Tennisregels, Toernooien en Gedragscode: Een Complete Gids

Tennis is een sport die wereldwijd beoefend wordt en bekend staat om zijn dynamiek en technische vaardigheden. Maar naast de fysieke aspecten, is het ook belangrijk om de regels en de bijbehorende etiquette te kennen. Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van de tennisregels, toernooiaspecten en de gedragscode die van spelers verwacht wordt.

Basisregels van het Tennisspel

Tennis is een spel tussen twee spelers (enkelspel) of twee teams van twee spelers (dubbelspel), waarbij een bal over een net wordt geslagen met behulp van een racket. Het doel is om de bal zo te spelen dat de tegenstander niet in staat is om de bal correct terug te slaan.

Het Begin van het Spel

Het spel begint met een toss om te bepalen wie er mag serveren en welke speelhelft gekozen wordt. De winnaar van de toss mag kiezen uit:

  • Beginnen met serveren of ontvangen.
  • De speelhelft kiezen.
  • De tegenstander laten kiezen.

Als er om wat voor reden dan ook gestopt wordt met inspelen en later weer op de baan gekomen wordt, blijft de toss geldig.

De Service

De serveerder brengt de bal in het spel. De service kan bovenhands of onderhands geslagen worden. De eerste service begint altijd aan de rechterkant van het middenmerk. De bovenhandse opslag moet schuin zijn en in het rechter servicevak van de ontvanger terechtkomen. De serveerder heeft twee pogingen om de bal correct te serveren.

Lees ook: De opkomst van padel

Bij een 'let' (netservice), waarbij de bal de netband raakt en in het juiste servicevak belandt, mag de serveerder de service opnieuw doen. Als de bal in het net wordt geslagen of buiten het juiste servicevak belandt, is het een eerste fout. Slaat de serveerder de bal een tweede keer fout, dan gaat het punt naar de tegenstander.

De serveerder mag niet lopen tijdens de servicebeweging. Kleine bewegingen van de voeten zijn wel toegestaan. De voet mag de achterlijn niet raken of in het speelveld staan, en ook niet buiten de (denkbeeldige) zijlijnen stappen. Deze regels gelden vanaf het moment dat de bal wordt opgegooid of het racket naar achteren wordt gebracht tot het moment dat de bal wordt geraakt.

Het Spelverloop (Rally)

Nadat de service correct is uitgevoerd, begint de rally. De bal mag slechts één keer stuiteren in het vak van de speler. Het doel is om de bal over het net in het speelveld van de tegenstander te slaan. Als een speler de bal niet over het net krijgt, de bal buiten de lijnen landt, of de bal meer dan één keer stuitert, verliest die speler het punt.

In het enkelspel worden de 'tramrails' (de twee buitenste lange stroken aan de zijkanten van het veld) niet gebruikt. In het dubbelspel worden deze wel gebruikt.

Puntentelling

De puntentelling in tennis is uniek en bestaat uit de volgende elementen:

Lees ook: Tennistoernooi in Parijs

  • Geen punten: 0
  • Eerste punt: 15
  • Tweede punt: 30
  • Derde punt: 40
  • Vierde punt: Game

Als beide spelers of teams 40 punten hebben, staat het 'deuce' (gelijk). Om de game te winnen, moet een speler of team twee opeenvolgende punten scoren. Het eerste punt na deuce heet 'voordeel'. Als dezelfde speler of team het volgende punt wint, winnen ze de game. Verliezen ze het punt, dan is het weer deuce.

Sets en Wedstrijden

Een set wordt gewonnen door de speler of het team dat als eerste zes games wint, met een verschil van minimaal twee games. Als de stand 6-6 is, wordt er een tiebreak gespeeld.

Een tiebreak wordt gespeeld tot 7 punten, waarbij er ook een verschil van minimaal twee punten moet zijn. De tiebreak wordt geteld als 1, 2, 3, enzovoort. De speler die als eerste zeven punten behaalt en een voorsprong van twee punten heeft, wint de tiebreak en daarmee de set.

Een wedstrijd bestaat meestal uit het winnen van twee van de drie sets (best-of-three) of drie van de vijf sets (best-of-five).

Variaties in Telling

Soms beslissen toernooileidingen of de tennisbond dat er op een andere manier geteld wordt. Het punt dat bij 40-gelijk wordt gespeeld, is beslissend. Er is dus geen voor- of nadeel. Als je het punt wint, win je de game.

