Waterpolo Klok Regels: Een Complete Gids

Waterpolo is een dynamische en veeleisende sport die in het water wordt gespeeld. Naast de fysieke aspecten, is een goed begrip van de spelregels, en in het bijzonder de regels omtrent de klok, cruciaal voor zowel spelers als toeschouwers. Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van de waterpolo klok regels, van de basistijd tot de complexere schotklok en time-out procedures.

De Wedstrijdklok: Tijdsduur en Onderbrekingen

Een waterpolowedstrijd is verdeeld in vier kwarten. De duur van deze kwarten varieert afhankelijk van de leeftijdscategorie en het competitieniveau. Over het algemeen duren de kwarten maximaal acht minuten en minimaal vier minuten. Tussen elk kwart is er een korte pauze van één minuut.

Wat belangrijk is om te onthouden, is dat de wedstrijdklok niet continu doorloopt. Bij een overtreding, een doelpunt, of elk ander moment waarop het spel stilligt, wordt de klok stopgezet. Dit betekent dat een kwart van acht minuten zuivere speeltijd in de praktijk vaak tussen de twaalf en vijftien minuten duurt. Bij Waterpolo Residentie spelen alle teams 4x 5 minuten. Na 2 periodes wisselen de teams van speelhelft.

De Schotklok: Aanvalstijd Beperkt

Naast de algemene wedstrijdklok, is er ook een 30-seconden schotklok. Deze regel, die geldt vanaf de C-jeugd, dwingt teams om binnen 30 seconden een schot op het doel te lossen. Lukt dit niet, dan gaat de klok af en verliest het team het balbezit aan de tegenstander.

Resetten van de Schotklok

De schotklok wordt in verschillende situaties gereset. Dit gebeurt bijvoorbeeld na een doelpunt, een overtreding, of wanneer de bal van richting veranderd is. Als na een schot op het doel de bal weer in het bezit komt van dezelfde (aanvallende) partij, wordt de klok op 20 seconden gezet. Er zijn ook een aantal gebeurtenissen waarbij de 30-seconden klok opnieuw wordt ingesteld. Wanneer een scheidsrechter een overtreding ziet maar niet goed weet wie de overtreding begaat of wanneer twee spelers tegelijkertijd een overtreding begaan, zal de scheidsrechter een neutrale inworp geven.

Lees ook: Waterpolo voor studenten in Maastricht

Nieuwe Spelregels en de Schotklok

Recentelijk zijn er nieuwe spelregels geïntroduceerd die de schotklok beïnvloeden. Een van de belangrijkste veranderingen is dat de schotklok niet alleen teruggezet kan worden naar 30 seconden, maar afhankelijk van de situatie ook naar 20 seconden.

Bediening van de Schotklok:

Voor de bediening van de schotklok zijn er een aantal belangrijke punten om te onthouden:

  • Afhankelijk van welk team balbezit heeft/krijgt klik je een knop in.
  • Krijgt wit balbezit na een actie waardoor de schotklok gereset hoort te worden, dan klik je de witte knop in.
  • Krijgt blauw balbezit of hoort hun schotklok gerest te worden, dan klik je op de blauwe knop.
  • De klok zorgt er dan zelf voor dat de goede duur van de nieuwe schotklok wordt ingesteld.
  • De bediening is dus niet ingewikkeld: alles werkt hetzelfde als vroeger, alleen druk je de kleur knop in van het team dat de “ge-resette schotklok” krijgt.
  • Zodra de speeltijd in de periode onder de 20/30 seconden komt geeft de schotklok deze waarde aan, schrik dus niet als hij niet reset.
  • Reset voor het begin van de nieuwe periode de schotklok, anders gaat deze af zodra de tijd gaat lopen in de nieuwe periode.
  • Indien de schotklok boven de 20 seconden is en hij teruggezet moet worden naar 20 kan dit gedaan worden door de knop van dat team ca 2 sec. ingedrukt te houden.
  • De schotkloktijd kan gewijzigd worden foor de speeltijd stil te zetten, de knop van het team in te drukken en de nieuwe speeltijd op het numeriek toetsenpaneel in te voeren.
  • Bij de 3de en 4de periode kan je het kastje omdraaien zodat de knoppen nog steeds bij dezelfde kant als de speelrichting horen.

Time-outs: Strategische Onderbrekingen

Elk team heeft de mogelijkheid om time-outs aan te vragen. Een time-out duurt één minuut en geeft de coach de kans om met zijn team te overleggen en de strategie aan te passen.

