Voetbal is niet de enige sport waarbij juridische conflicten voorkomen, zowel op als naast het veld. Ook bij volleybal kunnen situaties ontstaan waarbij de aansprakelijkheid een ingewikkeld thema vormt. Dit artikel gaat dieper in op de aansprakelijkheid in de context van volleybal, waarbij we kijken naar de rol van volleybalverenigingen, spelers en de algemene regels rond aansprakelijkheid bij sport en spel.
Aansprakelijkheid bij Sport en Spel: Een Verhoogde Drempel
Net als bij andere sporten, geldt er bij volleybal een verhoogde drempel voor aansprakelijkheid. Dit betekent dat niet elke overtreding van de spelregels automatisch leidt tot juridische consequenties. Deelnemers aan een sport accepteren een bepaald niveau van risico dat inherent is aan de aard van de sport. Echter, zeer ernstige of onverwachte overtredingen die buiten de grenzen van het spel vallen, kunnen wel degelijk leiden tot juridische verantwoordelijkheid.
Deelnemers aan een sport, zoals volleybal, hebben (tot op zekere hoogte) gevaarlijke gedragingen waartoe het spel uitlokt van elkaar te verwachten. Zo zal het maken van een sliding, als gevolg waarvan iemand ten val komt, buiten een sport- en spelsituatie waarschijnlijk leiden tot het oordeel dat van een onrechtmatige gedraging sprake is. In dat geval hoeft men zo’n gedraging namelijk niet van een ander te verwachten. Wordt tijdens een voetbalwedstrijd een sliding gemaakt door een speler als gevolg waarvan een medespeler valt, dan zal niet snel worden aangenomen dat dit een onrechtmatige gedraging was.
Letselschade door Volleybalspelers: Wanneer is er Aansprakelijkheid?
Het is belangrijk te begrijpen dat niet elke actie tijdens een volleybalwedstrijd die tot letselschade leidt, automatisch resulteert in aansprakelijkheid. Een speler is niet zomaar aansprakelijk, ook niet als een speler een fout heeft begaan. Er is namelijk sprake van een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel.
Echter, er zijn omstandigheden waarin een volleybalspeler wel aansprakelijk kan zijn voor letselschade aan medespelers. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een fysieke aanval buiten de context van het spel, of bij roekeloos gedrag dat niet te verwachten is binnen de normale gang van zaken tijdens een volleybalwedstrijd.
Lees ook: Volleybal: Alles over winnen
Voorbeelden uit de Rechtspraak
Hoewel specifieke rechtspraak over volleybal gerelateerde aansprakelijkheid minder frequent voorkomt, kunnen we lering trekken uit algemene sport gerelateerde zaken. Zo zijn er voorbeelden van situaties waarin voetballers aansprakelijk werden gesteld voor letselschade, bijvoorbeeld bij een harde trap buiten een spelsituatie om, of een opzettelijke elleboogstoot. Dergelijke voorbeelden illustreren dat opzettelijk of buitensporig gedrag in sport kan leiden tot aansprakelijkheid.
Aansprakelijkheid voor Toeschouwers
Ook toeschouwers lopen risico op letsel. De aansprakelijkheid hangt hier af van de mate waarin de actie als inherent aan het spel wordt beschouwd. Indien een volleybalspeler in een normale speelsituatie handelt en dit leidt per ongeluk tot letsel bij een toeschouwer, wordt dit vaak niet gezien als onrechtmatig handelen.
Aansprakelijkheid van Volleybalverenigingen en Organisatoren
Net als sportverenigingen en organisatoren van sportevenementen dragen volleybalverenigingen en organisatoren van volleybalevenementen een aanzienlijke verantwoordelijkheid als het gaat om het voorkomen en beperken van letsel bij zowel sporters als toeschouwers. Deze zorgplicht houdt in dat zij maatregelen moeten treffen om potentieel gevaarlijke situaties te voorkomen en, in het geval van een ongeluk, de ernst van het letsel te minimaliseren. Ze kunnen aansprakelijk worden gesteld voor het letsel dat ontstaat door onvoldoende veiligheidsmaatregelen of gebrekkig onderhoud van speeloppervlakken en uitrusting.
De Zorgplicht van Verenigingen
De zorgplicht van een volleybalvereniging omvat onder meer:
- Veilige speelomgeving: Zorgen voor een veilige speelvloer, goed onderhouden netten en voldoende ruimte rondom het veld.
- Gekwalificeerde trainers: Het aanstellen van trainers die gekwalificeerd zijn om spelers op een veilige en verantwoorde manier te begeleiden.
