Geschiedenis van het Thialf Tennis Open Toernooi

Het Thialf Dordrecht Open Toernooi is een jaarlijks terugkerend evenement dat plaatsvindt bij tennis- en padelvereniging DLTC-Thialf. Het toernooi staat bekend om zijn gezellige sfeer en trekt veel deelnemers aan, zowel leden van de club als tennissers van andere verenigingen. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste informatie over het toernooi en de vereniging zelf.

Ames-Audi DLTC-Thialf Open Dubbel Tennis Toernooi

Een van de recente edities van het toernooi was het Ames-Audi DLTC-Thialf Open Dubbel Tennis Toernooi. Dit evenement vond plaats van zaterdagmiddag 30 augustus tot en met zondag 7 september. Leden van DLTC-Thialf en tennissers van andere verenigingen konden zich inschrijven voor dit evenement. Zelfs voor degenen die niet meededen, was het een leuke gelegenheid om te komen kijken en eventueel te komen eten op doordeweekse dagen.

Vernieuwd Sportpark en Officiële Opening

Vanwege de COVID-19-pandemie was de officiële opening van het vernieuwde sportpark van tennis- en padelvereniging DLTC-Thialf al twee keer uitgesteld. De opening vond uiteindelijk plaats op een zaterdag. De aanwezige genodigden en leden werden verwelkomd met jazzmuziek en door Willem Reimers. Jan Akerboom, oud-voorzitter van DLTC, deelde zijn ervaringen en benadrukte dat de fusie in de categorie ‘Toppers’ valt. Sportwethouder Marco Stam bevestigde dit, aangezien hij het traject van begin tot eind begeleid heeft.

De officiële opening werd verricht door het oudste tennissende lid, Coby van der Schaar (85), en het jongste lid, Roemer Theuns (7). Na een gespeelde game streken oud-voorzitters van beide clubs de oude vlaggen, waarna Marco Stam en de nieuwe voorzitter Sybe de Lint de DLTC-Thialf vlaggen in top hesen. Dichteres Marieke van Leeuwen droeg haar speciaal voor de gelegenheid geschreven DLTC-Thialf-gedicht voor. Na een afsluitend woord van dank door de voorzitter werd het feest voortgezet met het Ames DLTC-Thialf Open Toernooi.

Veel deelnemers waren nieuwsgierig naar het park in volle glorie. Het Open Toernooi duurde tot en met 12 september. De voorzitter nodigde alle geïnteresseerden uit om een kijkje te komen nemen op het vernieuwde park, dat beschikt over prachtige tennisbanen, een padelbaan en een compleet clubgebouw.

Lees ook: IJshockey in Heerenveen: Meer dan een sport

DLTC-Thialf: Meer dan alleen tennis

DLTC-Thialf is meer dan alleen een tennisvereniging. Het is een plek waar sportiviteit en gezelligheid samenkomen. De vereniging biedt diverse mogelijkheden voor zowel tennis- als padelliefhebbers.

Padel bij DLTC-Thialf

De tennis/padel school (STT/P) heeft een nieuwe padelleraar, Ryan Teeuw. Tijdens de zomervakantie worden er extra trainingsmogelijkheden aangeboden van 28 juli t/m 24 augustus.

Faciliteiten en Regels

De vereniging beschikt over parasols, die bij hardere wind naar beneden moeten worden gehaald om beschadiging te voorkomen. Het gebruik van de parasols is alleen toegestaan bij de aangewezen plek bij de linker vlaggenmast. Er is een verzoek om peukenstompjes niet bij de padelbaan achter te laten.

Betalingsmogelijkheden

Betalingen binnen de vereniging kunnen elektronisch worden gedaan, bijvoorbeeld met de pinpas. Om het aantal transacties te verminderen, wordt de voorkeur gegeven aan het opladen van een bedrag op de plastic KNLTB kaart. Omdat de KNLTB geen fysieke pasjes meer uitgeeft, is het belangrijk om op andere manieren transacties te verminderen.

