Promotie Cricket PSV: Een Overzicht van Competitie, Uitdagingen en Prestaties

Dit artikel werpt een blik op de dynamische wereld van promotiecricket, met bijzondere aandacht voor de rol van PSV (Eindhoven) en de competitie met andere teams zoals Sparta Cricket 1888. We analyseren de competitie, uitdagingen en prestaties van teams in hun strijd om promotie en kampioenschap.

De Competitie: Een Strijd tussen Topteams

In de cricketwereld is het, net als in het voetbal, al langer gebruikelijk dat eerste en reserve elftallen samen in afdelingen uitkomen. Dit zorgt voor een interessante dynamiek en competitie. Naast Sparta 2 speelden dit jaar de eerste teams van PSV (Eindhoven) en HMS (Utrecht) een hoofdrol in de competitie. Sparta Cricket 1888 2, bestaande uit de kern van Sparta 3 van het afgelopen seizoen aangevuld met selectie spelers, deed het dit jaar erg goed. Vorig jaar werden ze kampioen in 3A en hoopten ze dit in 2016 te herhalen in 2A. Al snel bleek dat het elftal van aanvoerder Shahzad mee zou doen om promotie/kampioenschap.

Cruciale Wedstrijden en Uitdagingen

Afgelopen zondag was het zover; er moest gewonnen worden van PSV in Eindhoven om promotie te bewerkstelligen. HMS had bij het tweede van VCC een makkelijke middag en stelde promotie veilig. Het draaide voor de tweede promotie plaats en om het in de strijd te blijven voor het goud dus tussen PSV en Sparta. Shahzad won de toss en stuurde PSV aan slag. Het was Shahzad zelf die een hoofdrol opeiste als openingbowler met cijfers van 3 voor 44. PSV werd door Sparta goed kort gezet maar batte slim de inning uit en kwam tot een prima totaal van 176 runs. Een aantal gemiste vangen en ook concentratie verlies in de laatste 10/15 overs liet het gevoel dat PSV met een lager totaal geëindigd had kunnen zijn. De wedstrijd, die trouwens prima werd geleid door bondsscheidsrechters Inden en Molenaar, werd ook goed bezocht door een aantal Spartanen die achter de ploeg waren aangereisd.

Teleurstelling in Eindhoven: Sparta's Mislukte Achtervolging

In de achtervolging begon Sparta erg goed met een 36 runs samenwerking tussen Gagan en Vikky. Door een onnodige run-out moest Vikky naar de kant en Sparta bleef hierna onrustig batten. Ook de nervositeit van sommige batslieden in deze ”finale” kwam tot uiting in rare schoten en Sparta gleed van 36 voor 0 na 48 voor 6 wickets. Het ingestorte slagkorps kon nog een klein beetje herstellen door een snelle en prima 30 runs van Khurram die een aantal grote zessen sloeg. Toen Khurram uiteindelijk moest capituleren op 91 was het laatste sprankje hoop ook gevlogen. Sparta spartelde naar 97 all-out. PSV won verdiend en speelde goed cricket.

Andere Resultaten en Wedstrijden

Naast de cruciale wedstrijd tegen PSV, waren er andere wedstrijden en resultaten die de prestaties van Sparta beïnvloedden. Op zaterdag 20 augustus ging het vlaggenschip voor de laatste wedstrijd van de Hoofdklasse op bezoek bij Kampong. Martijn verloor de toss en Sparta werd aan bat gestuurd, een opvallende keuze van Kampong aanvoerder Nana op een snel hard veld en een ”snelweg” van een wicket. Dit werd in de eerste instantie waargemaakt door Wahab en Tim die Sparta in de 28ste over op 100 voor het verlies van 1 wicket brachten. Overs 28 tot 40 bowlde Kampong echter erg goed en stond Sparta maar 21 runs toe. Sparta wilde versnellen en dit koste direct wickets, eerst ging Wahab uit (maakte een keurige 50) en vrij snel erna ook Tim op een solide 61 runs. Martijn en Dost konden met beide een run per bal 17 Sparta nog naar 166 runs spelen na 50 overs. Op dat wicket en het harde veld in Utrecht was een totaal van 200/220 runs minimum geweest en dat had er ook ingezeten. Kampong liet dat na de pauze ook zien. De bats-lieden begonnen met 50 runs voor 0 na 10 overs. Sparta deelde de eerste tik uit toen Shahzad een LBW kreeg en Martijn 2 overs later twee ballen oprij een batsman uit bowlde. Kampong gleed naar 100 voor 5 toen Sawan een wicket nam. Sparta 2 werd afgelast bij HMS, Sparta 3 verloor ruim bij Punjab 3 en de veteranen verloren bij ACC in Amsterdam.

