Softbal is een boeiende balsport, nauw verwant aan honkbal, maar met eigen unieke regels en kenmerken. Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van de softbalregels, spelverloop, benodigde uitrusting en meer. Of je nu een beginnende speler bent of een ervaren rot, hier vind je alle informatie die je nodig hebt om je spel te verbeteren en optimaal van softbal te genieten.
Wat is softbal?
Softbal is een teamsport die wordt gespeeld met een grotere en zwaardere bal dan bij honkbal. Een ander belangrijk verschil is dat de bal bij softbal onderhands gegooid moet worden. Het speelveld is ook kleiner dan bij honkbal. Op de Olympische Spelen wordt softbal alleen door damesteams gespeeld, maar recreatief wordt het vaak gemengd gespeeld. De Softbal Golden League is de hoogste competitie in Nederland, georganiseerd door de KNBSB.
Geschiedenis van softbal
De oorsprong van softbal is niet helemaal zeker, maar het verhaal gaat dat de sport is ontstaan in Chicago op Thanksgiving Day in 1887. Leden van de Farragut Boat Club wachtten op de uitslag van een American Football wedstrijd. Toen Yale won, gooide een fan een samengebonden bokshandschoen naar een Harvard supporter, die hem terugsloeg met een stok. Sportjournalist George Hancock zag er een spel in en riep: "Play ball!".
De eerste softbalwedstrijd leek op indoor baseball, en werd ook wel indoor baseball of kitten baseball genoemd. Pas in 1926 werd de term 'softball' bedacht. Softbal ontwikkelde zich van een indoor sport tot een volwaardige buitensport, sterk lijkend op honkbal. In 1934 werden de eerste officiële spelregels vastgelegd. Softbal is populair bij zowel mannen als vrouwen, maar vrouwensoftbal heeft internationaal meer aanzien. Nederland en Italië zijn toonaangevend in Europa, terwijl Tsjechië en Denemarken het goed doen bij de heren.
Basisregels van softbal
Softbal wordt gespeeld door twee teams van 9 spelers op een veld met honken. De bal wordt geslagen vanaf de thuisplaat, en er zijn drie honken verbonden met de thuisplaat door een vierkant in lijnen. De afstand tussen de honken is 18,30 meter. De lijnen van de thuisplaat naar het 1e en 3e honk begrenzen het speelveld. Het speelveld eindigt met de achterlijn, het buitenveldhek, op ongeveer 70 meter afstand. In het midden van het gebied tussen de honken bevindt zich de werpplaat, op 12,20 meter van de thuisplaat. Elke speler krijgt een slagbeurt in de aanval en vervult een specifieke taak in de verdediging.
Lees ook: Ontdek de betekenis achter de naam Kampong
Veldposities bij softbal
De veldposities en taken bij softbal zijn vergelijkbaar met die bij honkbal:
- De pitcher: Gooit de bal onderhands vanaf de werpplaat naar de slagman.
- De catcher: Vangt de ballen achter de thuisplaat die de slagman niet raakt.
- 1e Honk: Bewaakt het eerste honk en tikt tegenstanders uit op het honk.
- 2e Honk: Bewaakt het tweede honk en tikt tegenstanders uit op het honk.
- 3e Honk: Bewaakt het derde honk en tikt tegenstanders uit op het honk.
- Korte Stop: Verdedigt het veld tussen het 2e en 3e honk.
- Rechtsvelder: Verdedigt verre en hoge ballen aan de rechterkant van het veld.
- Linksvelder: Verdedigt verre en hoge ballen aan de linkerkant van het veld.
- Middenvelder: Verdedigt het diepere middenveld.
Slagtechnieken en het pitchen
Elke speler krijgt drie pogingen om de bal te slaan, mits de bal op de juiste manier wordt aangegooid. De bal moet binnen de slagzone worden gegooid. Een bal buiten deze zone is een foutbal. Bij 4 foutballen mag de slagman naar het eerste honk lopen.
