Sam Klepper was een prominente figuur in de Amsterdamse onderwereld, wiens leven abrupt eindigde door een liquidatie in 2000. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met andere bekende criminelen zoals Cor van Hout, Klaas Bruinsma en Willem Holleeder, en zijn verhaal is een belangrijk onderdeel van de geschiedenis van de Nederlandse misdaad.
Achtergrond en Opkomst
Klepper was een van de "jongens van de gestampte pot" die in de misdaad belandden, een term die verwijst naar criminelen van Nederlandse of Amsterdamse komaf. Zijn carrière speelde zich af tegen de achtergrond van drugshandel en de bijbehorende onderlinge strijd. Hij werkte nauw samen met John Mieremet, en samen maakten ze vele vijanden in het criminele circuit.
Zorgen en Isolatie
In de periode voor zijn dood uitte Klepper zijn zorgen tegenover journalist Bas van Hout. Hij voelde zich geïsoleerd en merkte op dat andere kopstukken uit het Amsterdamse milieu vrij rondliepen, terwijl hijzelf voorzorgsmaatregelen nam. Klepper vertrouwde Van Hout toe dat hij dacht dat Jan Femer, een zakenrelatie van hem, door "zijn eigen kring is gedaan", met name Soerel en Hillis. Hij voelde aan dat hijzelf de volgende zou kunnen zijn.
De Liquidatie
Klepper's vrees werd bewaarheid op 10 oktober 2000, toen hij werd doodgeschoten bij zijn woning aan het Gelderlandplein in Amsterdam-Buitenveldert. Zijn bodyguard, die hij kort daarvoor had besteld, speelde een dubieuze rol tijdens de aanslag. Terwijl een huurmoordenaar kogels afvuurde, stond de bodyguard met een grote televisie in zijn handen. Toen hij uiteindelijk terugschoot, raakte hij een gebouw en een voorbijganger.
Nasleep en Onderzoek
Na Klepper's dood was de Amsterdamse onderwereld in rep en roer. Er werd gespeculeerd over wie er achter de liquidatie zat, en de naam van Sreten "Joca" Jocic, de leider van de Joegomaffia in Amsterdam, dook al snel op. Norbert S., een drugshandelaar die met Klepper en Mieremet was opgetrokken, vertelde dat hij enkele uren voor de liquidatie door Jocic was gebeld, die zei: "Kijk zo meteen maar eens op Teletekst."
Lees ook: Bekerfinale Den Haag - Heerenveen
Holleeder en de Weduwe
Willem Holleeder ontfermde zich na Klepper's dood over zijn weduwe, Sandra den Hartog, met wie hij zelfs een affaire begon. Holleeder, die al sinds de jaren negentig rondhing bij Klepper en Mieremet, leek een steeds belangrijkere rol te spelen in het criminele circuit.
Mieremet's Angst en Holleeder's "Expeditie"
John Mieremet was na de dood van Klepper doodsbang. Hij voelde de hete adem van de Joego's in zijn nek en was bang dat hij zijn bij Willem Endstra geïnvesteerde geld niet meer terug zou zien. Holleeder startte een "expeditie" om de waarheid achter de moord op Klepper te achterhalen voor Mieremet. Hij reisde zelfs naar Bosnië-Herzegovina om informatie in te winnen.
Betaling aan Jocic
Uiteindelijk werd er een oplossing gevonden: Mieremet en Sandra den Hartog moesten betalen aan "Joca Amsterdam". Den Hartog reisde vergezeld van Stanley Hillis naar Liechtenstein om een fortuin op te nemen dat haar vermoorde man in een bankkluis had gestald. Hillis gaf het bedrag vervolgens aan een contact van Jocic.
Dubbelspel?
Er waren echter aanwijzingen dat er sprake was van dubbelspel. Martin Hoogland, de moordenaar van Klaas Bruinsma, schreef in een kattebelletje aan Joca Jocic dat "die Fast Fuck van Serajevo dubbel spel speelt tegen Glasses en Vastgoedkidnapper ook. Zij spelen een vies spelletje. En Glasses weet alles." Hiermee zou Hoogland gedoeld hebben op Paja, Mieremet en Holleeder.
Het Vandros-proces
In het Vandros-proces tegen Willem Holleeder werd de moord op Klepper uitgebreid besproken. De getuigenissen van Astrid en Sonja Holleeder, de zussen van Willem, waren cruciaal in het proces. Ze beschuldigden hem onder andere van de moorden op Sam Klepper, Cor van Hout en Willem Endstra.
Lees ook: Alles over ijshockeyschaatsen maat 39 voor dames