Sponsoren en Clubkleding

Tennis Only in Rotterdam is een van de sponsoren van DLTC-Thialf. Leden die daar hun tennis- of padel-aankopen doen, zorgen voor een kleine vergoeding voor de club. Het adres van de winkel is Jaques Dutilhweg 325 Rotterdam. De kortingscode voor de club is 9ATKG7DLTC.

Lees ook: De Oprichting van Thialf Flyers

Geschiedenis van Thialf

De Dordtse Tennisvereniging Thialf bestaat op 21 maart. De naam Thialf, verwijzend naar ‘Koning Winter’, komt voort uit de in 1946 opgerichte kunstschaatsrijdersclub Thialf. Vanaf 1961 is het een volwaardige tennisvereniging en in 1986 werd Thialf lid van de K.N.L.T.B. Met ongeveer 500 leden is Thialf gelegen op het sportpark Amstelwijck en beschikt het over zes Canada Tenn banen.

Fusie DLTC en Thialf

DLTC en Thialf LTC zijn per 1 januari 2021 gefuseerd en de nieuwe naam is: DLTC-Thialf. Reden van fusie was, dat Thialf LTC plaats moest maken voor woningbouw (Sportpark Amstelwijck verdwijnt) en DLTC kon ook wel wat leden gebruiken. DLTC is één van de oudste tennisverenigingen van Nederland en opgericht op 17 september 1886 en Thialf LTC is opgericht op 21 maart 1961. Het aantal smashcourt-tennisbanen is van 4 naar 5 gegaan.

Faciliteiten en Speeltijden

Het clubgebouw is volledig vernieuwd, met een prachtige moderne kantine incl. Er een “pasjes-afhangsysteem”, zodat je thuis je gewenste speeltijd kan inplannen. Ook als beginnend tennisser ben je van harte welkom. In het eerste fusiejaar 2021 zijn er zelfs 2 tennisscholen actief met uitstekende trainers, die het hele jaar door tennislessen verzorgen. Dat is op de maandag en de vrijdag At Vantage. Het park en de banen zijn altijd toegankelijk voor DLTC-Thialfleden met een KNLTB-pas. De toegangspoort en zij-ingang van het clubgebouw kan je met de KNLTB-pas openen. In principe zijn de banen geopend van januari t/m december. De gehele week tot 23.00 uur, ook wanneer het clubgebouw gesloten is, kan de baanverlichting door de spelers zelf ingeschakeld worden.

Openingstijden Kantine

Alles is afhankelijk van de bardiensten, maar men gaat ervan uit dat in het zomerseizoen (april t/m oktober) de kantine open is van maandag t/m vrijdag 9.00 - 23.00 uur. Zaterdag en zon- en feestdagen onder voorbehoud. In de zomervakantie zijn er afwijkende tijden.

Historie van DLTC

Vijf heren van stand richtten in 1886 de Dordrechtsche Lawn Tennis Club (DLTC) op. Een 70-tal mensen gaf zich op als lid, onder wie burgemeester Nebbens Sterling. Lange tijd kenmerkte de vereniging zich door tradities en een tamelijk besloten karakter. In de laatste tientallen jaren zijn de deuren opengezet en groeide er een familievereniging. Gezelligheid met veel eigen toernooien stond voorop zonder de deelname aan de competitie uit het oog te verliezen. In 2011 startte de club met een jaarlijks open toernooi voor dubbels. DLTC is de trotse eigenaar van de 'gouden' KNLTB-vlag. De vereniging kreeg deze met vier andere clubs, die eerder zijn opgericht dan de tennisbond. Inmiddels staan de deuren volledig open.

