Tips voor Volleybal Blokken: Beheers de Kunst van de Verdediging

In de dynamische wereld van volleybal is de blokkering een cruciale vaardigheid die het verschil kan maken tussen winst en verlies. Het is de eerste verdedigingslinie en een essentieel onderdeel van elke succesvolle teamstrategie. Dit artikel biedt een uitgebreide gids over volleybal blokken, met tips en strategieën om je spel te verbeteren, variërend van basistechnieken tot geavanceerde systemen.

De Basis van Blokkeren

Blokkeren is de eerste verdediging bij de aanval van de tegenpartij. Het doel van de blokkering is om het de aanvaller van de tegenstander zo lastig mogelijk te maken om direct te scoren. Het mooiste is als de aanvaller geen kant meer op kan, in het blok slaat en de bal gelijk op de grond ligt, maar een blokkering staat er ook vooral om het de veldverdedigers eenvoudiger te maken. Het blok dekt een deel van het achterveld af, waardoor de kans klein is dat de bal daar terecht zal komen.

Essentiële Technische Aspecten

Er bestaat geen ideale techniek voor de blokkering. De nieuwste inzichten zijn anders: een beweging moet draaien om de uitkomst ervan, niet om de beweging zelf. Het doel staat voorop en kan op meerdere manieren behaald worden.

  • Timing: Als je een goed blok wilt zetten, zul je als blokkeerder moeten hangen voordat er geslagen wordt. Dit betekent dus ook dat de blokkeerder eerder moet springen dan de aanvaller.
  • Handpositie: Schouders worden vaak evenwijdig aan het net gehouden en de handen blijven rond schouderhoogte.
  • Afzet: Bij de afzet zie je dat spelers hun voeten loodrecht op het net plaatsen, met hun knieën een hoek van ongeveer 90 graden maken en de buikspieren goed aanspannen. Om de afzet te ondersteunen kunnen de handen nog iets naar beneden zakken. Na de afzet, wil je het liefst dat je als blokkeerder balcontact maakt. Om een netfout te voorkomen is het verstandig om je armen na het balcontact naar achteren te bewegen.

Veelvoorkomende Fouten en Oplossingen

  1. Tegen het net vliegen na het slaan: Dit komt doordat de middenblokkeerder niet voldoende afstand heeft overbrugd om aan te sluiten bij de buitenblokkeerder. Om dit af te leren is het van belang om de verplaatsing beter onder de knie te krijgen en te oefenen om de balbaan te onderbreken door de armen juist in de tegenovergestelde richting te plaatsen (haaks op de balbaan).
  2. Te ver van het net afblijven: Hierbij worden de armen niet naar voren over het net geplaatst. Gevolg is bijna altijd dat de geslagen bal gescoord wordt doordat de bal tussen de handen en net naar beneden valt. De kunst bij het blokken is om de bal al tegen te houden op het veld van de tegenstander. Ook hier moet gewerkt worden aan het verbeteren van de opsprong waarbij de buikspieren weer maximaal worden aangespannen. Hierbij moet je letten op het zetten van de handen over het net.
  3. De "Broer Konijn" houding: De “broer konijn” houding ontstaat als bij de bloksprong het hoofd tussen de bovenarmen geplaatst wordt. Dan krijg je de onderarmen en de handen als oren langs het hoofd. Het hoofd is dan ook teveel naar voren gebogen en de ogen gericht naar het net cq grond. Blokkeren wordt dan een gelukstreffer.

Trainingsoefeningen voor Blokkeren

  • Eén-hands blok: Gebruik alleen je buitenste hand bij een aangeslagen bal van de aanvaller. De aanvaller staat op een verhoging (bijvoorbeeld een springkast) en creëert een succesbeleving bij de blokkering. De blokkeerder zet de lijn rechtdoor dicht en let alleen op het eigen moment van springen. Zorg ervoor dat de hand voor de bal hangt voordat deze wordt geslagen.
  • Twee-hands blok: Na de oefening met één hand wordt de tweede hand erbij betrokken. De uitgangshouding is met de handen ter hoogte van de oren en niet te ver boven het hoofd. Bij het springen houdt de speler de spanning op de core en schouders.
  • Verplaatsingsoefening: De voet aan de kant waar de blokkeerder heen gaat moet iets ingedraaid zijn. Zwaai niet teveel met je armen in verband met de netfouten en zet de zijwaartse snelheid om in opwaartse snelheid.

