Inleiding
Dialecten zijn voortdurend in beweging. Deze veranderingen worden beïnvloed door diverse factoren, waaronder migratie, industrialisatie, onderwijs, en de media. De interactie tussen dialecten en de standaardtaal, evenals de sociale perceptie van dialectgebruik, spelen een cruciale rol in dit dynamische proces. Dit artikel onderzoekt de complexiteit van dialectverandering, waarbij we de historische en recente invloeden analyseren.
De Relatieve Waarde van Historisch Perspectief
Het is essentieel om een historisch perspectief te behouden bij het bestuderen van dialecten, hoewel we ons niet te strikt moeten laten binden door oude indelingen. De werking van verschillende factoren valt vaak samen, vooral wanneer we de aanzet en de afloop van ontwikkelingen in ons onderzoek betrekken.
De Impact van Moderne Industriegebieden
Moderne industriegebieden, met hun snelle aanwas en grote zuigkracht, ondergaan voortdurend een proces van taaldooreenschommeling en taalvervlakking. Vanuit deze centra is weinig expansie van antiek taalgoed te verwachten; integendeel, er vindt juist een ontkleuringsproces plaats. Een voorbeeld hiervan is de inkrimping van het diftongeringsgebied van Sittard en omgeving, als gevolg van recente invloed vanuit Heerlen als mijncentrum. De jongste taallaag in gebieden met een koortsachtige industriële ontwikkeling is vaak van recente datum. Een interessante vraag is of de ligging van Helmond, tussen dorpen die bjist en jins zeggen, en de eigen vormen bist en ins, ook op deze manier beoordeeld moet worden.
Nieuwe Nederzettingen en Dialectvorming
Heel recente ontwikkelingen zijn bijvoorbeeld de woorden voor ‘stal’ en ‘dweil’ in het gebied van het IJzerfront, die daar na de Eerste Wereldoorlog door inwijkelingen in de ontvolkte streek zijn gebracht. Een ander illustratief voorbeeld is Helenaveen, een jonge nederzetting in de Peel, die vaak afwijkt van het Brabantse Peellandse dialect en de kenmerken ervan mist. Helenaveen, gesticht in 1853 op ongeëxploiteerd terrein, werd bevolkt door mensen uit Brabant, Gelderland, Holland, Limburg en Drente. Om zich verstaanbaar te maken, wijzigden deze mensen hun dialect in de richting van het Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN).
Kolonisatie en Dialectverschillen
Op Tessel maakt men een onderscheid tussen het dialect van De Cocksdorp en de dialecten van de overige dorpen. De Cocksdorp, pas in 1835 bedijkt, werd bevolkt door aannemers en werkvolk uit Zuid-Holland, wat de afwijkende dialectvormen verklaart. Op Walcheren wijkt het dialect van Nieuw- en St.-Joosland af, doordat dit gebied pas in de 17e eeuw werd ingedijkt en van Zuid-Beveland uit werd bevolkt. In Drente sluit het gebied ten oosten van de Hunze aan bij Groningen, omdat de vervening voornamelijk van Groningse kant ter hand werd genomen. Ook het dialect van Nieuw-Schoonebeek wijkt af, omdat de bewoners rond 1800 uit het katholieke Eemsland kwamen.
Lees ook: Informatie over het Regio Voetbal Toernooi
Veenkoloniën en Taalkundige Invloed
Het Groningse Wilp is bijna geheel Fries van taal, vermoedelijk door de vervening vanuit Drachten. Ook het Friese karakter van Nieuw-Appelsga verklaart men uit de ontginning van het veen door Friese hoogveenarbeiders. Veendam, St. Johannesga, Luinjeberd en Tjalleberd zijn het gevolg van vestiging en kolonisatie uit Overijssel in de 17e en 18e eeuw. Het vervagen van de taalgrens aan de Tjonger is eveneens toe te schrijven aan de toevloed van Overijsselse veengravers. Het afwijkende karakter van het Bildts is te verklaren uit zijn inpolderingsgeschiedenis.
Immigratie en Taalverandering
Eupen vertoont mogelijk een voorbeeld van invloed van immigratie. Men zegt er ou voor al vóór dentaal. De dialecten van de bewoners van de Uiterweg te Aalsmeer, als afstammelingen van geïmmigreerde Doopsgezinden, vertonen eveneens bijzondere kenmerken. De kollisie in een nieuw inpolderingsgebied als de Zuiderzeepolders laat zien hoe ingrijpend de gevolgen van immigratie kunnen zijn.