Na het slaan moet de speler zo snel mogelijk via de drie honken terug naar de thuisplaat rennen, voordat de bal door een tegenstander wordt gevangen en teruggegooid naar de pitcher. Op het moment dat de pitcher de bal vangt, moet de speler veilig bij een honk staan of binnen zijn bij de thuisplaat. Bij een volgende slag kan de speler proberen verder te rennen. Als een speler de bal ver genoeg wegslaat om in één keer door te rennen naar de thuisplaat, is dat een homerun. Een speler krijgt pas een punt als hij de thuisplaat bereikt. Een homerun is 3 punten waard. Een team blijft aan slag zolang niet alle drie de 'uits' zijn gemaakt door de tegenstander. Daarna wisselen de teams.
Het spelverloop bij softbal
Het spelverloop bij softbal is vergelijkbaar met dat van honkbal en is verdeeld in innings. Een inning is voorbij wanneer beide ploegen aan slag zijn geweest. Elke ploeg heeft de kans om punten te verzamelen door zoveel mogelijk spelers veilig bij de thuisplaat te krijgen. Spelers mogen alleen lopen na het correct slaan van een bal die niet meteen wordt gevangen. Als een speler een honk niet op tijd kan bereiken voordat de bal terug is bij de pitcher, kan een honkverdediger de speler uittikken.
Een speler is uit wanneer hij niet kan terugkeren naar een vorig honk omdat deze bezet is, of wanneer de speler het 1e honk al niet kan bereiken omdat de bal al bij de verdediger van het 1e honk is en deze de speler uittikt. Wordt de bal meteen uit de lucht gevangen, dan is de slagman meteen uit en moeten alle spelers die al op honken staan op tijd terugkeren naar hun oorspronkelijke honk. Als een speler veilig op een honk staat, kan hij niet meer uitgetikt worden. Wanneer een ploeg drie spelers heeft die uit zijn, wordt er gewisseld. Een softbalwedstrijd bestaat in principe uit 7 innings, in tegenstelling tot honkbal met 9 innings. De belangrijkste onderdelen van softbal zijn het aangooien en het slaan van de bal. In tegenstelling tot honkbal is het bij softbal niet toegestaan om de bal bovenhands te werpen.
Lees ook: Bekende voetballers in de politiek
Beginnen met softbal: Een stappenplan
Wil je beginnen met softbal? Hier zijn een paar stappen voor een succesvol begin:
- Bestudeer de sport: Leer de regels en het spelverloop, zodat je teamgenoten het niet meer aan je hoeven uit te leggen.
- Neem les en werk aan je vaardigheden: Ontwikkel belangrijke vaardigheden zoals timing en reactievermogen.
- Sluit je aan bij een team: Leer softbal spelen in teamverband en train voor wedstrijden en toernooien.
- Doe mee aan wedstrijden: Ervaar de spanning van de competitie en verbeter je spel.
Benodigdheden om softbal te spelen
Om softbal te spelen heb je de volgende uitrusting nodig:
- Softbalknuppel
- Softballen
- Handschoenen
- Slaghelmen
- Beschermende kleding
De handschoen is een heel persoonlijk onderdeel van de uitrusting. De handschoen vormt zich naar de hand en naar de manier waarop een speler hem gebruikt. De catcher gebruikt een grotere en dikkere handschoen dan de andere spelers, om de harde ballen van de pitcher te vangen. De outfielders gebruiken hele grote handschoenen om de hoge verre ballen goed te kunnen vangen. De buitenkant van de bal die wordt gebruikt is van leer en heeft een omtrek tussen de 302 en de 308 millimeter. De keuze van de knuppel is afhankelijk van de lengte, het gewicht , de kracht en de snelheid van de speler. De catcher draagt een helm, een masker, een body protector en beenkappen (legguards).
Vaste punten in het veld
Vaste punten in het veld zijn de thuisplaat, de drie honken en de werpersheuvel. De lijnen vanaf de thuisplaat naar het eerste honk en vanaf de thuisplaat naar het derde honk geven, verder doorgetrokken, twee begrenzingen van het veld aan. Het buitenveldhek, is de derde begrenzing en staat gemiddeld op 90 tot 120 meter van de thuisplaat. De afstand tussen de werpplaat en de thuisplaat is bij damessoftbal 12,20 meter en bij herensoftbal 14 meter.
