Voetbal, een sport met een rijke geschiedenis van zo'n 150 jaar, heeft in die tijd een opmerkelijke evolutie doorgemaakt. Van de beginjaren met keurige kostuums en diverse formaties, tot de moderne tijd met complexe systemen en een focus op mentaliteit en processen, is de tactiek een cruciaal onderdeel van het spel geworden. Tactiek, ooit gedefinieerd als de leer van oorlogsvoering, is nu een methode om een doel te bereiken.
De Vroege Jaren: Chaos en de W/M Formatie
In de beginperiode van het voetbal was er weinig structuur. Teams speelden met grote aantallen spelers, soms wel 40 tegen 40, wat resulteerde in een chaotisch kijkspel. Gelukkig werd dit in 1863 gestandaardiseerd naar 11 tegen 11. Echter, de posities op het veld waren nog niet duidelijk gedefinieerd. Iedereen liep door elkaar en was verantwoordelijk voor alles wat hij tegenkwam, een voorloper van het stevige Engelse voetbal.
Na verloop van tijd ontstonden er systemen. Het bekendste systeem uit het verleden is de W/M formatie, een aanvallende opstelling met vijf verdedigers en vijf aanvallers. De letters W en M beschrijven de posities op het veld, met de 'uiteinden' van de letters als de posities van de spelers. Deze formatie leidde tot spectaculaire wedstrijden met hoge scores.
De Opkomst van Defensieve Tactieken: Catenaccio
Als reactie op de aanvallende W/M formatie kwam vanuit Italië het Catenaccio, een extreem verdedigend systeem. Catenaccio betekent 'grendel' en is gebaseerd op het neutraliseren van de aanvallers van de tegenpartij. Helenio Herrera, de Argentijnse trainer van Internazionale, werd wereldberoemd met dit systeem en won er grote prijzen mee.
Revolutie: Totaalvoetbal en het 4-3-3 Systeem
In 1966 werd het Engelse nationale elftal wereldkampioen met het 4-2-4 systeem. Kort daarna volgde een revolutie met het 4-3-3 systeem, bedacht door Rinus Michels en perfect uitgevoerd door Johan Cruijff. Dit was het Totaalvoetbal, waarbij spelers flexibel waren en van positie konden wisselen.
Lees ook: Leer, Linkshandig Honkbalhandschoen Kiezen
Reactie: Het 4-4-2 Systeem en Variaties
Als antwoord op het Totaalvoetbal werd het 4-4-2 systeem bedacht, met diverse ruiten op het middenveld. Bijnamen voor verdedigende spelers op het middenveld, zoals "de stofzuiger", ontstonden in die tijd.
Het Moderne Voetbal: Hoge Druk en Halfspaces
In het moderne voetbal ligt de nadruk op hoge druk, mindset, en het proces waar de groep zich in bevindt. Spelers moeten zich meer focussen op de wedstrijd en proberen zoveel mogelijk in de halfspaces te spelen. Ze moeten de juiste looplijnen hanteren, tussen of onder de linies doorspelen, en veel beter scannen. Het spelen met een dubbele zes die veel progressieve passes geeft, is ook modern.
De Rol van de Trainer: Guardiola, Mourinho en de Amateurtrainer
Moeten amateurtrainers al deze termen wel gebruiken om hun tactiek meer gewicht te geven? Begrijpen de spelers dan hoe geweldig je bent en dat je eigenlijk niets onderdoet voor Guardiola, Mourinho, Ancelotti, Slot en noem maar op. Er is in de loop der jaren zoveel bedacht op voetbaltactisch gebied dat het onduidelijker werd hoe men nu eigenlijk wil voetballen. Veel trainers die zichzelf de beste aller tijden vonden en vinden, kwamen met revolutionaire systemen en systeemvariaties op de proppen.
