Olympische Spelen Voetbal Mannen: Een Historisch Overzicht

De Olympische Spelen zijn een internationaal sportevenement dat sinds 1896 bestaat en zowel een zomer- als een wintereditie kent. De oorspronkelijke Olympische Spelen werden gehouden in de oude Griekse stad Olympia. Aan het einde van de negentiende eeuw kwam de Franse historicus en pedagoog Pierre de Coubertin met een plan om de oude Olympische Spelen te laten herrijzen. De moderne Olympische Spelen zijn geïnspireerd op de religieuze en atletische festivals die vanaf 776 v.Chr. in het oude Griekenland werden gehouden ter ere van de oppergod Zeus.

In de loop der jaren hebben de Olympische Spelen zich ontwikkeld tot een van de meest prestigieuze sportevenementen ter wereld, met een rijke geschiedenis vol memorabele momenten en belangrijke verschuivingen. Dit artikel duikt in de geschiedenis van het mannenvoetbal op de Olympische Spelen, waarbij we kijken naar de evolutie van de regels, de impact van politieke gebeurtenissen en de rol van Nederland in dit internationale sportevenement.

De Beginjaren en het Amateurisme

Het voetbaltoernooi voor mannen op de Olympische Spelen heeft een lange en gevarieerde geschiedenis. In de beginjaren was het Olympisch voetbal een amateurevenement. Zo werd voetbal niet opgenomen in de Olympische Spelen van 1932 en keerde het in 1936 terug als een amateurcompetitie. Dit betekende dat professionele voetballers niet in aanmerking kwamen voor deelname, waardoor de Olympische Spelen een platform waren voor opkomend talent en amateurvoetballers.

Nederland was in de eerste jaren bijzonder succesvol. Het Nederlands elftal bestaat sinds 1905. Sindsdien speelde het team vele interlands en beleefde het mooie successen. Het elftal van Rinus Michels spreekt nog altijd tot de verbeelding met Marco van Basten en aanvoerder Ruud Gullit als absolute helden. Van Basten, die na een blessure als wisselspeler aan het toernooi begon, maakte indruk met een hattrick tegen Engeland, zijn winnende treffer in de halve finale tegen Duitsland (2-1) en zijn wonderschone doelpunt in de finale tegen de Sovjet-Unie (2-0 winst). Ruud Gullit had in de eindstrijd met een snoeiharde kopbal de 1-0 op scorebord gezet. Na de winst van het EK barstte er een heus volksfeest los met een rondvaarttocht door de Amsterdamse grachten. Het Nederlands elftal speelde zijn eerste interland op 30 april 1905, vriendschappelijk tegen België. Oranje won, na verlenging, met 1-4. In die tijd was de Olympische Spelen het hoofddoel.

De Introductie van Onder-23 Teams

In tegenstelling tot het vrouwenvoetbaltoernooi op de Olympische Spelen, bestaan de teams op het herenvoetbaltoernooi grotendeels uit spelers onder 23 jaar oud. Hierdoor zullen veel van de grootste wereldsterren niet meedoen. De hoofdreden dat het Olympische herenvoetbal een onder 23-toernooi is, is om de concurrentie met het WK te beperken. De Olympische Spelen staan ook niet op de internationale kalender van de FIFA.

Lees ook: Olympisch waterpolo onder de loep: kritiek en analyse.

Er zijn enkele uitzonderingen op deze regel. Thierry Henry, de coach van het Franse Olympische team, maakt volop gebruik van deze regeling door onder anderen Alexandre Lacazette (33) en Jean-Philippe Mateta (27) mee te nemen naar Parijs. Argentinië heeft onder andere Manchester City-aanvaller Julián Álvarez (24) en Ajax-doelman Geronimo Rulli (32) geselecteerd. Een goed voorbeeld hiervan is Kylian Mbappé, de Franse sterspeler maakte tijdens de zomertransferperiode de overstap van PSG naar Real Madrid.

Deze regelgeving zorgt ervoor dat de Olympische Spelen een uniek platform blijven voor jonge talenten om zich te bewijzen op een internationaal podium, terwijl de belangen van het wereldkampioenschap voetbal worden beschermd.

