Waterpolo in België en Ierland: Een Historisch Overzicht

Waterpolo, ontstaan als de 'watervariant' van handbal of rugby halverwege de 19e eeuw, is een teambalsport die zwemmend wordt uitgeoefend. Het is een sport die vooral in Zuid- en in Oost-Europa grote populariteit geniet, en daar op professionele basis wordt beoefend. Het doel is om een bal zo vaak mogelijk in het doel van de tegenpartij te werpen; elke geslaagde poging levert één 'doelpunt' op.

De Geschiedenis van Waterpolo: Van Schotland naar de Wereld

Er is geen absolute zekerheid over het exacte ontstaan van waterpolo. De Engelse sportjournalist en oud-waterpolospeler Kelvin Juba noemt William Wilson, geboren in 1844 uit Schotse ouders, als de uitvinder van het 'handbal in water'. In 1876 zou hem door zijn zwemvereniging Aberdeen zijn gevraagd regels voor een balspel te water te ontwerpen. De eerste officiële waterpolowedstrijd zou in 1877 zijn gespeeld tijdens het Bon Accord Swimming Festival in de Schotse rivier de Dee.

In de daaropvolgende jaren ontwikkelde de sport zich snel:

  • 1885: Waterpolo wordt officieel erkend.
  • 1887: Voor de eerste maal worden echte doelen gebruikt.
  • 1888: In Engeland wordt een waterpolocommissie opgericht en het eerste nationale kampioenschap gespeeld. In datzelfde jaar worden regels vastgelegd en wordt het spel vanuit Engeland naar de Verenigde Staten (Boston) geëxporteerd.

Sindsdien heeft waterpolo aan populariteit gewonnen over de hele wereld en is het een Olympische sport sinds 1900 voor mannen.

Waterpolo in België: Hoogtijdagen en Heropleving

Het Belgische waterpolo kende zijn hoogtijdagen aan het begin van de 20e eeuw. In recentere tijden is er sprake van een heropleving van de sport in België. Twee jaar geleden won België nog wel het zeslandentoernooi in Limerick. De Belgian Lions wonnen op dit toernooi overtuigend al hun wedstrijden. De topteams van de laatste jaren zijn Kortrijk, Antwerpen, Doornik en Moeskroen.

Lees ook: Waterpolo voor studenten in Maastricht

Een belangrijke ontwikkeling is de herstart van een damescompetitie in het seizoen 2007-2008, na jaren van afwezigheid. Voorheen was er maar één damesploeg in België, KV. Sinds een aantal jaren is men in België meer en meer energie aan het steken in de jeugdwerkingen bij verschillende clubs en in samenwerkingen met lokale zwemclubs voor doorstroming naar waterpolo. Zo zijn er al verschillende nieuwe clubs bijgekomen die mee in dit project springen.

Ook is er sinds vorig jaar in België ook een recreantencompetitie gestart. Momenteel bestaat deze uit 3 ploegen van oud-spelers of sympathisanten.

Waterpolo in Ierland: Een Minder Bekende Sport

In Ierland is waterpolo minder populair dan traditionele Ierse sporten zoals hurling en Gaelic football. Deze sporten hebben een lange en rijke geschiedenis in Ierland en worden beschouwd als onderdeel van de Keltische cultuur.

De traditionele Ierse sporten, vaak van Keltische komaf, overtreffen algemeen bekende sporten in toeschouwers. Ierland heeft 1800 jaar lang (van 632 v.Chr. tot rond 1170) een eigen variant gekend op de antieke Olympische spelen. De overlevering wil dat deze Tailtische Spelen (Tailteann Games) door de mythische Keltische koning Lugh werden ingesteld ter ere van zijn moeder Tailtiu.

Hoewel waterpolo niet de status heeft van deze traditionele sporten, is het wel vertegenwoordigd in Ierland. Er zijn clubs en competities, maar de sport geniet niet dezelfde populariteit als in andere Europese landen.