- Adequate EHBO-voorzieningen: Zorgen voor de aanwezigheid van EHBO-middelen en getrainde personen die eerste hulp kunnen verlenen bij blessures.
- Duidelijke regels en toezicht: Het handhaven van duidelijke regels en het houden van toezicht op de naleving ervan, om gevaarlijke situaties te voorkomen.
Aansprakelijkheid als Werkgever
Wanneer een volleyballer in dienst is van een sportvereniging-werkgever en tijdens een wedstrijd letselschade oploopt, is de werkgever mogelijk aansprakelijk. Volgens artikel 7:658 BW heeft de sportvereniging als werkgever een zorgplicht jegens haar werknemers.
Lees ook: Alles over zand sokken en volleybal
Verzekeringen en Aansprakelijkheid bij Volleybal
Het afsluiten van een verzekering is voor volleybalclubs van cruciaal belang, gezien de risico's die gepaard gaan met het beoefenen van deze sport. Een goede sportverzekering biedt bescherming tegen financiële verliezen die kunnen voortkomen uit onvoorziene omstandigheden.
Soorten Verzekeringen voor Volleybalverenigingen
- Sportverzekering: Deze verzekering dekt de directe schade, maar biedt ook ondersteuning in de vorm van een dekking voor de behandeling van blessures en eventuele werkonderbrekingen.
- Aansprakelijkheidsverzekering: Een aansprakelijkheidsverzekering dekt de schade die aan derden wordt toegebracht.
- Bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering: Deze verzekering is van belang voor situaties waarin bestuurders persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld.
- Ongevallenverzekering: Een ongevallenverzekering biedt dekking voor persoonlijke letsels die de verzekerde kan oplopen.
De Rol van de Nevobo
Hoewel de Koninklijke Nederlandse Volleybal Bond (Nevobo) niet direct dezelfde collectieve verzekeringen aanbiedt als de KNVB voor voetbal, is het raadzaam om als volleybalvereniging te informeren naar eventuele collectieve afspraken of aanbevelingen met betrekking tot verzekeringen. Daarnaast kunnen individuele leden zich via een persoonlijke aansprakelijkheidsverzekering (AVP) indekken tegen schade die zij per ongeluk aan anderen toebrengen.
Bestuurdersaansprakelijkheid bij Volleybalverenigingen
Een bestuurslid van een vereniging is in beginsel niet persoonlijk aansprakelijk voor rechtshandelingen die hij/zij namens de sportvereniging verricht. Echter, iedere bestuurder is ten opzichte van de vereniging verplicht op een behoorlijke wijze zijn/haar bestuurstaak te vervullen. Als de bestuurstaak niet naar behoren wordt uitgevoerd, kan dit in bijzondere gevallen een aansprakelijkheid van de bestuurder tegenover de vereniging met zich meebrengen, en wel voor de schade die de vereniging heeft geleden als gevolg van de gedragingen van de bestuurder.
Wanneer is een Bestuurder Aansprakelijk?
De hoofdregel voor aansprakelijkheid is dat de vereniging aansprakelijk is en niet het bestuur. In de wet zijn echter enkele gevallen opgenomen waarin iedere bestuurder zelf aansprakelijk is tegenover derden. Op grond van artikel 2:29 van het Burgerlijk Wetboek (BW) zijn de (eerste) bestuurders van een opgerichte formele vereniging met volledige rechtsbevoegdheid verplicht om de vereniging in te schrijven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en de notariële akte met statuten daar te deponeren.
Iedere bestuurder kan op grond van artikel 6:162 BW door iedere (rechts)persoon aansprakelijk worden gesteld voor een onrechtmatige daad die hij/zij heeft gepleegd namens de vereniging. Voorbeelden hiervan zijn:
Lees ook: Alles over Vrije Ruimte Volleybal
- Selectieve wanbetaling: het selectief niet betalen van één schuldeiser van de vereniging, terwijl andere schuldeisers wel worden betaald.
- Aangaan van financiële verplichtingen die je niet kunt nakomen: het laten verbouwen van het clubhuis van de vereniging, terwijl het onzeker is of de vereniging na oplevering van de verbouwing de kosten wel kan betalen.
Op grond van de wet bestaat een meldingsplicht. Als je als bestuur voorziet dat de vereniging de bovengenoemde verplichtingen niet kan nakomen, moet je daar direct schriftelijk melding van maken bij de betreffende instantie. Doe je dat niet, dan ben je als bestuur hoofdelijk aansprakelijk.