Systemen en Veldbezetting: Een Verschil
Er is in de loop der jaren zoveel bedacht op voetbaltactisch gebied dat het onduidelijker werd hoe men nu eigenlijk wil voetballen .Veel trainers die zichzelf de beste aller tijden vonden en vinden, kwamen met revolutionaire systemen en systeemvariaties op de proppen. 5-3-2, ook wel het Louis van Gaal-systeem van het WK van 2014 genoemd. Wat grote onzin is, want Ronald Koeman had dat als trainer van Feyenoord natuurlijk al veel eerder bedacht. En dat maakte het voor Louis weer eenvoudiger om te kopiëren, excuus: om tijdelijk te lenen. Co Adriaanse bedacht het 4-3-2-1, ook wel het kerstboom-systeem. en het was zeer succesvol met een promotie met FC Den Haag. Het 1-2-3-4 systeem is nog niet volledig ontwikkeld. Maar bij TNO zijn ze er druk mee bezig. Er zijn talloze ingewikkelde spelsystemen bedacht. En dan vergeet ik zelfs nog het 9-1 systeem van Dik Bruynesteyn. Die stuurde in zijn Appie Happie-stripverhalen nog wel eens negen verdedigers en Appie als enige spits het veld in.. Kortom, we hebben nog steeds niet het ideale systeem gevonden, waarmee we elke tegenstander kunnen verslaan.
De discussies laaien op en de vragen nemen toe. Als het gaat om de systemen - waar heel Nederland zich momenteel over buigt - waar moet je dan voor kiezen. Laat ik beginnen dat ik altijd spreek van een veldbezetting en nooit over een systeem. Een veldbezetting is de keuze zoals je spelers op het veld zet en die dan binnen deze veldbezetting de juiste keuzes dienen te maken aan de bal en zonder de bal. Bij een systeem denk ik altijd aan IOS of Microsoft. Je drukt op knop A en dan doet hij altijd hetzelfde, je krijgt een A. Al zouden we als trainers graag willen dat spelers dit ook zo zouden uitvoeren, dan waren ze precies goed geprogrammeerd of getraind.
Lees ook: Van spelers tot rugnummers: een voetbaloverzicht
De Hollandse School en Moderne Variaties
De Hollandse school is spelen in 1:4:3:3, daarin kozen we altijd voor een rechtsbuiten en een linksbuiten, speelden onze backs altijd links- en rechtsback en kwamen maar sporadisch over de middenlijn of op de achterlijn. In het huidige moderne voetbal zijn we de rechts- en linksbuiten gaan omwisselen en wilden we graag dat ze naar binnen gingen voetballen, zodat we met de moderne backs een overtal gingen creëren op de zijkanten van het veld. Dit kon ook omdat we in Nederland ook vaak kiezen voor een middenveld met een nummer 10 of met de punt naar voren spelende speler. Hierdoor komt er ruimte om een rechts- of linksbuiten naar binnen te laten komen en hadden we een extra keuze buitenom of binnendoor. Veel tegenstanders hadden hier zichtbaar moeite me. Robben, Berghuis, Depay en Malen zijn spelers die dit goed kunnen uitvoeren en beschikken over voldoende dribbelvaardigheden en een prima trap op de goal. Hierdoor krijgen we ruimte voor meevoetballende backs die de achterlijn moeten gaan halen en moeten beschikken over een groot loop- en uithoudingsvermogen. Voorbeelden zijn Wijndal, Dumfries, Blind en Timber, die zowel verdedigend als aanvallend mee kunnen doen en ook goed zijn in de omschakeling naar verdedigen toe.
1:4:3:3: Voordelen en Nadelen
‘Bij een systeem denk ik altijd aan IOS of Microsoft. 1. 2. De buitenspeler gaat veel te snel naar binnen waardoor de tegenstander weet dat ze in de as kunnen gaan doordekken en de ruimtes daar al kleiner maken. Deze veldbezetting zorgt er ook nog eens voor dat je vaak nog met twee verdedigers centraal staat tegen vaak één of soms twee spitsen en veel ruimte op de zijkanten. Nederland Onder 21 weet hier alles van, tegen Duitsland werd na dertig seconden gescoord omdat de ruimte aan de rechterkant van Nederland benut werd voor de counter. Conclusie van 1:4:3:3 is toch vooral dat de counters van de tegenstander super gevaarlijk zijn en dat Nederland vaak in een ondertal komt te spelen verdedigend. Aanvallend vraagt het veel afstemming onderling en kan het spel zeker zolang de tegenstander de bus parkeert erg saai zijn omdat je geen balverlies wil leiden.