Lees ook: Jeugdvoetbal: Promotie en Degradatie Uitgelegd

Sparta 2 in de Race: Overwinning op GCCF 2

Waar het eerste elftal voor spek en bonen de competitie uitspeelt, is het tweede vol in de race om het kampioenschap in de Tweede Klasse en/of promotie. De ploeg van aanvoerder Shahzad ontving regiogenoot en laagvlieger GCCF 2 in Capelle. Zulke potjes zijn in het verleden struikelblokken gebleken en je moet ze nog maar even winnen. Er werd echter niets te wensen overgelaten. Sparta begon met fielden en had 2 bowlers en 18 overs nodig om de bezoekers te decimeren. GCCF werd voor 40 runs aan de kant gezet. Aanvoerder Shahzad nam maar liefst 9 wickets tegen 25 runs in zijn 9 overs! Dit doet denken aan Jimmy Warburton die in Sparta 1 in 1935 ook 9 wickets wist te nemen toen wel voor 53 runs. Shahzad dacht ook zijn tiende te nemen maar de clubumpire van Sparta hoorde de edge niet en gaf not out. De batsman gaf later zijn onsportiviteit wel toe en had hem geraakt. Een over later pakte Dost het wicket.

Overwinning op Groen en Wit en Andere Wedstrijden

Martijn verloor de toss en Sparta ging fielden. Dit deed het vlaggenschip prima zoals we dit seizoen vaker gezien hebben. De ploeg zette de bezoekers uit de Amsterdam Bijlmer voor 104 runs aan de kant. Debutant Shahzad, Martijn en Salman bowlde erg zuinig en namen ieder een wicket. De hoofdrollen werden opgeëist door vaste klant Sawan met 3 wickets en nog een debutant Dost ook met 3 wickets. Opvallend was het batten van 14 jarig talent Sheri Ahmed bij Groen en Wit die 18 runs scoorde, eentje om in de gaten te houden. In de achtervolging kwam Sparta nooit in de problemen en kon het totaal voor het verlies van 3 wickets maken.

Afgelopen zondag kwamen de 3 senioren elftallen in actie. Sparta 1 ontving Bloemendaal 1 en Sparta 2 ontving Qui Vive 4 op de Bermweg. Sparta 2 doet het uitstekend dit jaar en strijdt net als de veteranen mee om het kampioenschap. De mannen van aanvoerder Shahzad batten eerst tegen Qui Vive 4 en deden dat verdienstelijk. De ploeg scoorde in 40 overs een totaal van 255 runs voor het verlies van 5 wickets. De grote man was Gagan die een geweldige honderd scoorde, 110 runs voor hij LBW ging. Hij trok de ploeg door de inning heen die uitstekend werd afgerond door Khurram die een snelle 41 runs scoorde. Qui Vive leek snel ten prooi te vallen aan de Spartanen maar batsman Kakarinpudi sloeg er spectaculair 89 bij elkaar voor hij gevangen werd een score van 211 en het vierde wicket aan te tekenen voor aanvoerder Shahzad door Khurram. Sparta 2 staat nu gedeeld bovenaan in 2A met HMS 1. Het eerste verloor de toss en ging fielden, het begin was matig maar er werd hersteld en Bloemendaal kwam even aan het wankelen op 105 voor 5. Bloemendaal liep uiteindelijk toch uit naar 208 runs. Sawan bowlde het best met 4-23 en er was zuinig bowlen van Hitesh en Tim. Sparta in de achtervolging was zoals we dit jaar zo vaak hebben gezien onrustig en verloor regelmatig wickets. De ploeg kwam niet verder dan 82 magere runs. Sparta 3 batte eerste bij Concordia 2 in Delft en scoorde 125 runs. Braham was met 47 runs de topscoorder. Concordia passeerde het totaal voor het verlies van 3 wickets.

