
Het speelveld is maximaal 20 meter breed en 30 meter lang bij heren, bij dames is de maximale lengte 25 meter. Is het bad waarin gespeeld wordt groter, dan wordt het speelveld afgebakend door drijvende lijnen. Bij kleinere baden wordt dispensatie verleend op de afmetingen van het speelveld. De minimale grootte van het veld is 10 meter breed en 20 meter lang. De minimale diepte van het bad is 1,80 meter. Wanneer dit maar net gehaald wordt en wat grotere spelers dus op de bodem kunnen staan, dan is dit alleen toegestaan wanneer de betreffende speler de bal niet in zijn bezit heeft. Zodra een speler de bal krijgt móet hij zwemmen. Blijft hij toch staan, of zet hij zich af van de bodem, dan wordt dit bestraft met een vrije worp voor de tegenpartij.
De Bal
De sport wordt beoefend met een speciale bal. De bal die gebruikt wordt door herenteams is ongeveer even groot als een voetbal en heeft een gewicht van 400 à 450 gram. De bal die gebruikt wordt bij dames- en jeugdteams is iets kleiner en iets lichter. Een belangrijk kenmerk van de bal is dat hij veel grip heeft, zodat je hem ondanks zijn grootte toch met één hand kunt vasthouden. Als de bal vaak gebruikt wordt verliest hij zijn grip, en moet hij vervangen worden.
De bal mag door veldspelers maar met één hand tegelijk worden aangeraakt. De keepers mogen de bal met twee handen aanraken binnen de 5 meterzone. Verder mogen spelers die de bal vasthouden onder water worden geduwd, maar de bal zelf mag niet onder water komen, als een speler wordt aangevallen. De bal met twee handen tegelijk aanraken of de bal onder water duwen als je wordt aangevallen wordt bestraft met een vrije worp voor de tegenpartij.
Gezondheid en Veiligheid
Naast de sportieve uitrusting is het belangrijk om aandacht te besteden aan gezondheid en veiligheid:
Sportmedisch Onderzoek: Een sportmedisch onderzoek kan (grote) medische problemen voorkomen en dus zinvol zijn. Voor de meeste jonge, gezonde mensen is een sportmedisch onderzoek niet nodig. voor geoefende sporters van 35 jaar en ouder. Een sportmedisch onderzoek kan veilig en goed gedaan worden bij een sportarts in een sportmedische instelling in de buurt (al of niet verbonden aan een ziekenhuis). Iedereen kan zelf rechtstreeks een afspraak maken.
Verzekering: Gezien de intensiteit van de topsportprogramma’s is het goed om te weten welke zorg geleverd kan worden en wat je zelf kunt doen om goed verzekerd te zijn. Het TeamNL centrum regelt de sportmedische begeleiding in de dagelijkse trainingssetting (fysiotherapie- en arts-uren rondom de trainingen en eventuele inloopspreekuren). Wanneer je echter door een (stevige) blessure in een zogenaamd curatief (behandel) traject komt, bijvoorbeeld bij een fysiotherapeut dan wordt er een beroep gedaan op de verzekerde zorg zoals afgesloten in jouw persoonlijke zorgverzekering. De sportarts is erkend als medisch specialist. Dit betekent dat je als sporter in geval van een blessure eerst een verwijzing vanuit de huisarts nodig hebt richting de sportarts. Het is aan te raden bij je huisarts aan te geven dat je een topsporter bent. Doordat de sportarts als medisch specialist wordt erkend vallen de vergoedingen binnen de basisverzekering. Dit betekent dat er bij een blessureconsult in eerste instantie een beroep zal worden gedaan op het eigen risico (in 2025 ook vastgesteld op 385 EUR). Advies is dan ook om als topsporter je eigen risico niet vrijwillig omhoog te zetten. Overigens geldt er geen eigen risico indien je jonger dan 18 jaar bent. Voor sportkeuringen is er geen verwijzing van de huisarts nodig, daarvoor kun je rechtstreeks terecht bij de sportarts. Advies is om naar een sportarts te gaan die een erkenning heeft van een landelijke koepel (Federatie van Sportmedische Instellingen). Let er daarbij wel op dat je zorgverzekeraar ook een contract heeft met de betreffende instelling anders loop je de vergoeding misschien mis. Dit kun je bij je eigen zorgverzekeraar navragen. Sportkeuringen worden niet automatisch vergoed, ook hiervoor dien je goed aanvullend verzekerd te zijn. Sporters die onder de vlag van de KNZB uitkomen bij een internationale wedstrijd, dienen altijd een sportmedisch onderzoek te overleggen. Dit is minimaal basis plus sportmedisch onderzoek (ongeveer 200 euro), op indicatie/aanvraag van de begeleidende medische staf van het programma wordt deze eventueel uitgebreid met een fietstest met of zonder ademgasanalyse (ongeveer 375 euro). Het TeamNL centrum heeft goede contacten met een huisarts in de regio.