Lees ook: Overzicht van het Thialf Dordrecht Open Toernooi

Historie van Thialf LTC

De naam "THIALF" staat voor "Koning Winter" en heeft dus niets met tennis te maken. De verklaring is eenvoudig. De tennisclub is voortgekomen uit de op 19 december 1946 opgerichte kunstschaatsrijdersclub Thialf. Dit is het begin van de Lawn Tennis Club Thialf (Thialf LTC). Op 21 maart 1961 werd Thialf Lawn Tennis Club officieel opgericht. Rond 1973 werd Thialf LTC door de gemeente gedwongen om te verdwijnen van Sportpark Reeweg. Thialf LTC heeft toen enige tijd verspreid moeten spelen over twee complexen (Sportpark Reeweg en Schenkeldijk). Mede dankzij de inzet van het bestuur, kregen zij in 1975 toestemming van de gemeente om op Amstelwijck, aan de Jonkvrouw van den Santheuvelweg, een tenniscomplex met kantine aan te leggen. Daarna moest Thialf LTC in 2005 wederom verhuizen, vanwege kantorenbouw die er nooit zijn gekomen! En werd er gespeeld aan de Laan van Londen, op Sportpark Amstelwijck.

Voorzitters van DLTC

  • Dhr. Blussé (1886-1891)
  • Dhr. Vriesendorp (1891-1893)
  • Dhr. de Kanter (1893-1894)
  • Dhr. Stoop (1894-1896)
  • Dhr. Den Brandt (1897-1898)
  • Dhr. Lotsy (1898-1899)
  • Dhr. Vriesendorp (1899-1902)
  • Dhr. Blussé (1902-1907)
  • Dhr. de Kat van Hardinxveld (1907-1908)
  • Dhr. Loeff (1908-1909)
  • Dhr. Redelé (1909-1915)
  • Dhr. Meyer Wiersma (1915-1917)
  • Dhr. van Aardenne (1917-1930)
  • Dhr. Sigmund (1930-1939)
  • Dhr. Gratama (1939-1945)
  • Dhr. Visser (1945-1958)
  • Dhr. Leembruggen (1958-1966)
  • Dhr. Lips (1966-1972)
  • Dhr. Kraayeveld van Hemert (1972-1975)
  • Dhr. van Rijn van Alkemade (1975-1978)
  • Dhr. de Planque (1978-1982)
  • Dhr. Huizinga (1982-1988)
  • Dhr. Slavenburg (1988-1992)
  • Dhr. Polak (1992-2000)
  • Dhr. Kraaijeveld van Hemert (2000-2005)
  • Dhr. ter Haar (2005-2013)
  • Mevr. Vermeer (2014)

Voorzitter van Thialf LTC

Voorzitter onbekend echter in deze periode verrichtte George Dekker veel werk voor de tennisvereniging (1961-1966).

Sport in Nederland: Een Historisch Perspectief

Om de context van het Thialf Tennis Open Toernooi en de vereniging DLTC-Thialf beter te begrijpen, is het nuttig om de bredere geschiedenis van sport in Nederland te verkennen.

Vroege Vormen van Sport en Beweging

Al sinds mensenheugenis wordt in Nederland genoten van activiteiten waarbij men in beweging is, al dan niet in competitief verband. Denk aan jagen, vissen & verzamelen, zwemmen & zeilen, activiteiten met paarden (riddertoernooien, draverijen, ringsteken etc.), speerwerpen, boogschieten, hardlopen, touwtrekken, dorp & stadsfeesten met bijv. ook muziek & dans en religieuze processies (vaak over aanzienlijke afstanden). Kinderen waren veel meer buiten dan nu. Ze hielpen mee op het land, maar speelden ook veel buiten. Op het platteland kan men zich daar van alles bij voorstellen en m.n. in dorp of stad deden ze bijv. ook aan balspel, hoepelen en tollen. Meer specifiek is de oudste info over glijdijzers voor schaatsen & sleeën van rond 1250 (eerder al werd bot of hout voor dit doel gebruikt) en werd rond 1400 al veel gekaatst en gekolfd (een voorloper van golf; veel te zien op geschilderde ijstaferelen uit de gouden eeuw) en aan klootschieten (een soort van kogelstoten) gedaan.

Kaatsen was een variant op versies uit andere Europese landen en is als tennis zonder racket tevens voorloper van tennis. Het Friese veldkaatsten van nu is in de 16e eeuw geïntroduceerd. Anders dan kaatsen is de kolfsport wellicht een Nederlandse uitvinding.