Verlies tegen Kampong en Andere Resultaten

Het eerste elftal van Sparta is door het verlies tegen Kampong op run-rate achtste geëindigd in Hoofdklasse. Kampong scoorde 180 runs, Sparta kwam niet verder dan 115.

Overwinning op Groen en Wit

Sparta 1 ontving zondag Groen en Wit op de Bermweg. De ploeg die zesde staat was aardig in vorm nadat het vorige week nummer 5 Punjab nog versloeg. Sparta werd na een verloren toss aan het fielden gestuurd. Er werd goed gebowled, gefield maar ook gebat. Vooral Groen en Wit opening bat Sultan speelde erg goed. De Amsterdammer topscoorde met 69 runs. Groen en Wit eindigde op 204 na 50 overs voor het verlies van 8 man. Sawan 2-33 en Warren 2-58 namen de bulk van de wickets. In de achtervolging begonnen de Spartanen sterk met een 43 run samenwerking voor het eerste wicket tussen Martijn en Warren. Het was uiteindelijk Warren die later met Riaan Sparta in een winnende positie wist te spelen. Samen maakten ze er meer dan honderd voor de ploeg en brachten Sparta naar 162 voor 3 wickets. Warren maakte een mooie score van 88 runs en Riaan speelden er 41 bij elkaar. De ploeg liet het nog tot de 49e over komen voor zij het totaal voor 7 wickets passeerde. Vooral keeper Ahsan had met zijn 22 runs een sleutel rol. De overwinning is een leuke opsteker voor de ploeg die hard werkt om het seizoen nog wat glans te geven. Het bleef nog lang gezellig in het clubhuis!

Lees ook: Regels voor promotie en degradatie in KNVB Zuid 1

Wisselend Succes en de Rol van Dost

Afgelopen zondag speelden de 3 teams met wisselend succes. Het eerste ging op bezoek bij HBS en leed alweer nederlaag nummer elf dit seizoen. Eerst battend kwam de ploeg tot 104 all-out. Dit vooral te danken aan een sterke fase waar Tim en Warren samen 60 runs op het bord zetten. Er werd gestreden in het veld wat nog 6 wickets opleverden waarvan 4 voor Warren en 2 voor Sawan maar dit voorkwam niet dat HBS won. Sparta 2 speelde in de Tweede Klasse een kraker aan de Bermweg tegen mede koploper PSV 1 uit Eindhoven (JA, de cricket afdeling van..). Eerst battend werd een laag totaal van 139 runs gemaakt. Sparta begon sterk met Gagan (48) en Vikky (32) die samen 82 scoorde. Na deze 2 werd er weinig meer gescoord. PSV moet gedacht hebben dit is niet genoeg maar niets bleek minder waar. Er werd steengoed gebowled door iedereen (7 extra’s) maar de grote man was Dost. Dost bowlde in zijn 7.1 overs (43 ballen) de vernietigende cijfers van 7 wickets en maar 14 runs tegen! PSV was all-out op 89. Sparta 3 kreeg flink klop van HBS 3. de Hagenezen maakte op Craeyenhout eerst battend maar liefst 340 runs in 40 overs. Sparta 3 kwam niet in de buurt.

Verlies tegen Rood en Wit

Sparta speelde in Haarlem tegen de nummer 2 van de lijst Rood en Wit. Aanvoerder Martijn won de toss en de ploeg ging batten. Het begin was moeilijk door het goede bowlen van de gastheren die al snel 4 toporder wickets in handen hadden. Sparta herstelde door een goede samenwerking van Jochem (51) en Sawan (20) die Sparta weer wat hoop gaven met hun 50 runs samen. Na dat beide heren moesten capituleren storten Sparta in op 134 runs all-out. Rood en Wit maakte dit magere totaal voor het verlies van 5 wickets. Dit verteld niet het hele verhaal, Sparta bowlde sterk en had het geluk niet aan haar zijde wat betreft vangen achter het wicket.

Historische Context: De Opkomst van Voetbal en Cricket in Nederland

Het is interessant om de opkomst van cricket en voetbal in Nederland in een historische context te plaatsen. Terwijl de focus van dit artikel op promotiecricket ligt, biedt de geschiedenis van beide sporten een waardevol perspectief.