De rol van de pitcher en catcher
Een professionele pitcher werpt de ballen met een snelheid van circa 120 km/uur. De slagman heeft dus een halve seconde tijd om te bedenken of de aangegooide bal ‘slag’ of ‘wijd’ wordt en om te beslissen of hij de bal gaat proberen weg te slaan. Aan de catcher is de taak om alle ballen die de pitcher werpt, hoe moeilijk ook, te stoppen. Als de catcher een bal doorlaat dan betekent dat meestal dat de lopers op de honken tenminste één honk kunnen opschuiven. Staat er een loper op het derde honk als de bal niet door de catcher wordt gestopt, betekent dat vaak een punt voor de tegenpartij doordat de loper de thuisplaat veilig weet te bereiken. Als de catcher de aangegooide bal vangt en een honkloper probeert van het eerste naar het tweede honk of van het tweede naar het derde honk te lopen dan moet hij razendsnel reageren. Hij springt dan op uit zijn gehurkte stand en gooit in één vloeiende beweging de bal hard naar het tweede of derde honk. De honkman kan dan proberen de honkloper uit te tikken.
Lees ook: Informatie over Cricket
De honkmannen
De honkmannen zijn de infielders die tot taak hebben om de honken te bewaken. Zij moeten proberen om de honklopers uit te maken. Dat kan door het uittikken van een honkloper. Als een honkloper door een veldspeler met de handschoen waar de bal inzit, wordt aangetikt op het moment dat die honkloper geen contact heeft met een honk, is hij uit. Als er sprake is van een gedwongen loop dan is het voldoende als de honkman met zijn voet het honk aantikt voordat de loper dat honk bereikt. Daarbij moet die honkman wel de bal in zijn hand of handschoen hebben. De honkloper die op het eerste honk staat op het moment dat de volgende speler uit zijn team de bal het veld in slaat moet van het eerste naar het tweede honk lopen. Er is dan sprake van een gedwongen loop van het eerste naar het tweede honk.
De korte stop
De korte stop is de veldspeler die staat tussen het tweede en derde honk. Hij moet proberen de lage ballen die tussen het tweede en derde honk geslagen worden te stoppen en liefst te vangen. Hij moet heel snel en niet bang voor de bal zijn. Hij moet tegen een stootje kunnen omdat de ballen vaak hard en laag zijn kant op komen.
De verre velders
De verre velders of outfielders zijn de spelers die in het buitenveld staan. Zij moeten de ballen pakken die over het infield geslagen worden. Hoge ballen moeten zij proberen rechtstreeks te vangen. Elke geslagen bal die gevangen wordt door een veldspeler betekent een nul voor de tegenstander.
Slag en wijd
Een bal is, ongeacht of een swing wordt gemaakt, ‘slag’ als bij de worp enig deel van de bal door enig deel van de slagzone gaat. De slagzone is dus niet een plat vlak zoals op de tekening weergegeven. De slagzone wordt qua hoogte bepaald aan de natuurlijke houding van de slagman tijdens de pitch. Bij een slag roept de umpire zeer gedecideerd en luid: “Strike!!”. Het afroepen van de ‘count’ gaat altijd in de volgorde: aantal wijd en daarna aantal slag, dus “two balls, one strike”. Daarbij geeft de umpire - met gestrekte armen - het aantal wijd aan door het opsteken van vingers van zijn linkerhand en het aantal slag door het opsteken van vingers van zijn rechterhand.
Vangbal
Een vangbal wordt gemaakt door de veldpartij, dat lijkt me logisch. Het is het vangen van een bal in vlucht. Een bal in vlucht is een bal die, geslagen, geworpen of gegooid, zonder iets of iemand te raken, door het luchtruim vliegt. Vangen dient te geschieden met de blote hand en/of met de handschoen. Het gebruiken van enig deel van het tenue is daarbij verboden, daarover in een later hoofdstuk meer, dan is het geen vangbal. Ook dient de bal stevig te worden vastgehouden om controle over de bal aan te tonen.