De Opkomst van "Sport" in de 19e Eeuw

Toen in 1815 het koninkrijk der Nederlanden werd ingesteld golden in m.n. Holland en Friesland (paarden)drafsport en schaatsen naast zeilen & roeien als nationale vermaken (opkomst); maar dat was voordat het framewoord sport in zwang raakte. Dit gebeurde vanuit de Engelse elitejeugd cultuur die oversloeg naar de jeugd uit de elite van NL. De decadente elite kon zich als eerste veroorloven om voor het plezier bewegen op die wijze te cultiveren. In 1865 werd een eerste voetbalwedstrijd gespeeld (in Enschede tussen 2 Britse teams). De veelzijdige Pim Mulier (1865-1954; uitspraak Muljé) werd de voornaamste pionier. Hij maakte in Engeland o.m. kennis met voetbal, atletiek en bandy en in NL sloeg vanuit de laatste sport m.n. veldhockey aan. Schaatsen kende onze Pim van huis uit al. Hij stamde uit Friese adel en aantekeningen over zijn schaatstocht langs de 11 Friese steden vormden een inspiratiebron voor de officiële Elfstedentocht.

Er werden naar Engels voorbeeld in NL clubs opgericht en later in de 19e eeuw mondde dat geleidelijk aan uit in sportbonden. In die tijd waren sportclubs erg elitair. De ballen (en later ook gleuven) van de studenten corpora introduceerden veel van het Engelstalige vakjargon dat tot op de dag van vandaag gangbaar is in diverse sporten en wie bij een sportclub wilde moest eerst een ballotagecommissie passeren. Om de sport zuiver te houden (waarmee naast vrij van financieel belang & eerlijk ook elitair werd bedoeld) vond de elite de amateurstatus erg belangrijk. Prof en amateursport bleef zo gescheiden en de amateurstatus was lang norm voor grote internationale competities. In 1954 begon in NL de eerste profvoetbal competitie (voordien werden Nederlanders die elders betaald voetbalden verbannen uit het Nederlands elftal) en pas na 1972 ging men bij de Olympische spelen soepeler om met de amateurstatus.

Gymnastiek en de Democratisering van Sport

Min of meer buiten de elite om kreeg na 1852 vanuit Duitsland & Zweden (school)gym/ turnen geleidelijk voet aan de grond. Alras werd sport onderdeel van de jongerencultuur. Menige sportclub werd opgezet door tieners (sommigen van nog geen 15) uit verzet tegen ouders & docenten die sport als onfatsoenlijk of onchristelijk bestempelden. Voetbal & wielrennen werden van de nieuwkomers het snelst volkssport. Toen na de eerste wereldoorlog jongens er via de diensplicht mee in aanraking kwamen drongen ook andere sporten tot het volk door. De invoering van de 8urige werkdag en de vrije zaterdagmiddag vormden een verdere stimulans.

Vroege Sportorganisaties in Nederland

Qua georganiseerde sport is onduidelijk wanneer de eerste sportclub in NL het levenslicht mocht aanschouwen (de term sport raakte pas na 1850 in zwang). Als oudste is wel het Haags departement van het Hollands schaakgenootschap uit 1803 genoemd dat in 1808 weer ter ziele ging. Daarna zijn soms studentenclubs opgericht rond fysieke activiteiten anders dan “het glas heffen”. Van studenten gym & scherm vereniging Olympia uit Utrecht is bijv. bekend dat zulks in 1840 gebeurde (turnen). In 1848 volgde Amsterdam met handboog schutterij Concordia en in 1855 Rotterdam met de Anglo-Dutch “tannis” club (al is de laatste datering omstreden). Vast staat wel dat de oudste bond, die van zeil en roeiverenigingen, van 1847 is. Rond die tijd werden ook de eerste ijsverenigingen opgericht om baanvegers te betalen en zo ongestoorde schaatstochten mogelijk te maken (De). Het in 1879 in Haarlem door Pim Mulier opgerichte HFC geldt als oudste zuivere voetbalclub (er kwamen al eerder 2 clubs voor meerdere veldsporten). In 2013 vierde de Amsterdamse turnclub Olympia van Epke Zonderland haar 150jarig jubileum en de Amsterdamse zwemclub uit 1870 is naar verluidt eerste in zijn soort van Europa.

