Raymond Verheijen's Periodisering in Voetbal: Een Analyse van de 6-Weekse Cyclus en Alternatieven

Raymond Verheijen is een bekende naam in de voetbalwereld, vooral vanwege zijn periodiseringsmodel. Dit model wordt veel gebruikt, maar het heeft ook zijn beperkingen. In dit artikel duiken we dieper in op de 6-weekse cyclus van Verheijen, de voor- en nadelen ervan, en vergelijken we het met alternatieve methoden zoals tactisch periodiseren. We zullen ook kijken naar praktische oplossingen voor trainers die dit model in de praktijk willen toepassen.

De Kern van Verheijen's Periodiseringsmodel

Het periodiseringsmodel van Raymond Verheijen is gebaseerd op een cyclus van zes weken, verdeeld in drie blokken van elk twee weken. Elk blok richt zich op een specifiek fysiek aspect. Dit betekent dat een bepaald fysiek aspect slechts één keer per zes weken aan bod komt.

Voordelen van het Model

  • Eenvoudig te begrijpen: Het model is relatief simpel en toegankelijk voor trainers op verschillende niveaus.
  • Makkelijk toe te passen: De structuur is helder, waardoor het gemakkelijk is om trainingsschema's te ontwerpen.

Nadelen van het Model

  • Lange cycli: Een van de belangrijkste kritiekpunten is dat elk fysiek aspect slechts eens in de zes weken aan bod komt. Dit kan problematisch zijn, omdat een goede fysieke prestatie in een wedstrijd een combinatie van verschillende fysieke capaciteiten vereist.
  • Focus op één aspect: Het focussen op één fysiek aspect gedurende een hele week is mogelijk niet de meest effectieve manier om spelers voor te bereiden op de complexiteit van een wedstrijd.

Tactisch Periodiseren: Een Alternatieve Benadering

Tactisch periodiseren, ontwikkeld door Vitor Frade, is een alternatief model dat wordt toegepast door trainers als José Mourinho en André Villas-Boas. Dit model ziet wedstrijden als een "natuurlijke chaos" waarin teams proberen de uitkomst te beïnvloeden door tactische plannen.

Kernprincipes van Tactisch Periodiseren

  • Wedstrijdgelijkende oefeningen: Om spelers optimaal voor te bereiden, moeten trainingsoefeningen zo veel mogelijk op de wedstrijd lijken.
  • Integratie van aspecten: Technische, fysieke, mentale en tactische aspecten worden tegelijkertijd getraind, in plaats van afzonderlijk.
  • Weekschema: Het weekschema is georganiseerd rond de dag van de wedstrijd (MD), met dagen aangeduid als MD+1, MD-4, enzovoort.

Het Wekelijkse Schema in Tactisch Periodiseren

  • MD+1 (Dag na de wedstrijd): Rust en herstel, zowel fysiek als mentaal. Spelers krijgen een dag vrijaf om hun gedachten leeg te maken en zich voor te bereiden op de nieuwe trainingsweek.
  • MD-4 (Drie dagen na de wedstrijd): Focus op het voorbereiden van spelers op de volgende wedstrijd, met een nadruk op kracht. Tactische aspecten worden getraind in kleine groepen (individueel, groepsniveau, of op linie niveau).
  • MD-3 (Twee dagen na de wedstrijd): De complexiteit van de oefeningen is het grootst, met een fysieke focus op duurvermogen. Oefeningen met lange intervallen, grote veldafmetingen en veel spelers worden gebruikt.
  • MD-2 (Eén dag na de wedstrijd): Focus op snelheid, zowel fysiek als mentaal reactievermogen. Oefeningen zijn kort van duur met voldoende rust om overbelasting te voorkomen.
  • MD-1 (De dag voor de wedstrijd): Laatste voorbereidingen voor de wedstrijd, met een focus op specifieke spelsituaties (bijv. standaardsituaties). Korte intervallen met lange herstelperioden en kleine veldafmetingen worden gebruikt.

De Voordelen van Tactisch Periodiseren

  • Holistische benadering: Door technische, fysieke, mentale en tactische aspecten tegelijkertijd te trainen, lijken de oefeningen meer op de belasting van de wedstrijd.
  • Connectie tussen fysiek en mentaal: Het model erkent de belangrijke connectie tussen de fysieke en mentale staat van de spelers.
  • Flexibiliteit: Oefeningen worden gekozen aan de hand van de speelstijl van de coach, waardoor het model aanpasbaar is.
  • Golfachtig patroon: Het weekschema kent een golfachtig patroon voor zowel fysieke als mentale aspecten, met de zwaarste belasting in het midden van de week.

Praktische Toepassing van Verheijen's Model: Tips van Bart Benneker

Veel trainers in Nederland zijn bekend met het model van Raymond Verheijen, maar lopen tegen praktische problemen aan bij de uitvoering ervan. Bart Benneker, hoofdtrainer van VV Hellendoorn, deelt zijn ervaringen en oplossingen.

Benneker's Visie op Voetbalconditionele Training (VCT)

Benneker gebruikt het zesweekse periodiseringsmodel van Verheijen als basis, maar past het aan op basis van een aantal criteria:

Lees ook: IJshockeylegende Raymond Caspers uitgelicht

  1. Wedstrijd als leidraad: Het programma en de invulling van de training moeten afgestemd zijn op het wedstrijdprogramma.
  2. Focus op het individu: Het model wordt afgestemd op de individuele speler, niet alleen op het team.
  3. Subjectieve belastingmeting: Spelers bepalen zelf hoe zwaar ze de training vinden, gemeten aan de hand van de RPE-schaal (Rate of Perceived Exertion).
  4. Voetbalontwikkeling centraal: Het voetbal moet altijd centraal staan, waarbij conditionele trainingen aansluiten bij de ontwikkeling van de speelwijze.
  5. Intensiteit boven omvang: De focus ligt op intensiteit binnen de beschikbare trainingstijd.
  6. Atletisch vermogen afgestemd: Het atletisch vermogen wordt afgestemd op de voetbaltraining, met oefeningen die een logische relatie hebben tot de ontwikkeling van de speler.