Strategieën en Systemen

De verdediging begint eigenlijk al eerder, namelijk aan het net. Hoe de verdedigers in het achterveld staan opgesteld, is voor een groot deel afhankelijk van hoe er geblokkeerd wordt. Er zijn ontzettend veel mogelijkheden om de blokkering te regelen binnen een team.

Blokkeringsprincipes

Er zijn drie principes:

Lees ook: Tips en tricks voor zaalvoetbal

  1. Zonesysteem met de lijnopstelling aan het net: Elke blokkeerder is verantwoordelijk voor zijn eigen zone. Bij iedere aanval in hun eigen zone, is de verantwoordelijke blokkeerder degene die in ieder geval een 1-blok zet.
  2. Read-and-React vs. Commit: De termen Read and React en Commit zijn twee verschillende blokkeerintenties aan die door elkaar heen gebruikt kunnen worden.
    • Read & React: De blokkeerders lezen de houding van de spelverdeler, ze wachten tot de set-up is geweest en reageren daarop door te springen of zijwaarts te bewegen.
    • Commit: Blokkering is de eerste verdediging, daarom geldt: hoe meer blokkeerders, des te beter. Probeer daarom een 2-blok te vormen waar dat kan, om zo weinig ruimte te maken voor de aanvaller.
  3. Creëer een sluitend blok: Geef de meeste aandacht voor een 2-blok aan de buitenkanten. Belangrijk bij het 2-blok op de buitenposities is dat de buitenspeler de positionering van het blok bepaalt. Daarvoor geldt over het algemeen dat hij het blok positioneert in het verlengde van de aanlooprichting van de aanvaller.

Scannen en Zoomen

  1. Scannen (ver van het net): pass, beschikbare aanvallers.
  2. Zoomen: de startpositie, loopactie van de buitenaanvaller.
  3. Kijk naar de spelverdeler: speelhouding / stand van de handen.
  4. Kijk naar het 1e deel van de baan van de set-up.
  5. Kijk naar de aanvaller: positie / looprichting / waar komt hij uit / slagschouder.
  6. De middenblokkeerder kijkt zoveel mogelijk naar dezelfde dingen, maar het is vooral belangrijk dat hij let op de positie van de voeten van de buitenblokkeerder, zodat hij goed kan aansluiten en op tijd mee kan springen. Vervolgens let hij op de positie van de binnenste hand van de buitenblokkeerder.

Verdedigingssystemen in Relatie tot Blokkeren

Er zijn verschillende verdedigingssystemen binnen het volleybal. Welke systeem je hanteert hangt af van hoe je wilt spelen, wat voor soort spelers je tot je beschikking hebt en de keuze voor je blokkering systeem speelt een ontzettend belangrijke rol. Ook is het belangrijk om het team waar je tegen speelt te analyseren.

Uitleg van de Nummering in Verdedigingssystemen

Ieder type verdedigingssysteem wordt aangeduid met nummers. Bijvoorbeeld: 3-2-1 systeem. Het eerste cijfer (3) geeft het aantal spelers aan dat een blokkerende taak heeft. Het tweede getal (2) geeft het aantal spelers aan dat verantwoordelijk is voor de ballen kort achter de blokkering. Bij het 2-0-4 systeem heb je dus 2 spelers met een blokkerende taak.

