Een goede warming-up is essentieel voor elke voetbaltraining. Het bereidt spelers zowel fysiek als mentaal voor op de inspanning die gaat komen. Door de juiste oefeningen te doen, worden de spieren opgewarmd, de bloedcirculatie verhoogd en de gewrichten soepel gemaakt. Dit helpt niet alleen om blessures te voorkomen, maar zorgt er ook voor dat spelers sneller en scherper reageren op spelsituaties. Naast het lichamelijke deel speelt een warming-up dus ook een belangrijke rol in de concentratie en motivatie van spelers. Het helpt hen om in de juiste mindset te komen en optimaal te presteren vanaf het begin van de training.
Een van de meest gebruikte trainingsvormen in het eerste deel van de training is de rondo, variërend van 3:1 in een driehoek via 6:2 in een rechthoek tot 19:3 in de middencirkel. Wat kenmerkt een rondo en welke variaties zijn er mogelijk?
Wat is een Rondo?
Een rondo is een trainingsvorm waarbij het ene team de bal binnen het vak in de ploeg probeert te houden en het andere team dit wil voorkomen. De rondo onderscheidt zich van andere positiespelen door het grote overtal voor het team dat balbezit heeft, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een positiespel 5:5+2.
De rondo is een simpele oefenvorm in het voetbal waarbij de speler(s) in het midden de bal moet zien te onderscheppen, terwijl deze wordt rondgespeeld door de anderen. De rondo wordt veel gespeeld voor de training. Wanneer spelers het veld opkomen doen zij eerst even een kleine rondo, in afwachting van de rest van de groep. Ondertussen zetten de trainers de eerste oefenvorm klaar.
De rondo wordt groter gemaakt naarmate er steeds meer spelers bijkomen. Een grotere rondo betekent dat er twee spelers in het midden staan, in plaats van één speler zoals bij een kleine vorm. Het gaat in de meeste gevallen om één keer raken, maar dat kan ook anders zijn.
Lees ook: Passie en Kritiek NAC Breda Ultras
Bij het onderscheppen van de bal wordt er gewisseld. De speler die de bal inleverde gaat naar het midden, en de speler die in het midden stond mag eruit. Gaat de bal uit, dan mag de speler in het midden eruit. De speler die de bal het laatst raakte voor deze uitging moet naar het midden.
Wanneer er twee spelers in het midden staan mag bij een onderschepping of uitbal de eerste speler in het midden eruit. Dit is ook het geval als de bal door de ander wordt onderschept. Wie het langst in het midden staat gaat er het eerst uit.
De oefenvorm kan zowel voor als na de warming-up worden uitgevoerd. De versie van na de warming-up is vaker een kleinere vorm, waarbij de groep wordt verdeeld in twee of drie kleinere rondo's.
Rondo op het Hoogste Niveau
De rondo zien we terug tot op het hoogste niveau. Een paar jaar geleden mogen we kort meekijken bij een training van Paris Saint-Germain. Ashraf Hakimi is zo ongelukkig om terecht te komen in een kleine rondo met Messi, Neymar, Mbappé en Sergio Ramos.
De arme rechtsback wordt door de sterren gek gemaakt. Op hoge snelheid gaat de bal van voet naar voet. Moeiteloos veranderen zij daarbij van richting. Hakimi kan het al snel niet aan, en gaat naar de grond. De vier barsten in lachen uit. Dat is meteen één van de voordelen van de rondo.
Lees ook: Kleding en benodigdheden Uganda
Het biedt spelers de kans om creativiteit en plezier aan elkaar te koppelen. Spelers proberen vaak een 'panna' uit te delen en er wordt veel gelachen. Gun de groep die momenten, maar benadruk wel dat de intentie moet zijn om de oefenvorm goed uit te voeren.
Bij Barcelona speelde men in het verleden een grote rondo met de hele groep. Spelers stonden dan opgesteld rond de middencirkel. De focus lag op de snelheid van de pass. Dat zagen we terug in de wedstrijden van het team. Tegenstanders hadden daar geen antwoord op.
Variaties op de Rondo
Bij vrijwel elke rondo heeft de trainer-coach mogelijkheden om het spel moeilijker, makkelijker of uitdagender te maken. Dat kan bijvoorbeeld op onderstaande manieren. De rondo lijkt op het positiespel. Net als bij een positiespel kan je aardig variëren. Een belangrijk verschil tussen de twee is dat er bij een rondo minder sprake is van beweging bij de spelers die aan de zijkant staan. Vooral bij een kleinere rondo gebeurd het bewegen vooral op de voorvoeten.
