De Geschiedenis van Voetbal in Zwart-Wit: Van Excelsior Capelle tot SV Capelle

Deze pagina belicht de geschiedenis van S.V. Capelle en haar twee voorlopers: voetbalclub H.N.C. en voetbalclub Wit-Zwart. Het is geen volledig historisch overzicht, maar eerder een verzameling wetenswaardigheden uit verschillende jaargangen van clubbladen zoals "De H.N.C.-er," "De Pil," en "Bla-bla."

De Voorlopers: Excelsior Capelle

Voor 1938 bestond er al een voorloper van H.N.C. en Wit-Zwart in Capelle. Deze vereniging voetbalde onder de naam Excelsior Capelle en werd opgericht in 1919. De oprichting vond plaats in het gymlokaal van de Openbare Lagere School, met W.J. van Nieuwenhuijzen (een van de latere oprichters van Wit-Zwart) als voorzitter. Excelsior Capelle begon met 38 leden en twee elftallen in de Brabantsche Voetbal Bond (BVB ; zondagcompetitie). Het speelveld lag aan de Willem van Gentsvaart en het clubhuis was Café Wed. A. v.d. Haart aan de Nieuwe Vaart.

Excelsior Capelle groeide uit tot een respectabele club en promoveerde via de Brabantsche Voetbal Bond naar de landelijke KNVB. Excelsior Capelle speelde in deze periode in de 3e klasse KNVB (zondagcompetitie). Destijds was overigens de 1e klasse KNVB de hoogste klasse van het voetbal: er was nog geen betaald voetbal. Er waren vijf regionale eerste klassen: Noord, Oost, West I, West II en Zuid. De kampioenen van deze klassen speelden in een poule om het landskampioenschap.

In 1932-1933 speelde Excelsior Capelle in de derde klasse Zuid. In dat jaar werd Go Ahead (Oost) algeheel kampioen van Nederland, gevolgd door Feijenoord (West I), Stormvogels (West II), PSV (Zuid) en Velocitas (Noord).

De Opkomst van Wit-Zwart

Wit-Zwart werd opgericht in 1938 door H. van Beek, W. van Nieuwenhuijzen, A. Priest, H. Kraak, G. van Tilborgh en J. Waarts. De club kreeg aanvankelijk de naam "Capelle," maar wijzigde deze in 1939 in "Wit-Zwart." De clubkleuren waren, vanzelfsprekend, wit en zwart. Wit-Zwart ging voetballen op de zaterdag. Tegenstanders in deze periode waren o.a. Almkerk en Kozakken Boys (Werkendam).

Lees ook: Meer over het zwarte voetbalshirt

In het oorlogsjaar 1941 stapte Wit-Zwart over naar het zondagvoetbal, omdat de zaterdagcompetitie stopte. Het volgend seizoen werd Wit-Zwart zelfs ongeslagen kampioen en ook in de competitie 1943-1944 behaalde Wit-Zwart het kampioenschap. Uitermate spannend was de promotiecompetitie. Hierna brak een mindere periode aan: spelers vertrokken naar elders. Met het elftal van 1944 zou Wit-Zwart in 1946 derde klasser hebben kunnen worden. Nu lukte dat niet. In 1947 degradeerde Wit-Zwart. In 1948 was er sprake van dat Wit-Zwart weer op de zaterdag zou gaan voetballen. Er kwam een vergadering en deze leidde tot onenigheid binnen de vereniging.

Het duurde enkele jaren voor Wit-Zwart het verloren gegane terrein kon heroveren. Met een aantal jonge spelers slaagde Wit-Zwart er in 1951 in weer naar de vierde klasse K.N.V.B. te promoveren: Wit-Zwart werd kampioen met twee punten voorsprong op de nummer twee Berkdijk. Ook de promotiewedstrijden wist Wit-Zwart te winnen, waardoor de promotie een feit was. Zeven jaar wist Wit-Zwart zich op dit niveau te handhaven.

In 1958 degradeerde Wit-Zwart weer naar de eerste klasse afdeling Noord Brabant en in 1961 volgde zelfs degradatie naar de tweede klasse afdeling Noord Brabant. Het bestuur besloot hierna weer definitief terug te keren naar het zaterdag voetbal. In 1962 werd Wit-Zwart kampioen in de zaterdag tweede klasse afdeling Noord-Brabant. In de eerste klasse afdeling Noord-Brabant werd Wit-Zwart in 1967 kampioen.