De Opkomst van Sportbonden

Veel bonden van sporten waarin Nederlanders excelleerden zijn opgericht na 1880. Ze verwierven meestal verderop in hun bestaan het predicaat koninklijk. Het betreft m.n. schaatsbond KNSB (1882), een studentenroeibond (1883, Varsity) en verder een gymbond (1886, sinds 1999 KNGU; 1), zwembond (1888), voetbalbond (in 1889 als Nederlandse voetbal & atletiekbond, sinds 1895 NVB en sinds 1929 KNVB), hockeybond (1898) en Wielerbond (1898; sinds 1928 de KNWU) en de atletiek unie (1901). In 1892 is in Scheveningen de internationale schaatsbond ISU opgericht en sinds 1912 kent NL een nationaal Olympisch comité (NOC).

Verzuiling in de Nederlandse Sport

Typisch Nederlands was de sterke verzuiling van samenleving & sport, m.n. tussen de eerste wereldoorlog en de 60er jaren. Calvinisten, roomsen en socialisten leefden in gescheiden werelden. Om na de dood de kans op geween & tandengeknars in het hellevuur te verkleinen werd door calvinisten op de dag des Heren aanwezigheid bij wedstrijdsport gemeden en actieve deelname werd uit den boze geacht. Daarom trof men bij zondagse sportreuring (behoudens een enkele wat schichtige calvinist) m.n. roomsen, socialisten en liberalen aan. De calvinistische zuil had zijn competities op zaterdag. Dit alles had zijn weerslag op clubs & bonden. Vanaf de 70er jaren fuseerden de eerste verzuilde bonden. Na 1995 raakte dit in een stroomversnelling en nu moet men zo’n bond met een kaarsje zoeken. Wel leeft onder calvinisten bijv. zaterdagvoetbal nog sterk en wie alle marathon wedstrijdschaatsers die het niet op zondag doen de kost wil geven houdt er best een dure liefhebberij aan over.

Oranjegekte en Typisch Nederlandse Sporten

Bij het wereldkampioenschap (WK) voetbal van 1934 dook voor het eerst de term oranjegekte op en sinds het WK voetbal van 1974 kreeg dit creatief uitdossen in de kleur van het koninklijk huis door sportfans een vaste plek in de sport. Het valt het meest op bij voetbal & schaatskampioenschappen op internationaal niveau. Onder de sporten die als typisch Nederlands te boek staan is korfbal de grootste (de bonden fuseerden al in 1973). Deze balsport met gemengde teams is in 1902 ontwikkeld vanuit het Zweedse ringboll door de Amsterdamse onderwijzer Nico Broekhuizen. Thans wordt de sport in 61 landen gespeeld, maar van de 200.000 spelers wereldwijd komt de helft uit NL.

Veldkaatsen dat in Friesland wordt beoefend is daar in de 16e eeuw geïntroduceerd door dijkwerkers uit Holland. Het kan worden gezien als eigen variant op een internationaal spel. Het polsstok verspringen (fierljeppen) heeft zich in Friesland ontwikkeld vanuit de lentetraditie van het zoeken naar kievitseieren. Daarbij springt men al sinds mensenheugenis met polsstokken over boerensloten. Nu zijn er officiële wedstrijden in weiderijke gebieden in NL en Vlaanderen. Andere voorbeelden zijn klootschieten dat thans nog in oost NL en in het aansluitende deel van Duitsland wordt beoefend. Het feit dat de Ierse variant road bowling daar populairder is dan klootschieten in NL bewijst temeer dat deze sport niet uniek Nederlands is. De kolfsport telt in NL rond 600 georganiseerde beoefenaars. Zuid NL en Vlaanderen kennen nog het hieraan verwante beugelen en het krulbollen dat het samen met o.m. schoonrijden (zwieren op de schaats, vaak in klederdracht) voor NL gebracht heeft tot voorlopig immaterieel Unesco erfgoed. Hoewel het langebaanschaatsen wereldwijd wordt beoefend en een Olympische sport is, is deze sport sterk vernederlandst.