Met de komst van de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (de WBTR) komt er een bewijsvermoeden van bestuurdersaansprakelijkheid in het geval van faillissement van een vereniging die vennootschapsbelastingplichtig is. Dit is opgenomen in artikel 2:248 BW. Wanneer is er sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur? In ieder geval als geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden hetzelfde zou hebben gehandeld en dit handelen (mede) tot het faillissement heeft geleid.
Bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering
Er bestaat de mogelijkheid het bestuur van de vereniging te verzekeren tegen bestuurdersaansprakelijkheid.
Aansprakelijkheid van Deelnemers aan Sport en Spel
In principe is men aansprakelijk van zodra men een fout begaat en daarbij schade veroorzaakt. Voor sporters zou zo'n situatie onwenselijk zijn. Zo zou een volleyballer voor elke overtreding van een spelregel, wat toch wel vaststaat als hij een gele kaart krijgt, ook aansprakelijk zijn. De meeste mensen voelen aan dat zo'n situatie niet meteen bevorderlijk is voor het spel. Gelukkig zijn er bij sport en spel andere regels van toepassing.
Deze bijzondere afwijking komt er omdat wie aan een training of sportwedstrijd deelneemt, bepaalde gevaarlijke gedragingen mag verwachten. Door daaraan deel te nemen gaat men akkoord met dit risico. Het risico wordt met andere woorden tot op een zekere hoogte getolereerd. Dit klinkt heel bijzonder, maar dat is het niet. Bij bijvoorbeeld bedrijven vinden we het logisch dat zij elkaar concurrentie mogen aandoen, dat hoort bij het economisch spel, zolang deze concurrentie maar niet oneerlijk is. Zo gaat het ook bij sport. Ergens is er een ongeschreven fairplayregel die deelnemers niet mogen overschrijden.
Verschillen op en naast het veld
Dit werd ook bevestigd in de het Natrap-arrest (ECLI:NL:HR:1991:ZC0300). Toen had de speler Dekker bij een wedstrijd tussen Achilles 94 en VC Drachten 2 nagetrapt op de speler Van der Heide toen die laatste niet meer in balbezit was. Van der Heide liep daarbij een blijvend knieletsel op. De Hoge Raad oordeelde toen dat een sporter minder snel onrechtmatig handelt, omdat sporters onderling gevaarlijke gedragingen uitlokken. Het bevestigde met andere woorden dat er binnen en buiten het sportveld andere regels gelden: van zodra een volleyballer het veld opstapt, mag hij een groter risico verwachten en daardoor kan hij zijn medespeler niet zomaar aansprakelijk stellen. Het is pas wanneer bepaalde gedragingen niet te verwachten zijn, zoals natrappen of een kopstoot, dat een gedraging onrechtmatig is en dat een schadeclaim wel mogelijk wordt. Het is net om deze reden dat de aansprakelijkheid hier wel werd aanvaard.
Verschillen tussen sportvelden
De overtreding van een spelregel resulteert dus niet meteen in de aansprakelijkheid van de speler. Wel zal er rekening mee worden gehouden bij de beoordeling van de claim. Dit omdat het wel degelijk relevant is wat in de sport al dan niet acceptabel is. Een vuistslag op een voetbalveld kan niet, maar in het boksen is dit heel normaal. Niet alleen zijn er dus andere regels op en naast het sportveld, maar er zijn ook verschillen tussen de sportvelden onderling.
Verschillen tussen sportniveaus
De overtreding van een spelregel zorgt dus nog niet meteen voor aansprakelijkheid, maar men houdt er wel rekening mee. Bepalender is het dan weer wat de deelnemers over en weer van elkaar mogen verwachten, wat natuurlijk deels door de spelregels wordt bepaald, maar ook door de praktische spelleiding. Dit houdt ook in dat men niet zomaar tussen verschillende sporten kan variëren, maar ook tussen verschillende niveaus. Op amateurniveau kan men bijvoorbeeld eerder een fout door een gebrekkige techniek verwachten.
Verschillen tijdens en na het spel
Vaak wordt aangenomen dat het spel en het aanvaarden van het hoger risico stopt na het laatste fluitsignaal, maar zo eenvoudig is het niet. Ook tijdens de rust of na het laatste fluitsignaal kan de minder strenge zorgplicht behouden blijven. Twee voorbeelden tonen dit aan.
In de eerste plaats is er het tennisbalarrest (ECLI:NL:PHR:1990:AD1456). Bij deze zaak sloeg een tennisspeler na afloop van een game een bal over het net. Deze bal kwam in het oog van een andere speler terecht. De Hoge Raad oordeelde toen dat spelers zich ook tussen games in een spelsituatie bevinden en meer risico's aanvaarden. Anderzijds nuanceerde het wel en gaf het aan dat er tussen games meer zorg mag worden verwacht dan tijdens het spel. Een misslag tussen een game zorgt dus niet automatisch voor aansprakelijkheid, maar men mag wel verwachten dat daarbij met minder kracht en intensiteit wordt geslagen.