In het seizoen 1969-1970 begon de succes-periode van Wit-Zwart: Wit-Zwart werd toen kampioen in de 4e klasse K.N.V.B. en promoveerde naar de 3e klasse K.N.V.B. Wit-Zwart moest het volgende jaar in de derde klasse voetballen tegen gerenommeerde tegenstanders als Good Luck (Raamsdonksveer), Dinteloord, Roda Boys (Aalst) en N.O.A.D. (Wijk en Aalburg), maar slaagde er toch in weer kampioen te worden.

De laatste competitie-wedstrijd van Wit-Zwart in het seizoen 1970-1971 was een beslissingswedstrijd om het kampioenschap. Dinteloord stond op de ranglijst aan de kop met 1 punt voorsprong, maar de mannen uit de suikerstad waren wel uitgespeeld. N.O.A.D. was de tegenstander. In het begin van de wedstrijd was Wit-Zwart wat meer in de aanval dan N.O.A.D. Uit een voorzet van links kopte Joop le Sage tegen de paal, terwijl verschillende schoten over of naast het doel verdwenen. Na ongeveer een kwartier kwam de bal na een N.O.A.D.-aanval via ausputzer André van Beek bij Albert van Beek. Laatstgenoemde passeerde op prachtige wijze vier/ vijf N.O.A.D.-verdedigers en schoot vervolgens van grote afstand op doel. Keeper Van Wijnen had pas in de gaten wat er gebeurd was, toen de bal al achter hem in het net lag: 1-0. N.O.A.D. ging hierna direkt fel in de aanval. Na de pauze een op en neer gaande strijd met wat meer kansen voor Wit-Zwart. De ongeveer 2000 toeschouwers vonden dat het tweede doelpunt te lang op zich liet wachten en het werd zelfs erg stil langs de lijn.

Lees ook: Meer over Pieter Zwart

Voorzitter Leen de Haan van Wit-Zwart was zeer verheugd. Toen wij kampioen zijn geworden, waren er onder de vereniging, die al weken met mooie plannen rond liepen. Dit is dan tot uiting gekomen op de dag van het kampioenschap en de daarop volgende receptie. Hier is het bestuur totaal overdonderd van het geen wat er tentoon is gespreid in de receptie zaal, en de prachtige cadeaus en de gratificatie, de ballen en bloemenmassa, de getekende figuren van onze spelers. Dit alles deed de sfeer in onze vereniging groot, ook alleen al omdat al deze door eigen kracht en eigen handen gemaakt zijn. Dat niet alleen het 1e elftal 2e klasser geworden is, maar dat heel de vereniging door deze gebeurtenis bij iedereen bekend staat, waaronder het sterke gedeelte van de jeugd. Overbluffend was dan ook het opspelden van de medailles door de pupillen aan de grote spelers, en als klap op de vuurpijl, waar iedereen van stond te kijken, kwam het tweede gedeelte van de pupillen, en overhandigden aan het bestuur een stel shirts en een keeperspak, dit alles namens de junioren en pupillen. Een cadeau waar bestuur en leden met de oren stonden te klappen. Door het nog aanwezig zijn op de receptie door Burgemeester, Wethouders en Sekretaris, het aanwezig zijn van den Heer Willemsen, afgevaardigde van de K.N.V.B., het aanwezig zijn van oud leden, ouders van leden, en pupillen, en al het moois wat toegewenst is, met van sommigen dat kleine knipoogje (dat doet ‘t um) en als slot stuk de stille werkers, die de grootste zijn van de vereniging. Hier zal ik geen namen noemen om anderen niet te kort te doen, maar ieder die hier mee bedoeld wordt, voelt dit wel voor zich zelf.

