Waterpolo: Regels, Speeltijd en de Olympische Spelen

Waterpolo, een dynamische en veeleisende watersport, combineert zwemmen, balvaardigheid en tactisch inzicht. Twee teams strijden tegen elkaar in een zwembad om meer punten te scoren door de bal in het doel van de tegenstander te werpen. De sport, die in de basis wat weg heeft van handbal, vereist veel uithoudingsvermogen en explosieve kracht, aangezien alles zich in het water afspeelt. Dit artikel behandelt de belangrijkste aspecten van waterpolo, van de spelregels en de duur van een wedstrijd tot de Olympische Spelen en de positie van Nederland in deze sport.

Wat is Waterpolo?

Waterpolo is een teamsport die halverwege de 19e eeuw is ontstaan, vermoedelijk als een watervariant van handbal ontwikkeld door William Wilson in 1844. De sport wordt gespeeld in een zwembad en hoewel het in het water plaatsvindt, heeft het overeenkomsten met handbal. Waterpolo werd pas in 1885 officieel erkend als sport. Het is vooral populair in Oost- en Zuid-Europa, waar ook professionele competities bestaan.

De Basis van het Spel

Een waterpoloteam bestaat uit zeven spelers: zes veldspelers en een keeper. Het doel van het spel is om meer doelpunten te scoren dan de tegenstander door de bal in het doel te werpen. Elke geslaagde poging levert één doelpunt op.

Speelveld en Materiaal

De minimale afmetingen van het speelveld zijn 10 meter breed en 20 meter lang. De afmetingen van het speelveld verschillen voor mannen en vrouwen:

  • Mannen: 30 meter lang en 20 meter breed, met een diepte van minimaal 3 meter.
  • Vrouwen: 25 meter lang en 20 meter breed, met een diepte van minimaal 3 meter.

Aan beide kanten van het speelveld bevindt zich in het midden van de achterlijn het doel, dat 3 meter breed en 0,90 meter hoog is. Het bad heeft een minimale diepte van 1,80 meter. Als de diepte dit toelaat en spelers op de bodem kunnen staan, mag dit alleen als ze de bal niet in hun bezit hebben. Zodra een speler de bal ontvangt, moet hij zwemmen; stilstaan of afzetten van de bodem resulteert in een vrije worp voor de tegenpartij.

Lees ook: Waterpolo voor studenten in Maastricht

Het speelveld is verder opgedeeld in lijnen:

  • De doellijn: Net als bij voetbal de lijn waar de bal volledig overheen moet om te scoren. De doellijn bevindt zich aan de voorkant van het doel, ter hoogte van de doelpalen. Als de bal deze lijn volledig heeft gepasseerd, tussen de doelpalen in, is het een doelpunt.
  • De 2-meterlijn: Bevindt zich 2 meter voor de doellijn en wordt aangegeven met rode pionnen. Een aanvallende speler mag zich niet zonder bal binnen de 2-meterlijn begeven. Tijdens een aanval mag een aanvallende speler dus niet voorbij de 2-meterlijn. De aanvallende speler mag alleen binnen de 2 meter komen, als hij de bal al in zijn bezit heeft en wil gaan scoren.
  • De 6-meterlijn: Bevindt zich 6 meter voor de doellijn en wordt aangegeven met gele pionnen. De 6-meterlijn is er met name om het verschil in straffen binnen en buiten de 6 meter aan te geven. Een vrije bal die binnen de 6 meter wordt gegeven mag je niet in één keer op doel schieten. De bal moet dan eerst via een medespeler. Een vrije bal die buiten de 6 meter wordt gegeven, mag direct op doel worden geschoten, mits de spelers in één keer schiet en niet eerst gaat dreigen met de bal.
  • De middellijn: Bevindt zich in het midden van het speelveld en wordt aangegeven met de witte pionnen.

De bal die gebruikt wordt bij waterpolo voor heren (nummer 5) is ongeveer even groot als een voetbal en weegt tussen de 400 en 450 gram. Dames- en jeugdteams gebruiken een kleinere en lichtere bal. Een belangrijk kenmerk van de bal is de grip, waardoor hij gemakkelijk met één hand vast te houden is. Veldspelers mogen de bal slechts met één hand tegelijk aanraken, terwijl keepers de bal met twee handen mogen aanraken binnen de 5-meterzone. Spelers mogen onder water worden geduwd terwijl ze de bal vasthouden, maar de bal zelf mag niet onder water komen.