Een ander voorbeeld is het judoworp-arrest (ECLI:NL:HR:1994:ZC1533). Bij deze zaak had een judotegenstander na het stopcommando nog een schouderworp ingezet, waarna de tegenspeler een whiplash opliep. Omdat zo'n stopcommando bij de judosport heilig is en spelers echt niet hoeven te verwachten dat zij dan nog op de grond worden geworpen, werd deze daad als onrechtmatig beschouwd.
Eigen schuld bij schade tijdens sport en spel
Wanneer op basis van deze afwegingen vast komt te staan dat een speler onrechtmatig handelde en dit hem toerekenbaar is, is deze speler ook aansprakelijk. De vraag die dan nog kan worden gesteld, is of het slachtoffer ook zelf schuld treft. Uit het Natrap-arrest volgt alvast dat het louter beoefenen van een riskante sport waarbij zware overtredingen veelvuldig voorkomen nog niet volstaat om van eigen schuld te spreken. Ook dan mag men immers aannemen dat andere spelers zich nog steeds behoorlijk zullen gedragen. Wanneer een speler zelf de onrechtmatige daad uitlokt door bijvoorbeeld de andere speler te treiteren en zichzelf onrechtmatig te gedragen, kan er natuurlijk wel sprake zijn van eigen schuld.
Andere Aansprakelijken bij Schade tijdens Sport en Spel
Niet alleen kunnen medespelers mogelijk verantwoordelijk zijn voor de letselschade bij sport en spel. Denk ook aan de rol van toeschouwers, organisatoren of zelfs de wegbeheerder wanneer er activiteiten op de openbare weg plaatsvinden. Alle mogelijke situaties bespreken is onbegonnen werk, maar hieronder zijn alvast een aantal veelvoorkomende voorbeelden weergegeven.
Aansprakelijkheid van verenigingen en rechtspersonen die sport(wedstrijden) organiseren
Waar risico's eigen zijn aan de sport en beoefenaars dus niet snel aansprakelijk zijn, mogen we de situatie van de organisatoren niet vergeten. Het is namelijk net daar waar sporters meer gevaar mogen verwachten, dat organisatoren een strengere zorgplicht hebben hen daartegen te beschermen.
Een goed voorbeeld hiervan is het Disloque-arrest (ECLI:NL:HR:1995:ZC1836). Toen was een viertienjarige turnster bij het uitvoeren van een zogenaamde disloque gevallen. Ze lag een tijdje in coma, heeft een hersenletsel opgelopen en ze zit sindsdien in een rolstoel. Disloque is een moeilijk onderdeel van turnen waarbij de turnster het risico loopt om aan het eind van de zwaai te vallen. Bij de oefening was een ervaren en gediplomeerd turnster verantwoordelijk voor het opvangen van de jonge turnsters. Volgens de Hoge Raad hadden de trainster en de vereniging meer kunnen doen om de turnster te beschermen, bijvoorbeeld door met twee vangers te werken.
Aansprakelijkheid van de werkgever
Bij sportieve activiteiten handelt een sporter soms in de hoedanigheid van werknemer, bijvoorbeeld als werknemer van een volleybalclub of wanneer de werkgever een sportdag organiseert. In dergelijke gevallen kan de werkgever aansprakelijk zijn. Dit zal geval per geval moeten worden bekeken.
Andere partijen die aansprakelijk kunnen zijn
Ten slotte kunnen ook derden aansprakelijk zijn voor schade tijdens sportieve gebeurtenissen. Denk maar aan een hond die losbreekt en op het volleybalveld terechtkomt, een toeschouwer die een object gooit naar een speler of een firma die een fout beging bij het onderhoud van de sportvloer. Per uniek geval zal er moeten worden nagegaan of en wie er aansprakelijk is voor de veroorzaakte schade.
Veelgestelde Vragen over de Aansprakelijkheid bij Sport en Spel
Wanneer is er sprake van een sport- en spelsituatie?
Dit is een feitenkwestie. Onder andere de aanwezigheid van sportieve en competitieve elementen kunnen hierop wijzen, net zoals duidelijke spelregels of spelelementen. Onder andere bij een volleybalwedstrijd zal er sprake zijn van een sportsituatie waarbij de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel geldt.
tags: #volleybal #onrechtmatige #speler #gevolgen