Sportprijzen en Nederlandse Successen

Qua sportprijzen‎ kent NL sinds 1951 een jaarlijkse verkiezing van een sporter van het jaar. In 1959 bracht men hierin manvrouw onderscheid aan en sinds 1968 wordt er ook een sportploeg van het jaar gekozen. In 1999 kwam er een equivalent bij voor sportbesturen en in 2002 voor gehandicapte sporters & voor een sportcoach. De verkiezingen vinden aan het eind van het jaar plaats tijdens een sportgala georganiseerd door het NOC/NSF en de nationale omroep NOS. Behalve bij het langebaanschaatsen doen Nederlanders het internationaal goed bij het zwemmen (57 van de 266 Olympische zomermedailles die NL t/m 2012 ooit behaalde, waarvan 20x goud), wielrennen (43, 16xg), paardensport (26, 10xg) en roeien (27, 5xg). Ook bij veldhockey, voetbal, volleybal en honkbal doet het land op de lange termijn serieus mee op wereldniveau. T/m 2013 ging de prijs voor de beste Nederlandse sportploeg het vaakst naar voetbal (12x), gevolgd door veldhockey (10x) en (beach)volleybal (6x). Bij de mannen van het jaar springen schaatsers (17x) en wielrenners (16x) er uit en bij vrouwen wielrennen en zwemmen (beide 14x). Ook Nederlandse sportcoaches staan internationaal vaak goed aangeschreven (details/ namen straks onder topsport).

Sportbeleid in Nederland

Qua organisatiestructuur is thans (zomer 2014) het verantwoordelijke ministerie dat van VWS (volksgezondheid, welzijn en sport) met minister Edith Schippers als bewindspersoon voor sportbeleid. Volgens het jaarverslag over 2013 (Rijk; p79 e.v.) is de sportsector in NL in hoge mate zelfregulerend en zelf organiserend waarbij het ministerie haar rol omschrijft als stimulerend en faciliterend. Hoofdspelers in de sector zijn het NOCNSF met haar netwerk van 76 aangesloten sportbonden die samen 27.700 clubs tellen en de gemeenten die verantwoordelijk zijn voor hun eigen sport, beweeg & voorzieningenbeleid. Zowel het breedtesport als het topsportbeleid wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met de bonden van het NOCNSF en ook met de ministeries van onderwijs, cultuur & wetenschap en van binnenlandse zaken (pecunia voor sport in het gemeentefonds). NL heeft als 1e land ter wereld alle takken van gehandicaptensport geïntegreerd in de valide sportbonden, zowel op het vlak van topsport als breedtesport.

Breedtesport en Topsport

Qua breedtesport hanteert het ministerie een combi beweegnorm: 30 minuten matig intensief bewegen per dag op minstens 5 dagen per week en 20 minuten intensief bewegen op minstens 3 dagen (de fitnorm). Het volksdeel van 18j en ouder dat voldoet aan deze norm bereikte in 2007 een dipje (64%), ging tussen 2008 en 2010 naar 66 à 68% en lag in 2012 op 70% (doel 2016: 75%). Om dit doel te halen wil de overheid bewegen in de buurt stimuleren via aanstelling van buurtsportcoaches. In 2013 hadden 377 van de ruim 400 gemeenten zulke coaches in dienst (2761 voltijdbanen). Ze waren nog grotendeels werkzaam in de combi sport, onderwijs & cultuur; maar mogen breder worden ingezet en kunnen zo meer verbindingen maken met de zorg & welzijnssector en het bedrijfsleven. Men werkt met een projectmatige opzet. In 2013 zijn 177 projecten gerealiseerd en 166 nieuwe gepland, waaronder bijv. 20 voor kinderen met overgewicht. De sportdeelname (incl. de bijdrage van vrijwilligers) valt in NL onder de Eu top (details: zie breedtesport). In de topsport is NL in de wereld top10 streefdoel (bijv. in de medaillespiegel van Olympische spelen of op de FIFA wereldranglijst). Daartoe zijn er fondsen voor coaches en beurzen voor topsporters. In nov. 2013 is een nationaal topsport netwerk opgezet om ervaring van topsporters te bundelen.