Lees ook: Teams en talenten in het Nederlandse waterpolo

Regels en Uitrusting van Waterpolo

Een waterpoloteam bestaat uit zes veldspelers en een keeper. De spelers dragen een cap; in de lagere competities wit voor het thuisspelend team en blauw voor het uitspelend team. In de hogere klasses wordt de kleur bepaald aan de hand van tossen. Beide keepers hebben een rode cap. Alle spelers hebben oorbeschermers aan hun cap, die de oren moeten beschermen tegen grote druk als een bal hard tegen de oren wordt gegooid. Spelers hebben tegenwoordig ook vaak een gebitsbeschermer, een toque en een tweede zwembroek of badpak aan.

Een wedstrijd is verdeeld in vier perioden, die afhankelijk van de leeftijd van de spelers, het competitieniveau en het land, 3 tot 8 zuivere minuten duren. Dit betekent dat de tijdmeting wordt stilgelegd tussen het begaan van een overtreding (op het fluitsignaal van één van de één of twee scheidsrechters) en het nemen van de daaropvolgende vrije worp. De scheidsrechter(s) zwemmen zelf niet mee, maar staan aan de lange zijde van het speelveld. In de meeste competitiewedstrijden wordt gebruik gemaakt van de 30 seconden regel. Dit houdt in dat er binnen 30 seconden een schot op het doel moet zijn geweest, anders gaat de bal naar de tegenpartij. Dit wordt aan de jurytafel bijgehouden. Als na een schot op het doel de bal weer in het bezit komt van dezelfde (aanvallende) partij, wordt de klok weer op 30 seconden gezet. Meestal hangt die 30 seconden klok aan beide zijden van het bad en loopt van 30 terug naar 0. Deze regel is ingevoerd om het waterpolospel aantrekkelijker te maken. In de laatste periode wordt er door middel van een signaal aangegeven dat er nog één minuut te spelen is. Na 2 periodes wisselen de teams van speelhelft. Indien er een verlenging is wisselen de teams na 1 periode van speelhelft. Een periode in de verlenging duurt altijd 3 minuten zuivere speeltijd. Een verlenging heeft 2 periodes. Er is alleen een verlenging bij wedstrijden waar een winnaar uit moet komen, bijvoorbeeld een bekerwedstrijd.

Het speelveld is maximaal 20 meter breed en 30 meter lang bij heren, bij dames is de maximale lengte 25 meter. Is het bad waarin gespeeld wordt groter, dan wordt het speelveld afgebakend door drijvende lijnen. Bij kleinere baden wordt dispensatie verleend op de afmetingen van het speelveld. De minimale diepte van het bad is 1,80 meter. Wanneer dit maar net gehaald wordt en wat grotere spelers dus op de bodem kunnen staan, dan is dit alleen toegestaan wanneer de betreffende speler de bal niet in zijn bezit heeft. Zodra een speler de bal krijgt móet hij zwemmen. De beide doelen bevinden zich midden op de achterlijnen van het veld. Ze zijn 3 meter breed, 0,90 meter hoog en 1 meter diep. Is het bad waarin gespeeld wordt niet geschikt voor een doel met een diepte van 1 meter, dan moet het doel ten minste 0,30 meter van de badrand geplaatst worden. In een bad met een diepte minder dan 1,50 meter dient de afstand tussen de bodem en onderkant van de doellat 2,40 meter te zijn.