1:3:5:2: Een Alternatief
1:3:5:2 aanvallend of ook wel 1:5:3:2 verdedigend is in het huidige moderne voetbal een veldbezetting die meer mogelijkheden heeft dan het moderne 1:4:3:3 met opkomende backs. Het begint altijd met de uitvoering van spelers, dat is in iedere veldbezetting essentieel. Tegen sterke landen kan je kiezen om vanuit een verdedigende strategie (1:5:3:2) je keuze te maken, dan zijn de buitenste spelers op het veld een links- en rechtsback en speel je met 3 centrale verdedigers. Dan wil je in de omschakeling graag gebruik maken van een creatieve middenvelder als Frenkie de Jong die vooruit denkt en speelt, en twee spitsen die naast balvast ook een individuele actie op snelheid kunnen maken, Malen en Depay kunnen dat beide. Dan heb je altijd voldoende spelers achter de bal en kun je met Wijnaldum van box-tot-box spelen om bij te sluiten op de spitsen. Dit vraagt compactheid op eigen helft en vraagt erom de as zo goed mogelijk dicht te houden. Wat inhoud dat Wijndal/Van Aanholt en Dumfries de pass naar de as er ook zoveel mogelijk uit halen om te voorkomen dat - zoals dat tegen Schotland gebeurde - de bal te makkelijk naar de as werd gespeeld en daardoor er teveel ruimte in de as ontstond. Als dit gebeurd is het zaak om ervoor te zorgen dat de buitenste centrale verdedigers, Blind en Timber, uitstappen om de druk op de balbezittende speler te vergroten en de tegenstander terug te dringen naar eigen helft. Nederland zal dit toernooi starten in 1:5:3:2, met Wijndal/Van Aanholt en Dumfries als buitenste aanvallende backs spelen.
Creativiteit en Aanvallend Voetbal
Zoals ik eerder beschreef moest er vroeger tussen een back en buitenspeler afstemming komen, nu spelen deze heren daar alleen op de rechter- en linkerkant. Drie centrale verdedigers tegen één spits, dan zou je zeggen dat twee centrale spelers voldoende is om dan toch met buitenspelers te gaan spelen. Voordeel met drie centrale verdedigers is dat je tegen één spits en snel opkomende spelers in de counter een centrale verdediger naar de zijkant kan laten overkomen om daar de ruimte dicht te lopen. Hierdoor kun je de counter makkelijk verijdelen en heb je ook weer snel balbezit. Tegen landen waar Nederland relatief makkelijk van zou moeten winnen is het zaak dat de creativiteit vanaf de zijkanten komt. Depay rechts en Berghuis links (mag andersom ook) met Luuk de Jong en Wout Weghorst in de punt. Dan kun je met Wijnaldum en Klaasen daar vlak achter spelen en Frenkie de Jong als spelverdeler met de punt naar achter steeds het spel van rechts naar links verplaatsen en andersom. Dit zorgt er dan voor dat je veel creativiteit hebt op de vleugels, veel voorzetten kan geven en twee sterke koppers in de as hebt staan om de tegenstander constant onder druk te houden. Een voorzet vanaf de zijkant zorgt ervoor dat er snel een ongeorganiseerde situatie ontstaat bij de tegenstander voor het doel. Als Klaasen of Wijnaldum om beurten erbij komen heb je steeds drie spelers voor het doel en kun je met De Jong erbij steeds ook de afvallende bal oppakken. In de zestienmeter willen we altijd kort dekken en met snelle voorzetten gaan verdedigers ook vaker naar de bal kijken dan naar de directe tegenstander, hier kan Nederland eenvoudig makkelijk van profiteren. Ik zie dus veel kansen en mogelijkheden voor het Nederlands elftal om in de groepsfase te kiezen voor aanvallend en creatief voetbal vanaf de zijkanten om zodoende alvast in het toernooi te groeien.