Wit-Zwart mocht dus in het seizoen 1971-1972 van start in de 2e klasse K.N.V.B. In die tijd was dat de op één na hoogste klasse in het zaterdagvoetbal (in het seizoen 1970-1971 was de 1e klasse in het zaterdagvoetbal gevormd). Wit-Zwart voetbalde enkele seizoenen in deze klasse. Tegenstanders waren o.a. Arnemuiden, C.S.V.D. (Vitesse Delft), N.E.O.’25 (Sprang), S.S.C.’55 (Vrijhoeve-Capelle), Excelsior Maassluis, Spijkenisse, N.S.V.V. (Numansdorp) en R.V.V.H. (Ridderkerk). Na deze bloei-periode van Wit-Zwart in het begin van de jaren’70 zakte de club geleidelijk naar de 4e klasse K.N.V.B. In deze klasse verbleef Wit-Zwart tot en met het seizoen 1984-1985. In dat seizoen degradeerde Wit-Zwart naar de 1e klasse afdeling Noord Brabant.

De Geschiedenis van H.N.C.

De oprichting van H.N.C. vond plaats op 10 oktober 1948 in een tot vergaderzaal omgetoverd achterhuis van de familie Brouwers. De oprichters waren de gebr. Mesch, de gebr. Mandemakers, de gebr. Spierings en C. van Gijzel en deze namen de volgende naam aan: v.v. Nooit-Gedacht’48. Op 14 oktober 1948 werd de eerste ledenvergadering gehouden. Op 30 september 1949 werd H.N.C. door de K.N.V.B. erkend en werd besloten de naam Nooit- Gedacht’48 te wijzigen in H.N.C. De clubkleuren waren rood en wit.

In de beginjaren had H.N.C. het niet makkelijk. Oud-voorzitter C. verklaarde: "Toen moesten we genoegen nemen met een weiland, waar soms eerst de koeien van verwijderd moesten worden en het kleedlokaal was een houten keet, terwijl de wasgelegenheid een pomp buiten het kleedlokaal was. Het was soms wel moeilijk om gelijkertijd te pompen en wassen.”

H.N.C. speelde na haar erkenning tot en met het seizoen 1965-1966 in de 1e klasse van de afdeling Noord Brabant (zaterdagvoetbal). In het seizoen 1965-1966 promoveerde H.N.C. onder leiding van trainer A. v.d. Ven naar de 4e klasse K.N.V.B. Hier speelde H.N.C. twee seizoenen in. In het seizoen 1967-1968 degradeerde H.N.C. uit de 4e klasse K.N.V.B.

Lees ook: Zwart-Wit '63: Terug in de tijd

Op 10 februari 1968 werd de wedstrijd Wit-Zwart - H.N.C. gespeeld. In het begin werd er aan beide zijden nerveus gespeeld, waarbij beide doelen in gevaar kwamen. Na ca. 15 minuten zagen wij echter een zeer gevaarlijke aanval van Wit-Zwart. De hard ingeschoten bal werd echter op vakkundige wijze gestopt door onze doelman Schouten. De keeper van Wit-Zwart liet zich echter ook niet onbetuigd en redde een gevaarlijke bal van onze midvoor De Bie op keurige wijze. Na ca. 30 minuten kwam het eerste doelpunt van Wit-Zwart. Een ongevaarlijke aanval van hen, werd niet voldoende weggewerkt en de meegekomen halfspeler maakte hier gretig gebruik van, 1-0. Van het verdere spelverloop voor de pauze valt niet veel te zeggen. Na de pauze zagen we een gevaarlijk oprukkend Wit-Zwart en onze achterhoede kreeg het dan ook zwaar te verduren; een doelpunt kon niet uitblijven. Dit kwam echter op ongelukkige wijze tot stand. Een onzer spelers werd onregelementair tegen de grond gewerkt, terwijl hij in het bezit was van de bal. De scheidsrechter floot hier echter niet voor, zodat de Wit-Zwart speler vrij voor het doel kwam te staan en deze kans ook benutte. Door deze scheidsrechterlijke dwaling werden de H.N.C.’ers moreel aangetast. Er kwamen enkele wijzigingen in ons elftal, maar het mocht niet baten. Een veel beter spelend Wit-Zwart liep binnen zeer korte tijd uit tot 5-0. Kort voor tijd werd de eer voor H.N.C. gered door F. Mandemakers. De einduitslag werd zodoende 5-1. Het was een verdiende overwinning voor Wit-Zwart, doch enigszins geflatteerd.

