Rugby is een dynamische teamsport die kracht, uithoudingsvermogen, teamgeest en strategisch denken combineert. Het is een sport voor mensen die van fysieke activiteit houden, graag in teamverband spelen en klaar zijn om nieuwe uitdagingen aan te gaan. In dit artikel worden de verschillende posities binnen het rugby uitgelegd, van de voorwaartsen tot de driekwarters, zodat je een beter inzicht krijgt in deze fascinerende sport.
Wat is Rugby?
Rugby is een balsport waarbij twee teams proberen de bal te veroveren volgens de geldende regels. Door een try te drukken in het doelgebied van de tegenstander, scoor je punten. Na een try kan een speler bonuspunten verdienen door de bal tussen de palen te schoppen, wat een conversie wordt genoemd. Een rugbywedstrijd duurt in totaal 80 minuten, verdeeld over twee helften van elk 40 minuten, met een pauze van maximaal 10 minuten. Bij 7's rugby (met 7 spelers) eindigt het spel na 2 x 7 minuten. Het team met de meeste punten wint.
Rugbyregels in het Kort
Rugby is een spannende teamsport die wordt gespeeld op een rechthoekig veld met aan elk uiteinde een H-vormig doel. Twee teams van 15 spelers strijden tegen elkaar om de ovale bal in het doelgebied van de tegenstander te dragen of te schoppen om punten te scoren. In tegenstelling tot veel andere sporten kan de bal bij rugby alleen achteruit worden gespeeld. Er kan alleen maar naar voren worden getrapt. Spelers proberen ruimte te winnen of de bal te veroveren door slim te rennen, passen en tackelen.
Er zijn verschillende manieren om punten te scoren:
- Try: Vijf punten, gescoord wanneer de bal in het doelgebied van de tegenstander wordt geplaatst.
- Conversie: Twee extra punten na een try, door de bal tussen de palen te schoppen.
- Penalty kick: Drie punten, toegekend na een overtreding van de tegenstander.
- Dropkick: Drie punten, gescoord door de bal tijdens het spel uit de hand te laten vallen en te schoppen zodra deze de grond raakt.
Het spel eindigt niet direct aan het einde van de reguliere speeltijd. Zolang de bal in het spel is, gaat het spel door totdat de bal buiten de baan gaat of een spelactie is voltooid.
Lees ook: Opkomst van rugby in Papoea-Nieuw-Guinea
De Scrum: Een Belangrijk Onderdeel van het Spel
Een typische spelsituatie bij rugby is de scrum. Kleine overtredingen, zoals een voorwaartse pass, resulteren in een scrum. De voorwaartsen van beide teams staan in gehurkte houding tegenover elkaar en raken in elkaar verstrikt. De hooker, de centrale speler, probeert de bal met zijn voeten achteruit te spelen, zodat zijn team het balbezit veilig kan stellen.
Rugbyposities: Een Overzicht
Het bijzondere aan rugby is dat er voor ieder lichaamstype een passende positie is. Ben je sterk, dan is er wellicht een plek tussen de aanvallers. Ben je snel en atletisch, dan is het back team wellicht iets voor jou. Het team is verdeeld in 'forwards' (voorwaartsen) en 'backs' (driekwarten).
De Voorwaartsen (Forwards)
De voorwaartsen, ook wel het 'Pack' genoemd (spelers met rugnummer 1 t/m 8), zijn cruciaal in spelonderdelen die kracht en techniek vereisen, zoals scrums, rucks en mauls. Binnen de voorwaartsen zijn er verschillende posities:
Eerste Rij
De eerste rij bestaat uit de tight head prop, de hooker en de loose head prop. De eerste rijers zijn de mannetjesputters van het team. Vaak zijn ze even breed als lang en moeten ze het vooral van hun kracht en hardheid hebben.
- Tight Head Prop (Rugnummer 3): De tight head prop vormt met de hooker en de loose head prop de eerste rij in de scrum. De tight head prop dankt zijn naam aan het feit dat hij zijn hoofd zich tussen de twee hoofden van de hooker en de prop van tegenstanders in bevindt tijdens de scrum. Samen met de loose head prop ondersteunt hij de hooker.