Posities en Hun Verantwoordelijkheden
Tijdens een wedstrijd speelt een voetbalteam met elf spelers. Elke speler staat op zijn eigen positie. Dat betekent dus dat er in het veld elf verschillende posities zijn. Elk met zijn eigen verantwoordelijkheden. Tel daarbij op dat teams in verschillende systemen kunnen spelen en het is duidelijk dat het verschil in taken tussen de posities erg divers is. In dit artikel worden er een aantal posities uitgelicht.
Lees ook: "Links Rechts": Het verhaal achter de Snollebollekes-hit
De Keeper
De meest unieke positie in het voetbal is die van de keeper. Deze is met geen enkele andere positie te vergelijken. Het meest voor de hand liggende verschil is dat de keeper de enige speler is die de bal met zijn handen mag pakken. De primaire taak van een keeper is daarmee het tegenhouden van de ballen die op doel worden geschoten. Dat maakt de rol van de keeper zo specifiek. Naast de hand-oog coördinatie zijn er nog meerdere andere aspecten van belang.
De Centrale Verdediger
Grofweg bestaat een formatie in het voetbal uit drie linies: de aanval, het middenveld en de verdediging. In die verdeling is de keeper niet meegenomen. Het aantal posities dat in de verdediging staat is meestal drie tot vijf. Als een verdediger in de as van het veld staat, wordt hij een centrale verdediger genoemd. Cruciaal voor een centrale verdediger is om het gevaar te voorkomen voordat het ontstaat. De centrale verdedigers zijn als het ware het laatste slot op de deur voor de keeper. Worden deze speler uitgespeeld, dan licht vaak de weg naar het doel open. Daarnaast spelen de centrale verdedigers een belangrijke rol in de opbouw. De tegenstander wacht meestal totdat er een back wordt ingespeeld, kantelt vervolgens heel snel naar de balkant en zet alles vast. Tegen een tegenstander die dat druk zetten goed beheerst, is het lastig opbouwen, zeker via de zijkanten. Voor een centrale verdediger betekent dit gegeven nog iets anders. Je zult je goed moeten afvragen wat het gevolg is als je bijvoorbeeld een back inspeelt. Kan de back daadwerkelijk iets met de door de centrale verdediger ingespeelde bal, of komt hij in de problemen? Dus ook hier maakt hij weer een inschatting. Als een back geen vervolg kan geven, moet centrale verdediger hem niet inspelen.
De Middenvelder
Een middenvelder is een speler op de posities tussen de verdediging en de aanval in. Daarmee is hij als het ware de verbinding tussen deze twee linies. Dat betekent ook dat deze spelers zowel in het verdedigen als in het aanvallen bedreven moeten zijn. Denk daarbij bijvoorbeeld aan Frenkie de Jong. Zijn spel kenmerkt zich door dribbels als hij in balbezit is, maar ook verdedigend is hij van waarde met zijn tackles. Een middenvelder moet dus veel verschillende vaardigheden beheersen. In het hedendaagse voetbal verdedigen teams steeds meer vanuit de zone. Dat betekent dat de middenvelder, tijdens het verdedigen, mee moet bewegen met de bal. Daarbij gebruikt hij de positie van de bal, de positie van zijn medespelers en tot slot de positie van de tegenstanders als referenties. Tijdens het aanvallen is de afstemming tussen de middenvelders onderling en de aanvallers van groot belang. Wanneer de een naar de bal toe beweegt, sprint de ander juist in de diepte. Op die manier wordt de tegenstander continu voor keuzes gezet.
