Volleybal Basisopstelling 4-2 Uitleg: Strategie, Posities en Rotaties

Volleybal is een dynamische sport vol strategie en vereist een goede coördinatie tussen de spelers. Er bestaan verschillende speelsystemen, waaronder het bekende 5-1 systeem. In dit artikel duiken we dieper in op de basisopstelling 4-2, een systeem dat vaak gebruikt wordt bij beginnende teams en in de jeugd. We bekijken de verschillende posities, hun taken en hoe de rotaties werken.

Inleiding tot Volleybalposities en Systemen

Wie wel eens heeft gevolleybald op school, op het strand of in een park, zal zich herinneren dat er zes spelers in het veld staan, die na iedere servicewissel doordraaien van plek. De vraag die dan vaak opkomt is: "Dan zijn er toch geen vaste posities in het volleybal?". Om het spel beter te begrijpen, is het belangrijk om inzicht te krijgen in de verschillende posities en systemen die er zijn.

Basisposities en hun Benamingen

Voordat we ingaan op de specialismen, is het handig om eerst de uitgangsposities en hun benamingen te weten. Er zijn zes spelers, dus ook zes verschillende uitgangsposities, namelijk: ‘rechtsachter’, ‘rechtsvoor’, ‘midvoor’, ‘linksvoor’, ‘linksachter’ en ‘midachter’. De posities 2, 3 en 4 bevinden zich voor de driemeterlijn en dus ‘aan het net’ of in het ‘voorveld’. De posities 1, 5 en 6 bevinden zich achter de driemeterlijn en dus in het ‘achterveld’.

De crux is dat je alleen maar op die specifieke plek hoeft te staan op het moment dat er geserveerd wordt. Daarna mag iedereen zich vrij door het veld verplaatsen (met als restrictie dat achterspelers niet mogen aanvallen vanaf ‘binnen’ de driemeterlijn). Dat betekent dat de linksachter prima naar rechtsachter mag verplaatsen en andersom.

Specialismen binnen het Volleybal

Iedere speler heeft natuurlijk zijn of haar eigen kenmerken. De ene speler is langer dan de ander, de ander is weer sneller of behendiger dan de een. Sommige spelers kunnen zeer goed aanvallen en andere zijn beter in verdedigen of bovenhands spelen. Waar ‘in den beginne’ iedere speler binnen het volleybal nog iedere positie innam, is er in de loop der jaren steeds meer gespecialiseerd.

Lees ook: Volleybal: Alles over winnen

De Spelverdeler: De Regisseur van het Spel

De spelverdeler is de speler die vrijwel altijd de tweede aanraking verricht. Hij krijgt de bal vanuit de verdediging (meestal onderarms) aangespeeld en speelt de bal (meestal bovenhands) naar één van de aanvallers. Op deze manier ‘verdeelt’ hij dus het spel. Net als een quarterback in het American Football, raakt de spelverdeler de bal bij iedere speelbeurt aan en beslist waar de bal vervolgens heen gaat. Voordat er gespeeld wordt, bepalen de spelverdelers hoe ze gaan aanvallen. Ze zorgen ervoor dat de spelers op de juiste plaatsen staan.

Na de service mag iedere speler zich vrij door het veld verplaatsen. Het is gebruikelijk dat de spelverdeler zich opstelt aan de rechterkant van het veld (rechtsachter of rechtsvoor). Is hij links- of midvoor op het moment dat er geserveerd wordt, dan verplaatst hij na de service naar rechtsvoor.

De Diagonaal: Kracht en Veelzijdigheid

De diagonaal (of soms: hoofdaanvaller) is vaak een van de beste aanvallers van het team. De term ‘Diagonaal’ is gebaseerd op zijn of haar positie in het veld. De diagonaalspeler staat altijd in de diagonaal t.o.v. van de spelverdeler. Wanneer de spelverdeler rechtsachter staat, is de diagonaal dus linksvoor. Staat de spelverdeler midvoor, dan is de diagonaal midachter. Na de service verplaatst de diagonaal zich, net als de spelverdeler, naar de rechterkant van het veld. Diagonaalspelers moeten kunnen springen en de bal kunnen raken vanaf de voorste rij, maar ook vanaf de achterste rij. Zij doen al het zware werk. Ze moeten het hele net verdedigen, dus zijn ze verantwoordelijk voor het blokkeren aan beide kanten.

