Voetbaltraining voor Kleindochters: Een Gids voor Trainers en Grootouders

Voetbal is een sport die door velen wordt geliefd en gespeeld, en de KNVB (Koninklijke Nederlandse Voetbalbond) benadrukt dat voetbal voor iedereen toegankelijk moet zijn. Echter, in de praktijk blijkt dat sommige jonge spelers met specifiek gedrag moeite hebben om hun plek te vinden binnen het jeugdvoetbal. Dit artikel biedt handvatten voor trainers en grootouders om deze kinderen te begeleiden en hun voetbalplezier te stimuleren.

Specifiek Gedrag in het Jeugdvoetbal

In het jeugdvoetbal valt het op dat een bepaalde groep spelers door specifiek gedrag moeite heeft om hun plek te vinden. Dit gedrag kan de omgang met andere spelers en de groepsdynamiek binnen het team beïnvloeden. Voor trainers in het reguliere voetbal kan het een uitdaging zijn om hiermee om te gaan en deze kinderen extra aandacht en begeleiding te geven. Het gevolg kan zijn dat kinderen zich niet op hun plek voelen binnen het team, geremd worden in hun ontwikkeling of in andere elftallen worden ingedeeld. Soms komen ze zelfs in het G-voetbal terecht, terwijl ze eigenlijk geen beperking hebben. Het veranderen van de omgeving leidt dan eerder tot verminderd sportplezier, waardoor kinderen stoppen met voetballen.

Wat verstaan we onder specifiek gedrag?

Met specifiek gedrag bedoelen we het gedrag van een kind dat afwijkt van het gemiddelde en niet aansluit bij de leeftijd en/of ontwikkeling. Dit kan zich uiten in verschillende vormen, zoals:

  • Stil en teruggetrokken zijn
  • Angstig zijn
  • Depressief zijn
  • Agressief zijn
  • Hyperactief zijn
  • Meer uitdaging en prikkels nodig hebben dan andere kinderen
  • Motorische, spraak- en/of taalmoeilijkheden hebben

Oorzaken van specifiek gedrag

De oorzaken van specifiek gedrag zijn vaak complex en moeilijk te achterhalen. Meestal is het een combinatie van factoren die voortkomen uit het kind zelf en de omgeving. Het kind kan bijvoorbeeld moeite hebben met het omgaan met bepaalde situaties, maar ook de omgeving (vrienden, trainer, gezin, school) heeft invloed op het gedrag. Deze relatie werkt twee kanten op en kan daarom ook van twee kanten worden beïnvloed. Het kan nuttig zijn om samen te werken met de verschillende beïnvloeders van het kind.

Handvatten voor Trainers en Grootouders

Ieder kind is uniek en heeft zijn eigen overtuigingen, wensen en behoeften. Deze kunnen zich uiten in specifiek gedrag, zoals de angst om fouten te maken, een grote behoefte aan structuur of snel opgeven. Deze gedragingen kunnen invloed hebben op de ontwikkeling van het kind of de positie binnen het team.

Lees ook: Passie en Kritiek NAC Breda Ultras

Algemene principes voor een positieve begeleiding:

  • Oprechte interesse: Toon oprechte interesse in ieder kind en ontdek wat zijn of haar overtuigingen, wensen en behoeften zijn.
  • Individuele benadering: Realiseer je dat gedrag complex is en dat ieder kind uniek is. Pas de begeleiding aan op de specifieke behoeften van het kind.
  • Ontwikkelingsgericht klimaat: Leg de nadruk op ontwikkeling in plaats van resultaat. Stimuleer een omgeving waarin fouten maken mag en leren centraal staat.
  • Duidelijke structuur: Bied structuur en duidelijkheid, vooral voor kinderen die daar behoefte aan hebben. Maak afspraken over regels en routines.
  • Positieve bekrachtiging: Geef complimenten en benadruk positief gedrag. Beloon inzet en vooruitgang.
  • Communicatie: Communiceer open en eerlijk met het kind, de ouders en eventuele andere betrokkenen.

