Viktor Orbán en Hongarije: een overzicht van standpunten en politieke ontwikkelingen

Viktor Orbán, de Hongaarse premier, is een prominente en controversiële figuur in de Europese politiek. Hij wordt door de EU bekritiseerd vanwege vermeende schendingen van de rechtsstatelijke principes. Dit artikel onderzoekt Orbáns politieke carrière, zijn invloed op de Hongaarse politiek en de relatie tussen Hongarije en de EU.

Orbáns vroege politieke carrière

Viktor Orbán werd geboren in 1963 en omschreef zichzelf als een "ongelooflijk vervelend kind". In 1988 was hij medeoprichter van Fidesz, oorspronkelijk de Bond van Jonge Democraten. In die tijd was Hongarije een satellietstaat van de Sovjet-Unie, maar stond op het punt het IJzeren Gordijn te openen. Net als in andere Oost-Europese landen groeide ook in Hongarije het verzet tegen het communisme. Fidesz, een groep jonge intellectuelen, streefde naar een liberaal economisch en sociaal beleid en wilde af van de Sovjet-dominantie.

Een belangrijk moment was 2 mei 1989, toen de ministers van Buitenlandse Zaken van Hongarije en Oostenrijk het hek doorknipten dat hun landen scheidde. Dit symbolische gebaar luidde het einde van het communisme in. Orbán verwierf bekendheid door zijn openlijke oproep tot vrije verkiezingen en de terugtrekking van Sovjettroepen tijdens de herbegrafenis van Imre Nagy in 1989, de communistische politicus en premier tijdens de Hongaarse Opstand van 1956.

De transformatie van Fidesz en Orbáns machtsovername

Na 40 jaar Sovjet-overheersing vonden op 25 maart 1990 de eerste vrije democratische verkiezingen in Hongarije plaats. Orbán won een zetel in het parlement en Fidesz nam plaats in de oppositie. Onder Orbáns leiding werd de partij steeds conservatiever en nationalistischer. Critici beschuldigden Orbán ervan zijn partij-idealen ondergeschikt te maken aan zijn persoonlijke ambities, wat leidde tot interne conflicten. De verkiezingen van 1994 waren een teleurstelling voor Fidesz. Orbán veranderde van een links-liberale idealist in een centrumrechtse politicus.

De vrije democratie bracht niet direct de verwachte resultaten na de val van de muur. De linkse regering van de jaren negentig raakte verwikkeld in corruptieschandalen, waardoor Fidesz zich kon positioneren als oppositieleider. De partij kreeg veel aanhang op de rechtervleugel door in te spelen op christelijke waarden, het belang van het Hongaarse volk en de behoefte om buitenlandse investeerders buiten de deur te houden. In 1998 won Fidesz de verkiezingen en werd de toen 35-jarige Viktor Orbán premier van Hongarije.

Lees ook: EK 2021 Boedapest

Orbán en de Europese Unie

Ondanks zijn afkeer van buitenlandse bemoeienis, onderhandelde Orbán met de EU over de toetreding van Hongarije. Hij vond dat Hongarije een westers land was en bij de EU hoorde. Echter, er was al kritiek dat de Hongaarse regering naar buiten toe pro-Europees deed, maar binnenskamers de EU te socialistisch noemde.

In 2010 won Orbáns partij 52% van de stemmen, waardoor Fidesz met de christen-democratische partij KDNP een tweederde meerderheid in het parlement kreeg. Hierdoor kon de partij de Grondwet aanpassen zonder goedkeuring van andere partijen. Orbán voerde omstreden hervormingen door, zoals het inperken van de macht van het Hooggerechtshof, het bemoeien met de benoeming van rechters en het verminderen van het aantal parlementsleden. Ook kwam hij met een nieuwe Grondwet en een hervormd kiesstelsel. Dankzij dit nieuwe kiesstelsel won Orbán de opeenvolgende verkiezingen en behield hij de absolute meerderheid. Critici stellen dat Orbán de democratie die in Hongarije vanaf de jaren 90 begon te ontluiken, geleidelijk weer afbreekt.

Orbáns vijanden en vrienden

Orbáns omstreden wetswijzigingen en polariserende campagnes hebben hem veel vijanden opgeleverd. In september 2018 stemde het Europees Parlement voor een strafprocedure tegen Hongarije, omdat het land rechtsstatelijke principes zou schenden. De EU beschuldigt Orbán van autocratische trekken, waardoor Hongarije het risico loopt zijn stemrecht kwijt te raken.

Orbán voert een populistische campagne tegen immigranten en moslims en verspreidt negatieve verhalen via de media. Hij noemt hen 'islamitische indringers' en waarschuwt voor aantasting van de christelijke waarden. Volgens critici heeft Orbán alle controlemechanismen, de rechtspraak en de media in zijn macht, wat ingaat tegen de democratische standaarden van de EU. Opmerkelijk is dat Orbán ondanks zijn negatieve houding ten opzichte van de EU, een van de grootste profiteurs is van de subsidies van de Europese Unie.

