Volleybal is een dynamische balsport die wereldwijd door miljoenen mensen wordt beoefend. Het spel vereist teamwork, strategie en snelle reflexen. Of je nu een beginnende speler bent of een ervaren rot in het vak, kennis van de spelregels is essentieel om het spel eerlijk en met plezier te spelen. Deze complete gids biedt een uitgebreid overzicht van de volleybalregels, van de basisprincipes tot de meer geavanceerde concepten, en behandelt zowel zaalvolleybal als beachvolleybal.
De Basisprincipes van Volleybal
Volleybal wordt gespeeld op een speelveld dat is verdeeld in twee gelijke helften door een net. Twee teams, elk bestaande uit zes spelers (bij zaalvolleybal), bevinden zich op hun eigen helft. Het doel van het spel is om de bal over het net te spelen en deze op de grond te laten landen binnen de lijnen van het speelveld van de tegenstander. Een punt wordt gescoord wanneer dit lukt, of wanneer de tegenstander een fout maakt.
Het Speelveld
Het speelveld voor zaalvolleybal meet 9 bij 18 meter. Aan de zijkanten van het net, direct boven de zijlijnen, zijn twee verticale stokken geplaatst, de zogenaamde "antennes". Deze antennes markeren de grenzen waarbinnen de bal over het net moet worden gespeeld.
Teamsamenstelling
Elk team bestaat uit zes spelers. Elke speler heeft een specifieke positie en rol op het veld, zoals spelverdeler, passer/loper of libero. Wissels zijn toegestaan, waardoor teams hun strategie kunnen aanpassen en vermoeide spelers kunnen vervangen. Voor het begin van een nieuw punt mag een speler worden gewisseld. Een speler die is uitgewisseld, mag uitsluitend voor dezelfde wisselspeler weer worden ingewisseld. In totaal zijn dit dus twee wissels van de maximaal toegestane zes.
Puntentelling
Binnen de Nederlandse competitie wordt het Rally Point Systeem toegepast. Dit betekent dat elk gewonnen punt direct leidt tot een punt voor het team, ongeacht wie de service had. Een set wordt gewonnen door het team dat als eerste 25 punten behaalt, met een verschil van minimaal twee punten.
Lees ook: Volleybal: Alles over winnen
Sets en Wedstrijden
Een wedstrijd bestaat doorgaans uit vier sets. Het team dat als eerste drie sets wint, wint de wedstrijd. Als de stand na vier sets gelijk is (2-2), wordt er een beslissende vijfde set gespeeld tot 15 punten, wederom met een verschil van twee punten. Op de hoogste niveaus wordt soms het best-of-five principe gehanteerd, waarbij de wedstrijd wordt gewonnen bij een 3-0, 3-1 of 3-2 stand.
Belangrijke Spelregels en Fouten in Volleybal
Zoals ieder spel regels kent, is dit bij volleybal niet anders. Het is van groot belang om te weten wat de regels zijn, maar ook om te weten hoe de regels werken. Wat mag wel en wat mag niet? Dit is erg belangrijk om goed te kunnen spelen. Het zou vervelend zijn als je denkt dat je gewonnen hebt, maar dat het winnende punt helemaal nooit zal tellen door de regels. Als je de regels beheerst zal jou dit niet gebeuren.
Om een eerlijk en vlot verloop van het spel te garanderen, zijn er diverse spelregels waaraan spelers zich moeten houden. Het overtreden van deze regels resulteert in een fout, wat een punt oplevert voor de tegenstander. Het behalen van punten kan simpelweg door het uitslaan of foutief slaan van de bal. Er zijn een aantal 'fouten' die een tegenstander kan maken waarmee je een punt kunt maken.
Algemene Fouten
- Bal uit: Wanneer de bal op de grond komt buiten het veld van de tegenstander of een object raakt (plafond, muur, antennes) na een aanval van de tegenstander, is de bal 'uit'.
- Voetfouten: Wanneer een voet voorbij een lijn of buiten het speelveld wordt gezet, gaat er een punt naar de tegenpartij. Met een voet over de middellijn staan is een fout.
- Netfout: Als een speler het net raakt aan de bovenzijde, is dit een 'netfout'. De spelers mogen het net niet raken.
- Dubbel: Als een speler de bal twee keer direct achter elkaar aanraakt, heeft die een 'dubbel' gemaakt, dit is niet toegestaan.
- Lang contact: Als de tegenstander loopt met de bal of hem simpelweg te lang vasthoudt, heet dit 'lang contact'. Contact met de bal mag nooit lang zijn maar moet zeer kort tot kort zijn.
- Opstellingsfout: Staat de tegenstander tijdens het serveren niet in de juiste volgorde op het veld, dan heet dit een 'opstellingsfout'.
- Servicefout: Wanneer je langer dan 8 seconden wacht met opgooien, de service wordt niet gespeeld in het veld van de tegenstander, of de bal raakt een object anders dan de netrand en komt dan pas terecht in het veld van de tegenstander, dan is er sprake van een 'servicefout'.
Specifieke Spelfouten
- Het is fout als een speler onder het net dringt in de ruimte van de tegenstander en de speler de tegenstander hindert.