Gezondheid bij Griep: De Vereniging voor Sportgeneeskunde heeft 10 punten opgesteld waar de sporter op moet letten bij sporten met een griep. Een griepepidemie betekent dat verkoudheden, griepaanvallen en andere infectieziekten weer in groten getale de kop kunnen opsteken. Ofschoon de niet-sporter al gauw zal zeggen dat het niet verstandig is om te sporten als je ziek bent, leeft de vraag onder fanatieke sporters wel degelijk. Wij zijn toch allemaal ongeveer 3 tot 4 maal per jaar verkouden en als dat moment samen valt met sportieve plannen moet je toch een keuze maken. Een luchtweginfectie is vrijwel altijd een virusinfectie die zich kan manifesteren als een eenvoudige neusverkoudheid maar ook als een veel ernstiger beeld zoals een longontsteking of een zware griep. Voordat een advies gegeven wordt moet er onderscheid worden gemaakt tussen een infectie met algemene verschijnselen zoals koorts en spierpijn, of een infectie die zich beperkt tot lokale verschijnselen boven de nek zoals keelpijn, loopneus, hoofdpijn. Bij koorts, spierpijn en een verhoogde hartslag in rust wordt afgeraden te sporten in welke vorm dan ook; Het vroegere geloof dat een verkoudheid of griep "eruit gezweet kon worden" moet dus afgeraden worden; Aangezien virusinfecties niet behandeld kunnen worden met antibiotica zit er niets anders op dan goed uit te zieken. Daarbij kan als stelregel gebruikt worden dat, als de koortsperiode bijvoorbeeld 4 dagen bedroeg, vervolgens nog 4 dagen gewacht moet worden alvorens weer rustig te gaan sporten; Ook andere virussen dan het griepvirus kunnen koorts en spierpijn veroorzaken, bijvoorbeeld virussen die darminfecties met diarree veroorzaken. Ook hierbij geldt een absoluut sportverbod; Alleen bij een simpele neusverkoudheid mag gewoon door getraind worden. Hierbij zal in de regel geen echte koorts optreden en zijn er geen spierpijnachtige klachten. Regelmatig sporten verhoogt de weerstand. Alleen tijdens en kort na intensieve inspanning is de weerstand tijdelijk verminderd. Op dat moment ben je vatbaarder voor infecties, zoals de griep. Bovendien kom je bij veel sporten in nauw contact met medesporters, die ziektekiemen kunnen overdragen. Hopelijk zal niemand het in zijn hoofd halen om met een fikse griep te gaan sporten! Het is belangrijk dat iedereen zich afvraagt of men op een verantwoorde en gezonde manier sport of beweegt. Hierbij maakt het niet uit of men een beginnende, recreatieve of prestatiegerichte sporters is. Sportzorg.nl is een samenwerkingsverband tussen de Vereniging voor Sportgeneeskunde, de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid Milieu. De ontwikkeling van de site is mogelijk gemaakt door het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Met vragen en klachten en voor advies en behandeling kunt u terecht bij SportsClinic.
