Traptechniek Voetbal Oefeningen: Uitleg en Verbetering

Als voetballer is een goede traptechniek essentieel. Het stelt je in staat om de bal effectief over afstanden te verplaatsen, kansen te creëren en doelpunten te scoren. Hoewel sommige spelers van nature een krachtige trap hebben, kan iedereen zijn of haar traptechniek verbeteren door gerichte training en oefening. Dit artikel biedt een uitgebreide uitleg van traptechnieken en oefeningen om je te helpen je spel te verbeteren.

Het Belang van Traptechniek

Bij voetbal is de bal een afstand laten verplaatsen een essentieel onderdeel van het spel. Dribbelen is leuk, maar een speler met een goede voetbal traptechniek kan langere afstanden afleggen en is dus een stuk effectiever. Ook bij het maken van een doelpunt is het hebben van kennis van goede traptechnieken bij voetbal van groot belang. En als je deze kennis hebt, dan kun je traptechniek voetbal oefeningen uitvoeren om jezelf nog verder te verbeteren!

De Basis van een Krachtige Trap

Sommige spelers hebben van nature een prachtige trap en kunnen een bal over 70 meter makkelijk op iemands borstkas leggen, terwijl andere voetballers al moeite hebben met een bal over 40 meter. Het is belangrijk om voldoende kracht in je benen te hebben om een bal hard en gericht te kunnen trappen. Los van de natuurlijke kracht die je in je benen hebt, kun je ook extra kracht ontwikkelen door regelmatig te trainen. Er bestaan verschillende manieren om meer kracht te ontwikkelen in je benen.

  1. Correcte Lichaamshouding: Hoe beter je traptechniek is, hoe makkelijker en harder je een bal kunt schieten. Het is belangrijk dat je in de juiste lichaamshouding staat als je een bal schiet. Trap bijvoorbeeld altijd met je wreef, beweeg je armen goed mee, neem een lichte schuine aanloop, zet je standbeen goed naast de bal en zwaai het been waarmee je schiet goed door.
  2. Oefening Baart Kunst: Je moet uren, dagen, weken, maanden oefenen voordat je een bepaald resultaat kunt behalen. Ook een bal harder schieten kan soms lang duren voordat je het onder de knie hebt, maar het is het zeker waard. Zorg er dus voor dat je gewoon vaker op dit onderdeel gaat trainen door elke dag te oefenen.
  3. De Aanloop: Om een bal met je maximale kracht te kunnen trappen, moet je zorgen dat je een goede aanloop neemt. Je stappen moeten precies uitkomen zodat je bij het schot in de perfecte positie staat om de bal hard en gericht te trappen. Zorg dat je hier goed op traint en leer jezelf een aanloop aan die voor jou comfortabel voelt. Vaak zijn vier of vijf stappen voldoende.
  4. Beenspieren Versterken: Hoe sterkere bovenbenen, hoe meer kracht je kunt meegeven in je schot. Alhoewel een bal uiteraard niet veel weegt, kan het zeker wel bijdragen aan je schotkracht. Met VL Membership ontvang je elke maand positie-specifieke trainingsschema's waarin je ook veel oefent op afronden. Dit kan enorm bijdragen aan je schotkracht en helpt je om jezelf positie-specifiek te ontwikkelen. Kijk hieronder voor meer informatie.

Er is maar één manier om beter te worden in trappen: oefenen.

Verschillende Traptechnieken

Iedere voetballer heeft een eigen soort schot. Roberto Carlos heeft z’n buitenkant links, Messi is meer van het schieten met de binnenkant en een speler zoals Diego Forlan kan juist een heerlijke zwabberbal schieten. Al deze spelers hebben jaren geoefend en op deze manier een eigen karakteristieke trap ontwikkeld. Nou ben jij (met alle respect) niet zo goed als Roberto Carlos, Diego Forlan en al helemaal niet zo goed als Messi. Maar ook jij kan een eigen traptechniek ontwikkelen, je moet alleen even weten hoe. Een goede voetballer kan natuurlijk op al deze manieren een bal schieten. Maar een echte specialist focust zich op één van deze technieken en perfectioneert dit tot het uiterste.