- Het is ook fout als de voet(en) van een speler over de middenlijn komen, dus het veld van de tegenstander raken.
Service
De bal wordt in het spel gebracht door de serveerder, die achter de achterlijn staat. De serveerder moet de bal over het net in het veld van de tegenstander slaan. Er zijn verschillende soorten services, zoals de bovenhandse service en de sprongservice. De opgeslagen bal moet over het net in het veld van de tegenstander belanden. Het is toegestaan dat de bal het net raakt tijdens de service, zolang deze maar wel in het veld van de tegenstander belandt. Wanneer de bal het net raakt en eroverheen gaat, gaat het spel gewoon door.
Service Passing
De service mag door de tegenpartij bovenhands (zacht) gespeeld worden, mits deze bovenhands gespeelde bal als set-up voor de aanvaller wordt beoordeeld. Hard contact bovenhands is altijd toegestaan. Ook als deze hard gespeelde bovenhandse bal niet wordt beoordeeld als een set-up voor de aanvaller. Het is wenselijk dat deze regel, in het bijzonder in de categorie 4x4 mixed, uiterst soepel wordt toegepast.
Lees ook: Alles over zand sokken en volleybal
Schermen
Bij de service mag het zicht van de tegenpartij niet worden ontnomen door je medespeler(s). Dit wordt ook wel schermen genoemd.
Spelerswissels
Voor het begin van een nieuw punt mag een speler worden gewisseld. Een speler die is uitgewisseld, mag uitsluitend voor dezelfde wisselspeler weer worden ingewisseld. De spelverdeler staat meestal iets rechts van het midden voor het net, of zorgt dat hij of zij daar komt te staan wanneer de bal van de tegenstander ontvangen is. De spelverdeler speelt de bal meestal door naar een van de aanvallers, hetgeen set-up (opzet) genoemd wordt. De spelverdeler kan de set-up geven aan de buitenaanvaller, die aan de linkerkant aan het net staat, de middenaanvaller (ook wel hoofdblokkeerder genoemd), die in het midden aan het net staat of aan de speler, die rechts aan het net staat. In dat laatste geval wordt de set-up meestal achterover gegeven. Tevens kan de spelverdeler de set-up geven aan een van de achterspelers, deze kunnen een zogenaamde "driemeteraanval" uitvoeren. Dit houdt in dat ze net als de voorspelers alle ballen mogen slaan zolang de afzet van de sprong maar achter de driemeterlijn gebeurt; de speler mag na het slaan van de bal wel voor de driemeterlijn landen. Binnen deze driemeterzone mogen de achterspelers de bal alleen over het net spelen, als zij hem onder de netrand raken. Een uitzondering voor de achterspelers is de libero, die nooit een aanvallende actie mag uitvoeren waarbij de bal op het moment van de aanraking zich boven de bovenste netrand bevindt. Hij mag de bal wel bijvoorbeeld onderhands over het net spelen of een onderhandse setup geven.
Ieder team mag per set 6 keer wisselen. Een speler die gewisseld is mag voor diezelfde speler worden gewisseld.
Aanval en Verdediging
De aanvaller die de bal krijgt toegespeeld tikt of slaat de bal over het net naar de grond. Meestal wordt de smash toegepast, een harde klap met de vlakke hand, waarbij het balcontact zo kort mogelijk moet zijn. Soms gebruikt de aanvaller een zogenoemde prikbal, bijvoorbeeld als de opzet niet goed is voor een smash, of om de tegenstander te verrassen. Hierbij wordt de bal met de vingertoppen in een bovenhandse beweging gericht gespeeld, zonder echter geslagen te worden.
De verdediging moet de bal van de grond zien te houden en doet dat gewoonlijk door een blok te vormen: een, twee of drie spelers springen tegelijk en naast elkaar met gestrekte armen en handen op, om de tegenstander te beletten de bal over het net heen te slaan/tikken. De kunst is om op het juiste moment en precies tegelijkertijd te springen, en natuurlijk op de plek waar de bal geslagen wordt. Als een bal het blok passeert dient deze door de verdedigers in het achterveld te worden verdedigd. Dit levert vaak spectaculaire acties op met glijduiken en zijwaartse rollen.
Lees ook: Alles over Vrije Ruimte Volleybal
Beide teams mogen de bal maximaal drie keer opeenvolgend hebben. Officieel mag het net niet geraakt worden. Een speler mag niet onder het net door in het speelveld van de tegenstander komen en hem hierdoor hinderen. Je scoort een punt door een fout van de tegenstander of door de bal op grond in het veld van de tegenstander te krijgen.
Aanval: Specifieke Regels Beachvolleybal
De aanval mag alleen met hard contact worden uitgevoerd (smash, geslagen boogbal, knokkels, vingertoppen, vuist, onderhands, etc.). Het is dus niet toegestaan de aanval uit te voeren door middel van de 'push- of duwtechniek', waarbij met de vingers richting wordt gegeven aan de bal. Als uitzondering geldt een bovenhandse gespeelde bal met twee handen, waarbij de balbaan loodrecht op de schouders staat van de uitvoerder. Indien, door te veel beweging van de uitvoerder, niet vast te stellen is of de balbaan loodrecht is, wordt deze als fout beoordeeld. Blijf dus stil staan na uitvoering van deze bal, zodat scheidsrechter en tegenstander de stand van de schouders ten opzichte van de balbaan kunnen beoordelen.