Verschillende Verdedigingssystemen

  • 3-2-1 Systeem:
    • Je hebt dus eigenlijk 3 sub-varianten van dit systeem. In dit verdedigingssysteem speel je met de midachter centraal in het veld. Deze speler is verantwoordelijk voor de blokdekking (het gebied kort achter de blokkering).
    • Het voordeel van dit systeem is dat de meeste spelers al direct goed staan vanuit hun startpositie. Nadeel van dit systeem is dat er een groot gat midden achter in het veld ontstaat en er verwarring kan ontstaan wie die ballen moet pakken.
    • 3-2-1 Diagonaal: Binnen het 3-2-1 systeem kun je er voor kiezen om de blokkering diagonaal dicht te zetten. Binnen dit systeem moet er flink geroteerd worden. Er wordt namelijk geroteerd afhankelijk van waar er aan gevallen wordt. De vrije netspeler is daarbij verantwoordelijk voor de korte ballen achter de blokkering.
    • 3-2-1 Rechtdoor: De rechtsachter schuift hierbij naar voren en is verantwoordelijk voor de ballen kort achter de blokkering. Heb je op positie 1 een mindere verdediger of wil je jouw spelverdeler niet opofferen voor de verdediging? Dan is dit een ideaal systeem.
  • 2-1-3 Systeem: In dit systeem is er een belangrijke rol weggelegd voor de vrije netspeler. Deze speler schuift bij de aanval van de tegenstander over de buitenkant kort achter de blokkering. Dit systeem kun je hanteren als je er voor kiest om je middenblokkeerder te helpen. Je laat de speler op links voor mee blokkeren op het midden. Als de bal naar de buitenaanvaller gaat, schuift de vrije netspeler achter de blokkering.
  • 2-0-4 Systeem: Dit wordt ook wel het 3-2-1 systeem zonder rotatie genoemd. Dit type systeem hanteer je als de tegenstander vele harde aanvallen speelt en maar weinig tactische ballen. Binnen dit systeem schuift de linksvoor / positie 4 speler naar achteren toe om de verdediging te versterken.
  • 2-2-2 Systeem (Box Verdediging): Je hebt 2 blokkeerders, 2 verdedigers voor de korte bal en 2 verdedigers voor de diepe bal. De 4 verdedigers staan hierbij altijd in een vierkant (box). Als je vrije netverdediger niet de tijd heeft om te verplaatsen naar de 3-meterlijn bij de zijlijn, kun je dit type systeem hanteren. Vaak wordt het gebruikt als je kiest voor een gecentreerde blokopstelling.
  • Lijnverdediging: Dit is een type systeem dat vaak gehanteerd wordt bij de jeugd. Hierbij verdedigt iedere speler zijn eigen “straatje”.

Afstemming van het Verdedigingssysteem

Zoals gezegd is hangt het dus van verschillende factoren af welk type verdedigingssysteem je hanteert. Welke spelers heb je tot je beschikking? Welk systeem zijn ze al eigen? En welke tegenstander tref je? Heb je een tegenstander die veel hard aanvalt, dan kan het 2-0-4-systeem een goede keuze zijn. Heb je een tegenstander die veel diagonaal aanvalt, en dat afwisselt met het spelen van een tactische bal? Dan kan je beter kiezen voor het 3-2-1-diagonaal systeem. Wel is het belangrijk om deze systemen goed te trainen met je spelers zodat weten hoe ze zich moeten bewegen door het veld en welke plek ze moeten aannemen. Daarnaast is moet je je verdedigingssysteem afstemmen op je blokkeringssyteem.

Het Belang van Fysieke Voorbereiding

Het is heel belangrijk dat je de eerste trainingen voorzichtig van start gaat. In de afgelopen zomermaanden heb je mogelijk een andere sport beoefent, of niet gesport. Je mag van de trainer verwachten dat de eerste trainingen gericht zijn op het beoefenen van de basistechnieken en het langzaam opbouwen van je conditie. Als je de eerste training 10 keer blokkeert, til je 10 keer je eigen lichaamsgewicht op inclusief de vakantie kilo’s. De eerste trainingen zullen spierpijn opleveren.

De Rol van de Spelverdeler

De spelverdeler is de as van het systeem en de spil van het spel. Er wordt weleens gezegd dat de spelverdelerspositie de belangrijkste positie is in het volleybal. Dat is ook niet zo gek, want je raakt immers bij vrijwel iedere aanval de bal. Daarbij bepaal je wie je op welk moment aanspeelt en wie juist niet. Je moet rekening houden met de blokkering aan de andere kant van het net. Je moet weten waar je sterkste aanvaller staat, maar ook wie de sterkste blokkeerder is bij de tegenstander.