Financiering van Sport

In 2013 waren de financieringsbronnen van de sport in volgorde van grootte huishoudens (rond €6 miljard), gemeenten (€1 miljard), bedrijfsleven (€600 miljoen), overheid €135m), lotto (€52m), media (€50m) en provincies (€17m, Web: Engelstalige pagina). Van de rijksbijdrage ging 64% naar breedtesport, 28% naar topsport en 8% naar onderzoek & ontwikkeling (Rijk p83 e.v.).

Sociale Waarden en Nadelen van Sport

In een EU opinieonderzoek uit 2004 kregen 11 van 12 nagevraagde sociale waarden die men via sport kan ontwikkelen in NL een boven gemiddelde aanhang. Dat gold het sterkst voor inzet (50%, EU 36%), respect voor anderen (44 om 32%) en zelfbeheersing (44 om 33%) en opmerkelijk genoeg scoorde in NL alleen sportiviteit (erg) laag (17 om 32%; the p20/21 e.v.). Sport als middel voor integratie haalde een doorsnee aanhang (73%), maar als manier om discriminatie te bestrijden bleef ze onder gemiddeld (45 om 64%). Ook de aanhang van versterking van de link sport & onderwijs bleef toen naar EU maatstaf aan de lage kant evenals meer waardering voor sportprofessionalisme (54 om 62%) en sport als middel om mensen bij beeldschermen vandaan te houden (80 om 86%). Qua mogelijke nadelen van sportbeoefening kreeg de stelling dat het voor een jongere die faalt in de sport moeilijk is zich te herpakken in een andere activiteit de laagste aanhang binnen de EU (25 om 44%). Van een 10tal andere mogelijke nadelen werden in NL 6 duidelijk vaker dan gemiddeld aangevinkt met als uitschieters exploitatie van mensen, kindermisbruik, geweld & discriminatie. Zorgen rond doping (65 om 72%) of corruptie (33 om 41%) waren toen onder gemiddeld verbreid. In NL was men m.b.t. sportbeleid relatief weinig Europees gericht. EU stimulering van de link onderwijs sport (60 om 65%) en opname van sport in de EU grondwet (58%) kregen een iets onder gemiddelde steun.

Geweld en Agressie in de Sport

In maart 2013 vond m.n. op basis van media berichtgeving (bijv. over agressie tegen voetbal scheidsrechters) 63% van de Nederlanders tussen 15 en 80j dat geweld & agressie in de amateursport was toegenomen.

Motieven om te Sporten

Eind 2013 waren naar EU maatstaf in NL plezier (56%, EU 30%), ontspanning (56 om 36%), conditie verbeteren (54 om 40%), gewicht op pijl houden (38 om 24%), nieuwe contacten (9 om 5%) en competitie aangaan (8 om 5%) populaire motieven om aan sport te doen (Report QD8). Gezonder worden (61%), fysiek meer kunnen (22%), onder vrienden zijn (21%), veroudering vertragen (14%) en nieuwe vaardigheden ontwikkelen (7%) scoorden rond gemiddeld. Er beter uitzien (14 om 23%), maar ook zelfvertrouwen verhogen (7 om 10%), maatschappelijke aanpassing (2 om 3%) en mensen uit andere culturen tegenkomen (1 om 2%) waren voor relatief weinigen reden om te sporten. Bij de redenen om niet vaker te sporten scoorden “ik doe het al regelmatig” (33 om 14%) en overige (9 om 6%) in NL als enige 2 hoog.

tags: #Thialf #Tennis #Open #toernooi #geschiedenis