De nacompetitie in het amateurvoetbal is een spannende periode waarin teams strijden voor promotie of handhaving. Om ervoor te zorgen dat deze wedstrijden eerlijk en volgens de regels verlopen, heeft de KNVB (Koninklijke Nederlandse Voetbalbond) specifieke regels opgesteld. Dit artikel geeft een gedetailleerd overzicht van de regels die gelden voor de nacompetitie in KNVB Zuid 2, waarbij we ingaan op de wedstrijdduur, verlenging, strafschoppen, wisselbeleid, verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden. Deze regels zijn van toepassing op zowel senioren- als jeugdwedstrijden in categorie A.
Algemene Richtlijnen
Tijdens de nacompetitie gelden in principe dezelfde regels als tijdens de reguliere competitie. Echter, er zijn enkele belangrijke aanvullingen en verduidelijkingen die specifiek van toepassing zijn op nacompetitiewedstrijden. Deze hebben voornamelijk betrekking op de situatie waarin een winnaar bepaald moet worden en de mogelijkheden tot wisselen.
Senioren Categorie A
Wedstrijdduur en Vervolg
Een wedstrijd in de nacompetitie voor senioren in categorie A duurt, net als in de reguliere competitie, 2x45 minuten. Echter, in tegenstelling tot sommige reguliere competitiewedstrijden, moet er bij beslissingswedstrijden en wedstrijden in de nacompetitie die uit enkele wedstrijden bestaan, na afloop van de reguliere speeltijd een winnaar zijn. Dit om te garanderen dat er een duidelijke uitkomst is voor promotie of degradatie.
Verlenging en Strafschoppen
Wanneer de stand na de reguliere speeltijd gelijk is, volgt een verlenging van 2x15 minuten. Deze extra tijd geeft beide teams de kans om alsnog de winnende treffer te forceren. Blijft de stand ook na de verlenging gelijk, dan wordt de winnaar bepaald door een strafschoppenserie.
De strafschoppen worden om en om genomen, waarbij elk team in eerste instantie vijf strafschoppen neemt. Als er na deze vijf strafschoppen nog steeds geen winnaar is, gaan de teams door met het nemen van strafschoppen, waarbij steeds één strafschop per team wordt genomen totdat een team mist en het andere team scoort. De details en verdere regels rondom strafschoppen zijn te vinden in de documenten van de KNVB.
Lees ook: Alles over Vrije Ruimte Volleybal
Wisselen
Teams hebben tijdens de nacompetitiewedstrijden de mogelijkheid om maximaal vijf keer te wisselen, verdeeld over maximaal drie wisselmomenten. Het wisselen in de rust wordt niet als een wisselmoment geteld, waardoor teams in de rust tactische aanpassingen kunnen maken zonder een van hun wisselmomenten te gebruiken. Een speler die eenmaal is gewisseld, mag niet meer aan de wedstrijd deelnemen. Dit voorkomt strategisch in- en uitwisselen van spelers om tijd te rekken of specifieke situaties te beïnvloeden.
Wisselen tijdens Verlenging
Bij een verlenging krijgen teams extra mogelijkheden om te wisselen. Elk team mag één extra speler wisselen, zelfs als het maximum van vijf wissels al is bereikt tijdens de reguliere speeltijd. Dit biedt coaches de mogelijkheid om vermoeide spelers te vervangen en frisse krachten in te brengen voor de extra tijd.
Daarnaast krijgt elk team één extra wisselmoment tijdens de verlenging. Naast dit extra wisselmoment mag er ook gewisseld worden voor aanvang van de verlenging en in de rust van de verlenging. Deze momenten tellen niet mee als wisselmoment, waardoor teams flexibeler kunnen inspelen op de veranderende dynamiek van de wedstrijd. Als een team tijdens de reguliere speeltijd het maximum van vijf wissels en/of drie wisselmomenten niet heeft gebruikt, mogen deze resterende wissels of wisselmomenten tijdens de verlenging worden ingezet.
Jeugd Categorie A (Divisies en Hoofdklasse)
Voor de jeugd in categorie A (divisies en hoofdklasse) gelden grotendeels dezelfde regels als voor de senioren. Er is echter één belangrijk verschil: bij de jeugd wordt er geen verlenging gespeeld. Als een wedstrijd in een gelijkspel eindigt, volgt direct een strafschoppenserie om de winnaar te bepalen. Dit is om de fysieke belasting voor jonge spelers te beperken.
Verantwoordelijkheid en Aansprakelijkheid
De verantwoordelijkheid voor het naleven van de richtlijnen ligt bij de thuisspelende vereniging, de uitspelende vereniging en de eventueel derde organiserende vereniging. Het niet nakomen van deze richtlijnen kan leiden tot sancties en aansprakelijkheid.
Lees ook: Complete Gids Rugby Jeugd
De organiserende vereniging is verantwoordelijk voor het toezien op en handhaven van de ordemaatregelen rondom de wedstrijd. Dit omvat onder meer het zorgen voor voldoende stewards, het controleren van de toegang tot het sportpark en het ingrijpen bij ongeregeldheden.
Bij wedstrijden op neutraal terrein moeten zowel de organiserende vereniging als de twee verenigingen die de wedstrijd spelen een wedstrijdcoördinator aanwijzen. De wedstrijdcoördinator van de organiserende vereniging heeft de leiding over de te nemen maatregelen. Dit zorgt voor een duidelijke commandostructuur en een gecoördineerde aanpak van eventuele problemen.
De KNVB zelf is niet aansprakelijk voor eventuele schade of nadelige gevolgen die voortvloeien uit de organisatie van de nacompetitiewedstrijden. Elke amateurvereniging dient een eigen aansprakelijkheidsverzekering te hebben. Alleen als bij een claim blijkt dat een vereniging geen eigen aansprakelijkheidsverzekering heeft, kan er een beroep worden gedaan op de aansprakelijkheidsverzekering van de KNVB. Dit benadrukt het belang van een goede verzekering voor amateurverenigingen.
Lees ook: Complete handleiding hockeyregels
tags: #regels #nacompetitie #knvb #zuid #2