Doping: Doping hoort niet thuis in de sport. In de wedstrijdsport is het ongeoorloofd doping te gebruiken. In Nederland wordt dit gecontroleerd door de Nationale Dopingautoriteit. De Dopingautoriteit is de Nederlandse autoriteit op het gebied van dopingcontroles en dopingvoorlichting. De meest essentiële informatie en downloads hebben wij hieronder vermeld. In principe kan iedere wedstrijdsporter die deelneemt aan een onder verantwoordelijkheid van de KNZB en/ of één of meer van haar leden georganiseerde wedstrijd en/of lid zijn van de KNZB, dan wel van een bij de KNZB aangesloten organisatie gecontroleerd worden op doping. Bij de dopingcontroles is het niet van belang of een deelnemer de bedoeling had zijn of haar prestaties te verbeteren. Het is al voldoende als een verboden stof wordt aangetroffen in de urine of het bloed. Deze overtreding zal bestraft worden. Een sporter is altijd zelf verantwoordelijk voor wat er in zijn of haar lichaam bevindt. Het is daarom van belang om altijd goed te controleren of middelen, die gebruikt worden, op de dopinglijst voorkomen. Doping wordt dus niet altijd bewust gebruikt maar je bent wel zelf verantwoordelijk. Komt het toch voor dat je als sporter, vanwege een ziekte of aandoening, medicatie moet gebruiken welke op de dopinglijst staat, dan moet je hiervoor dispensatie aanvragen. Het is afhankelijk wat voor 'soort' sporter je bent bij wie de dispensatie moet aanvragen.
- Sporters die in de Internationale Testing Pool zitten:
- Sporters die in de Nationale Testing Pool zitten; en
- De overige sporters.
Ad1.Dit betreft sporters die door de FINA en/ of LEN tot de absolute top worden gerekend. Zij worden door de FINA en/ of LEN op de hoogte gesteld dat zij whereabouts moeten aanleveren. Ad 2.Dit betreft sporters die niet tot de eerste categorie behoren, maar wel in Nederland in de Nationale Testing Pool zitten. Ook zij zijn hiervan op de hoogte, je hebt een brief ontvangen van de Dopingautoriteit. Ad 3. Voor de derde groep is de aanvraag van dispensatie afhankelijk aan het soort wedstrijd waaraan je deelneemt (internationaal of nationaal) en of de wedstrijd eventueel erkend is door de FINA / LEN. Voor meer informatie of het aanvragen van een dispensatie kijk op de pagina van de dopingautoriteit. Zoals gezegd kan iedereen gecontroleerd worden op het gebruik van dopinggeduide middelen. In Nederland wordt het merendeel van de dopingcontroles afgenomen door de Dopingautoriteit. Bij dopingcontroles worden urinemonsters en in sommige gevallen bloedmonsters afgenomen. Voor beide controles heeft de dopingautoriteit informatieve filmpjes gemaakt. Klik op dopingcontrole urine of bloed voor de filmpjes. Het is van belang dat je als sporter goed op de hoogte bent van je rechten en plichten. De KNZB vindt het belangrijk dat we proberen een schone zwemsport te houden. Daarom geven we de diverse Nationale selecties van de KNZB voorlichting over doping. Maar ook sporters die niet in een Nationale KNZB selectie zitten kunnen gecontroleerd worden. Het is dan ook van belang dat je goed op de hoogte bent. De dopingautoriteit heeft een e-learningplatform. Via dit platform stoom je jezelf klaar voor het beoefenen van een schone sport. De KNZB adviseert alle sporters, trainers en ouders om de e-learning te doen. Be PROUD is een programma opgezet door de Dopingautoriteit, in samenwerking met NOC*NSF, (ex-)topsporters en trainers/ coaches. Be Proud staat voor het recht op een schone sport. Ook de KNZB is partner van het Be Proud programma. Meld overtredingen bij het Meldpunt Doping Sport is veel te mooi voor doping.