De Buitenspeler
Buitenspelers zijn spelers die veelal tot de verbeelding spreken. Ze vallen onder meer op door hun individuele actie. Daarmee zijn ze in staat om tegenstanders voorbij te spelen, waardoor er elders op het veld ruimte ontstaat. Met deze vaardigheid kunnen ze in staat zijn om wedstrijden te beslissen. Maar met alleen een individuele actie ben je er als buitenspeler niet. In het hedendaagse voetbal zijn er ook andere kwaliteiten die belangrijk zijn voor deze positie. Voorwaarden creëren is van groot belang. Een buitenspeler moet ervoor zorgen dat door een gerichte loopactie het team kan doorvoetballen. Dan moeten natuurlijk in dat geval ook de 6, 8 en 10 op het goede moment eronder komen zodat de buitenspeler voldoende afspeelmogelijkheden heb én moet de back over de buitenspeler heen gaan voor nog een extra afspeeloptie.
De Spits
In het voetbal is de positie van de spits de speler die in het midden van de aanval staat. Doordat hij in de as van het veld staat én dat hij onderdeel is van de voorste linie, bevindt hij zich vaak het dichtst bij het doel van de tegenstander. Daardoor zal hij het vaakst in scoringspositie komen. Het maken van doelpunten is dus ook een belangrijk taak van een spits. Echter, het maken van doelpunten is slechts een onderdeel. Een spits speelt ook een belangrijke rol in de opbouw. Tijdens het opbouwen is het maken van contact belangrijk. Contact met de medespelers, maar ook met de tegenstander. Tijdens het opbouwen, probeert een spits tussen of net achter de beide centrale verdedigers op te stellen en zich eigenlijk wat te verstoppen. Want door net achter de verdedigers te gaan staan, kunnen ze de spits niet goed zien. Vaak hebben centrale verdedigers daar moeite mee.
Backs: Traditioneel vs. Modern
In de meest gebruikte systemen wordt er gespeeld met een verdediging dat bestaat uit 4 spelers. Dat zien we terug in de volgende opstellingen:
- 4-3-3
- 4-2-3-1
- 4-4-2
Voor dit stuk gaan we uit van een verdediging bestaande uit 4 spelers. De 2 centrale verdedigers zijn verantwoordelijk voor het oppakken van de spits(en) van de tegenstander. Daarnaast moeten zij zorgen voor rugdekking, aan elkaar en de zijkanten. Hier staan de twee waar we het over gaan hebben: De rechtsback en de linksback In recente stukken maakte ik een vergelijking tussen de traditionele back en de wing back. Ook schreef ik ook over het druk zetten van back op back. Tijd dus om wat meer over deze posities te vertellen. Als verdedigers zijn backs in eerste instantie verantwoordelijk voor het afstoppen van de aanvallers van de tegenpartij. Wanneer backs een directe tegenstander hebben in de vorm van een buitenspeler, is de verdedigende taak simpel. Voorkomen dat de buitenspeler gevaarlijk kan worden. Backs moeten daarom goed zijn in de 1 tegen 1. Zij dienen de schijnbewegingen van buitenspelers te doorzien door goed naar de bal te blijven kijken. De snelheid die zij nodig hebben tegen buitenspelers komt ook aanvallend goed van pas. Omdat er tegenwoordig minder met echte buitenspelers wordt gespeeld, hebben backs nog meer tactisch vermogen nodig om de positie goed uit te kunnen voeren. Zij moeten zich aan kunnen passen wanneer zij tegenstanders treffen die spelen in andere systemen. Hoe moet er bijvoorbeeld worden verdedigd tegen twee spitsen, en open zijkanten?
