Volleybal is een dynamische balsport die gespeeld wordt op een veld verdeeld in twee gelijke helften door een net. Twee teams van elk zes spelers proberen de bal over het net te slaan en deze op de speelhelft van de tegenstander binnen de lijnen te laten landen. Een punt wordt gescoord wanneer dit lukt of wanneer de tegenstander een fout maakt.
Basisregels van Volleybal
- Team Samenstelling en Rotatie: Elk team bestaat uit zes spelers op het veld. Een typische opstelling omvat twee spelverdelers en vier aanvallers (2-4). Jeugdspelers moeten zich houden aan de posities in de passopstelling.
- Drie keer spelen: Elk team mag de bal maximaal drie keer spelen voordat de bal over het net naar de tegenstander moet worden gespeeld.
- Puntentelling: Er worden drie of vier sets gespeeld, afhankelijk van de regio. Het team dat als eerste 25 punten behaalt, met een voorsprong van minstens twee punten, wint de set.
- Sets en Wedstrijd: Er worden doorgaans vier sets gespeeld. Het team dat als eerste drie sets wint, wint de wedstrijd.
- Spelerswissels: Een team mag maximaal zes spelerswissels per set uitvoeren. Een speler die is uitgewisseld, mag alleen worden ingewisseld voor de speler die hem/haar heeft vervangen. Dit zijn in totaal dus twee wissels van de maximaal toegestane zes.
- Rally Point Systeem: Binnen de Nederlandse competitie wordt het Rally Point Systeem toegepast, waarbij elke rally resulteert in een punt voor een van beide teams.
- Service: De bal wordt in het spel gebracht door een service van achter de achterlijn. De opgeslagen bal moet over het net in het veld van de tegenstander belanden. Als de bal het net raakt en eroverheen gaat, gaat het spel gewoon door.
- Spelverdeling: Een van de veldspelers van de ontvangende partij vangt de geserveerde bal op en speelt deze door naar een spelverdeler. De spelverdeler speelt de bal meestal door naar een van de aanvallers (set-up).
- Aanval: De aanvaller slaat de bal over het net naar de grond. Meestal wordt de smash toegepast, een harde klap met de vlakke hand.
- Verdediging: De verdediging probeert de bal van de grond te houden door een blok te vormen of door de bal te verdedigen in het achterveld.
Spelregels en Fouten
- Netfouten: Spelers mogen het net niet raken.
- Over de middenlijn: Het is fout als de voet(en) van een speler over de middenlijn komen en het veld van de tegenstander raken.
- Voetfouten: Met een voet over de middellijn staan.
- Dubbelcontact: Een speler mag de bal niet twee keer achter elkaar aanraken.
- Binnendringen: Het is fout als een speler onder het net dringt in de ruimte van de tegenstander en de speler de tegenstander hindert.
- Bal buiten de lijnen: Wanneer een team de bal op de speelhelft van de tegenstander krijgt, de bal door de tegenstander buiten de lijnen wordt geslagen, krijgt het de opslagbeurt.
- Schermen bij service: De serveerder mag niet met opzet aan het zicht van de passers onttrokken worden. Spelers van het serverende team moeten ten minste een armlengte van elkaar af staan en achterspelers mogen niet in de ‘vrij zicht’-ruimte van de voorspelers gaan staan.
- Het raken van het veld van de tegenstander: Het raken van het veld van de tegenstander in een actie met de bal wordt afgefloten. Dat geldt niet alleen voor de voet, maar voor alle lichaamsdelen. Daarentegen is het niet fout om het veld van de tegenstander te raken als er geen bal bij betrokken is en het niet hinderlijk is voor de tegenstander.
- Bal buiten de antennes: Zodra de bal buiten de antennes het net passeert, is de bal uit, ook wanneer dit na het eerste balcontact geweest is. De bal terughalen uit de vrije zone van de tegenstander (buiten de antennes om) is dus niet meer toegestaan (uitzondering: in de Topdivisie geldt deze nieuwe regel niet).