De Tendens tot "Beter Spreken" en Taalverandering
Dialecten zijn onderhevig aan de tendance de parler mieux. Hypercorrecties en fausses regressions bewijzen dit. Zuivere dialecten bestaan niet; het idee van 'dialectverbastering' is inherent aan alle taal, ook aan dialecten. Dialecten zijn normale uitvloeisels van taalontwikkeling.
Culturele Overstroming en Dialectverlies
In het algemeen kan men aannemen dat het dialect door de cultuur overstroomd is. In de 17e eeuw kende Fijnaart nog de Brabantse ie voor i; daar is nu geen spoor meer van te bekennen. Versterkte vormen maken over het algemeen geen kans vanwege de vorm van de cultuurtaal. In de Meierij lijken de stijgende diftongen, de glottisexplosief, de sk, de suizende r, de delabialisering en de verkorting voor r allemaal op de terugtocht te zijn.
Relictgevallen en Betekenissfeer
In Tongeren bestaat de vocalisering van cht > t thans slechts in nachtegaal en houtspecht, wat duidt op relictgevallen. In oostelijk Noord-Brabant heeft een oud graaf ‘sloot’ zich tegenover een opdringend sloot op latere linies moeten terugtrekken. Er blijken daarnaast herhaaldelijk vormen uitgestraald te zijn, die eigen geweest moeten zijn aan de lagere volksmilieus.
Lees ook: Informatie over het Volleybal Jeugd Toernooi in Vaassen
Verspreiding van Dialectklanken en Vergissingen
Vaak verspreidt de dialectklank zich uit een zekere vergissing. Men neemt klanken over van mensen die men hoger aanslaat en heeft niet in de gaten dat die eigenlijk toch ook maar dialect spreken. Zo moet men verklaren dat in verscheiden Groningse plaatsen juist in de laatste tientallen jaren de sch door sk vervangen wordt. In bijzondere mate geldt dit voor België. Juist in kleinere Brabantse en Limburgse stadjes wint de h-loosheid veld, als gevolg van het opzien naar de Brabanders uit de grote steden, die h-loos zijn. In een deel van Belgisch-Limburg komt str < skr voor. Wie nu beschaafd wil spreken, zegt de tussenvorm sjr, omdat sk voor klinker hier normaal sj is geworden.
De Invloed van School en Onderwijs
De invloed van de school heeft men wel eens overdreven. In Antwerpen stelde Smout in 1898 vast, dat de Hollandse omgangstaal er vnl. via de school vorderingen maakte. Maar het feit dat de telwoorden vaak meer op de cultuurtaal lijken dan klankwettig te verwachten zou zijn, kan zeker een gevolg van het rekenonderwijs, doch ook van de handel zijn. Bovendien drijft de school, maar dan via de kameraadjes, ook wel eens in een andere richting dan de cultuurtaal.
Andere Invloeden: Pers, Media en Mobiliteit
Ook de courant, de pers, de radio, een ganse organisatie van allerlei mogelijke ontwikkelingscursussen, het ambtenarenapparaat, de vakverenigingen en de militaire dienst infiltreren de massa met cultuurtaal-materiaal. Daarbij doet de vooruitgang van het verkeer zijn duit in het zakje. Zeer markant tekent zich deze invloed af in de steden en stadjes, waar de bevolkingsgroep van leraren, artsen, officieren, kantoorbedienden en ambtenaren cultuurtaal importeert.
Steden als Taal- en Cultuurhaarden
Aan invloed van het ABN schreef Kloeke het feit toe dat in het Stadsfries de beide aa's samengevallen zijn, terwijl het Landfries nog skiep tegenover wetter en het Noordhollands skeip tegenover water uitspreekt. Jacob trof in Grave een meer ontwikkelde groep aan, welke, gesteund door de ambtenaren, het ABN cultiveert, als een ‘taal- en cultuurhaard’. De mededeling van Draaijer in 1896 dat het dialect van Deventer toen al danig geleden had, duidt op hetzelfde verschijnsel.
Lees ook: Padelclubs en toernooien Rijswijk
tags: #venloosch #alt #toernooi #geschiedenis