De Olympische Spelen van 1948 in Londen

De Olympische Spelen van 1948 in Londen waren een bijzonder evenement, omdat ze plaatsvonden in een wereld die nog herstellende was van de Tweede Wereldoorlog. Die van 1940 waren toebedeeld aan Tokio, die van 1944 aan Londen. Maar daar kon niets van komen. De Britse hoofdstad, in de oorlog zwaar gehavend door de vele luchtaanvallen, trad in 1948 als gastheer op voor de Spelen. Duitsland en Japan waren uitgesloten van deelname. Er was in Engeland nog een tekort aan alles. Voor een olympisch dorp was geen geld. De deelnemers verbleven in universiteitsgebouwen en militaire barakken. Het voedsel was nog onderhevig aan rantsoenering. En dat gaf hier en daar problemen. Zo vroegen Turkse worstelaars de organisatoren in Londen of ze elke dag tien eieren bij het ontbijt konden krijgen - niet wetend dat de Britten zelf al heel gelukkig waren als ze twee keer per week een eitje konden tikken. Een Franse official zond tijdens de Spelen een telegram naar zijn land: 'Zend zo spoedig mogelijk biefstuk naar Londen. Onze atleten verliezen gewicht op Engels dieet'.

Ondanks de uitdagingen waren de Spelen van 1948 een succes en symboliseerden ze hoop en wederopbouw. De naam van Fanny Blankers-Koen is voor altijd verbonden aan de Londense Olympus. De Amsterdamse kaapte vier keer goud weg (100 m, 200 m, 80 m horden en 4x100 m). Ze was 30 jaar en tevoren had de Britse pers haar als 'te oud' afgeschreven. Het inspireerde haar om het tegendeel te bewijzen. Zwemster Nel van Vliet behaalde de vijfde gouden medaille voor Nederland, op de 200 m schoolslag.

Nederland op de Olympische Spelen van 1948

Nederland nam deel aan de Olympische Spelen van 1948 met een delegatie van 137 atleten (103 mannen, 34 vrouwen). Karel Lotsij was de chef de mission en Wim Landman (voetbal) was de Nederlandse vlaggendrager.

Lees ook: Volleybaluitdagingen na de Spelen van 2012

De Nederlandse prestaties waren opmerkelijk, met name de successen van Fanny Blankers-Koen en Nel van Vliet. Het medailleoverzicht van de Spelen van 1948 was als volgt:

  1. Verenigde Staten: 38 goud, 27 zilver, 19 brons
  2. Zweden: 16 goud, 11 zilver, 17 brons
  3. Frankrijk: 10 goud, 6 zilver, 13 brons
  4. Italië: 8 goud, 9 zilver, 12 brons
  5. Hongarije: 10 goud, 5 zilver, 12 brons…
  6. Nederland

Politieke en Maatschappelijke Context

De wereld van 1948 werd gekenmerkt door de opkomst van de Koude Oorlog en de dekolonisatie van Azië en Afrika. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog was er in de wereld blokvorming gaande. Dat had alles te maken met de Koude Oorlog, die sinds omstreeks 1948 de relaties tussen Oost en West verscherpte. Daarnaast maakte de dekolonisatie van Azië en Afrika een einde aan de wereldmacht van Groot-Brittannië en Frankrijk. Ook Nederland raakte zijn belangrijkste kolonie kwijt. Als gevolg daarvan ontstonden er vele nieuwe onafhankelijke staten. Multinationale organisaties zoals de VN en haar dochterorganisaties kwamen naar voren, maar in feite werd de wereld gedomineerd door de supermachten de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. In 1948 was men nog niet zover: het door oorlogsgeweld gehavende Groot-Brittannië speelde als vanouds zijn rol op het wereldtoneel en trad op als gastheer van de eerste Spelen sinds 1936.

Deze politieke en maatschappelijke ontwikkelingen hadden een directe invloed op de Olympische Spelen, die vaak werden gebruikt als een platform voor politieke statements en ideologische confrontaties.

Controverses en Bizarre Gebeurtenissen

De Olympische Spelen kennen ook hun controverses en bizarre gebeurtenissen. Zo werd het bokstoernooi in 1948 ontsierd door talloze dubieuze beslissingen. Officials van Uruguay maakten zich zo boos over het verlies van hun bokser Alves dat zij hem oppakten en met kracht op de tafel van de jury d'appel deponeerden. Bij de paardensport deed zich een zonderlinge kwestie voor. Zweden won het landenklassement bij de dressuur, maar moest een jaar later het goud inleveren. Gebleken was dat de Zweden een onderofficier in hun gelederen hadden opgenomen en de reglementen schreven voor dat slechts officieren mochten deelnemen. Het bewuste reglementsartikel werd hierna geschrapt. De zegevierende damesturnploeg van Tsjechoslowakije beleefde een tragedie. Een van de turnsters kreeg polio en overleed nog tijdens de Spelen in een Londens ziekenhuis. De Deense zwemster Greta Andersen werd onwel tijdens de 400 m vrije slag, zonk, kwam boven en zonk weer. Een Hongaar en een Amerikaanse doken het water in en redden haar van de verdrinkingsdood. Een aparte held was de Hongaarse pistoolschutter Karoly Takacs. Hij verloor in 1939 zijn rechterhand door een ongeluk, leerde daarna schieten met zijn linker en goed ook - de olympische titel was zijn deel.

De Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam

De Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam waren een belangrijk moment in de geschiedenis van het evenement. Amsterdam dankte de toewijzing van de Spelen van 1928 aan een onderonsje tussen twee baronnen die goede vrienden waren: IOC-voorzitter Pierre de Coubertin en het Nederlandse IOC-lid Van Tuyll van Serooskerken. Maar bepaald niet iedereen in ons land was daar verrukt over. Vooral van christelijke zijde waren er grote bezwaren. Men vreesde dat de Spelen 'zondagsontheiliging' en 'toeneming der onzedelijkheid' teweeg zouden brengen. Talloze predikanten wezen op het 'heidense karakter' van het olympisch festival. Een regeringsvoorstel om het Nederlandsch Olympisch Comité (NOC) in de periode 1924-1928 jaarlijks een subsidie te geven van 250.000 gulden werd in de Tweede Kamer weggestemd. Maar een oproep van het NOC aan het Nederlandse volk bracht in veertien dagen anderhalf miljoen gulden op aan gelden en garanties, voldoende om de organisatie ter hand te nemen. Er werd een olympisch stadion gebouwd dat 31.500 toeschouwers een plaats bood. Vlak daarvoor verrezen twee gebouwen voor het schermen en de krachtsporten en binnen loopafstand was er een zwemstadion met een capaciteit van 6000 mensen. Voor het eerst in de historie kon worden gesproken van 'compacte' Spelen. Het roeien vond plaats op het kanaal van Sloten en het zeilen op het buiten-IJ. Een deel van de ruiterwedstrijden werd in en rond Hilversum gehouden. Er was voor de deelnemers (2887 uit 46 landen) geen olympisch dorp. Amsterdam vond dat te duur. Aan de opening van de Spelen (op 28 juli) gingen hockey (mei) en voetbal (juni) vooraf. Hockey leverde Nederland zeer verrassend een zilveren medaille op, in het voetbaltoernooi was Oranje ongelukkig bij de loting. Het trof meteen olympisch kampioen Uruguay, waarvan het met 2-0 verloor.

Lees ook: Sydney 2000: Toen Nederland de Top Bereikte

Primeurs in Amsterdam

Amsterdam had talloze olympische primeurs. Op de grote schaal van de marathontoren bij het stadion werd tijdens de opening voor het eerst het olympisch vuur ontstoken. Dat gebeurde niet door een beroemdheid maar door een eenvoudige beambte van het gemeentelijk gasbedrijf. Voor het eerst ook opende Griekenland het landendéfile bij de openingsceremonie, wat later ook steeds het geval zou zijn. In Amsterdam werd de afstand van de marathonloop definitief vastgesteld op 42 km en 195 m. Een iets minder aardige primeur was dat voor het eerst sinds 1904 de Spelen niet werden geopend door het staatshoofd, maar door prins Hendrik. Koningin Wilhelmina was ontstemd over de heren van het olympisch comité omdat zij haar niet hadden geraadpleegd over de openingsdatum van de Spelen. Vrouwen maakten in 1928 hun olympisch debuut bij atletiek en gymnastiek. Pierre de Coubertin, afgetreden als IOC-voorzitter in 1925, liet in een boodschap aan Amsterdam weten daar zeer op tegen te zijn. Atletiek zou veel te inspannend voor vrouwen zijn. De NRC verwoordde het na de eerste olympische wedstrijden als volgt: 'Moeten vrouwen zich zoo uitsloven en inspannen, zoodat ze met verwrongen gezichten, met verbeten trekken, verwilderde haren, hijgend en afgemat door de finish gaan. Ze schrapten het nummer direct van het programma. Liefst hadden zij atletiek voor vrouwen geheel uitgebannen, maar daarvoor was toch geen meerderheid te vinden.