De Rol van de Spelverdeler en Aanvallende Opties
De spelverdeler is een cruciale speler in het team, die verantwoordelijk is voor het opzetten van de aanval. Vanwege het specialisme van de spelverdeler is het van belang dat die persoon elke tweede bal kan verwerken tot een goede set-up. De spelverdeler loopt na de service van de tegenstander naar positie 2/3, om hier de pass te ontvangen. De spelverdeler kan de set-up geven aan de buitenaanvaller, de middenaanvaller (hoofdblokkeerder) of aan de speler rechts aan het net. Ook kan de spelverdeler de set-up geven aan een van de achterspelers, die een driemeteraanval kunnen uitvoeren.
Verdedigende Opstellingen
Wanneer de rally gespeeld wordt, wordt de verdedigingsopstelling belangrijk. De tegenstander kan vanuit verschillende posities aanvallen, en elke aanvalspositie vereist een andere verdedigingsopstelling. Een voorbeeld is de 3-1-2 opstelling, waarbij er drie voorspelers zijn, één achterspeler op positie 6 en twee spelers aan de zijkant.
Time-outs en Coaching
Tijdens de wedstrijd heeft de trainer/coach de mogelijkheid om time-outs aan te vragen. Gewoonlijk zitten trainer/coach, reservespelers en andere teamleden tegenover de hoofdscheidsrechter. Als de trainer/coach dat nodig vindt mag hij/zij tussen twee rally's een time-out aanvragen. De trainer maakt met zijn handen een T-teken, de scheidsrechter blaast af en er kan met de spelers worden overlegd. Een time-out duurt maximaal 30 seconden. Tijdens de TO mag het hele veld gebruikt worden: teams hoeven dus niet meer in het geheel buiten het veld te staan. Wisselspelers mogen ook in het veld warm lopen, maar het gebruik van een bal tijdens de TO is (nog steeds) niet toegestaan.
Recente Regelwijzigingen en Aanpassingen
De Nevobo heeft recentelijk een aantal regelwijzigingen doorgevoerd om het spelplezier te verhogen. Hieronder een overzicht van de belangrijkste wijzigingen:
Lees ook: Volleybal: Alles over winnen
- Competitie niveaus: De Nederlandse Eredivisie blijft spelen met alle internationaal (verplicht) geldende spelregels. Voor de Topdivisie t/m de regioklassen worden de regels aangepast.
- Tossen afgeschaft: Er wordt niet meer getost. De aanvoerder van het uitspelend team heeft de eerste keuze (opslag of veld). Bij een eventuele 5e set heeft de aanvoerder van het thuisspelende team het recht om als eerste te kiezen.
- Inspelen: Tijdens het inspelen aan het net mogen de inspeelshirts aanblijven.
- Waterflesjes: Dat de waterflesjes op of achter de bank neergezet moeten worden, is afgeschaft.
- Mini's bij het team: Vanaf komend seizoen mogen er twee mini's bij het team aanwezig zijn (op de bank en serveren).
- Plaats coach: De coach, assistenten en verzorgers hebben geen vaste plaatsen meer op de bank. Ze mogen overal zitten en zelfs staan.
- Tekens scheidsrechter: Vanaf de 1e klasse en lager is de scheidsrechter niet meer verplicht om na elke rally alle tekens te geven.
- Ruimte achter het veld: Als er minder dan twee meter ruimte achter het speelveld is, hoeft er geen hulplijn in het veld te worden geplakt. Je mag met één voet in het veld serveren, ook bij een sprongservice.
- Wissels: Ongeacht het aantal wisselspelers heeft ieder team altijd recht op zes wissels per set. Een wisselspeler mag meerdere keren (maximaal drie keer) gewisseld worden voor een veldspeler. Uitzondering: Voor de A-, B- en C-jeugdklassen gaat deze regel niet gelden.
- Wisselzone Libero: De wisselzone van de libero wordt vrijgegeven, daarvoor mag nu de gehele achterlijn en zijlijn gebruikt worden.
- Libero: Een libero mag uitsluitend veldspeler worden (en een ander shirt aantrekken) als het team onvolledig verklaard zou worden door blessure(s).
- Aanval na bovenhandse bal libero: Een aanvaller mag een bal die door de libero vanuit de voorzone bovenhands is gespeeld niet aanvallen als de bal in zijn geheel nog boven de netrand is.
Lees ook: Alles over zand sokken en volleybal
Lees ook: Alles over Vrije Ruimte Volleybal
tags: #volleybal #regels #twee #wedstrijden #tegelijk