- Hooker (Rugnummer 2): De hooker vormt met de twee props de eerste rij in de scrum. De hooker is de middelste van de drie en wordt ondersteund door zijn beide props. Daardoor heeft hij zijn voeten vrij om bij het ingooien van de bal deze zo snel mogelijk met zijn voeten naar achter te werken. Bij de line-out gooit de hooker vaak de bal in. De centrale speler, de hooker, heeft de taak om de bal met zijn voeten achteruit te spelen, zodat zijn eigen team het balbezit veilig kan stellen.
- Loose Head Prop (Rugnummer 1): De loose head prop vormt met de hooker en de tight head prop de eerste rij in de scrum. De loose head prop dankt zijn naam aan het feit dat hij zijn hoofd vrij heeft in de scrum (niet tussen de twee hoofden van de hooker en de prop van tegenstanders). Samen met de tight head prop ondersteunt hij de hooker. In de line-out zullen de props vaak de springers ondersteunen.
De meeste eerste rijers, met name de props, boeten aan snelheid in, maar er zijn hookers die qua snelheid en behendigheid met de bal in de hand niet voor de driekwarters onder doen.
Lees ook: Complete Gids Rugby Jeugd
Tweede Rij
De tweede rij (rugnummers 4 & 5) wordt ook wel de 'locks' genoemd en vormen de motor van de scrum (zij leveren de kracht). Verdedigend vangen zij ook de kracht op door zich met gestrekte benen vast te zetten (to lock) in de grond. Zij zijn lang en sterk. In de line-out zijn zij de springers. De 'locks' zorgen voor het balbezit vanuit de line-outs en voor het ‘op slot zetten’ van de scrum. Meestal zijn deze spelers langer dan 1,95 m en buiten zij hun lengte gepaard met de benodigde sprongkracht uit om boven hun tegenstanders uit te komen.
Derde Rij
De nummers 6 t/m 8 van het pack vormen de 'back row', ofwel derde rij.
- Blindside Flanker (Rugnummer 6): Samen met de nummer 8 vormen de flankers de derde rij in de scrum. De blindside flanker staat aan de kant van de scrum waar het minste ruimte is tot de zijlijn. Zij breken verdedigend als eerste op van de scrum om zo snel mogelijk de aanval van de tegenpartij te verstoren. De derde rijers zijn de echte werkpaarden, die achter elke bal aan gaan. Over het algemeen kunnen zij ook nog redelijk goed meekomen met de snelle driekwarters.
- Openside Flanker (Rugnummer 7): Samen met de nummer 8 vormen de flankers de derde rij in de scrum. De openside flanker staat aan de kant van de scrum waar het meeste ruimte is tot de zijlijn (de open kant). Zij breken verdedigend als eerste op van de scrum om zo snel mogelijk de aanval van de tegenpartij te verstoren. De derde rijers zijn de echte werkpaarden, die achter elke bal aan gaan. Over het algemeen kunnen zij ook nog redelijk goed meekomen met de snelle driekwarters.
- Nummer 8 (Rugnummer 8): De nummer 8 is de laatste man in de scrum, daaraan dankt hij ook zijn originele naam. Hij stuurt de scrum en controleert met zijn voeten een gewonnen bal. De scrumhalf mag de bal pas oppakken als de bal vrij ligt van de scrum (dus niet meer onder de benen van de spelers in de scrum). Vaak pakt de nummer 8 ook zelf de bal op na een gewonnen scrum. Hij doet dit door met de bal voor zijn voeten de scrum los te laten en dan de bal op te pakken en er mee op te lopen. Zo bindt hij een verdediger aan zich en zijn scrumhalf kan meegaan als extra speler in de aanval. De nummer 8 is vaak een lange stevige sterke speler, die in zijn eentje door een verdediging heen kan breken. Samen met de flankers (de derde rij) breken ze verdedigend als eerste op van de scrum om zo snel mogelijk de aanval van de tegenpartij te verstoren. De derde rijers zijn de echte werkpaarden, die achter elke bal aan gaan. Over het algemeen kunnen zij ook nog redelijk goed meekomen met de snelle driekwarters.
De Driekwarters (Backs)
De spelers met rugnummer 9 t/m 15 worden de ‘backs’ genoemd. De bijdrage van de backs is snelheid en techniek. Zij worden geacht met snelle combinaties de verdediging van de tegenstander uit positie te spelen. Tevens vormen zij het eerste verdedigingsblok, stoppen aanvallende spelers van de tegenpartij af tot het moment dat de derde rijers zich ermee kunnen bemoeien om balbezit veilig te stellen.