- Er wordt een punt gescoord zodra elke speler de bal een keer heeft aangeraakt.
- Met twee ballen spelen, zodat spelers nog meer moeten opletten.
- Na tien, twaalf of vijftien keer overspelen moeten de verdedigers een extra keer in het midden blijven staan.
- Nadat een speler een bal heeft gespeeld, moet hij om een pylon sprinten die een aantal meter achter het speelveld staat. Er kan dus niet direct op dezelfde speler terug worden gespeeld.
- Nadat een speler een bal heeft gespeeld, moet hij zich een aantal keer opdrukken of een aantal situps doen (degene die de bal ontvangt kan niet direct op dezelfde speler terugspelen).
- Spelers houden elkaars hand vast, zodat het speelveld klein blijft (werkt alleen bij relatief grote aantallen).
- Wie een bal inspeelt, loop daarna direct zijn eigen bal achterna.
- Spelers mogen de bal niet naar de speler die gelijk naast ze staat spelen.
- Spelers zijn verplicht om met beide voeten de bal aan te raken voordat ze een medespeler aan kunnen spelen.
- Tussen de beide verdedigers doorspelen betekent dat die verdedigers een keer extra in het midden blijven staan.
- Variëren met het aantal keer overspelen voor het behalen van een punt.
- Variëren met het aantal keer verplicht raken (van vrij spel naar 3, 2 of 1 keer).
- Verplicht spelen met een middenman óf alleen verplichten dat die positie bezet is.
Door de groep te splitsen in meerdere kleine groepjes kan je rondo's doen van 3 of 4 tegen 1. Het mooie hieraan is dat dit een goede conditionele oefening is, met bal. Spelers in het midden moeten hard werken om de bal te onderscheppen, waarna zij even kunnen rusten als er wordt gewisseld.
Je kan ervoor kiezen om elke keer een minuut lang een speler in het midden te houden. Een conditionele oefening voor de speler in het midden, een technische oefenvorm voor de spelers aan de zijkant.
Lees ook: Steun het Nederlands Elftal met stijl
Rondo met Steeds Meer Tegenstanders
Zoals eerder benoemd kenmerkt een rondo zich door het verschil in aantal spelers tussen de twee teams. Het gevolg hiervan is dat deze oefenvorm te makkelijk wordt voor het team dat op balbezit speelt. Zeker bij grote verschillen in aantallen. Om de vorm uitdagend te houden is het belangrijk om hierin methodische stappen te maken. Een voorbeeld van een dergelijke methodische stap is het toevoegen van steeds meer tegenstanders. Deze vorm is daarvan een mooi voorbeeld. Het balbezittende team bestaat uit tien spelers. Zij beginnen tegen één verdediger. Dat maakt het relatief gemakkelijk om balbezit te houden. Om die reden komt er ieder vijf seconden een speler bij. Zo wordt de moeilijkheidsgraad geleidelijk verhoogd. De vorm werkt met een vast aantal ballen. Wanneer de verdedigers de bal onderscheppen, wordt er een nieuwe bal ingespeeld. Houd de tijd bij die de verdediger nodig hebben om alle ballen af te pakken. Zo voeg je een wedstrijdelement toe aan de oefening.
Rondo Door de Lucht
De “normale” rondo wordt over de grond gespeeld. Manchester City-trainer Pep Guardiola bedacht daarop een variatie. In deze vorm is het juist de bedoeling dat de bal niet op de grond komt. De spelers moeten de bal dus in de lucht houden. In deze oefenvorm speelt City 3:1 binnen een afgebakend vak. Elke speler van het team dat op balbezit speelt mag de bal maximaal drie keer raken. Als de bal op de grond komt, wisselt deze speler met de speler in het midden. Naast de technische vaardigheden komt dit ook het spelplezier ten goede. Uiteraard kan ook deze rondo worden aangepast aan het niveau. Wanneer de oefening te moeilijk is kan de trainer één stuit toestaan. Om diezelfde reden kunnen ook de aantallen worden aangepast. Speel bijvoorbeeld 4:1 in plaats van 3:1 om het voor het team dat op balbezit speelt makkelijker te maken. Tot slot is het mogelijk om vrij spel te spelen. Dat betekent dat de spelers geen maximaal aantal balcontacten meer hebben.
