Waterpolo is een teamsport die in een zwembad wordt gespeeld, waarbij twee teams proberen de bal in elkaars doel te schieten. Elk team bestaat uit zes spelers en een keeper. Het spel vereist een combinatie van zwemvaardigheid, balbeheersing en tactisch inzicht. De sport wordt met name beoefend in Zuid- en Oost-Europa.
De basis van waterpolo
Waterpolo is een watersport die gespeeld wordt met een bal in een zwembad. Het is een teamsport waarbij het doel is om de bal zo vaak mogelijk in het doel van de tegenstander te krijgen. Het team met de meeste doelpunten aan het einde van de wedstrijd wint.
Afmetingen van het speelveld en de waterdiepte
Waterpolo wordt gespeeld in een zwembad met specifieke afmetingen. Het speelveld is 15 meter breed en 25 meter lang. Bij herenwedstrijden is het speelveld 20 meter breed en maximaal 30 meter lang. Het bad heeft een minimale diepte van 1,80 meter.
De bal
De bal die bij waterpolo wordt gebruikt, heeft ongeveer hetzelfde formaat als een voetbal, maar heeft een oppervlak met veel grip, waardoor hij gemakkelijk met één hand vast te houden is.
Team samenstelling
Een waterpoloteam bestaat uit zeven spelers: zes veldspelers en één keeper.
Lees ook: Waterpolo voor studenten in Maastricht
Wedstrijdduur
Een waterpolowedstrijd bestaat uit vier periodes van maximaal acht minuten zuivere speeltijd. De exacte duur kan variëren afhankelijk van de competitie en het land waarin gespeeld wordt.
Spelregels en overtredingen
Waterpolo kent een aantal basisregels. Hieronder een overzicht van de belangrijkste regels:
Basisregels
- Balbezit: De aanvallende ploeg heeft 30 seconden de tijd om een schot op het doel te lossen. Als dit niet gebeurt, gaat de bal naar de tegenpartij. Als er wel een schot wordt gelost binnen de 30 seconden, maar de bal blijft in het bezit van de aanvallende ploeg, krijgen ze opnieuw 30 seconden.
- Vrije worp: Na een overtreding krijgt de tegenpartij een vrije worp. Deze mag direct op het doel worden geschoten, behalve als de vrije worp zich binnen het 5-meter gebied van de tegenpartij bevindt.
- Twee handen: Als een veldspeler de bal met twee handen vastpakt, krijgt de tegenpartij een vrije worp.
- Afzetten: Als een speler die de bal ontvangt op de bodem staat of zich tegen de bodem afzet, krijgt de tegenstander een vrije worp.
Overtredingen en straffen
Omdat het spel in het water plaatsvindt, is het voor scheidsrechters soms moeilijk om overtredingen te constateren. Overtredingen die wel worden gezien, worden uiteraard bestraft.
- Vasthouden: Wanneer een speler een tegenspeler vasthoudt of de bal weggooit na het fluitsignaal, wordt dit bestraft met een U20 (uitsluiting voor 20 seconden). De speler moet naar de hoek van het bad zwemmen en daar 20 seconden wachten, waarna hij op teken van de scheidsrechter weer in het spel mag komen. Als het eigen team binnen de 20 seconden in balbezit komt, mag de speler eerder terugkeren.
- U20 binnen 5-meter gebied: Als een U20 wordt begaan binnen het 5-meter gebied, volgt een 5-meter bal. Dit is een vrije worp vanaf 5 meter tussen de speler en de keeper.
- Drie U20's: Als een speler drie U20's in één wedstrijd krijgt, wordt hij uitgesloten en vervangen door een andere speler.
- UMV (Uitsluiting met Vervanging): Naast de U20 en vrije worpen is er ook de UMV. Een speler krijgt een UMV als hij driemaal een U20 heeft gekregen, een scheidsrechter beledigt, een ernstige overtreding begaat of een slaande beweging maakt. In sommige gevallen volgt een UMV4, waarbij het team 4 minuten zonder vervanger moet spelen. Bij een UMV moet de desbetreffende speler na de 20 seconden tijdstraf vervangen worden en moet die speler de zwemhal verlaten.