- Scrumhalf (Rugnummer 9): Aanvallend is de scrumhalf de verbindingsschakel tussen de voorwaartsen en de driekwarten. De scrumhalf ontvangt gewonnen ballen van de voorwaartsen en speelt ze af naar de driekwarten (meestal de flyhalf). Bij spelhervattingen na een penaltykick neemt de scrumhalf vaak het tactische korte kickje (een schopje tegen de bal en de bal zelf oppakken en doorspelen). De scrumhalf gooit ook de bal in bij de scrum en pakt hem er achter meestal ook weer op om hem weer door te passen. De scrumhalf staat ook direct naast de line-out om de bal te ontvangen van de springers in de line-out, om hem dan vervolgens weer door te spelen naar de driekwarten. De scrumhalf moet dus, vaak onder moeilijke omstandigheden, een goede pass kunnen geven over een grote afstand. Verdedigend zal een scrumhalf zo veel mogelijk proberen te voorkomen dat de scrumhalf van de tegenpartij de bal te pakken krijgt, of goed af kan spelen.
- Flyhalf (Rugnummer 10): De flyhalf is de eerste schakel van de driekwarten en daarbij een soort spelbepaler. De flyhalf bepaalt aanvallend welk van de ingestudeerde bewegingen de driekwarten gaan maken om zoveel mogelijk terrein te winnen. Vaak is de flyhalf iemand die een goede pass over grote afstand kan geven. Tevens is het ook iemand die goede tactische kickjes (geschopte ballen) kan geven. De flyhalf moet in een fractie van een seconde de juiste beslissingen kunnen nemen, omdat hij zijn acties vaak vrij dicht op de verdediging van de tegenpartij moet uitvoeren. Verdedigend moet de flyhalf een goede tackelaar zijn en een goede startsnelheid hebben, dus razend snel op kunnen lopen.
- Blindside Winger (Rugnummer 11): De blindside winger staat aan de kant van de scrum waar het minste ruimte tot de zijlijn is. De wingers zijn de echte renpaarden, zij moeten het afmaken door om de verdediging heen te lopen om te scoren. Elke wing heeft een eigen kant van het veld. Er is dus een linker en een rechter wing die steeds ook rechts en links blijven spelen. Dus afhankelijk van waar bijvoorbeeld de scrum of line-out wordt genomen ben je als wing de ene keer open wing (naast de tweede center) of blind-side wing (in je eentje aan de ander kant van de scrum of direct achter de line-out). Verdedigend moet een wing goed kunnen tackelen en een bal ver uit kunnen schoppen. Wingers vormen met de fullback een soort driemanschap. Zij vullen elkaars plaatsen op om, als een aanval overgenomen wordt, verdedigend toch nog iemand achterin te hebben, die verre kicks kan verwerken of doorgebroken spelers kan tackelen.
- Eerste Center (Rugnummer 12): De eerste center (ook wel inside center genoemd) heeft aanvallend de taak om op snelheid zoveel mogelijk terrein te winnen en eventueel door de verdediging heen te breken. Daartoe moeten centers snel, wendbaar (vele schijnbewegingen) en balvaardig (goed kunnen vangen en passen) zijn. Daarbij moet hij wel steeds bedenken dat er naast hem nog twee medespelers mee de aanval in zijn. Zodat hij steeds in staat moet zijn om de bal door te passen naar de tweede center. Verdedigend moet een center goed kunnen tackelen om op deze manier de centers van de tegenpartij af te kunnen stoppen.
- Tweede Center (Rugnummer 13): De tweede center (ook wel outside center genoemd) heeft aanvallend de taak om op snelheid zoveel mogelijk terrein te winnen en eventueel door de verdediging heen te breken. Daartoe moeten centers snel, wendbaar (vele schijnbewegingen) en balvaardig (goed kunnen vangen en passen) zijn. De tweede center zal over het algemeen nog iets meer loopvermogen hebben dan de eerste center. Daarbij moet hij wel steeds bedenken dat er naast hem nog een medespeler mee de aanval in is. Zodat hij steeds in staat moet zijn om de bal door te passen naar de wing. Verdedigend moet een center goed kunnen tackelen om op deze manier de centers van de tegenpartij af te kunnen stoppen.