De Vroege Jaren van Voetbal

Het is niet duidelijk wanneer voor het eerst voetbal in Nederland is gespeeld. In 1862 zouden Engelse textielarbeiders in Enschede het spel beoefend hebben. Ook wordt beweerd dat er rond 1870 een wedstrijd op de Maliebaan in Den Haag zou zijn geweest tussen Engelse textielarbeiders en leden van de Britse ambassade. Het lijkt erop dat voetbal voor het eerst gespeeld werd door cricketverenigingen als nevenactiviteit buiten het zomerseizoen. Cricket was in de jaren zeventig al een behoorlijke sport in ons land.

Op 1 september 1879 werd H.F.C. (thans Koninklijke HFC) opgericht in Haarlem door toedoen van W.J.H. Mulier (1865-1954), ook bekend als Pim Mulier. Deze vereniging geldt tegenwoordig als de oudste voetbalclub, maar de oprichtingsdatum is onzeker. Bovendien speelden de leden aanvankelijk rugby, totdat zij in 1883 overgingen op het minder ruwe voetbal, met name om bezorgde ouders tegemoet te komen. Andere vroege voetbalclubs zijn de Utrechtsche Cricket en Voetbal Vereeniging Hercules (22 april 1882), de Leeuwarder Athletische Club Frisia (25 april 1883), de Dordrechtsche Cricket en Football Club (16 augustus 1883), de Haagsche Voetbal Vereeniging (september 1883), de Enschedesche Football Club Wilhelmina (31 augustus 1885), Delftsche Cricket en Voetbalclub Concordia (15 oktober 1885), Groninger Cricket en Voetbalclub Be Quick (opgericht 10 april 1887), de Wageningsche Cricket en Football Club Go Ahead (4 december 1886).

Lees ook: Alles wat je moet weten over de KNVB regels betreffende promotie en degradatie.

Voetbal was in de jaren tachtig van de negentiende eeuw nog zó nieuw, dat de Nederlandsche Sport van 8 oktober 1887 een uitleg van Engelse termen gaf om de verslagen van de V.V. Amsterdam te kunnen begrijpen, zoals goal, goal keeper, goal post, kick, free kick en dergelijke.

De Oprichting van de Nederlandsche Voetbal-Bond

In juli 1888 publiceerden D.C. Noppen en M. Weinthal, respectievelijk captains (aanvoerders) van de V.V. Een ontwerp reglement had ik reeds opgesteld, en met een paar veranderingen zonden wij dit aan de verschillende clubs. Nu heeft een Nederlandsche Voetbalbond mijns inziens alleen raison d’être als alle Nederlandsche clubs (er zijn er waarlijk niet veel) zich daarbij aansluiten. Wij kregen bericht, dat de Amsterdamsche Voetbal Vereeniging, de Enschedesche Footballclub en de Rotterdamsche Cricket en Voetbalclub Concordia genegen waren zich aan te sluiten. De anderen clubs lieten of niets van zich horen, of vonden een Bond volstrekt overbodig. Daarom sprak het van zelf dat deze zaak geen voortgang kon hebben.

Voor Mulier was dit aanleiding een nieuw plan op te stellen voor de oprichting van een landelijke voetbalbond. Hij nodigde tal van verenigingen uit voor een vergadering op zondag 17 november 1889 in café Neuf te Haarlem. Op deze bijeenkomst werd een ontwerp-reglement van de Nederlandsche Voetbal- en Athletische Bond opgesteld en de regels van het voetbalspel. Op zondag 8 december 1889 werd de Nederlandsche Voetbal- en Athletische Bond definitief opgericht in het Café Central te Den Haag. Aanwezig waren afgevaardigden van Haarlemsche F.C., Delftsche F.C., Rotterdamsche C. en F.C. Concordia, V.V. Rotterdam, Haarlemsche F.C. Excelsior, Haagsche Voetbal Vereeniging, R.C. en F.C. Olympia, Amsterdamsche F.C. R.A.P. en V.V. Amsterdam. Deze clubs waren de voorgaande vergadering ook vertegenwoordigd; alleen de Amsterdamsch Sportclub ontbrak ditmaal.