Passer/Lopers: Allround Talenten

De passer/lopers (ook wel buitenaanvallers of hoekspelers genoemd) zijn over het algemeen veelzijdige spelers. Deze spelers moeten goed kunnen verdedigen, passen (ontvangen van de service), aanvallen én blokkeren. Er staan twee passer/lopers in het veld, tegenover elkaar. De ene begint vaak op rechtsvoor, de andere op linksachter. De buitenaanvaller, ook wel passer/loper genoemd, speelt linksvoor. De buitenaanvaller is traditioneel de beste van het team in het maken van smashes om te scoren. Dat komt omdat ze op een plek op het veld staan waar het voor de spelverdeler het gemakkelijkst is om een set-up te geven. Bij de aanval kunnen buitenaanvallers worden opgesteld om te lopen en een mooie pass te maken als de spelverdeler tijd heeft om in positie te komen en een set-up te maken zodat de buitenaanvaller de bal kan smashen. Omdat ze meestal voor elke rally in het spel blijven, moeten ze goed kunnen springen en smashen.

Middenaanvallers/Hoofdblokkeerders: De Muur van het Net

De ‘middens’ zijn doorgaans de beste blokkeerders, daarom worden ze ook wel hoofdblokkeerders genoemd. Zij hebben de taak om zowel de middenaanvaller van de tegenstander te blokkeren, alsook aan te sluiten aan de twee buitenkanten. Na de service verplaatsen deze twee spelers naar het midden van het veld (midvoor en midachter). Omdat blokkeren een belangrijk deel van hun rol vormt, behoren de middenaanvallers van oudsher tot de langste spelers op het veld. Tijdens de aanval staat de middenaanvaller op de moeilijkste positie voor de spelverdeler om een set-up aan te geven. Een set-up in de buurt van een van de palen maken, waar de diagonaalspelers en buitenaanvallers staan, is gemakkelijker dan in het midden.

Lees ook: Alles over zand sokken en volleybal

De Libero: De Verdedigende Specialist

De libero heeft een heel bijzondere rol. Deze speler mag onbeperkt voor iedere speler ingebracht worden zonder dat dit als wissel geldt. Maar let op: wel alleen maar in het achterveld! Daarom is de libero vaak de beste verdediger van het team. Het komt het vaakst voor dat de libero in het veld komt voor de middenblokkeerders, omdat dat meestal de mindere verdedigers zijn. Dit is echter niet verplicht. Een libero mag net zo goed voor een diagonaal, passer/loper of spelverdeler in het veld komen. De libero is gemakkelijk te herkennen op het veld: het is de speler die een andere kleur shirt draagt dan de rest van diens teamgenoten. De libero, dat van het Italiaanse woord voor ‘vrij’ komt, kan vrij in en uit het spel worden gewisseld. Meestal zijn libero’s vervanging voor de middenaanvallers, die soms de zwakkere verdedigers en passers van het team zijn. Hoewel je ze onbeperkt kan wisselen, zijn libero’s aan enkele beperkingen gebonden: ze mogen een rally alleen op de achterste rij beginnen, wat betekent dat ze nooit voor de driemeterlijn mogen springen en smashen. En afhankelijk van waar het spel wordt gespeeld, mogen ze óf niet serveren óf alleen serveren als ze worden gewisseld voor een van hun medespelers. Bij internationale wedstrijden mogen libero’s niet serveren.

Posities versus Specialismen: Een Belangrijk Onderscheid

‘Posities’ is in het volleybal dus een onhandige term, omdat er zowel uitgangsposities als specialisaties bestaan.

Het 4-2 Systeem: Een Basis voor Succes

Het 4-2 systeem is een volleybalformatie waarbij vier aanvallers en twee spelverdelers worden gebruikt. Dit systeem is ideaal voor beginnende teams omdat het relatief eenvoudig te leren is en een goede basis legt voor meer geavanceerde systemen.