- Openside Winger (Rugnummer 14): De openside winger staat aan de open kant van de scrum, de kant van de scrum waar de meeste ruimte tot de zijlijn is. De wingers zijn de echte renpaarden, zij moeten het afmaken door om de verdediging heen te lopen om te scoren. Elke wing heeft een eigen kant van het veld. Er is dus een linker en een rechter wing die steeds ook rechts en links blijven spelen. Dus afhankelijk van waar bijvoorbeeld de scrum of line-out wordt genomen ben je als wing de ene keer open wing (naast de tweede center) of blind-side wing (in je eentje aan de ander kant van de scrum of direct achter de line-out). Verdedigend moet een wing goed kunnen tackelen en een bal ver uit kunnen schoppen. Wingers vormen met de fullback een soort driemanschap. Zij vullen elkaars plaatsen op om, als een aanval overgenomen wordt, verdedigend toch nog iemand achterin te hebben, die verre kicks kan verwerken of doorgebroken spelers kan tackelen.
- Fullback (Rugnummer 15): De fullback is de sluitpost in de verdediging. Aanvallend kan hij op elke positie in de driekwartlijn inschuiven om zodoende als extra speler mee de aanval in te gaan. Verdedigend moet de fullback elke doorgebroken speler tackelen. De fullback moet hoge over de verdediging heen geschopte ballen goed kunnen vangen en een bal ver uit kunnen schoppen. Vaak zal de fullback met een gevangen bal in de hand proberen een nieuwe aanval op te zetten, door oplopend zoveel mogelijk terrein te winnen en medespelers te bereiken. De fullback vormt met de wingers een soort driemanschap. Zij vullen elkaars plaatsen op om, als een aanval overgenomen wordt, verdedigend toch nog iemand achterin te hebben, die verre kicks kan verwerken of doorgebroken spelers kan tackelen.
Elke positie vervult zijn eigen belangrijke rol in het team, dus elke speler is essentieel voor het team en het collectieve succes ervan.
Rugby voor Beginners
Rugby is zo gestructureerd dat het zich aanpast aan verschillende leeftijden en ontwikkelingsniveaus. Kinderen starten dus met een speciaal ontwikkelde variant zoals tag rugby, waarbij het contact tot een minimum wordt beperkt. Door rugby te spelen leren kinderen en jongeren belangrijke waarden zoals teamwerk, respect en discipline, terwijl ze hun kracht, uithoudingsvermogen en coördinatie verbeteren.
Lees ook: Van rugby naar media: JayJay Boske
Tips voor Beginners
- Sluit je aan bij een team: Zoek een rugbyclub in de buurt en neem deel aan een proeftraining.
- Leer de basis: Leer de juiste techniek voor passen, trappen en tackles.
- Werk aan je fitness: Rugby is fysiek veeleisend, dus werk aan je uithoudingsvermogen, kracht en behendigheid.
- Teamwerk: Leer communiceren en samenwerken met je medespelers.
- Overwin angst voor fysiek contact: Bereid je mentaal voor en leer technieken om blessures te voorkomen.
Rugbykleding en Uitrusting
Om rugby te spelen heb je geen uitgebreide beschermingsmiddelen nodig. Voor een proeftraining heb je comfortabele sportkleding en goed passende sportschoenen nodig. Als je rugby serieus wilt beoefenen, kun je investeren in een hoogwaardige rugbyuitrusting:
- Rugbybal: De ovale bal is het hart van het spel. Beginners kunnen starten met maat 1.
- Rugbyschoenen: Speciale schoenen met noppen voor grip op het gras.
- Mondbeschermer: Essentieel om je tanden en kaak te beschermen.
- Rugbyshirt, sokken en shorts: Gemaakt van duurzaam materiaal.
- Beschermende kleding: Hoofdbescherming, schouderbescherming en een beschermende broek kunnen extra bescherming bieden.
Internationale Competities
Het belangrijkste internationale toernooi is het wereldkampioenschap rugby, dat iedere vier jaar wordt georganiseerd. Op het Noordelijk halfrond is de 'Six Nations Cup' het belangrijkste jaarlijkse rugbytoernooi. Op het Zuidelijk halfrond heet de tegenhanger van het Europese Zeslandentoernooi Tri Nations Series.