De super tiebreak is een formaat dat steeds populairder wordt in de tenniswereld, zowel bij professionele als amateurtoernooien. Het is een manier om wedstrijden te verkorten en ze aantrekkelijker te maken voor zowel spelers als toeschouwers. In dit artikel worden de regels van de super tiebreak in detail besproken, evenals andere belangrijke aspecten van tennisregels en -etiquette.
Wat is een Super Tiebreak?
Een super tiebreak, ook wel bekend als een match tiebreak, is een beslissende tiebreak die wordt gespeeld in plaats van een volledige derde set wanneer beide partijen één set hebben gewonnen. Het doel is om een snellere en spannendere manier te bieden om een wedstrijd te beslissen. Dit format wordt vaak gebruikt in kleinere toernooien, dubbelspel of in competities waar tijd een belangrijke factor is.
Regels van de Super Tiebreak
De regels van een super tiebreak zijn vergelijkbaar met die van een reguliere tiebreak, maar er zijn enkele belangrijke verschillen:
- Punten tellen: In een super tiebreak tellen de punten gewoon als 1, 2, 3, enzovoort.
- Winnen: De eerste speler of het eerste team dat 10 punten behaalt met een voorsprong van 2 punten, wint de super tiebreak en daarmee de wedstrijd. Bij een score van 9-9 wordt er doorgespeeld totdat er een verschil van 2 punten is.
- Service: De speler die aan de beurt is om te serveren, begint vanaf de rechterkant van het veld voor het eerste punt. Daarna serveert de tegenpartij vanaf de linkerkant voor het tweede punt en vervolgens vanaf rechts voor het derde punt. Vervolgens serveert elke speler om de beurt voor twee punten, eerst vanaf links en dan vanaf rechts.
- Wisselen van speelhelft: Spelers wisselen van speelhelft na de eerste punt en vervolgens na elke 6 punten.
Voorbeelden van Super Tiebreak in Competities
In de KNLTB Junioren competitie 11 t/m 14 jaar spelen jongens en meisjes door elkaar, mét en tegen elkaar. In de hoofdklasse van deze competitie worden volledige sets gespeeld waarbij de derde set bestaat uit een supertiebreak tot 10 punten. Dit is een aanpassing die in 2021 is doorgevoerd op verzoek van veel competitiespelers en leraren.
Bij de Junioren competitie 13 t/m 17 jaar wordt er in de hoofdklasse ook met een supertiebreak gespeeld in plaats van een volledige derde set. Dit format is bedoeld om de wedstrijden korter en intenser te maken.
Lees ook: Hockey Indeling Details
In sommige toernooien wordt de supertiebreak ook gebruikt in het dubbelspel, waarbij in plaats van een volledige derde set een match-tiebreak wordt gespeeld. De dubbelcombinatie die als eerste tien punten behaalt met een verschil van twee punten, wint de partij.
De Tiebreak in een Reguliere set
Je speelt een tiebreak als het in de set 6-6 staat. In de tiebreak tel je gewoon met 1, 2, 3, etc. Als je als eerste 7 punten hebt, heb je de tiebreak gewonnen. Er moet wel een verschil van minimaal 2 punten zijn. Bij 7-6 speel je door totdat er 2 punten verschil is. Je begint met één servicebeurt. Daarna heeft je tegenstander twee servicebeurten.
Andere Vormen van Tellen
Soms beslissen toernooileidingen of de tennisbond dat er op een andere manier geteld wordt. Het punt dat bij 40-gelijk wordt gespeeld, is beslissend. Er is dus geen voor- of nadeel. Als je het punt wint, win je de game. Als ontvanger kies je aan welke kant je de service wilt krijgen, rechts of links. In de dubbel kies je als ontvangende partij ook voor een kant, maar je mag onderling niet van plek wisselen. In de mix heb je geen keuze: de man serveert op de man, de vrouw op de vrouw.
- De voordeelset: je wint de set als je als eerste 6 games hebt, met 2 games verschil. Zolang dat verschil er niet is, speel je door.
- Korte set: je wint de set als je als eerste 4 games hebt, met 2 games verschil. Bij 4-4 speel je een tiebreak.
- Beslissende wedstrijdtiebreak: bij 1-1 in sets speel je een tiebreak in plaats van een derde set om de wedstrijd te beslissen.
- Beslissende wedstrijdtiebreak van 10 punten: bij 1-1 in sets speel je een tiebreak in plaats van een derde set om de wedstrijd te beslissen. Je wisselt van speelhelft bij elke oneven game (1-0, 2-1, 5-2, etc). Na een set wissel je alleen bij een oneven game.