Blokkeren: Specifieke Regels Beachvolleybal
Een blok telt als spelen van de bal, dus na een blokaanraking mag de bal nog maximaal twee maal worden gespeeld, waarbij degene die bij de blokkering de bal geraakt heeft ook de persoon mag zijn die de bal voor de tweede keer speelt.
Verdediging: Specifieke Regels Beachvolleybal
Alleen een hard geslagen bal mag 'vies' (langer of meervoudig contact) worden verdedigd. Een boogbal en een bal via netrand of blok mag niet als hard geslagen worden beoordeeld.
Set-up: Specifieke Regels Beachvolleybal
Een bal, welke de intentie heeft van een set-up, mag over het net worden gespeeld. Indien dit niet te beoordelen is volgt een dubbelfout. Internationaal mag de bal tijdens de set-up niet meer dan eenmaal roteren, maar wel dragend in een vloeiende beweging bovenhands worden gespeeld. Tijdens het Summer BeachLife volgen we alleen het tweede gedeelte van deze spelregel. Bal mag dus wel roteren en mag ook dragend bovenhands worden gespeeld.
Time-outs
Gewoonlijk zitten trainer/coach, reservespelers en andere teamleden tegenover de hoofdscheidsrechter. Als de trainer/coach dat nodig vindt mag hij/zij tussen twee rally's een time-out aanvragen. De trainer maakt met zijn handen een T-teken, de scheidsrechter blaast af en er kan met de spelers worden overlegd. Een time-out kan simpelweg een tactische manoeuvre zijn om de vaart uit het spel van de tegenstander te halen, en/of nodig zijn om aanwijzingen aan de eigen spelers te geven. Time-outs zijn niet toegestaan bij het Summer BeachLife.
Beachvolleybal: Regels en Variaties
Beachvolleybal is een variant van volleybal die op het strand wordt gespeeld. Een eventuele beslissende set wordt gespeeld tot 15 punten.
Belangrijkste verschillen met Zaalvolleybal
- Geen middenlijn: Er is geen middenlijn bij beachvolleybal. Een speler mag dus in het veld van de tegenpartij komen, mits de tegenstander daardoor niet direct of indirect wordt gehinderd!
- Time-outs: Time-outs zijn niet toegestaan bij het Summer BeachLife.
- Spelerswissels: Spelerswissels zijn niet toegestaan bij de categorie 2 tegen 2. In de overige categorieën zijn spelerswissels wel toegestaan op bepaalde momenten: wissel van speelhelft na iedere 7 gespeelde punten en bij 'indraaien' op de serveerplaats.
- Opslag: Als speler mag je serveren vanachter de gehele achterlijn. Bij een foute service gaat het punt naar de tegenstander.
- Service via de netrand: Een service die het net raakt en in het veld van de tegenstander terechtkomt wordt goedgekeurd.
Volleybal Termen en Uitleg
De volleybalsport kent veel specifieke termen. Hieronder een aantal veelvoorkomende termen met uitleg:
- Ace: Een service die direct een punt oplevert, doordat de tegenstander de bal niet kan verwerken. Door de bal te serveren over het net direct op de grond van het veld van de tegenstander.
- Set-up: Het positioneren van de bal voor een aanval, meestal gedaan door de spelverdeler.
- Smash: Een harde, aanvallende slag waarbij de bal met veel kracht over het net wordt geslagen.
- Blok: Een verdedigende actie waarbij spelers proberen te voorkomen dat de bal over het net komt door met de handen boven het net te springen.
- Side-out: Het terugwinnen van de service door het niet-serverende team.
- Touche: Het raken van de bal door een speler.
- Rally: Een opeenvolging van acties van beide teams, beginnend met de service en eindigend met een punt.
- Libero: Een specialist in de verdediging die sommige ploegen inzetten.
Het Belang van Spelregelkennis
Spelregels zijn onmisbaar om een wedstrijd eerlijk en sportief te laten verlopen. Officials dienen alle regels te kennen en ervoor te zorgen dat deze tijdens de wedstrijd op de juiste manier worden nageleefd. Als speler, trainer, coach, ouder of toeschouwer hoef je niet alle spelregels uit je hoofd te kennen. Maar om beslissingen van de scheids te begrijpen en zelf zoveel mogelijk spelplezier te beleven, is kennis van de basisregels essentieel.
Er is een project gestart genaamd 'Minder regels, meer spelplezier' waarbij spelers, trainers en officials aangeven welke wijzigingen volgens hen meer spelplezier zouden opleveren. Deze worden uitgebreid behandeld, getest en eventueel ingevoerd. Dus, heb jij voorstellen voor het wijzigen van (spel)regels, waardoor volleybal nog leuker wordt? In het verleden waren er voor verschillende niveaus, verschillende spelregelboekjes.