Aanvallen en scoren
Aanvallen en scoren zijn essentieel in waterpolo. De aanvallende ploeg heeft 30 seconden de tijd om een schot op het doel te lossen. Gebeurt dit niet, dan gaat de bal naar de tegenstander. Als er binnen de 30 seconden wel een schot wordt gelost, maar de bal blijft in eigen bezit, dan krijgt het aanvallende team opnieuw 30 seconden.
Bij een vrije worp mag een speler direct op het doel schieten, tenzij de vrije worp zich binnen het 5-meter gebied bevindt.
Lees ook: Teams en talenten in het Nederlandse waterpolo
Zwemtechnieken
Bij waterpolo zijn verschillende zwemtechnieken van groot belang:
- Borstcrawl: De borstcrawl biedt een grotere bewegingsvrijheid van de armen. Het rollen van het lichaam over de lengteas zorgt voor een meer economische glijding door het water.
- Rugcrawl: De rugcrawl heeft als voordeel een eenvoudige ademhaling, maar als nadeel dat de zwemmer niet ziet waar hij zich bevindt. Een goede beenslag is vereist om zijwaartse afwijkingen te compenseren.
- Schoolslag: De schoolslag is een discontinue slag. Bij beginnende zwemmers worden de armen vooral gebruikt om het hoofd boven water te houden. De armen en handen komen tijdens de gehele slag niet boven het wateroppervlak uit.
- Vlinderslag: De vlinderslag wordt bij waterpolo vrijwel niet gebruikt. Het is een snelle zwemslag waarbij de timing van de hoofdbeweging op de armslag doorslaggevend is.
- Watertrappen: Watertrappen is een techniek om in het water het hoofd boven water te houden, door met de benen een trappende beweging te maken.
Geschiedenis van waterpolo
De precieze oorsprong van waterpolo is niet helemaal duidelijk. De Schot William Wilson wordt wel eens de 'uitvinder van het handbal in het water' genoemd. Hij zou in 1876 de vraag hebben gekregen om regels op te stellen voor een balspel in het water. De eerste officiële waterpolowedstrijd zou in 1877 zijn gespeeld tijdens het Bon Accord Swimming Festival in Schotland.
Waterpolo werd in 1885 officieel erkend als sport. In 1887 werden de eerste doelen gebruikt. In Engeland werd in 1888 een waterpolocommissie opgericht en werd het eerste nationale kampioenschap gespeeld. De officiële regels werden vastgelegd en de sport begon zich te verspreiden naar andere landen, zoals de Verenigde Staten, Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, Hongarije en Italië.
Beginnen met waterpolo
Er is geen minimumleeftijd om te beginnen met waterpolo, maar het is wel belangrijk dat je kunt zwemmen. Je moet minimaal zwemdiploma A hebben.
Tips voor beginners
- Sluit je aan bij een team: Waterpolo is een teamsport. Train eerst een paar keer mee voordat je je officieel aansluit.
- Train regelmatig: De meeste waterpoloteams trainen twee keer per week.
- Doe mee aan wedstrijden: Vanaf 8 jaar kun je meedoen aan competities.
Benodigdheden
Om waterpolo te spelen heb je nodig:
Lees ook: Waterpolo en zwemmen bij ZV De Ham
- Badmuts
- Zwembad
- Zwempak
- Bal
- Doelen
Waterpolo in Nederland
In Nederland zijn er diverse waterpoloverenigingen en -competities. Soms vormen verenigingen een startgemeenschap om de sport te bevorderen. Sponsoring is vaak van groot belang voor waterpoloafdelingen om onderhoud te plegen, materialen aan te schaffen en activiteiten te ontplooien. Zo vormen de waterpoloafdelingen van de Amsterdamse verenigingen De Dolfijn, Het Y, DJK/ZAR en de Badhoevedorpse vereniging De Waterwolf een startgemeenschap.