Gecombineerde Rondo in Twee Vakken
Een andere variant op de rondo is de gecombineerde rondo in twee vakken. Wat er opvalt aan de tekening is dat er drie team lijken te zijn. Het rode team is in overtal en speelt op balbezit, er zijn twee gele verdedigers én een blauwe neutrale speler. Dat is echter niet het geval. De blauwe speler speelt met het rode team op balbezit. De reden dat hij een andere kleur heeft, is dat zijn rol verschilt met die van de andere rode spelers. De rode spelers spelen slechts in één vak. De blauwe speler daarentegen doet mee in beide vakken. Hierdoor zal deze speler goed om zich heen moeten kijken. Tegelijkertijd is zijn lichaamsoriëntatie belangrijk. Dit stelt hem in staat om de informatie uit beide vakken goed binnen te krijgen. Voor de rode spelers is de timing van het inspelen van de blauwe speler cruciaal. Als hij in het andere vak bezig is, is het niet mogelijk om hem te gebruiken. Daardoor leren ook deze spelers om goed te kijken.
Rondo Inclusief Spelverplaatsing
Een andere manier om te variëren in de rondo is door een spelverplaatsing toe te voegen. Dat kan een trainer op de volgende manier realiseren. Verdeel het veld in een bepaald aantal vakken. In deze vorm is gekozen voor zes vakken, drie in de breedte en twee in de lengte. Op dat veld spelen zich drie rondo’s tegelijk af waarbij 4:1 wordt gespeeld. Elke rondo start in een eigen vak. Na vijf keer overspelen mag de bal naar een ander vak. Als elke speler van de desbetreffende rondo daar is én de bal komt aan, levert dat een punt op. Daarbij mag er slechts één rondo per vak zijn. Dat betekent dat de spelers goed om zich heen moeten kijken naar de andere rondo’s.
Rondo en een Afwerkvorm in Één
De rondo kan ook gecombineerd worden met een andere soort trainingsvorm. In onderstaande oefening wordt een rondo gecombineerd met een afwerkvorm. Er zijn twee teams van zes spelers met elk een eigen vak. De trainer speelt de bal in naar één van de twee teams. Op dat moment mogen er twee spelers van het andere team druk zetten. Als het lukt om de bal zes keer rond te spelen, mag dat team afwerken op één van de twee grote goals. Daar zit een tijdslimiet aan. De twee verdedigers mogen ook meeverdedigen. Op die manier wordt het afwerken wedstrijdechter. Maar als er balverlies wordt geleden tijdens het rondspelen, herstart het spel zich in het andere vak. Daar speelt dat team op balbezit.
Dynamische Loopvormen als Onderdeel van de Warming-up
Het uitvoeren van de dynamische loopvormen is van belang om de spieren op te warmen en blessures te voorkomen. De warming-up met bal kan ook voorafgegaan worden door een warming-up zonder bal met verschillende dynamische loopvormen. Het is uiteraard van belang dat de spelers deze oefeningen goed uitvoeren om blessures te voorkomen. Deze warming-up is geschikt voor spelers van O13 en ouder.
Begin je training met de zes dynamische rekvormen hieronder en vervolg met één van de drie warming-up voorbeelden.Dynamische loopvormenDuur 5 minutenLengte: 6 meter tussen elk pion (30 meter)Aantal hoedjes: 12Breedte: 5 meter
- Lopen (Recht vooruit): Klik hier voor een voorbeeldvideo van de dynamische loopvorm 'Lopen (recht vooruit)'.
- Heupen naar buiten: Klik hier voor een voorbeeldvideo van de dynamische loopvorm 'Heupen naar buiten'
- Heupen naar binnen: Klik hier voor een voorbeeldvideo van de dynamische loopvorm 'Heupen naar binnen'.
- Lopen (Rond medespeler): Klik hier voor een voorbeeldvideo van de dynamische loopvorm 'Lopen (Rond medespeler)'.
- Springen met schoudercontact: Klik hier voor een voorbeeldvideo van de dynamische loopvorm 'Springen met schoudercontact'.
Zet de gele pionnen met 5 meter afstand van elkaar en zorg dat de oranje pionnen op 3 meter afstand staan. Begin je training met de zes dynamische loopvormen hieronder. Vervolgens kun je starten met de reguliere oefeningen uit de training. De onderstaande video bevat alle loopvormen achter elkaar. Voor één van de specifieke loopvormen, kun je onder de video terecht.
Warming-up Voorbeelden
Hieronder staan drie warming-up voorbeelden die gericht zijn op trainingen met de doelstelling verdedigen. De drie warming-up voorbeelden dienen als variatie en kunnen dus apart van elkaar gebruikt worden.
- Tikker met bal: Alle spelers hebben een bal. Er is één tikker die probeert om in 30 seconden zoveel mogelijk ballen uit het vierkant te krijgen.