De Toss
Een bekende vraag voor tennissers: heb jij een tossracket? Zo’n racket heb je als je bijvoorbeeld een pijltje op het handvatplaatje hebt staan. Als je dit tossracket heb, vraag je aan je tegenstander of hij kiest voor het pijltje naar rechts of naar links. Of je begint met serveren of ontvangen. Je tegenstander kiest dan de kant waar hij wil beginnen. Aan welke kant je wilt beginnen. Je tegenstander kiest dan of hij begint met serveren of ontvangen. Dat je tegenstander een keuze maakt. Als je om wat voor reden dan ook stopt met inspelen en later weer op de baan komt, blijft de toss geldig.
Service en Ontvangst
Vooral bij het serveren en ontvangen in de dubbel moet je opletten. Je serveert om de beurt. In de enkel en in de dubbel. Als jij in de dubbel begint met serveren in de eerste game, serveert een van je tegenstanders in de tweede game, jouw partner in de derde game en de andere tegenstander in de vierde game. Je ontvangt ook om de beurt. Als jij begint met ontvangen (op rechts), dan ontvangt je partner de tweede bal (op links). Deze volgorde hou je in de set aan. Als ontvanger mag je overal staan. Dus ook buiten de lijnen. Je mag niet in je eentje tegen een dubbelteam spelen. Je serveert pas als de ontvanger klaarstaat. De ontvanger mag daar niet te lang over doen. Als de ontvanger jouw service fout terugslaat (uit of in het net) en daarná zegt dat hij niet klaar stond, is hij te laat. Je begint altijd vanaf rechts te serveren en daarna vanaf links. In de tiebreak begin je het eerste punt ook vanaf rechts.
Lees ook: Spreekbeurt over Voetbal
Voetfouten
‘Voetfout’. Je hoort het een scheidsrechter weleens zeggen bij de profspelers. Er zijn verschillende bewegingen die voetfout opleveren. Je mag niet lopen, hoewel kleine bewegingen van de voeten wel zijn toegestaan. Je mag niet met je voet de achterlijn raken of in het speelveld staan. Je mag niet met je voet buiten de (denkbeeldige) zijlijnen stappen. Deze drie regels gelden ‘tijdens de servicebeweging’. Deze begint op het moment dat je de bal opgooit of je racket naar achteren doet tot het moment dat je de bal raakt.
Wanneer is een Service Fout?
- Je voetfout maakt.
- Je naar de bal slaat en die mist.
- De bal een vaste hindernis, enkelspelpaaltje of netpaal raakt. Ook als de bal alsnog in gaat, is het een foute service (dus geen let).
- De bal jou raakt, je partner of het racket van je partner.
Als je de bal opgooit en besluit ‘m niet te slaan, mag je de bal opvangen met je hand of racket.
Letsituaties
Een let betekent dat het punt opnieuw wordt gespeeld.
- Als je servicebal de netband raakt en in is.
- Als je servicebal de netband raakt en daarna, dus voor de stuit, een tegenstander of zijn racket.
- Als je tegenstander aangeeft dat hij nog niet klaarstond, terwijl jij serveerde.
- Als jij en je tegenstander samen niet kunnen vaststellen of een bal in of uit is.
- Als je tijdens de rally gehinderd wordt door iets waar jij en je tegenstander niets aan kunnen doen, bijvoorbeeld als een bal de baan op komt rollen of als je met de bal een vogel raakt.
- Als een bal via het net, de enkelspelpaaltjes (in de enkel) of de netpalen (in de dubbel) in gaat. Let op: een service die via een netpaal of enkelspelpaaltje in gaat is fout!
- Als een bal over het net komt en weer terugdraait of -waait. Je mag dan over het net reiken en de bal terugslaan. Maar je mag het net of de andere speelhelft niet raken met je lichaam of racket!
- Als je een bal buiten de netpalen om slaat.
- Als je, in het enkelspel, een bal door het gat tussen de netpalen en het net door slaat, zonder iets te raken.
- Als je racket over het net komt nadat je een bal hebt geslagen.
- Als je een bal raakt die aan de andere kant in het veld stilligt. Je speelt dan gewoon door, tenzij niet meer duidelijk met welke bal je de rally speelde. Dan speel je een let.
Wanneer Verlies Je Een Punt?
- Als je je eerste en tweede service fout slaat.
- Als je de bal twee keer laat stuiten op jouw speelhelft.
- Als de bal bij het terugslaan eerst stuit op je eigen speelhelft.
- Als jouw geslagen bal voor de stuit een vaste hindernis raakt.
- Als je de bal opzettelijk ‘draagt’ of opvangt op je racket, of meerdere keren raakt.
- Als je lichaam, kleding of racket het net, de netpalen, enkelspelpaaltjes of andere speelhelft raakt, tijdens de rally.