Tips voor een Dopingvrije Sport
- Download de Dopingwaaier App: De dopingwaaier App is de belangrijkste app voor een dopingvrije sport. Je kunt hiermee je geneesmiddelen en voedingssupplementen controleren, de dopingregels nalezen, de dopingcontrolevideo bekijken en nog veel meer!
- Controleer al je geneesmiddelen: Geneesmiddelen kunnen dopingstoffen bevatten. Ook als ze zijn voorgeschreven door een arts! Zorg dus altijd dat je weet welke geneesmiddelen je gebruikt, wat erin zit en of ze zijn toegestaan.
- Vraag zo nodig een dispensatie aan: Heb je volgens je arts een geneesmiddel nodig dat dopingstoffen bevat? Dan kun je daar een medische dispensatie voor aanvragen. Meestal wordt dat goedgekeurd. Dan heb je officieel toestemming om het geneesmiddel te gebruiken. Hier kun je een aanvraag indienen.
- Gebruik alleen NZVT-goedgekeurde voedingssupplementen: Voedingssupplementen kunnen vervuild zijn met dopingstoffen. Dit geldt dus ook voor vitaminepillen en eiwitshakes! Daarom bestaat het Nederlands Zekerheidssysteem Voedingssupplementen Topsport (NZVT). Dit systeem controleert voedingssupplementen op de aanwezigheid van dopingstoffen. Komt een voedingssupplement schoon uit de test? Dan mag het op de NZVT-lijst.
- Weiger nooit een dopingcontrole: Wordt je aangewezen voor een dopingcontrole? Dan ben je altijd verplicht om deze te ondergaan. Ook als het moment niet goed uitkomt. Heb je commentaar op de controle? Schrijf dit dan direct op het dopingcontroleformulier.
- Gebruik geen drugs: Drugs zoals cannabis, XTC en cocaïne staan op de dopinglijst. Deze drugs zijn vaak nog lange tijd in je lichaam te vinden. Dat geldt zeker voor cannabis. Het laboratorium kan dat soms een maand na gebruik nog opsporen in je urine. En test je bij een dopingcontrole binnen wedstrijdverband op drugs? Dan maak je een dopingovertreding.
- Wordt supporter van schone sport: Jij hebt het recht op schone sport. Zodat jouw moment echt iets betekent. En daar moeten we samen voor zorgen. Sluit je daarom aan bij Be PROUD en wordt onderdeel van een groot en krachtig team.
- Meld overtredingen bij het Meldpunt Doping: De opsporing van dopingovertredingen is erg belangrijk voor een schone sport. jouw informatie kan hierbij helpen! Bij het Meldpunt Doping van de Dopingautoriteit kun je vertrouwelijk informatie geven over (mogelijke) dopingovertredingen. Dit kan op naam, maar ook anoniem.
- Vul je whereabouts goed in: Heb je een whereaboutsverplichting? Lever dan tijdig en correct je whereabouts aan. Zorg dat je gegevens altijd up-to-date zijn en voorkom 3 whereaboutsfouten binnen 12 maanden.
De nieuwe WADA dopinglijst is van kracht gegaan op 1 januari 2024. De belangrijkste verandering uit de recente jaren is nog steeds de verandering dat voor (middelen met) formoterol niet langer dispensatie hoeft te worden aangevraagd wanneer de voorgeschreven dosering onder de 54 microgram per 24 uur blijft. Is de dosering groter, dan is dispensatie ook in 2018 noodzakelijk, maar in de meeste gevallen blijft de voorgeschreven dosering daaronder. Het is voor alle aanvragen van belang dat ze vergezeld worden van brieven van behandelend artsen/specialisten waarin de behandelwijze, medicatie en dosering wordt uitgelegd. Wanneer je om medische redenen medicijnen gebruikt die op de dopinglijst staan, kan je daar dispensatie voor aanvragen. anti-astmamiddelen als fenoterol en terbutaline; methylfenidaat (bijv. Wie moeten er dispensatie aanvragen? En waar mo…
Lees ook: Waterpolo en zwemmen bij ZV De Ham
tags: #waterpolo #benodigdheden #lijst