De Groei en Ontwikkeling van Voetbalorganisaties

De koppeling van voetbal met atletiek bleek in de praktijk geen succes te zijn. Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakten tal van soldaten op hun kazernes kennis met het voetbalspel. De N.V.B. zette in samenwerking met de militaire staf competities voor soldaten op en leverde ook het nodige materiaal. De N.V.B. verloor in dezelfde tijd wel de greep op het voetbal in den lande, omdat er aparte katholieke voetbalbonden ontstonden in de diocesen Breda, Den Bosch, Roermond, Utrecht en later ook Haarlem (zie hieronder). Zij sloot een contract af met de R.K.F., de R.K. Federatie van R.K. Voetbalbonden, waarbij zij afspraken maakten over de overname van royementen en schorsingen van clubs en spelers en de registratie van clubnamen. In 1924 kwam het echter tot een volledige breuk tussen de N.V.B.

In het begin van de jaren twintig kreeg de N.V.B. te maken met de opkomst van het zaterdagmiddag-voetbal door protestantse clubs en door diverse bedrijfsploegen en kantoorclubs. De Bond deed een poging om een aparte competitie voor clubs op zaterdagmiddag te organiseren en voor clubs van tram- en treinbedrijven, maar dit werd geen succes. Zij liet de organisatie van het zaterdagmiddag-voetbal nadien over aan de gewestelijke bonden. Dit kon niet voorkomen dat er ook aparte landelijke bonden kwamen voor socialistische en protestantse clubs (respectievelijk de N.A.S.B. en de C.N.V.B.) en nog meer regionale bonden en kantoorvoetbalbonden. In 1929 kreeg de N.V.B. het predikaat “Koninklijk” bij gelegenheid van het veertigjarig bestaan. De K.N.V.B. Na de Duitse inval bestond er onder sportbestuurders de vrees dat hun bonden zouden worden overgenomen door N.S.B.-ers. Dit leidde in de voetbalwereld tot besprekingen over fusie, die al gauw succes opleverden. Op 31 juli 1940 ging de K.N.V.B. met de R.K.F., de C.N.V.B., de N.A.S.B.

Gewestelijke en Plaatselijke Bonden

Vanaf 1894 kwamen er gewestelijke en plaatselijke bonden die in hun regio of stad het voetbal gingen organiseren. Deze ontstonden met name uit de behoefte om voor lagere elftallen van clubs uit de N.V.B.-competitie en minder rijke clubs een competitie te kunnen aanbieden. De N.V.B. sloot met sommige bonden contracten af, waardoor deze lokale bonden “erkende bonden” werden. In het contract werd onder meer vastgelegd dat de lokale bond de N.V.B. als het leidend lichaam van het voetbal in Nederland erkende. Op 4 april 1908 werd de Federatie van Erkende Voetbalbonden opgericht. Deze organisatie was bedoeld om onderlinge geschillen tussen de aangesloten bonden op te lossen, zoals de afbakening van de grenzen van de rechtsgebieden. In het seizoen 1939-1940 waren er twintig bonden die door de K.N.V.B.

Sommige bonden waren al eens eerder opgericht, zoals bijvoorbeeld de Haarlemsche, de Dordrechtsche en de Zeeuwsche Voetbalbond, maar die waren na korte tijd weer uiteengevallen. Het staat vast dat bepaalde bonden een minimum aantal werkende leden als toelatingseis hanteerden, zoals de Amsterdamsche en de Haagsche Voetbalbonden. Diverse bonden kregen in hun rechtsgebied te maken met “wilde bonden”, wat zij soms deels zelf veroorzaakten. De Amsterdamsche en Rotterdamsche Voetbalbonden namen rond 1900 geen nieuwe clubs aan teneinde hun aangesloten clubs te beschermen en te laten groeien. Of zij op die manier spelers uit bepaalde maatschappelijke standen wilden uitsluiten, is niet bewijsbaar. Deze opstelling leidde wel tot de oprichting van de Amsterdamsche Volksvoetbalbond en de Zuid-Hollandsche Voetbalbond.

Alle erkende bonden werkten hun competities op zondag af, maar zij begonnen in de jaren twintig of dertig vaak ook een zaterdagmiddag-competitie om kantoorelftallen of protestants-christelijke verenigingen op te kunnen vangen. Ook zondagclubs hadden wel elftallen die op zaterdag speelden. In augustus 1940 werden de twintig erkende voetbalbonden formeel opgeheven en “gedegradeerd” tot Onderafdeelingen van de N.V.B., vanaf 1941 kortweg Afdeelingen.