Na de degradatie in het seizoen 1967-1968 werd er een interview met trainer V.d. Een gesprek met onze coach, dhr. A. v.d. De degradatie is een feit en nu de harde werkelijkheid op ons afkomt, rijst er een begrijpelijke vraag op. Aan dhr. V.d. “Het is een bijzonder moeilijke vraag, aangezien verschillende factoren een belangrijke of minder belangrijke rol hebben gespeeld. Het is U allemaal bekend, dat we het vorige seizoen zo prachtig gedebuteerd hebben. Op een bepaald moment was er zelfs de mogelijkheid om met het kampioenschap te gaan strijken. Echter dit seizoen ging het in de eerste helft van de competitie minder goed en in de tweede beslissende helft van de competitie zelfs ronduit slecht. Als een ploeg na enkele succesvolle jaren ineens geen kans meer ziet om met overwinningen uit de bus te komen, dan is het tijdstip aangebroken om gezamenlijk alle beschikbare krachten te bundelen om het degradatie-gevaar te ontlopen. En dit is nu juist het punt geweest wat we niet hebben kunnen verwezenlijken. Een poging van de zijde van het bestuur en van mijzelf om een selectieploeg elke dinsdagavond apart te trainen had helaas geen succes. De bereidheid bij enkele spelers om met vereende krachten te vechten voor het lijfsbehoud, ontbrak helaas … Er kwam nog bij, dat ik niet altijd de beschikking had over de gewenste spelers, aangezien het tweede elftal kampioenskansen had. Tenslotte gebeurde het nog wel eens, dat bepaalde spelers de opgelegde taak voor een wedstrijd verwaarloosden. “Ik geloof zeer stellig van niet, als we maar voor en met elkaar de belangen van H.N.C.

In het seizoen 1972-1973 degradeerde H.N.C. zelfs uit de 1e klasse afdeling Noord Brabant. Het verloren gegane terrein werd echter snel herwonnen: in het seizoen 1973-1974 promoveerde H.N.C. weer naar de 1e klasse afdeling Noord Brabant. In het seizoen 1977-1978 promoveerde H.N.C. weer naar de 4e klasse K.N.V.B. In het seizoen 1981-1982 degradeerde H.N.C. uit de 4e klasse K.N.V.B. In de 1e klasse afdeling Noord Brabant werd H.N.C. in het seizoen 1982-1983 kampioen. H.N.C. mocht in het seizoen 1983-1984 dus weer van start in de 4e klasse K.N.V.B. Echter niet voor lang: na een beslissingswedstrijd …

De Fusie: S.V. Capelle

S.V. Capelle is een sportvereniging, die in februari 1986 is opgericht. In dat jaar besloten de voetbal vereniging Wit-Zwart (opgericht in 1938; clubkleuren: natuurlijk wit en zwart) en de voetbalvereniging H.N.C. (opgericht in 1948; clubkleuren: rood en wit) te fuseren. De gemeente Sprang-Capelle had hier al jaren op aangedrongen, maar door allerlei oorzaken moest het tot 1986 duren, voordat de fusie er “door” was. Gezien de ligging van de accomodaties van de beide verenigingen, was het logisch dat er op een gegeven moment een fusie zou komen: de accomodaties van Wit-Zwart en H.N.C. lagen namelijk naast elkaar aan de Juffrouwsteeg in Capelle.

Bij de fusie moesten natuurlijk beslissingen worden genomen m.b.t. kantine, hoofdveld en clubkleur. De kantine van H.N.C. werd de kantine van S.V. Capelle en het hoofdveld van Wit-Zwart werd het hoofdveld van S.V. Capelle. Als clubkleur werd voor de kleur blauw gekozen.