Homerun
De term homerun is eigenlijk het toekennen van 4 honken door de umpire. De umpire geeft dit aan door met zijn rechterwijsvinger een cirkel (tegen de wijzers van de klok in) boven zijn hoofd te maken. In het honkbal kan dat alleen als de geslagen bal direct over het buitenveldhek vliegt. Het is ook een homerun als de bal via een velder over het hek gaat, mits dat laatste op goed gebeid gebeurd.
(Slagman-) Honkloper is uit
Er zijn vele manieren voor een speler om ‘uit’ te gaan. In een gedwongen situatie moet de (slagman-)honkloper opschuiven naar het volgende honk omdat het honk waarop hij recht heeft door een opvolgende (slagman-)honkloper moet worden bezet. Deze gedwongen situatie kan tijdens het spel vervallen trouwens. Met een honkloper op het eerste honk gaat de slagman-honkloper uit voordat hij het eerste honk heeft bereikt. Tevens is sprake van een gedwongen loop als de slagman(-honkloper), na een goede slag het eerste honk moet proberen te bereiken.
Afstanden, knuppels, ballen en afwijkende regels
Bepalingen over afstanden, knuppels, ballen en afwijkende regels zijn deels te vinden in de spelregels en deels in het reglement van wedstrijden.
De slagzone
De slagzone is één van de meest omstreden onderwerpen tijdens een wedstrijd. Tenminste als je daar als umpire ook ruimte en/of aanleiding toe geeft. Niets is voor pitchers en slagmensen zo frustrerend als een inconsequente slagzone. Er is een wijdverspreide neiging bij spelers, coaches en umpires om de slagzone omlaag te brengen. Een bal is, ongeacht of een swing wordt gemaakt, ‘slag’ als bij de worp enig deel van de bal door enig deel van de slagzone gaat. De slagzone is dus niet een plat vlak zoals op de tekening weergegeven. De slagzone wordt qua hoogte bepaald aan de natuurlijke houding van de slagman tijdens de pitch.
Goed of fout geslagen bal
Bij een foutbal is het spel dood, tenzij deze wordt gevangen. De foutlijn behoort tot goed gebied en hoort dus eigenlijk de ‘goedlijn’ te heten. De honken behoren tot goed gebied. Van het 2e honk is dat logisch. Thuisplaat, 1e en 3e honk behoren in hun geheel tot goed gebied. Daarom moet de foutlijn, herstel de ‘goedlijn’ langs de buitenkant van die honken lopen (met uitzondering natuurlijk van het dubbelhonk bij softbal). Maar ook de thuisplaat behoort in zijn geheel tot het goede gebied. Of een bal goed of fout is terwijl deze wordt gespeeld, dient te worden beoordeeld naar de positie van de bal en niet van de speler die de bal speelt.
Binnenhoog/infield fly/intentionally dropped ball
Deze regel geeft altijd aanleiding tot veel discussie. Dat heeft vooral te maken met het feit dat de bedoeling achter deze regel niet wordt begrepen. Iedere speler weet, en vergeet soms ook, dat het niet verstandig is om bij minder dan twee uit en een hoge bal van het honk te gaan. Bij een vangbal moet immers terug worden gegaan naar het honk om niet uitgebrand te worden.
Veelgestelde vragen bij softbal
- Wat is het verschil tussen softbal en honkbal? De bal bij honkbal is kleiner en lichter. Daarnaast worden er bij honkbal 9 innings gespeeld en bij softbal maar 7 innings.
- Wat heb je nodig om softbal te spelen? Een goede knuppel, beschermende kleding, een softbal, handschoenen, slaghelmen en een geschikt speelveld.
- Wat gebeurt er bij 3 slag bij softbal? Dan wisselen de teams van positie. Het team aan slag gaat het veld op en het team in het veld is nu aan slag.
tags: #spelregels #softbal