Europarlementariër Judith Sargentini, die het onderzoek naar Hongarije leidde, is een staatsvijand van het land geworden, net als George Soros. Orbán studeerde in 1989 nog met behulp van een beurs van Soros in Oxford, maar nu is deze Amerikaans-Hongaarse miljardair en filantroop hét mikpunt in Orbáns campagnes. Soros financiert met zijn stichting OSF (Open Society Foundation) organisaties die zich inzetten voor democratisering, persvrijheid, vrouwenrechten en de opvang van vluchtelingen en immigranten.

Lees ook: Waterpolo Historie

Orbán benoemt vrienden uit het bedrijfsleven als topfunctionarissen in publieke functies, zoals Lörinc Mészáros, de burgemeester van zijn jeugddorp Felcsút, en János Áder, een oude studievriend die nu president van Hongarije is. Orbán onderhoudt zijn netwerk van rijke Hongaren door het mogelijk te maken dat grote bedrijven hun winst kunnen doorsluizen naar bijvoorbeeld sportclubs, in plaats van naar de belastingdienst.

Orbán vindt steun bij landen als Polen, Roemenië, Bulgarije, Tsjechië en Slowakije. Samen met de Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken Salvini vormt Orbán een anti-migratie front binnen de EU. De Visegrádgroep (V4), een alliantie van Hongarije, Polen, Slowakije en Tsjechië, werkt veel samen, vooral op economisch gebied. Orbán zoekt ook toenadering tot de Russische president Poetin en verzet zich samen met hem tegen de invloed van de Europese Unie in Europa. In de oorlog met Oekraïne neigt Orbán meer naar de Russische zijde en dwarsboomt hij onder andere de plannen voor miljardensteun aan Oekraïne en de toetreding van Oekraïne tot de Europese Unie.

Orbáns macht en populariteit

Orbán werd in 2018 opnieuw met absolute meerderheid verkozen. Hij is charismatisch en maakt makkelijk contact met zijn achterban. De Hongaarse bevolking ziet de bemoeienis vanuit de EU en daarbij horende verplichtingen, bijvoorbeeld de opvang van vluchtelingen, als een soort nieuwe overheersing. Ze zien Orbán dan ook als iemand die opkomt voor de rechten van zijn eigen volk. Onder leiding van Orbán gaat het op economisch gebied beter met Hongarije.

Tegelijkertijd is er ook een groep Hongaren die protesteert tegen hun premier. Zij vinden Hongarije steeds meer lijken op een dictatuur, waar de bevolking geen toegang heeft tot betrouwbare informatie en waarbij angst voor de ander een grote rol speelt. De EU blijft zich ook zorgen maken over de autocratische manier van regeren van Orbán en zijn nauwe banden met de Russische president Poetin. Dit bleek opnieuw toen de Hongaarse premier in maart 2020 de coronacrisis aangreep om de teugels nog verder aan te halen door een 'permanente noodtoestand' in te stellen. In tegenstelling tot andere EU landen heeft Hongarije hieraan geen tijdslimiet gesteld. De kritiek zwol verder aan in 2021 toen in Hongarije een 'anti-lhbti-wet' werd aangenomen.

De verkiezingen van 2022

In april 2022 vonden er parlementsverkiezingen plaats in Hongarije. Voor het eerst in jaren kreeg Orbáns partij Fidesz serieuze concurrentie: zes oppositiepartijen hadden zich verenigd achter één kandidaat: Péter Márki-Zay.

Lees ook: Hongarije geschokt door blessure Varga

De verkiezingen werden beschouwd als "vrij, maar niet eerlijk" vanwege een ongelijk speelveld. Kiesdistricten waren aangepast in het voordeel van Fidesz ('gerry-manderen'), en Fidesz had een enorme voorsprong qua media-aandacht. Volgens de ngo Transparancy International had Fidesz acht keer meer besteed aan billboardcampagnes dan de oppositie.

De belangrijkste thema's waren corruptie en de oorlog in Oekraïne. Orbán balanceerde tussen Brussel en Moskou en wilde de pro-Russische kiezer niet tegen het hoofd stoten. Hongarije leverde geen wapens aan Oekraïne en was terughoudend over verdere sancties tegen Rusland.

Sommige commentatoren noemden de verkiezingen "de laatste kans om de democratie in Hongarije te redden". De oppositie wilde het "herstel van de democratie", onder meer door een nieuwe grondwet op te stellen. Echter, voor grondwetswijzigingen is een tweederdemeerderheid nodig.

Uiteindelijk won Orbán de verkiezingen en bleef hij aan de macht. De EU startte na zijn overwinning een procedure tegen Hongarije vanwege schending van de rechtsstaat en wilde Hongarije korten op EU subsidies.

tags: #Orban #Hongarije #voetbal #standpunten