Uitrusting van de Spelers

De spelers dragen een cap om hun hoofd te beschermen en om ze herkenbaar te maken. Het thuisspelende team draagt witte caps, terwijl het uitspelende team blauwe caps draagt. Beide keepers hebben een rode cap. Alle spelers hebben oorbeschermers aan hun cap om hun oren te beschermen tegen de impact van de bal. Tegenwoordig dragen spelers ook vaak een gebitsbeschermer, een toque en een tweede zwembroek of badpak.

Duur van een Waterpolowedstrijd

Een waterpolowedstrijd is verdeeld in vier periodes, ook wel partjes genoemd. De duur van deze periodes varieert afhankelijk van de leeftijd van de spelers, het competitieniveau en het land waarin gespeeld wordt. De periodes duren tussen de 3 en 8 minuten zuivere speeltijd. Zuivere speeltijd betekent dat de tijd wordt stilgelegd bij overtredingen, doelpunten en andere spelonderbrekingen. Hierdoor kan een kwart van 8 minuten in werkelijkheid tussen de 12 en 15 minuten duren.

  • Internationaal niveau: Op internationale toernooien, zoals de Olympische Spelen, duren de periodes 6 minuten, wat resulteert in een totale speeltijd van 24 minuten.
  • Competitie en leeftijd: De speeltijd kan variëren afhankelijk van de competitie en de leeftijdscategorie. Over het algemeen geldt dat jongere spelers kortere periodes spelen. Bij Waterpolo Residentie spelen alle teams bijvoorbeeld 4x 5 minuten.

Na twee periodes wisselen de teams van speelhelft.

Lees ook: Teams en talenten in het Nederlandse waterpolo

Verlenging

In wedstrijden waar een winnaar vereist is, zoals bekerwedstrijden, kan een verlenging plaatsvinden. Een verlenging bestaat uit twee periodes van elk 3 minuten zuivere speeltijd. Als er na de verlenging nog steeds geen winnaar is, worden er strafworpen genomen.

De 30 Seconden Regel (Schotklok)

Vanaf de C-jeugd wordt de 30 seconden regel toegepast. Dit houdt in dat de aanvallende ploeg 30 seconden de tijd heeft om een schot op het doel te lossen. Als er binnen deze tijd geen schot op het doel is, gaat het balbezit naar de tegenpartij. De tijd wordt bijgehouden door een van de W-officials (jurytafel). Als na een schot op het doel de bal weer in het bezit komt van dezelfde (aanvallende) partij, wordt de klok op 20 seconden gezet.

De 30-seconden klok wordt opnieuw ingesteld in de volgende situaties:

  • Wanneer de bal in het spel wordt gebracht door middel van een corner.
  • Als er sprake is van balbezit door hetzelfde team dat geschoten heeft.
  • Na een uitsluiting.

Deze regel is ingevoerd om het spel aantrekkelijker te maken en te voorkomen dat teams te lang de bal vasthouden zonder aan te vallen.

Belangrijke Regels en Overtredingen

Waterpolo kent diverse regels en overtredingen die van invloed zijn op het spelverloop. Enkele belangrijke regels zijn:

Lees ook: Waterpolo en zwemmen bij ZV De Ham

  • Balbezit: De aanvallende ploeg heeft 30 seconden om een schot op het doel te lossen.
  • Vrije worp: Een vrije worp wordt toegekend bij verschillende overtredingen, zoals het vasthouden van een tegenstander, het met twee handen aanraken van de bal door een veldspeler of het onder water duwen van de bal. Buiten de 6-meterlijn mag een vrije worp direct op het doel worden geschoten. Binnen de 6 meter mag dat niet.
  • 5-meter bal: Een 5-meter bal (strafworp) wordt toegekend als een grove overtreding binnen de 5-meterzone wordt begaan met een duidelijke scoringskans. De speler mag dan alleen op de keeper schieten vanaf de 5-meterlijn.
  • Uitsluiting: Bij zwaardere overtredingen kan een speler voor 20 seconden worden uitgesloten. De bestrafte speler moet naar het terugkomvak zwemmen, dat zich bij de eigen doellijn tegenover de jurytafel bevindt. Wanneer de eigen partij de bal herovert, mag de bestrafte speler weer de hoek verlaten op teken van de scheidsrechter. Indien een speler driemaal wordt uitgesloten voor 20 seconden, dan mag hij/zij niet meer deelnemen aan het spel.
  • Uitsluiting met vervanging (UMV): Een UMV wordt gegeven bij zeer zware overtredingen of het beledigen van de scheidsrechter. De duur van de uitsluiting is 20 seconden netto speeltijd, waarna een ploeggenoot de speler mag vervangen. In sommige gevallen volgt een UMV4, waarbij een medespeler de plaats mag innemen van de bestrafte speler na 4 minuten. De bestrafte speler zelf mag niet meer deelnemen aan het spel en moet de zwemhal of het zwemterrein verlaten.