Vroege Competitiestructuur

In 1888 publiceerden Noppen en Weinthal hun ontwerp van het reglement van de Nederlandsche Voetbal Bond. De verschillende clubs uit een stad zullen eerst met elkaar matchen. De winnaars van deze matches in een provincie, zullen dan tegen elkaar matchen, om uit te maken welke club de beste is in hare provincie, en deze winnaars zullen spelen op de Hoofdwedstrijden, ten einde uit te maken welke club de beste is uit het Land. Deze ontvangt de cup of de medaille. Wanneer meer dan 2 clubs uit een stad mededingen, zal het Bestuur loten welke 2 clubs het eerst met elkaar zullen spelen, en vervolgens met de overblijvende club; ook op wiens grond gespeeld zal worden. Evenzoo om de beste club uit de provincie uit te maken. Er wordt door het Bestuur bepaald waar de Hoofd-Bondswedstrijden, en de wedstrijden om de beste clubs uit de provincie uit te maken, zullen plaats vinden.

De N.V. en A.B. (later N.V.B.) heeft deze opzet niet overgenomen maar gekozen voor het league-systeem, dat inmiddels door het Engelse profvoetbal werd gehanteerd. Bij deze opzet worden clubs in een poule ingedeeld en spelen zij een volledige competitie met thuis- en uitwedstrijden. Er bestond in de jaren 1889-1896 enkel een eerste klasse in het Westen, waardoor de winnaar van deze klasse als kampioen van Nederland werd beschouwd. In 1896 werd er ook een eerste klasse in het Oosten ingesteld. In het Noorden en Zuiden had de N.V.B. enkel een tweede klasse ingesteld, omdat de kwaliteit van de deelnemende clubs nog niet hoog werd ingeschat. In 1916 werd in het Noorden een eerste klasse ingevoerd, zodat ook de winnaar van de noordelijke eerste klasse deel kon nemen aan de strijd om het landskampioenschap. In 1917 werd de westelijke eerste klasse gesplitst in twee aparte afdelingen West I en West II. Vanaf seizoen 1917-1918 speelden voortaan de kampioenen van de afdelingen West I, West II, Noorden, Oosten en Zuiden in een hele competitie van acht wedstrijden om het kampioenschap van Nederland.

Toelatingseisen en Promotie

Aanvankelijk kon het bestuur van de N.V.B. naar eigen inzicht clubs in de competities opnemen. Nieuwe verenigingen moesten minstens elf leden hebben en een vast, nauwkeurig omschreven clubtenue. Sommige clubs waren echter te klein en te zwak georganiseerd en verdwenen in de loop van het seizoen alweer van het toneel. Bovendien wilden de regionale en plaatselijke bonden dat er betere, vastere regelingen voor de promotie van hun clubs kwamen. Het bestuur van de N.V.B.

Deze richtlijnen leidden ertoe dat in principe enkel de kampioenen van de eerste klassen van de regionale bonden in aanmerking kwamen voor promotie naar de N.V.B. In 1923 werd voor alle afdelingen de verhouding van de eerste, tweede, derde en vierde klassen vastgelegd. Dit gebeurde volgens het piramide-systeem met idealiter één eerste klasse, twee tweede klassen, vier derde klassen en acht vierde klassen. Deze verhouding is niet in alle afdelingen ingevoerd, want het aantal derde en vierde klassen wisselde per afdeling doordat het aantal ingeschreven ploegen verschilde.

Reserveploegen en Clubnamen

Tijdens de eerste seizoenen was het mogelijk dat tweede en andere lagere elftallen van een club in de competitie van de N.V.B. tegen eerste elftallen van andere verenigingen speelden. Er werden gaandeweg echter in de meeste afdelingen aparte competities voor reserveploegen ingesteld. Binnen de N.V.B. en de diverse onderbonden bestond er regelmatig discussie of er automatische promotie en degradatie tussen de klassen moest zijn of dat er promotie-degradatiewedstrijden moesten worden gespeeld.