Nederlandse Prestaties in 1928

Nederland deed het trouwens toch uitstekend bij deze Spelen op eigen bodem. In het officieuze eindklassement werd de zesde plaats bezet. Behalve voor de turndames was er goud voor de zwemster Marie 'Zus' Braun (100 m rugslag), de military-ruiters aangevoerd door Charles Pahud de Mortanges, de wielrenners Leene en Van Dijk op tandem en de bokser Bep van Klaveren. Daarbij konden nog gevoegd worden de eerste prijzen in het olympisch kunsttoernooi van Jan Wils voor zijn ontwerp van het Olympisch Stadion in de afdeling bouwkunst en van Isaac Israëls voor Ruiter in rode rok in de afdeling schilderkunst. Hoogtepunten van de Spelen waren het enerverende duel dat de Finnen Nurmi en Ritola leverden op de 10.000 m. Nurmi won dat nog net, maar verloor van zijn landgenoot op de 5.000 m. Zijn beste tijd lag nu wel achter hem. En de finale van het voetbaltoernooi tussen Uruguay en Argentinië, die twee keer moest worden gespeeld. De eerste keer eindigde het duel in 1-1, zeer tot genoegen van het NOC dat nu dubbele recettes kon beuren. De tweede finale won Uruguay met 2-1. Een populaire figuur in Sloten was de Australische roeier Bobby Pearce, veruit de beste skiffeur. In zijn serie tegen de Fransman Saurin stopte hij op zeker moment met roeien om een trits eendjes te laten passeren. Op de slotdag van de Spelen reikte koningin Wilhelmina aan alle winnaars in het Olympisch Stadion de gouden medaille uit. Nederland oogstte in het buitenland veel lof voor de wijze waarop het de Spelen had georganiseerd. Financieel sprong men er ook aardig uit. Slechts een deel van de garantiesommen behoefde te worden aangeboord.

De Wereld in 1928

In zekere zin maakte de wereld een rustige periode door. Aan de Europese onderhandelingstafel ging men door om tot politieke en financieel-economische afspraken te komen en in de rest van wereld deden zich evenmin grote spanningen voor. Nederland was nog in het ongestoorde bezit van zijn rijksdelen overzee en maakte over het algemeen een welvarende indruk. De binnenlandse politieke verhoudingen stonden in het teken van de verzuiling en van sociale onrust was nauwelijks sprake. Voor het eerst stond Nederland voor de organisatie van een groots spektakel en naar internationale maatstaven gemeten, bracht ons land het er zeker niet slecht van af. Opvallend was het toegenomen aandeel van vrouwen, dat bijna tien procent bedroeg. De Nederlandse afvaardiging kende zelfs een hoger percentage. De oogst van 19 medailles wekte groot enthousiasme in het land en betekende een kroon op het werk van de organisatie. Dat de wereld binnen een jaar in een diepe economische malaise terecht zou komen werd door bijna niemand voorzien.

Nederlandse Erelijst 1928

Goud (6)

  • Turnen: vrouwenteam
  • Zwemmen: Marie 'Zus' Braun (100 meter rugslag)
  • Wielrennen: Bernard Leene en Daan van Dijk (tandem)
  • Boksen: Bep van Klaveren (vedergewicht)
  • Paardensport: Charles Ferdinand Pahud de Mortanges (samengestelde wedstrijd individueel)
  • Paardensport: militaryteam (samengestelde wedstrijd team)

Zilver (9)

  • Atletiek: Lien Gisolf (hoogspringen)
  • Hockey: mannenteam
  • Paardensport: Gerard de Kruijff (military)
  • Wielrennen: Gerard Bosch van Drakestein (1 km tijdrit)
  • Wielrennen: Antoine Mazairac (1000m sprint)
  • Wielrennen: achtervolgingsteam
  • Zeilen: 8 meter klasse
  • Zwemmen: Marie Braun (400m vrije slag)
  • Zwemmen: Marie Baron (200m schoolslag)

Brons (4)

  • Boksen: Karel Miljon (-81 kg)
  • Gewichtheffen: August Scheffer (-75 kg)
  • Gewichtheffen: Jan Verheijen (-82,5 kg)
  • Paardensport: ruiteréquipe (dressuur)

De Toekomst van het Olympisch Voetbal

De Olympische Spelen blijven evolueren, en de toekomst van het mannenvoetbal op dit evenement zal waarschijnlijk worden beïnvloed door verschillende factoren, waaronder de groeiende populariteit van het vrouwenvoetbal, de toenemende commerciële belangen in de sport en de noodzaak om duurzame en inclusieve evenementen te organiseren.

De sport heeft hier een sleutel in handen om een positieve bijdrage te leveren aan de bestrijding van de grootste maatschappelijke problemen van onze tijd. De sport is al meer dan 125 jaar een ontmoetingsplek. Door technologische innovaties en revoluties behoort de hele wereld daar nu toe, omdat fysieke aanwezigheid op de sportlocatie zelf allang geen vereiste meer is om de gebeurtenissen te volgen.

tags: #olympische #spelen #voetbal #mannen #geschiedenis