Lees ook: Tennisspektakel in Zuilen: Een terugblik

Er bestaan ook andere varianten zoals:

  • De voordeelset: Je wint de set als je als eerste 6 games hebt, met 2 games verschil. Zolang dat verschil er niet is, speel je door.
  • Korte set: Je wint de set als je als eerste 4 games hebt, met 2 games verschil. Bij 4-4 speel je een tiebreak.
  • Beslissende wedstrijdtiebreak: Bij 1-1 in sets speel je een tiebreak in plaats van een derde set om de wedstrijd te beslissen.
  • Beslissende wedstrijdtiebreak van 10 punten: Bij 1-1 in sets speel je een tiebreak in plaats van een derde set om de wedstrijd te beslissen.

Dubbelspel Specifieke Regels

In het dubbelspel gelden enkele specifieke regels:

  • De regels voor de service zijn hetzelfde als in het enkelspel.
  • De ‘tramrails’ worden gebruikt.
  • Er wordt niet gewisseld van baanhelft tijdens de set. Na een set mag van positie gewisseld worden voor de volgende set.
  • Als ontvanger kies je aan welke kant je de service wilt krijgen, rechts of links. In de dubbel kies je als ontvangende partij ook voor een kant, maar je mag onderling niet van plek wisselen. In de mix serveert de man op de man, de vrouw op de vrouw.
  • Je mag niet in je eentje tegen een dubbelteam spelen.

Uitrusting: Racket en Ballen

Er zijn specifieke regels met betrekking tot de uitrusting die gebruikt wordt bij tennis:

  • De ballen moeten geel of wit zijn.
  • Het racket mag niet langer zijn dan 73,7 cm en niet breder dan 31,75 cm.
  • Het slagoppervlak mag niet langer zijn dan 39,4 cm en niet breder dan 29,2 cm.
  • Er zijn regels over het aanbrengen van voorwerpen of uitsteeksels aan het racket, die slijtage of trilling tegengaan. Deze voorwerpen mogen niet te groot zijn en de plaatsing is beperkt.
  • Er zijn beperkingen voor het gebruik van verschillende typen snaren en het patroon van de snaren.

Obstakels en Hindernissen

Op en rond de tennisbaan kunnen verschillende obstakels voorkomen:

  • Vaste hindernissen zijn alle obstakels rond en boven de baan, zoals de netpalen, de scheidsrechtersstoel, het scorebord en de tribune.
  • Als de bal na de stuit aan de andere kant een vaste hindernis raakt, wint de speler het punt. Als dit voor de stuit gebeurt, verliest de speler het punt.
  • In het dubbelspel zijn de netpalen deel van het net en geen vaste hindernis.
  • Als een enkelspel wordt gespeeld met enkelspelpaaltjes, dan zijn de netpalen en het deel van het net tussen de netpalen en enkelspelpaaltjes wel een vaste hindernis.

Gedragscode en Etiquette

Naast de officiële regels is er ook een gedragscode en etiquette die van tennissers verwacht wordt. Dit omvat sportiviteit, respect en beleefdheid.

Algemeen Gedrag

  • Spelers dienen zich 'correct' te gedragen op de tennisbaan. Dit betekent schone kleding dragen die bedoeld is voor tennis.
  • Het is niet toegestaan om te tijdrekken. Tussen de punten mogen maximaal 20 seconden zitten, en tijdens de wissel mag maximaal 90 seconden gerust worden.
  • Vloeken, schelden en obscene gebaren zijn niet toegestaan.
  • Het gooien met een racket of het opzettelijk kapotmaken van iets op de baan is verboden.
  • Het is verboden om mensen te bedreigen, ongewenst aan te raken, molesteren of bespugen.
  • Onsportief gedrag wordt afgekeurd.

Beslissingen en Twijfel

  • Spelers zijn verantwoordelijk voor de beslissingen aan hun kant van het net.
  • Bij twijfel moet de speler de tegenstander het voordeel geven en doorspelen.
  • Als een bal 'uit' wordt geroepen en dit direct wordt gecorrigeerd, wordt het punt overgespeeld, tenzij de bal onbereikbaar was voor de tegenstander.
  • Spelers mogen de balafdruk van de laatste slag controleren en bij twijfel de tegenstander vragen de afdruk aan te wijzen.