Algemene Context van Voetbal in Brabant en Nederland

De eerste voetbalclubs in Brabant ontstonden aan het einde van de 19e eeuw. De KMA in Breda had waarschijnlijk de eerste voetbalclub in Brabant, gevolgd door Den Bosch, Tilburg, Eindhoven, Oss en Helmond. De voetbalsport werd toen gespeeld door de beter gesitueerden, vooral studenten. Vooral de Eerste Wereldoorlog zorgt ervoor dat de voetbalsport uitgroeit tot de meest beoefende sport in Nederland. Bedrijven richten eigen voetbalclubs op voor hun werknemers en de katholieke kerk begint in 1915 zelfs met een eigen katholieke voetbalbond. Initiatiefnemer is de Bredase kapelaan W. Tussen de twee wereldoorlogen zijn de tegenstellingen tussen de katholieke en neutrale bond groot. Opvallend is echter dat zelfs in een katholieke stad als Tilburg de aanhang onder de neutrale clubs (Willem II, NOAD en LONGA) groter is dan die van de katholieke clubs als RKTVV of Sarto. In Eindhoven is dat niet anders. De katholieke bond is vooral sterk op het platteland. Bijna iedere plattelandsgemeente heeft een katholieke voetbalclub, die het chauvinisme voor het eigen dorp aanwakkert. Dat geldt ook in de nieuwe gemeente Veldhoven, waar Oerle, Meerveldhoven. In 1940 volgt de fusie tussen beide bonden. Ook de protestantse bond en de Nederlandse Arbeiders Sportbond (NASB) sluiten zich noodgedwongen aan. Nog opmerkelijker is dat na de oorlog in de voetbalsport geen herstel plaatsvindt van de vooroorlogse verzuiling, zoals dat op allerlei andere terreinen wel het geval is geweest.

Begin 20e eeuw waren er al veel voetbalclubs in Brabant. In onze regio kwam dat pas later. Opvallend is dat toen de boerenzoons nauwelijks deel uit maakten van deze elftallen. In 1904 was de eerste officiële interland tussen Nederland en België. Eerder al speelden clubs uit Antwerpen en Rotterdam tegen elkaar. Een van de pioniers van de voetbalsport was Pim Mulier, de oprichter van (de Koninklijke) HFC in Haarlem in1879 en de Nederlandse voetbal- en atletiekbond in 1889, die in 1895 is opgesplitst. Voetbal was aanvankelijk een elitaire sport. In de zomer werd cricket gespeeld en in de winter voetbal. Alleen mensen met voldoende tijd en geld om te reizen konden deelnemen aan voetbalcompetities. De eerste clubs werden opgericht in de steden, door militairen (o.a. de KMA in Breda), door bedrijven (de oudste is A.N.T.O.N.I. uit Oss van margarinefabrikant Jurgens) en middelbare scholieren. Brabantia uit Breda is de eerste kampioen van Brabant in 1896. Over de kleding bestaan duidelijk nog geen afspraken. Zij speelden vervolgens mee in een nacompetitie voor het kampioenschap van Nederland. Om de toestroom van clubs te kunnen beheersen werden regionale voetbalbonden opgericht. Hierin speelden elftallen van een lager (voetbal)niveau. Voor de kampioenen is een promotie naar de NVB mogelijk. Door de dienstplicht (ingevoerd in 1898) maakten jonge mannen uit het arbeidersmilieu kennis met de voetbalsport. Door de arbeidstijdverkortingswet van 1919 ontstaat er vrije tijd om te sporten, omdat op de zaterdagmiddag en de zondag niet meer gewerkt hoeft te worden. De elitaire milieus gaan zich dan terugtrekken uit het voetbal en spiegelen zich aan de Corinthiërs, een club uit Londen die zich niet aansloot bij de Engelse voetbalbond FA. Een voorbeeld van de “milieuproblemen” in het voetbal is dat van Feyenoordspits Kees Pijl, die als eerste arbeider werd gekozen in het Nederlands elftal. Arbeiders speelden vaak ook in fabriekselftallen. Voorbeelden hiervan zijn Volt uit Tilburg, PSV, Karel I, Mignot & de Block en Picus (later de Spechten) uit Eindhoven en Hero uit Breda.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakten tal van soldaten op hun kazernes kennis met het voetbalspel. De N.V.B. zette in samenwerking met de militaire staf competities voor soldaten op en leverde ook het nodige materiaal. De katholieke kerk had bedenkingen tegen sportbeoefening en in het algemeen en het voetbal in het bijzonder. Onder de kapelaans waren er voorstanders, de rest was tegen. Met het argument dat het voetballen niet tegen te houden was en dat het dan beter was voetbal in eigen kring te laten spelen, werden per bisdom katholieke voetbalbonden (KVB) opgericht. In Den Bosch en Breda was dat door kapelaan Binck. Het kwam niet tot een landelijke katholieke voetbalbond omdat de bisschoppen volledige zeggenschap in hun eigen bisdom wilden houden. Wel ontstond er een federatie van katholieke voetbalbonden (RKF). Aanvankelijk werkten de NVB en de RKF samen, maar in 1924 kwam het tot een volledige breuk tussen hen. Een van de gevolgen was dat een speler geschorst door de ene, gewoon kon spelen bij een club van de andere bond. Vanaf 1932 wordt denaam RKF verandert in IVCB (Interdiocesane Bond voor regeling en verzorging van interdiocesane voetbalcompetities). Uiteraard had de protestant-christelijke zuil zijn eigen voetbalbond, de CNVB. Er werd druk uitgeoefend op spelers om niet te spelen voor clubs van de NVB (de neutralen). Het stond zelfs ter discussie of je als katholiek wel een “neutrale” voetbalwedstrijd mocht bijwonen! Iedere katholieke club had een geestelijk adviseur. Het advies van deze, meestal, kapelaan was bindend. Niet opvolgen van een advies kon leiden tot schorsing en uitsluiting uit de competitie. Het was niet ongebruikelijk dat voor aanvang van de competitie de spelers op retraite gingen o.l.v.