Lees ook: Passie en Kritiek NAC Breda Ultras

De Binnenkant Voet

De binnenkant voet is een veel voorkomende manier van schieten en wordt door de meeste voetballers gebruikt om de bal goed te plaatsen. Door de voet naar buiten te draaien en de binnenkant van de wreef tegen de bal te plaatsen plaats je de bal precies waar jij wilt. Het is mogelijk om hard te schieten met de binnenkant van de voet, maar dit vergt veel oefenwerk. Spelers zoals Hakim Ziyech en Lionel Messi zijn hier meesters in.

De Wreef

Vol uithalen met de wreef en de bal in de verre hoek zien verdwijnen. Voor veel voetballers is dit het ultieme doelpunt. Spelers zoals Steven Gerrard en Erling Haland zijn meesters met het schieten met de wreef en hebben hier veel goals mee gescoord. Door je voet schuin te plaatsen kan je een langer zwaai maken met je been en de bal op het hardere gedeelte van je voet raken. Door de bal te raken met de wreef krijgt de bal veel vaart mee en kan grotere afstanden overbruggen.

De Buitenkant Voet

Een weinig voorkomende manier van schieten, maar als het lukt wel ontzettend mooi. Ricardo Quaresma werd wereldberoemd door zijn vele goals die hij maakte met buitenkant voet. Omdat de meeste voetballers gewend zijn met de binnenkant of wreef te schieten voelt het schieten met de buitenkant vaak onnatuurlijk aan. Ook is het lastig om de bal goed te kunnen plaatsen of echt goed vaart mee te kunnen geven.

De Zwabberbal

Nog een weinig voorkomende traptechniek bij voetbal, maar wel heel effectieve, is de zwabberbal. Een zwabberbal ontstaat als de wind aan één kant van de bal ‘wegvalt’ waardoor de bal onderweg een soort beweging meekrijgt. Deze traptechniek wordt vaak gebruikt om de bal over de keeper heen te stiften of om de bal over de verdediging te leggen. Door de voet kort en snel onder de bal te schoffelen wordt de bal omhoog gewipt.

Traptechniek Voetbal Oefeningen

Hieronder volgen enkele oefeningen om je traptechniek te verbeteren.

Lees ook: Kleding en benodigdheden Uganda

Nauwkeurigheidsoefening met een Muur

Gebruik twee pionnen en kies een muur waar je gerust een bal tegenaan kunt trappen. Je kunt deze oefeningen ook samen met iemand doen.

  1. Passen over de Grond: Zet twee pionnen zo'n 3 tot 4 meter uit elkaar naast de muur. Dat lijkt ver uit elkaar. Trap de bal met de techniek voor de pass over de grond en mik op de ruimte tussen de twee pionnen. Zorg ervoor dat de bal nadat hij de muur raakt weer bij jou terechtkomt. Merk je dat het steeds beter gaat met je nauwkeurigheid en balbeheersing, zet de pionnen dan steeds wat dichter bij elkaar. Je einddoel is een ruimte van 30 tot 60 centimeter tussen de twee pionnen.
  2. Hoge Ballen: Ga op 14 tot 18 meter van de muur vandaan staan. Speel je samen met iemand anders, laat de ander dan 18 tot 28 meter bij je vandaan staan. Trap de bal volgens de hoge-bal-techniek en richt hem daarbij op het stuk muur tussen de twee pionnen. Zorg ervoor dat de bal nadat hij de muur raakt weer bij jou terechtkomt. Merk je dat het steeds beter gaat met je nauwkeurigheid en balbeheersing, zet dan steeds de pionnen wat dichter bij elkaar. Je einddoel is een ruimte van 30 tot 60 centimeter tussen de twee pionnen.

Schieten op Doel

Voor deze oefening gebruik je het liefst een doel. Ga op 7 tot 9 meter van het doel af staan. Ren op de bal af en trap hem met de technieken voor het schot op doel, waarbij je de bal in een van de vier hoeken van het doel probeert te krijgen. Oefen zowel met je linker- als rechtervoet. Merk je dat het steeds beter gaat met je nauwkeurigheid en balbeheersing, ga dan steeds wat verder van het doel af staan.

Heb je deze traptechnieken eenmaal onder de knie, bekijk dan geavanceerde trapbewegingen en schoten.