- Tikker zonder bal: Dezelfde organisatie als oefening 1. Nu heeft de helft van de groep geen bal, als je geen bal hebt kun je getikt worden. Door over te spelen kun je je medespelers helpen niet getikt te worden.
- Overlopertje: De tikker staat in het midden van het vak. De hele groep begint met allemaal een bal aan de ene kant en op het teken van de voetbalcoach gaan ze naar de overkant. Laat spelers die af zijn niet stilstaan tot het einde van een spel maar geef ze een opdracht.
- Vakken met nummers: Vier vierkanten, genummerd van 1 t/m 4. Alle spelers hebben een bal en er zijn 2 tikkers zonder bal. De voetbalcoach roept een nummer onder de 5 en de groep met bal moet zo snel mogelijk in het vak zien te komen dat bij dat nummer hoort. De tikkers proberen onderweg zoveel mogelijk ballen te onderscheppen.
- Tweetallen: Zie oefening 1 maar nu in tweetallen. Per tweetal één bal en dus mag je al overspelend in het vak zien te komen. Pass je de bal per ongeluk uit, dan ben je af.
- Op tijd: Dezelfde vorm als 1 en/of 2 maar nu op tijd. Laat spelers die af zijn niet stilstaan tot het einde van een spel maar geef ze een opdracht. Er worden 2 groepen van 7 gemaakt. In elk groepje krijgt elke speler een nummer van 1 tot 7. In de eerste ronde gaan nummer 1 en 2 van elke groep in het vak staan van de andere groep om te verdedigen. Elke ronde duurt 45 seconden en in deze 45 seconden moeten de verdedigers zo vaak mogelijk de bal onderscheppen.
- Aanvallers tegen verdedigers: Zie oefenvorm 1. Nu gaat er voor elke keer dat er 10 keer wordt rondgespeeld door de aanvallers één onderschepping van de verdedigers weer af.
- Combinaties: De teams mogen nu zelf combinaties maken van tweetallen die ze naar het andere vak sturen.
Alternatieve Trainingsvormen en Funvormen
Het is belangrijk om variatie in de trainingen te brengen en de spelers gemotiveerd te houden. Funvormen kunnen hierbij helpen.
Coronatrainingen (maximaal 4 personen)
Gezien de beperkingen die soms gelden, zijn hier enkele oefeningen die in kleine groepen uitgevoerd kunnen worden:
- Parcours in wedstrijdvorm
- Pion schiet spel
- Voetvolley 1 tegen 1
- Lijnen dribbel
- Vrije speler zoeken
- Voetvolley rondje om de 'tafel'
- Afronden na lange pass
Funvormen
- Volleyspel: Scoren vanuit een volley, waarbij een speler de bal vanuit zijn handen naar een teamgenoot speelt die de bal ineens vanuit de lucht neemt.
- Hooghouden richting doel (3:1 + K): Drie aanvallers proberen al hooghoudend richting het doel te gaan en vanuit de lucht te scoren tegen één verdediger en een keeper.
- Tafelvoetvolley: Twee duo’s spelen tegen elkaar, waarbij elk individu direct moet spelen (1x raken) en een team maximaal drie balcontacten heeft voordat de bal de (bovenkant van de) tafel moet raken.
- Rondo 3:1 in de lucht: Een rondo gespeeld in de lucht, waarbij drie spelers de bal hoog proberen te houden terwijl één speler de bal probeert te veroveren.
- Pizzaspel PSV: Een spel in de middencirkel, met vier teams die proberen te voorkomen dat de bal over hun achterlijn wordt gespeeld.
Algemene Richtlijnen voor een Effectieve Voetbaltraining
- Doelgericht trainen: Zorg ervoor dat de oefeningen aansluiten bij de doelstellingen van het team en de individuele spelers.
- Spelenderwijs leren: Maak de trainingen uitdagend en leuk, zodat spelers gemotiveerd blijven.
- Variatie: Bied een gevarieerd trainingsprogramma aan om de spelers in verschillende situaties te brengen en verveling te voorkomen.
- Aanpassen aan niveau: Pas de oefeningen aan aan het niveau van de spelers, zodat iedereen uitgedaagd wordt maar niet overbelast raakt.
- KNVB voetbalvisie: De oefeningen moeten spel echt zijn, er moet een spelprobleem worden opgelost en de deelnemers moeten de voetbalvorm als spel beleven.
Trainingsduur en Periodisering
De gemiddelde lengte van een training voor senioren ligt op ongeveer anderhalf uur, inclusief warming-up en eventueel een cooling-down.
tags: #voetbal #rondo #warming #oefeningen