Aanvankelijk waren er geen beperkingen bij het kiezen van clubnamen bij oprichting van voetbalverenigingen. Wanneer er enige moeilijkheden waren, dan werd dit opgelost door de clubnaam te verbinden aan de plaatsnaam, zoals Quick Amersfoort, Quick Den Haag en Quick Nijmegen. Naarmate er meer onderbonden en meer clubs kwamen begonnen er echter steeds meer clubs te komen met dezelfde naam in één en dezelfde onderbond. Het kwam voor dat in dezelfde stad 4 of 5 vereenigingen waren, welke precies denzelfden naam droegen, met al de gevolgen van dien. Niet alleen vergissingen, die bij de administratie voorkwamen, doch men noemde zelfs gevallen, waarbij een elftal een vergeefsche reis had gemaakt, doordat het zich begeven had naar het terrein van een vereeniging, welke denzelfden naam droeg en in dezelfde stad gevestigd was. Het bestuur van de N.V.B. besloot in november 1904 dat voortaan geen clubs meer aangenomen zouden worden in zijn competitie, wier namen of initialen niet voldoende verschilden van clubs die reeds in de N.V.B. speelden. Het wilde deze maatregel ook doorvoeren met betrekking tot de clubs die tot één van de regionale en plaatselijke bonden wilden toetreden.

De Federatie van Erkende Bonden verzocht in 1909 om deze maatregel niet strikt vast te houden, omdat “de clubs, behoorende tot plaatselijke of gewestelijke Bonden zoo goed als niet in aanraking komen met den N.V.B. en mocht dit al eens het geval zijn, dan kan nog steeds door middel van een plaatsnaam verschil worden gemaakt. Gaat later een zoodanige vereeniging over tot den N.V.B. Het was inderdaad niet waarschijnlijk dat een club uit de ene onderbond regelmatig zou spelen tegen een gelijknamige club uit een andere onderbond. Dit kon hooguit een keer in het toernooi om de N.V.B-beker gebeuren. In januari 1911 kondigde het bestuur van de N.V.B. De namen van toegetreden vereenigingen worden van Bondswege ingeschreven. De erkende Bonden zijn gehouden, de namen van al hun toegetreden vereenigingen te doen inschrijven voor 1 Maart 1911. Bij gelijkluidendheid van namen van vereenigingen, toegetreden tot den N.V.B. en van vereenigingen, toegetreden tot erkende Bonden, zullen de laatste gehouden zijn, haar naam ten genoege van het Bestuur te veranderen, tenzij de datum van toetreding tot den erkenden Bond van voor 1 Juli 1904 (datum van het contract met de erkende Bonden) dateert. Bij gelijkluidendheid van namen van vereenigingen van erkende Bonden onderling, zal de vereeniging, die wat den datum betreft het laatst tot den erkenden Bond toetrad, gehouden zijn, van naam te veranderen. Bij weigering hiervan zal het Bestuur van den N.V.B. Op 8 augustus 1911 werden in de Officieele Mededeelingen de eerste officieel erkende clubnamen gepubliceerd.

HVV: Een Rijke Geschiedenis

HVV heeft in haar illustere verleden 10 landstitels behaald. Daarom mag HVV naast de profclubs Ajax, PSV en Feyenoord als enige amateurclub van Nederland een ster op shirt en broek dragen. In 2013 bestond HVV 130 jaar.

Evenementen en Toernooien

De spanning was niet alleen te snijden tijdens de finale van het Sterrentoernooi, maar ook tijdens de bekendmaking van de super-hoofdprijs tijdens de loterij hierna. Aanstaande zaterdag is het eindelijk zover! Heb je nog geen plannen voor het Paasweekend? Beleef het Sterrentoernooi op de club van Koninklijke HC&VV met al je zintuigen. Op zaterdag 30 maart vindt aan het einde van de dag de loterij plaats. Onze sponsoren, waaronder lokale bedrijven en nationale merken, hebben een veelheid aan prijzen aan het Sterrentoernooi gedoneerd. Binnenkort is het zover: de 10e editie van het Sterrentoernooi! Bailey de Regt, ook wel Bailey Freestyle genoemd, is een professionele freestyle voetballer die de hele wereld over reist met zijn coole trucs en skills. Hij is speciale gast op 30 maart tijdens de 10e editie van het Sterrentoernooi. Op 30 maart vindt voor de tiende keer het Sterrentoernooi plaats, een sportief evenement georganiseerd door HVV. HVV-spelers, voetbalfans en -ouders opgelet! De 10e(!) editie van het internationale Sterrentoernooi komt terug naar de Diepput. Gesigneerde shirts van o.a. Juve,ManU en PSV! Sparta wint het Sterrentoernooi bij U9! En AFC wint het jeugdtoernooi bij U10.

tags: #promotie #cricket #PSV