Aangeven van een time-out op de klok:

  • Door op de timeout knop te klikken gaat er een timer lopen die optelt tot een minuut.
  • Op 45 en 60 seconden geeft de klok dan automatisch een signaal.
  • Na afloop staat de klok direct weer klaar om de wedstrijd door te spelen.

Het Speelveld: Afmetingen en Markeringen

De afmetingen van het speelveld variëren afhankelijk van de categorie. Pupillen spelen op een kleiner veld van 15 meter, terwijl dames en heren op een veld van 25 meter spelen. Internationaal wordt er vaak op een veld van 30 meter gespeeld.

Belangrijke lijnen en markeringen:

  • De doellijn: Bevindt zich aan de voorkant van het doel, ter hoogte van de doelpalen. Als de bal deze lijn volledig heeft gepasseerd, tussen de doelpalen in, is het een doelpunt.
  • De 2-meterlijn: Bevindt zich 2 meter voor de doellijn en wordt aangegeven met rode pionnen. Een aanvallende speler mag zich niet binnen de 2 meter begeven zonder bal.
  • De 6-meterlijn: Bevindt zich 6 meter voor de doellijn en wordt aangegeven met gele pionnen. Deze lijn is relevant voor het bepalen van de straffen. Een vrije bal binnen de 6 meter mag niet direct op doel worden geschoten.
  • De middellijn: Bevindt zich in het midden van het speelveld en wordt aangegeven met witte pionnen.

Overige Spelregels en Situaties

Naast de eerder genoemde regels, zijn er nog een aantal andere belangrijke aspecten van de waterpolo spelregels die relevant zijn voor het begrip van de klok en het spelverloop:

Lees ook: Teams en talenten in het Nederlandse waterpolo

  • De bal: De bal die bij waterpolo wordt gebruikt, verschilt in grootte per categorie. Heren spelen met een grotere bal dan dames. Een belangrijk kenmerk van een waterpolobal is dat hij veel grip heeft.
  • Aantal spelers: Elk team bestaat uit zeven spelers, waaronder één doelman. Het thuisspelende team speelt met witte caps en het uitspelende team met blauwe caps. De keeper draagt een rode cap. Spelers mogen tijdens dode spelmomenten onbeperkt wisselen.
  • Scoren: Een doelpunt wordt gescoord wanneer een speler de bal in het doel van de tegenstander gooit. Het team met de meeste doelpunten aan het einde van het spel wint.
  • Overtredingen: Overtredingen kunnen verschillende straffen hebben, van een vrije bal tot een uitsluiting.
  • Neutrale inworp: Bij een neutrale inworp gaan twee spelers naast elkaar voor de scheidsrechter liggen. De scheidsrechter gooit vervolgens de bal op het water voor de spelers.
  • Hoekworp: Wanneer de keeper de bal als laatste raakt voordat de bal over de achterlijn gaat, wordt er een hoekworp gegeven. Dit geldt niet wanneer een verdediger de bal als laatste raakt, tenzij hij of zij met opzet de bal tegen de achterkant of over de achterlijn duwt of gooit.
  • Vrije worp: Lichte overtredingen worden bestraft met een vrije worp voor de tegenpartij. Deze kan de speler gebruiken om de bal af te spelen op een van zijn medespelers of om zelf mee te gaan zwemmen. De vrije worp mag in één beweging op het doel geschoten worden als de overtreding buiten de 6-meterzone is begaan.
  • U20 (uitsluiting voor 20 seconden): Zware overtredingen worden bestraft met een U20. Bij een U20 moet de bestrafte speler naar het terugkomvak. Wanneer de eigen partij de bal herovert mag de bestrafte speler weer de hoek verlaten op teken van de scheidsrechter.
  • 5-meterbal (strafworp): Indien een zware overtreding binnen de 6-meterzone plaatsvindt met een kans om te scoren, kent de scheidsrechter een 5-meterbal toe.
  • UMV/UMV4 (uitsluiting met vervanging): Zeer zware overtredingen worden bestraft met een UMV of UMV4. Bij een UMV is de duur van de uitsluiting 20 seconden netto speeltijd, waarna een ploeggenoot de speler mag vervangen. De toevoeging 4 staat voor 4 minuten waarna een medespeler de plaats mag innemen van de bestrafte speler.

Lees ook: Waterpolo en zwemmen bij ZV De Ham

tags: #waterpolo #klok #regels