De Opstelling

In het 4-2 systeem staan er altijd twee spelverdelers tegenover elkaar in de opstelling. Dit betekent dat wanneer de ene spelverdeler op de voorste rij staat, de andere op de achterste rij staat. De overige vier spelers zijn aanvallers, die zowel kunnen passen, aanvallen als blokkeren.

De Rol van de Spelverdelers

De spelverdelers zijn cruciaal in het 4-2 systeem. Hun belangrijkste taak is het verdelen van de bal naar de aanvallers, zodat zij een goede aanval kunnen opzetten. Omdat er twee spelverdelers zijn, is er altijd een spelverdeler beschikbaar op de voorste rij om de tweede bal te spelen.

Lees ook: Alles over Vrije Ruimte Volleybal

De Rol van de Aanvallers

De aanvallers in het 4-2 systeem moeten allround spelers zijn. Ze moeten in staat zijn om te passen, te verdedigen, te blokkeren en natuurlijk aan te vallen. Het is belangrijk dat de aanvallers goed communiceren met de spelverdeler, zodat ze weten welke aanval er gespeeld gaat worden.

Rotaties in het 4-2 Systeem

Net als in andere volleybalsystemen, rouleren de spelers in het 4-2 systeem met de klok mee wanneer ze de service terugwinnen. Dit zorgt ervoor dat alle spelers op alle posities komen te spelen. Een belangrijk aspect van het 4-2 systeem is dat de spelverdelers altijd tegenover elkaar blijven staan tijdens de rotatie.

Variaties binnen het 4-2 systeem

Er zijn verschillende manieren om het 4-2 systeem te spelen. Een veelvoorkomende variant is om de spelverdelers op de posities 1 en 6 te laten spelen. Dit betekent dat de spelverdeler die achter staat, de bal verdeelt. Een andere variant is om de spelverdelers op de posities 2, 1 en 6 te laten spelen, waarbij de voorste spelverdeler de bal verdeelt. Dit kan handig zijn als het verdelen vanaf positie 5 als moeilijk wordt ervaren.

Het 2-4 Systeem als Opstap naar Specialisatie

Het 2-4 systeem kan ook gebruikt worden als een opstap naar meer specialisatie. In dit geval wordt er gekozen voor een 2-4 systeem waarbij de voorste spelverdeler DE spelverdeler is, er verder (nog) niet gewerkt wordt met specialisatie van de andere spelers, en er met 4 passers (in een “kommetje”) gepasst wordt. Dus na het 6-6 systeem kan dit systeem gebruikt worden om met vaste spelverdelers te gaan werken.

Tips voor het Coachen van een 4-2 Team

  • Focus op de basisvaardigheden: Zorg ervoor dat alle spelers de basisvaardigheden van het volleyballen goed beheersen, zoals passen, serveren, aanvallen en blokkeren.
  • Stimuleer communicatie: Goede communicatie is essentieel in het 4-2 systeem. Moedig de spelers aan om met elkaar te praten en afspraken te maken.
  • Oefen de rotaties: Zorg ervoor dat de spelers de rotaties goed kennen en weten waar ze moeten staan na de service.
  • Wees flexibel: Het 4-2 systeem is een flexibel systeem. Wees bereid om aanpassingen te maken aan de opstelling en de tactiek, afhankelijk van de sterke en zwakke punten van je team en de tegenstander.

Van 4-2 naar 5-1: De Volgende Stap

Naarmate de spelers meer ervaring krijgen, kan het team overstappen naar een meer geavanceerd systeem, zoals het 5-1 systeem. Het 5-1 systeem is gestructureerd rond één spelverdeler en vijf aanvallers. De ‘1’ staat voor de enkele spelverdeler, terwijl de ‘5’ verwijst naar de vijf aanvallers.

In het 1 - 5 systeem wordt met één spelverdeler gespeeld. De spelverdeler komt dus achtereenvolgens op elke positie te staan. Bij het 1 - 5 systeem kan, als de spelverdeler achter-speler is, met 3 aanvallers bij het net gewerkt worden en kan de pipe (aanval achter de 3-meter-lijn) door de mid-achter gespeeld worden.

tags: #volleybal #basisopstelling #4-2 #uitleg