- Als je de bal slaat voordat die over het net is gegaan.
- Als de bal jou raakt, ook als je buiten de lijnen staat en de bal nog niet gestuit heeft.
Pauzes en Onderbrekingen
De inspeeltijd is maximaal 5 minuten. Er zijn bijzondere situaties waarvoor je extra tijd mag nemen.
- Als er iets gebeurt met je kleding, schoenen, bril, contactlenzen, haar, etc. zonder dat je daar iets aan kunt doen, mag je dat herstellen. Je mag ook de tijd nemen om andere kleding of schoenen aan te doen als dat nodig is.
- Als je ergens last van hebt, heb je recht op één medische onderbreking van 3 minuten.
Toernooiorganisaties mogen een rustperiode van maximaal 10 minuten toestaan na de tweede set (bij wedstrijden om twee gewonnen sets). Je mag alleen om een medische onderbreking vragen voor een blessure/kwaal die op de baan is ontstaan of erger is geworden. Ook als er bloed is, mag je om hulp vragen en bij kramp mag je je laten masseren.
Lees ook: Super F Toernooi: Alle regels op een rij
Je mag geen medische onderbreking aanvragen:
- Als je een blessure hebt die op de baan niet goed kan worden behandeld.
- Voor een blessure die al voor de wedstrijd aanwezig was en niet is verergerd door het spel.
- Bij algehele uitputting.
- Met een injectie.
Je mag maar één keer voor dezelfde blessure behandeld worden.
Je mag de baan af om naar de wc te gaan of, als het om meisjes/vrouwen gaat, om andere kleding aan te doen. Je mag alleen tijdens een setpauze naar de wc of andere kleding aandoen. Deze pauze mag niet voor iets anders, bijvoorbeeld coachen of je waterfles vullen gebruikt worden. De meisjes/vrouwen hebben tijdens de hele wedstrijd (inclusief inspelen) recht op twee onderbrekingen, de jongens/mannen één. In een dubbel heb je als team recht op twee onderbrekingen. Overigens mag je de baan ook tijdens de wisselingen van speelhelft en tijdens de setpauze verlaten (om bijvoorbeeld naar de wc te gaan). Maar dan moet je binnen de tijd terug zijn, dus binnen 90 seconden bij speelhelftwisseling en binnen 2 minuten bij setpauze. Als er iets aan de hand is waardoor je vaker naar het toilet moet kunnen of als je als meisje/vrouw andere redenen hebt waarom je dringend de baan moet kunnen verlaten, kun je voor de wedstrijd contact opnemen met de competitie- of toernooileider.
Ongewenst gedrag
Als je speelt zonder scheidsrechter zal het lastig zijn om een tegenstander te corrigeren, die voortdurend tijdrekt. Je kunt in dat geval de toernooi- of competitieleider erbij roepen. Hij/zij kan vertellen wat de regels zijn van het Strafpuntensysteem (SPS) die gebruikt worden bij officiële wedstrijden. Als je tegenstander jou tijdens een rally opzettelijk hindert, win jij het punt.
Voorbeelden van hinderlijk gedrag:
- Schreeuwen als je tegenstander de bal gaat slaan.
- Onnodig bij het net heen en weer springen.
- Het trekken van gekke bekken of het maken van wilde bewegingen als je tegenstander de bal gaat slaan.
- Stampen op de grond, alsof je oploopt.
- Vlak voor de service van je tegenstander overdreven bewegen op de kruising van de twee servicevakken als netspeler in de dubbel.
- Met opzet twee ballen opgooien voor de service.
- Steeds onnodig terugslaan van duidelijk foute eerste services.
Als je speelt zonder scheidsrechter zal het lastig zijn om een tegenstander te corrigeren, die expres hindert. Je kunt in dat geval de toernooi- of competitieleider erbij roepen. Hij/zij kan vertellen wat de regels zijn van het Strafpuntensysteem (SPS) die gebruikt worden bij officiële wedstrijden. De speler die zich daarin niet houdt aan de tijdregels, zich hinderlijk of onfatsoenlijk gedraagt of zich stiekem laat coachen, krijgt bij de eerste overtreding een waarschuwing. Je speelt het punt over als de hinder niet expres is, bijvoorbeeld als tijdens de rally een bal uit je broekzak valt of je pet afwaait. Als dit een tweede keer gebeurt, wordt het wel gezien als opzettelijke hinder en is het punt voor je tegenstander. Alleen als je zelf ergens hinder van hebt, leg je het spel stil. Dus niet als je denkt dat je tegenstander ergens last van heeft. Als je een eerste service in het net hebt geslagen en de bal blijft stilliggen op jouw speelhelft, dan mag je die bal weghalen.