Wanneer een scheidsrechter een overtreding ziet maar niet goed weet wie de overtreding begaat of wanneer twee spelers tegelijkertijd een overtreding begaan, zal de scheidsrechter een neutrale inworp geven. Bij een neutrale inworp gaan twee spelers naast elkaar voor de scheidsrechter liggen. De scheidsrechter gooit vervolgens de bal op het water voor de spelers.

Wanneer de keeper de bal als laatste raakt voordat de bal over de achterlijn gaat, wordt er een hoekworp gegeven. Dit geldt niet wanneer een verdediger de bal als laatste raakt, tenzij hij of zij met opzet de bal tegen de achterkant of over de achterlijn duwt of gooit. In het laatste geval wordt er ook een hoekworp gegeven.

Scheidsrechters

De scheidsrechters zwemmen niet mee, maar staan aan de lange zijde van het speelveld, buiten het water. Ze houden toezicht op het spel en zorgen ervoor dat de regels worden nageleefd. In de meeste competitiewedstrijden wordt gebruikgemaakt van de 30 seconden regel, die wordt bijgehouden aan de jurytafel. Tijdens competitiewedstrijden wordt gebruikgemaakt van twee scheidsrechters, behalve bij de aspiranten D en E, daar is het één scheidsrechter.

Jeugdwaterpolo

Bij jeugdwaterpolo, met name minipolo, zijn er aangepaste regels en afmetingen van het speelveld. Minipolo teams bestaan uit vijf spelers (vier veldspelers en een keeper).

Waterpolo op de Olympische Spelen

Waterpolo is een van de oudste teamsporten op de Olympische Spelen. Samen met rugby werd het aan het begin van de moderne Olympische Spelen toegevoegd. De eerste keren werden de waterpolowedstrijden in de vorm van een competitie gehouden, tussen verschillende clubs. Later werden er toernooien tussen landen georganiseerd.

Het waterpolo voor mannen is sinds 1908 onafgebroken onderdeel geweest van elke Olympische Spelen. Hongarije is een dominant land in het mannenwaterpolo en heeft al 9 gouden medailles gewonnen. Het vrouwenwaterpolo stond voor het eerst op de Olympische planning van de Spelen in 2000. De Verenigde Staten hebben twee gouden medailles gewonnen bij het waterpolo voor vrouwen, tijdens de Olympische Spelen in Londen en Rio. Australië won de Olympische titel tijdens de Spelen in eigen land. Europa heeft 2 titels op haar naam staan, waarvan eentje voor Nederland.

Olympische Spelen 2024 in Parijs

De Olympische Spelen 2024 in Parijs beloven weer een spannend waterpolotoernooi te worden. Het programma omvat zowel mannen- als vrouwenteams. Het Nederlandse dames waterpoloteam heeft zich gekwalificeerd voor de Olympische Spelen 2024. Na de Verenigde Staten lijkt Nederland de grootste favoriet voor de Olympische titel in Parijs.

Het Nederlandse Waterpolo

Nederland heeft een sterke traditie in het waterpolo, met name bij de dames. Het nationale dames waterpoloteam heeft meermaals deelgenomen aan de Olympische Spelen en behaalde in 2008 zelfs de gouden medaille in Beijing. Daarnaast zijn ze tweemaal wereldkampioen geworden (1991 en 2023) en zes keer Europees kampioen (1985, 1987, 1989, 1993, 2018 en 2024). Afgelopen Olympische Spelen deed Nederland ook mee aan waterpolo.

De Rol van Sponsoring

Sponsoring speelt een belangrijke rol in de waterpolowereld, vooral bij verenigingen. Financiële middelen die door sponsoring worden gegenereerd, stellen clubs in staat om goed onderhoud te plegen, materialen aan te schaffen en diverse activiteiten te organiseren.

tags: #waterpolo #regels #speeltijd #olympische #spelen