Knijpen
Een belangrijke taak van de backs is het naar binnen knijpen bij balbezit tegenstander. Is de bal aan de linkerkant, dan kan de rechtsback de directe tegenstander loslaten. En andersom. Buitenspelers zullen het veld breed moeten houden, maar de kans is niet groot dat zij vanuit een opening worden bereikt. De focus ligt op dat moment op het collectief kantelen naar de kant van de bal. Backs moeten knijpen in de richting van het centrum, om daar de ruimte tussen hen en het centrale duo te verkleinen. Dit voorkomt dat tegenstanders met een diepgaande loopactie kunnen profiteren. Is de ruimte tussen back en centrum te groot, dan zoeken buitenspelers en lopende middenvelders een kans om daarin te duiken. Door positioneel goed te staan kan dit voorkomen worden. Vergeet een back ook maar even deze taak, dan is er een kans dat de tegenpartij toeslaat.
Modern
In veel gevallen zien we backs vandaag de dag heel aanvallend spelen. Teams willen compact voetballen, en doen dat zowel tijdens het aanvallen als verdedigen. Backs zijn tegenwoordig multifunctionele spelers. Voorheen bestond de positie vooral uit het verdedigen van buitenspelers. Het was om die reden een positie die ik absoluut niet zag zitten. In mijn tijd was het opkomen van een back niet logisch met een traditionele, snelle buitenspelers op het veld. Daarnaast was het veld vaak net te lang om die afstanden af te leggen en gevaarlijk te kunnen worden. Zoals backs vandaag spelen lijkt de positie heerlijk om uit te voeren. Er wordt tactisch meer gevraagd, maar naast het verdedigende aspect kunnen backs veel meer toevoegen aan een elftal. Backs die sterk zijn in het kiezen van het moment om aan te vallen, zijn heel lastig te verdedigen. Hoe langer een back kan wachten met de loopactie, hoe beter. Timing is alles. Dan ligt er zoveel ruimte, dat het niet gek is dat zij steeds belangrijker worden in het voetbal.
De Realiteit van het Amateurvoetbal
Kernpunt is dan ook de kwaliteit van de spelers die je als trainer/coach tot je beschikking hebt. Ook in het amateurvoetbal ben je bij elk tactisch verhaal enorm afhankelijk van je beschikbare spelers. Is er geen kwaliteit in je groep, dan kun je elke tactiek wel overboord gooien. Kameraadschap, werklust en spelplezier zijn enorm belangrijk in een team. Willen de spelers alles voor elkaar doen? Is de strijdlust aanwezig? Kunnen ze met tegenslagen omgaan? Zijn ze bereid om elke week te komen trainen en schrijven ze niet af bij elke verjaardag van een of andere schoonmoeder of als de cavia een loopneus heeft? Zijn er leiders in je groep die de spelers de weg wijzen, vooral in mindere tijden?
Mijn persoonlijke ervaring was dan ook in al die jaren dat als je een aantal spelers hebt lopen met iets meer kwaliteit, je heel ver kunt komen als je er bovendien nog een team van kunt maken. Met andere woorden als iedereen voor elkaar knokt, plezier heeft in het spelletje en goed met elkaar om gaat, dan wordt het misschien nog wat. Het bekende balletje binnenkant paal. Geluk moet je afdwingen is een veel gehoorde kreet. Teambuilding is ook een wezenlijk onderdeel geworden in het amateurvoetbal. Trainingskampen in het buitenland, presentatie kleding, verplicht een uurtje blijven na de wedstrijd. In tegenstelling daarop vroeg een collega trainer mij ooit naar zijn naderende tegenstander of de linker centrale verdediger links of rechts benig was, waarop ik maar antwoordde dat hij geen van beide was. Vroeger had Coen Moulijn een stijf linkerbeen, maar hij speelde iedereen dol. Maak het voetbal niet te tactisch op amateurniveau, zorg ervoor dat je elftal keihard werkt, zodat de supporters van je cluppie genieten van de strijdlust. Mocht je onverhoopt verliezen dan zijn ze wel getuige geweest van een hard werkend team dat zijn favoriete vereniging vertegenwoordigt en waar zij na een week hard werken naar gaan kijken, Minder kritiek na een tegenvallend resultaat is dan geboren en dat scheelt een slok op een borrel.