Pass- en Trapvormen

Traptechnieken zijn in het voetbal in ieder geval belangrijk voor het verbeteren van je spel. Pass- en trapvormen zijn er in alle soorten en maten. De traditionele manier om een passoefening aan te bieden, is met spelers op diverse plekken en een vast patroon. Maar er zijn ook allerlei variaties mogelijk, onder meer met nadruk op kijkgedrag, vrijheid in keuzes en zelfs met weerstand van tegenstanders. In dit artikel bespreken we verschillende pass- en trapvormen die je als trainer kunt gebruiken bij je team.

Traditionele Passoefeningen

Bij een pass- en trapvorm denk je waarschijnlijk in eerste instantie aan een geïsoleerde vorm met een vast patroon. De bal gaat van A via B en C naar D en spelers lopen vervolgens door naar het volgende station om een andere handeling uit te voeren.

Lees ook: Steun het Nederlands Elftal met stijl

Onderstaande passoefening - uit de tijd dat Julian Nagelsmann nog trainer was bij Hoffenheim - is heel simpel. Inspelen, kaatsen, doorspelen. De ontvangende speler vraagt de bal aan de ene kant van de stokken en neemt de bal mee naar de andere kant van de stokken. Daarna begint het patroon opnieuw. Na een paar minuten wisselen de spelers aan de zijkanten van plek met de spelers in het midden.

In onderstaande pass- en trapvorm van AZ Onder 18 staat de wisselwerking tussen de middenvelders centraal. Zij moeten steeds zo positie kiezen dat ze de bal kunnen laten vallen en direct kunnen doorspelen. Belangrijk daarbij zijn lichaamshouding en de timing van vrijlopen of ruimte maken.

Wat de passoefening hieronder speciaal maakt, is de wisselwerking tussen de twee spelers linksboven in de tekening. De een komt in de bal, de centrale speler maakt juist een omloopactie om de bal in de loop te ontvangen.

Weerstand Inbouwen

Een manier om pass- en trapvormen moeilijker te maken, is door weerstand in te bouwen. Dat hoeft niet per definitie met tegenstanders te zijn, maar kan ook bijvoorbeeld met mannequins. Zie onderstaande vorm, waarin spelers moeten zorgen dat de bal de mannequins niet raakt.

Bondscoach Louis van Gaal voegt in de pass- en trapvorm hieronder weerstand toe met één verdediger. Die mag de bal onderscheppen, dus moet de passer niet alleen op de uitvoering letten, maar ook informatie verzamelen en een keuze maken.

In onderstaande oefening van Maurizio Sarri in zijn tijd bij Napoli heeft het aanvallende team te maken met passieve weerstand. Verder proberen zij vooral wedstrijdechte patronen zo goed mogelijk uit te voeren. Dit leidt tot een aanval richting doel, inclusief afwerken.

Passoefening met Kijkgedrag

In pass- en trapoefeningen kan ook het kijkgedrag extra aandacht krijgen. Dat wil zeggen dat een speler op de juiste momenten om zich heen kijkt om te zien waar een tegenstander zich bevindt, hoe medespelers vrijlopen of waar de ruimte ligt.

Een goed voorbeeld is de passvorm hieronder. De speler die de bal ontvangt, moet zich zowel links als rechts bewust zijn van druk van een tegenstander. Blijven beide tegenstanders staan, dan kan zij opendraaien naar een kant naar keuze. Zet één tegenstander druk, dan draait zij naar de andere kant. Zetten ze beiden druk, dan kaatst ze de bal op de speler die haar inspeelde. Zo komt veel passen en trappen aan bod, maar ook kijkgedrag en keuzes maken.

Een ander voorbeeld van een pass- en trapvorm gericht op kijkgedrag is onderstaande passoefening van Unai Emery in zijn tijd bij Paris Saint-Germain. Om het vak staan vier doeltjes, allen met een andere kleur. Op basis van de coachopmerkingen van de trainer of van teamgenoten zoekt een speler een bepaald doeltje op.

Nog een voorbeeld van een passoefening met kijkgedrag. De speler die de bal krijgt ingespeeld, kijkt om, zodat hij of zij kan zien aan welke kant de tegenstander drukzet.

tags: #traptechniek #voetbal #oefeningen #uitleg