Lees ook: Basketbal training en trucs

Tips voor Spelverdelers:

  • Communicatie: Door het systeem goed te kennen en weten wat er van jou en jouw spelers verwacht wordt. Je teamgenoten moeten zich op hun gemak bij je voelen. Ze moeten weten dat ze alles tegen je kunnen zeggen. Beter iets zeggen om beter van te worden, dan helemaal niets zeggen. Motiveren en communiceren met je team en altijd de rug recht houden, ook al zit het soms tegen.
  • Aanpassingsvermogen: Mocht je merken dat een aanvaller nu niet lekker in zijn of haar vel zit, bedien die speler dan wat minder. Of vraag welke set-ups je wel kan geven. Kortom, overleg, praten en communiceren. Dat haalt de zwaarte van een moeilijke fase wat weg.
  • Leiderschap: Je kunt, als je de leider bent, vaak gezien worden als ‘de coach in het veld’. Jouw centrale functie speelt daar een belangrijke rol in.
  • Respect en Vragen: Respecteer je coaches, stel veel vragen over het te spelen systeem of tactiek van het eigen team of de tegenstander.
  • Ken je Aanvallers: Leer je aanvallers kennen en weet wat ze motiveert. Dat kan alleen door ze te laten weten dat je het prettig vindt om te horen welke set-ups ze graag willen hebben. Op die manier bindt je jouw aan de aanvallers.
  • Variatie: Een set-up voorover, dan eentje naar je middenspeler en dan een set-up achterover. Het is een veelgemaakt riedeltje die spelverdelers vaak maken, je wilt immers iedereen aanspelen en de ballen ongeveer evenredig verdelen over je aanvallers. Dat is prima als je met 15-5 voorstaat. Maar staat het 22-22 en moet je de set winnen? Dan is het belangrijk om te weten wie je waar en wanneer moet aanspelen.
  • Analyse van de Tegenstander: Iedere aanvaller heeft immers zijn voorkeursplek, maar staat ook tegenover een blokkeerder. Weet wie er aan de andere kant staat te blokkeren. Heeft de tegenstander een kleine rechtsvoor blokkeerder en staat daar jouw sterkste aanvaller tegenover? Dan is de keuze snel gemaakt!
  • Handen Hoog en Snel: Voordat je de bal wegspeelt, zijn je handen hoog en altijd in dezelfde houding. Op die manier ben je lastig te lezen voor de tegenstander en je ontwikkelt ‘snelle handjes’ . Thuis tegen een muur of waar je maar kan: werken aan je jouw handen! Door sneller op de plek te zijn waar de bal komt, voordat de bal er is, ben je in staat om vanuit dezelfde houding de bal te spelen. Zo zal je beter in staat zijn om de tegenstander te misleiden. Wanneer je teveel de rug kromt, zal de blokkering zien dat de bal achterover gaat en dat is niet wenselijk.
  • Snelheid en Ritme: De pass komt zelden exact op de plek waar jij bent of hoort te zijn. Dus werk aan je snelheid. Loop veel ladderpatronen. Bij spelverdelen is ‘ritme’ heel belangrijk.
  • Ontwikkeling: Zorg dat je jouw als spelverdeler altijd ontwikkelt op technisch en tactich en fysiek vlak en maak daar veel uren in. Mocht je lastig vinden om voor jezelf een plan uit te schrijven voor het nieuwe seizoen, betrek je coach er dan bij. En vul samen een persoonlijk prestatieplan in.

Overige Tips

  • Balbaan Herkenning: Balbaan herkenning is te leren door de ballen rustig en hoog aangespeeld te krijgen.
  • Bovenhands Spelen: Als je een bal bovenhands speelt, zorg dan dat je handen een kommetje vormen om de bal heen en als je de bal wegspeelt moet je deze nakijken waarbij je kijkt door de de opening tussen je beide handen. Nooit over je handen kijken.
  • Buikspieren Trainen: Bij volleybal is de belasting van de buikspieren groot bij het blokkeren en de onderarmse techniek bij de stop en de lage veld-verdediging. Het is dus van groot belang dat de buikspieren voldoende worden getraind. Voordeel van getrainde buikspieren is dat de belasting van de rugspieren voor een deel wordt opgevangen door de getrainde buikspieren.
  • Trainingsdoel: Trainen is een proces om spelers zich te laten ontwikkelen tot betere volleyballers. Dat kan op allerlei verschillende manieren, waarvan het verbeteren van de individuele techniek van de spelers waarschijnlijk het eerste in je opkomt.
  • Warm Lopen: Hoe lager de omgevingstemperatuur is in de ruimte waar je traint des te langer je moet warm lopen. Een indicator dat je goed warmt bent is dat je begint met zweten. Dit geldt voor elk niveau.

Lees ook: Ultieme gids voor volleybal service

tags: #tips #blokken #volleybal