De sport wordt beoefend met een speciale bal. De bal die gebruikt wordt door herenteams is ongeveer even groot als een voetbal en heeft een gewicht van 400 à 450 gram. De bal die gebruikt wordt bij dames- en jeugdteams is iets kleiner en iets lichter. Een belangrijk kenmerk van de bal is dat hij veel grip heeft, zodat je hem ondanks zijn grootte toch met één hand kunt vasthouden. Als de bal vaak gebruikt wordt verliest hij zijn grip, en moet hij vervangen worden. De bal mag door veldspelers maar met één hand tegelijk worden aangeraakt. De keepers mogen de bal met twee handen aanraken binnen de 5 meterzone. Verder mogen spelers die de bal vasthouden onder water worden geduwd, maar de bal zelf mag niet onder water komen, als een speler wordt aangevallen. De bal met twee handen tegelijk aanraken of de bal onder water duwen als je wordt aangevallen wordt bestraft met een vrije worp voor de tegenpartij. Als dit echter binnen de 5 meter zone gebeurt met de bedoeling een doelpunt te voorkomen dan zal er een vijfmeter-bal toegekend worden aan de tegenstander.

Overtredingen en Strafmaatregelen

Lichte overtredingen worden bestraft met een vrije worp. Deze kan de speler gebruiken om de bal af te spelen op een van zijn medespelers of om zelf mee te gaan zwemmen. De vrije worp mag direct op het doel geschoten worden als de overtreding buiten de vijfmeter-zone is begaan.

Lees ook: Waterpolo en zwemmen bij ZV De Ham

Zware overtredingen zoals iemand vasthouden tijdens het zwemmen worden bestraft met een U20. Bij een U20 moet de bestrafte speler naar de hoek zwemmen (aangegeven met rode lijn) bij de eigen doellijn tegenover de tafel van het wedstrijdsecretariaat (waar de score en tijd worden bijgehouden), en moet daar 20 seconden blijven liggen tot de tafel een vlag met de kleur van de cap omhoog houdt, tenzij in die tijd de bal in bezit komt van de eigen partij. Dan mag de bestrafte speler weer de hoek verlaten op teken van de scheidsrechter. Wanneer hij nog niet in de hoek ligt, moet hij daar echter alsnog eerst naartoe zwemmen. Het weggooien van een bal nadat er gefloten is voor een overtreding wordt ook bestraft met een U20.

In tegenstelling tot sommige andere sporten wordt het bij waterpolo over het algemeen niet getolereerd dat een speler commentaar heeft op de leiding. Wanneer een zware overtreding binnen de vijfmeter-zone (strook van vijf meter vanaf de doellijn van de partij die in dat gebied verdedigt) plaatsvindt met een kans om te scoren, kent de scheidsrechter een vijfmeter-bal toe. Dit is vergelijkbaar met een penalty bij voetbal.

Indien een speler driemaal wordt uitgesloten voor 20 seconden, dan mag hij/zij niet meer deelnemen aan het spel. Heel zware overtredingen worden bestraft met een UMV of UMV4 (brutaliteit). UMV staat voor Uitsluiting Met Vervanging, waar de toevoeging "4" staat voor "4 minuten". Een UMV wordt gegeven in geval het spel niet tolereerbaar is. De straf wordt bijvoorbeeld gegeven voor onbesuisd spel of het beledigen van de scheidsrechter of andere official. De duur van uitsluiting is 20 seconden netto speeltijd, waarna een ploeggenoot de speler mag vervangen. Wanneer een speler zich schuldig maakt aan een zeer zware overtreding, bijvoorbeeld het maken van een slaande beweging, kan hij een UMV4 krijgen, wat staat voor een Uitsluiting Met Vervanging na 4 minuten, waarna betreffende speler zelf geen deel meer mag nemen aan het verdere spel. De ploeg in kwestie speelt dan 4 minuten met een speler minder in het veld. Na het verstrijken van 4 minuten netto speeltijd mag een vervangende speler zijn plaats innemen. Van iedere UMV of UMV4 moet een rapport worden opgemaakt, waarna een tuchtcommissie uitspraak doet over de strafmaat.

Internationale Toernooien en Olympische Spelen

Het waterpolo kent vele internationale toernooien, waaronder het Wereldkampioenschap, het Europees kampioenschap en de FINA World League (allen met nationale teams). Sinds 1900 is waterpolo een Olympische sport voor de mannen.

tags: #waterpolo #belgië #ierland #geschiedenis