De Rate of Perceived Exertion (RPE) Schaal

De RPE-schaal wordt gebruikt om de subjectieve belasting van de training te meten. Spelers vullen voor en na elke training een korte enquête in over hun herstel en de intensiteit van de training.

Het Zesweekse Periodiseringsmodel in de Praktijk (Volgens Benneker)

  • Week 1+2: EVV (Explosiviteitsvoorbereidende Vormen) en grote partijen (8:8-11:11)
  • Week 3+4: Voetbalsprints met weinig rust en middelgrote partijen (5:5-7:7)
  • Week 5+6: Voetbalsprints met veel rust en kleine partijen (3:3-4:4)

Afwegingen bij VCT-Training (Volgens Benneker)

  • Wat is leidend: wedstrijd of training?
  • Stem je het model af op het team of het individu?
  • Meet je de belasting objectief of subjectief?
  • Wat staat centraal: conditionele ontwikkeling of voetbalontwikkeling?
  • Ga je voor omvang of intensiteit?
  • Atletisch vermogen afstemmen op de training, of de training op het atletisch vermogen?

Een Drieweekse Cyclus in de Voorbereiding

In de voorbereiding kiest Benneker voor een drieweekse cyclus om te zorgen dat alle weken minstens één keer aan bod komen voordat de competitie begint. Hierbij laat hij week 1, 3 en 5 van het model terugkomen.

Uitwerking van Week 1 en 2

  • Weekdoelstelling: Benneker werkt altijd met een weekdoelstelling, waarbinnen de VCT-vormen vallen.
  • Oefen-leerfase: Voorafgaand aan de VCT-vormen doet hij een oefen-leerfase in dezelfde formaties, waarbij hij de tegenstander neerzet en de spelers uitlegt wat hij wil dat ze doen.
  • Rood kader: Binnen de grote partijvormen werkt hij met een rood kader, waarin de hoofdrolspelers voor die vorm staan. Hij focust zich vooral op de spelers binnen dit kader.
  • Rustmomenten: Tijdens de rust van twee minuten mogen de spelers niet drinken, zodat er tijd is om situaties te bespreken.
  • EVV: Tijdens de rustmomenten van de explosiviteitsvoorbereidende vormen laat hij de spelers een oefening doen die in het teken staat van de speelwijze, bijvoorbeeld een rondo of een positiespel.

Knelpunten en Oplossingen (Volgens Benneker)

  • Geen heel veld beschikbaar of te weinig spelers: Gebruik de afstanden uit de intervallopen om een afwerkvorm of pass- en trapvorm uit te zetten.
  • Te veel spelers: Laat de overbodige spelers aan de zijkant van het veld de intervalvormen doen, en wissel ze af met spelers uit het veld.
  • Geen assistent-trainer: Besteed meer tijd aan de niet te coachen ploeg, maar houd er rekening mee dat de kwaliteit mogelijk minder wordt.
  • Maar één keeper: Zet twee kleine doeltjes in het grote doel en pas de spelregels aan om de doelstelling te ondersteunen.

Uitwerking van Week 3 en 4

  • Middelgrote partijen (7:7/5:5): Net als bij de grote partijen begint Benneker met een oefen-leerfase, waarbij hij het veld kleiner maakt en spelers weghaalt.

Alternatieve Trainingsvormen en Periodisering

Naast de besproken modellen zijn er diverse andere trainingsvormen en periodiseringsmethoden die trainers kunnen overwegen. Het is essentieel om een aanpak te kiezen die past bij de specifieke behoeften en mogelijkheden van het team.

Voorbeelden van Alternatieve Trainingsvormen

  • Positiespel: Gericht op het verbeteren van balbezit, passing en tactisch inzicht.
  • Afwerkvormen: Gericht op het verbeteren van de afronding voor het doel.
  • Conditietraining met bal: Integratie van conditietraining in voetbalvormen om de relevantie voor de wedstrijd te vergroten.
  • Fungames: Kleine wedstrijdvormen met specifieke regels om bepaalde aspecten van het spel te stimuleren.

Belang van Differentiatie

Periodiseren vraagt om differentiatie, omdat niet iedere speler dezelfde belastbaarheid heeft. Het is belangrijk om de training aan te passen aan de individuele behoeften van de spelers.

De Toekomst van Periodisering in Voetbal

Steeds meer clubs stappen af van de traditionele 4- of 6-weekse cycli en gaan over op tactisch periodiseren. Deze verschuiving benadrukt het belang van een holistische benadering van training, waarbij technische, fysieke, mentale en tactische aspecten geïntegreerd worden getraind.

Lees ook: Passie en Kritiek NAC Breda Ultras

De Rol van Wetenschap en Praktijk

De discussie tussen wetenschap en praktijk blijft relevant. Coaches die vertrouwen op hun ervaring en intuïtie kunnen veel leren van wetenschappelijke methoden, maar er is ook een balans nodig tussen beide.

De Uitdaging van Blessurepreventie

Blessurepreventie blijft een cruciale uitdaging in het voetbal. Door een goede planning van trainingsintensiteit en herstelmomenten kunnen teams de prestaties verbeteren zonder de gezondheid van de spelers in gevaar te brengen.

Lees ook: Kleding en benodigdheden Uganda

tags: #raymond #verheijen #periodisering #voetbal #6 #weken