Specifieke gedragingen en hoe hiermee om te gaan:

Laten we enkele voorbeelden bekijken van specifiek gedrag en hoe je hier als trainer of grootouder mee om kunt gaan.

  • Angst om fouten te maken:

    • Herkenning: De speler zegt vaak "dit kan ik niet" en vergelijkt zichzelf met anderen. Hij kiest voor veilige oplossingen en vermijdt uitdagingen.
    • Aanpak: Leg de nadruk op ontwikkeling en stimuleer een ontwikkelklimaat. Benadruk persoonlijke vooruitgang in plaats van vergelijking met anderen. Geef aan dat fouten maken een onderdeel is van het leerproces.
    • Wat te zeggen: "Top! Wat een vooruitgang ten opzichte van vorige week." "Goed dat je het probeert, daar leer je van!" "Ik snap dat je die kans graag had willen afmaken, maar je kreeg die kans doordat je er alles aan deed om die bal binnen te houden, super!"
    • Vermijd: Het benadrukken van het resultaat.
  • Snel afgeleid:

    • Herkenning: De speler heeft moeite om de aandacht erbij te houden, mist belangrijke informatie en lijkt soms in een andere wereld te zijn. Hij praat door anderen heen en vergeet vaak spullen.
    • Aanpak: Breng een duidelijke structuur aan met afspraken over regels. Gebruik een afvinklijstje voor spullen. Stimuleer een ontwikkelklimaat.
    • Wat te doen: Duidelijke regels, ruimte om de aandacht even te laten verslappen, positieve support van teamgenoten, herhaling, tijd en geduld, nadruk op eigen vooruitgang, haalbare doelen, fouten maken mag, stimuleren van goed gedrag.
  • Behoefte aan structuur:

    • Herkenning: De speler hecht veel waarde aan een vast schema en raakt gefrustreerd als dit wordt doorbroken. Hij neemt uitleg letterlijk en heeft moeite met sociale contacten. In grote groepen raakt hij snel overprikkeld.
    • Aanpak: Kondig veranderingen op tijd aan en voer ze geleidelijk door. Vermijd dubbelzinnig taalgebruik, spreekwoorden of grapjes. Geef veel complimenten als dingen goed gaan.
    • Wat te doen: Kondig veranderingen altijd op tijd aan, vermijd dubbelzinnig taalgebruik, geef complimenten, leer een kind zich bewust te maken van zijn of haar beperkingen.
  • Makkelijk opgeven:

    Lees ook: Kleding en benodigdheden Uganda

    • Herkenning: De speler geeft snel op als iets niet lukt, ook al kan hij het eigenlijk wel. Hij denkt dat anderen beter zijn en vindt het moeilijk om aan iets te beginnen. Hij is snel afgeleid en raakt gefrustreerd bij fouten.
    • Aanpak: Maak duidelijk wat er precies verwacht wordt. Betrek de speler bij het stellen van doelen en hak deze op in kleine stapjes. Daag de speler uit, maar wel in overleg. Bied een vast moment om te oefenen. Bedenk samen wat het op kan leveren als de speler doorzet. Vier succesjes en heb aandacht voor emoties.
    • Wat te doen: Duidelijke verwachtingen, kleine stapjes, uitdaging in overleg, vast oefenmoment, beloning voor doorzetten, vieren van succesjes, aandacht voor emoties.
  • De lat te hoog leggen:

    • Herkenning: De speler neemt alles uiterst serieus en legt zichzelf druk op om alles perfect te willen doen. Hij heeft onrealistische verwachtingen van zichzelf en is kritisch op zichzelf en anderen. Hij kan uitvallen tegen teamgenoten en slecht slapen.
    • Aanpak: Ga in gesprek over waarom de speler alles perfect wil doen. Relativeer en bespreek waarom fouten maken essentieel is voor leren en ontwikkelen. Help de speler omgaan met fouten en feedback. Geef complimenten voor inzet, ook als het resultaat tegenvalt.
    • Wat te doen: Inzicht in overtuigingen, relativeren, leren omgaan met fouten en feedback, scheiden van persoon en prestatie, complimenten voor inzet.