Strafpuntensysteem (SPS)

Bij officiële wedstrijden wordt vaak het Strafpuntensysteem (SPS) gebruikt. Bij overtredingen van de gedragscode kan de toernooi- of competitieleider worden ingeschakeld. De speler die zich niet aan de tijdregels houdt, zich hinderlijk of onfatsoenlijk gedraagt, of zich stiekem laat coachen, krijgt bij de eerste overtreding een waarschuwing.

Onopzettelijke en Opzettelijke Hinder

  • Als een speler onopzettelijk gehinderd wordt, bijvoorbeeld door een bal die uit de broekzak valt, wordt het punt overgespeeld.
  • Bij herhaalde onopzettelijke hinder kan het als opzettelijk worden beschouwd, waardoor de tegenstander het punt krijgt.
  • Alleen de speler die zelf hinder ondervindt, mag het spel stil leggen.

Voorbeelden van Onsportief Gedrag

  • Schreeuwen als de tegenstander de bal gaat slaan.
  • Onnodig bij het net heen en weer springen.
  • Gekke bekken trekken of wilde bewegingen maken als de tegenstander de bal gaat slaan.
  • Stampen op de grond alsof je oploopt.
  • Met opzet twee ballen opgooien voor de service.
  • Steeds onnodig terugslaan van duidelijk foute eerste services.

Pauzes en Onderbrekingen

Er zijn regels met betrekking tot pauzes en onderbrekingen tijdens een tenniswedstrijd:

  • De inspeeltijd is maximaal 5 minuten.
  • Extra tijd mag worden genomen bij problemen met kleding, schoenen, bril, contactlenzen, haar, etc.
  • Een medische onderbreking van 3 minuten is toegestaan voor een blessure die op de baan is ontstaan of erger is geworden.
  • Toernooiorganisaties mogen een rustperiode van maximaal 10 minuten toestaan na de tweede set (bij wedstrijden om twee gewonnen sets).
  • Je mag maar één keer voor dezelfde blessure behandeld worden.
  • Toiletpauzes mogen alleen tijdens een setpauze plaatsvinden en mogen niet gebruikt worden voor coaching of het vullen van een waterfles.
  • Meisjes/vrouwen hebben recht op twee onderbrekingen tijdens de wedstrijd, jongens/mannen één.
  • Tijdens de wisselingen van speelhelft en tijdens de setpauze mag de baan verlaten worden, maar binnen de tijd (90 seconden bij speelhelftwisseling en 2 minuten bij setpauze).

Toernooien en Competities

Deelname aan competities en toernooien kan bijdragen aan de sportieve ontwikkeling van tennissers. De KNLTB (Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond) stimuleert deelname aan toernooien om meer mensen met plezier te laten tennissen.

Walk-overs

Een walk-over is een situatie waarin een speler of team zich terugtrekt uit een wedstrijd, waardoor de tegenstander automatisch wint. Vanaf 1 juni 2019 tellen walk-overs in het enkelspel tijdens toernooien mee voor de rating. Dit betekent dat een negatief resultaat wordt ontvangen als een walk-over wordt gegeven, en een positief resultaat als een walk-over wordt ontvangen.

Speelsterkte en Rating

Elke speler die lid wordt van een KNLTB-vereniging of een Toernooipas koopt, krijgt een speelsterkte en rating voor zowel het enkel- als dubbelspel. De KNLTB gebruikt het Dynamisch Speelsterkte Systeem (DSS) om wedstrijden te organiseren tussen spelers van hetzelfde niveau.

  • Speelsterkte: Een heel getal van 1 t/m 9, waarbij 9 een beginnende speler is en 1 een professionele speler.
  • Rating: Een getal met vier cijfers achter de komma dat na elke officiële wedstrijd wordt aangepast.

De rating wordt gebruikt voor de plaatsing in toernooien en om de voortgang gedurende het seizoen te volgen. Bij winst stijgt de rating, bij verlies daalt de rating.

Bekende Tennisslagen

  • Forehand: De slag aan de kant van de speelhand, waarbij de palm van de hand naar voren wijst.
  • Backhand: De slag aan de andere kant van de speelhand.
  • Service: De slag waarmee de bal in het spel gebracht wordt.
  • Volley: Een slag van een bal die niet heeft gestuit.
  • Dropshot: Een bal die zo kort mogelijk achter het net wordt gespeeld.
  • Lob: Een slag waarbij de bal over de tegenstander heen wordt gespeeld.
  • Smash: Een slag die met kracht en boven het hoofd wordt geslagen.
  • Rally: Een onafgebroken reeks van slagen.

tags: #tennis #regels #toernooi #beeld