Na de eerste wereldoorlog werd competitie gespeeld in district Eindhoven van de RKF, met o.a. EFC, RVV en Sparta (W.). In 1925 wordt de afdeling Eindhoven van de RKF opgericht met 2 klassen. In klasse B de Kempische clubs (Bladella, SVV, Riethoven). In 1926 is de oprichting van district Eersel (Kempen) van afd. Eindhoven mislukt. Wel komt er een Kempische Voetbalbond, los van de RKF. Reden hiervan is dat men ook tegen Belgische clubs in de regio wil spelen (o.a. Arendonk). Tussen 1926 en 1930 is Marvilde enkele jaren uit competitie geweest. De clubkleuren waren aanvankelijk geel-zwart. In 1930 werden de kleuren blauw-wit gekozen. De oorspronkelijke kleuren werden al door het in 1929 opgerichte UNA gebruikt.

In het seizoen 1940-1941 werd door de Duitse bezetter een eind gemaakt aan de verzuiling. Onder het motto “doen jullie het zelf of moeten wij het doen” werden alle bonden tot fusie gedwongen onder de NVB. Clubs met dezelfde naam uit verschillende bonden moesten unieke namen krijgen door er het oprichtingsjaar of de vestigingsplaats bij te zetten. Ook de letters RK toevoegen was een mogelijke oplossing. Clubs met een naam die herinnerde aan het koninklijkhuis dienden die te veranderen. De clubs werden opnieuw ingedeeld. Uit de standenlijsten voor en na de fusie is te zien dat de sterkte van de clubs goed was ingeschat.

In de beginjaren van de oorlog trok het voetbal veel publiek, het was een van de weinige mogelijkheden van vertier. Toch bleef de geestelijkheid invloed houden op de van oorsprong katholieke voetbalclubs. Een voorbeeld hiervan is de oprichting van Knegselse Boys in 1954. In dat jaar hadden de bisschoppen in een mandement de katholieken verboden om lid te zijn van de socialistische vakbeweging NVV en om regelmatig socialistische vergaderingen bij te wonen, socialistische pers te lezen of naar de VARA te luisteren. De pastoor van Knegsel vond dat oprichting van een voetbalclub binnen een algemene bond gezien de strekking van dit mandement niet op zijn plaats was en hij weigerde om geestelijk adviseur te worden. Toen bleek dat de pastoor van Steensel er wel toe bereid was, haalde hij onder protest bakzeil. Zo werd RKVV DES het latere Knegselse Boys alsnog opgericht.

In 1953 werd een wedstrijd gespeeld tussen de Nederlandse beroepsvoetballers in het buitenland en de nationale ploeg van Frankrijk in Parijs. De opbrengst ging naar de slachtoffers van de watersnoodramp in Zeeland. Dit leidde in 1954 tot een bond voor beroepsvoetballers, de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond. Er is sprake van een sterke groei in de belangstelling van meisjes en vrouwen om te gaan voetballen: 40.000 in 1990, 125.000 in 2010. Dit is ruim 10% van totale ledenbestand van de KNVB.

tags: #voetbal #zwart #wit #geschiedenis