Autisme en Voetbal

Voor kinderen met autisme kan teamsport een grotere uitdaging zijn. Het is belangrijk om je als trainer te verdiepen in het thema autisme en te leren hoe je deze kinderen het beste kunt benaderen.

Tips voor het begeleiden van kinderen met autisme:

  • Kennis: Verdiep je in autisme en leer wat het van jou als trainer en van de sportclub vraagt.
  • Communicatie: Vraag jonge sporters met autisme wat zij nodig hebben om veilig en met plezier te sporten. Houd er rekening mee dat zelfreflectie en zelfinzicht soms minder goed ontwikkeld is.
  • Randvoorwaarden: Zorg voor heldere randvoorwaarden tijdens de training.
  • Structuur: Geef de training een vaste opbouw, vertel deze vooraf en houd je eraan.
  • Opdrachten: Geef duidelijke opdrachten, eventueel in tussenstappen. Laat opdrachten altijd voordoen en geef ondertussen de toelichting. Gebruik bij voorkeur letterlijk woordgebruik.
  • Positiviteit: Benoem positieve elementen. Weet welke sterke kanten/interesses de sporter heeft en gebruik deze om contact te maken en zo nodig als beloning.
  • Ongewenst gedrag: Wees helder, maar niet emotioneel in het geven van feedback. Vermijd het spreken met stemverheffing. Bespreek op rustige toon en vertel het wanneer je geraakt bent. Geef aan wat je ziet (feitelijke gedragingen en de werking van dit gedrag op jou als trainer, teamgenoten en tegenstanders), vraag naar oorzaken en licht toe welk gedrag nodig is om sporten plezierig te houden voor jou, teamgenoten en tegenstanders.
  • Afspraken: Zorg dat je heldere afspraken maakt. Geef terugkoppeling aan de sporter over welke aanpassingen mogelijk zijn en welke niet en wat de afspraken zijn.
  • Informatie: Licht (in overleg met sporter) betrokkenen in (teamgenoten, trainers, coach, ouders, begeleider, kantinepersoneel, bestuur).

Het Belang van Plezier en Betrokkenheid

Als trainer kun je kinderen met specifiek gedrag begeleiden op een manier waardoor zij betrokken blijven en met veel plezier beter leren voetballen. De juiste manier vinden kan een uitdagende zoektocht zijn, maar de voldoening is enorm als het lukt om op een positieve manier te kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen! Reflecteren op jouw handelen als trainer-coach en het effect daarvan op jouw spelers, kan tot verrassende inzichten leiden en geeft richting aan jouw eigen leerproces.

Andere Vormen van Voetbaltraining

Naast de reguliere voetbaltraining zijn er ook andere initiatieven die zich richten op jonge kinderen, zoals:

  • Sports'cool: Een vooropleiding voor alle sporten, waarbij kinderen tussen 3 en 6 jaar samen met hun (groot-)ouders sporten. Het kind ontwikkelt spelenderwijs de motoriek, het cognitieve vermogen, tactiek, techniek en balgevoel.
  • DVS DRIBBELS: Speelse voetbaltraining voor kids van 3 en 4 jaar, waarbij de peuters samen met een van hun ouders trainen.

De Rol van Ouders en Grootouders

Ouders en grootouders spelen een cruciale rol in de sportbeleving van hun (klein)kinderen. Het is belangrijk dat zij hun kinderen aanmoedigen, ondersteunen en een positieve houding ten opzichte van sport uitdragen.

Lees ook: Steun het Nederlands Elftal met stijl

Tips voor ouders en grootouders:

  • Aanmoediging: Moedig je kind aan om te sporten en te bewegen.
  • Betrokkenheid: Toon interesse in de sport van je kind en ga kijken bij trainingen en wedstrijden.
  • Positieve houding: Stimuleer een positieve houding ten opzichte van sport, ongeacht winst of verlies.
  • Ondersteuning: Ondersteun je kind bij het bereiken van zijn of haar sportieve doelen.
  • Plezier: Zorg ervoor dat sporten leuk is en blijft voor je kind.

tags: #voetbal #training #voor #kleindochters