Internationaal Waterpolo Toernooi Geschiedenis

Inleiding

Waterpolo, een dynamische en veeleisende sport, heeft een rijke geschiedenis in Nederland en daarbuiten. Dit artikel duikt in de geschiedenis van internationale waterpolotoernooien, met een focus op Nederlandse prestaties en de ontwikkeling van de sport door de jaren heen.

De Vroege Jaren van Waterpolo

De oorsprong van het zwemmen gaat terug tot de tijd van de Babyloniërs en Egyptenaren. De Romeinse geschiedschrijver Tacitus schreef dat de Germanen ook de zwemkunst beheersten bij hun oorlogsvoering. In de Middeleeuwen behoorde het kunnen zwemmen tot de ridderlijke vaardigheden. Napoleon zorgde ervoor dat zijn soldaten niet alleen "geoefend ten velde" waren, maar ook het hoofd boven water konden houden. In de 19e eeuw waren er andere factoren die bijdroegen aan de stimulering van het zwemmen, zoals de ontwikkelingen op het gebied van de lichamelijke opvoeding en de opkomst van het socialisme en liberalisme. Sport, vroeger voor de gegoeden in de samenleving, werd nu bereikbaar voor het gewone volk.

In Nederland waren er al in 1846 activiteiten op zwemgebied. Zo werd in Amsterdam de eerste openbare zwemgelegenheid geopend. In Den Haag gebeurde dat in 1883. De roei- en zeilverenigingen richtten al rond 1850 een overkoepelende organisatie op, maar deze kregen pas op het eind van de 19e eeuw levensvatbaarheid. In 1888 nam de Amsterdamse Zwemclub het initiatief tot het oprichten van een zwembond met als doelstelling "de beoefening van de zwemkunst in Nederland algemeen te maken". De toen bestaande verenigingen in Nederland sloten zich aan bij het overkoepelende orgaan, de N.Z.B.. Ontwikkeling op sport- en kunstgebied droegen bij tot het verder groeien van de zwembond. Op sportgebied was dit de popularisering van het waterpolospel en op het gebied van het zwemmen de verandering van techniek in de zwemslagen. De activiteiten van de propagandacommissie en de commissie zwemonderwijs leverden eveneens een belangrijke bijdrage. Zo introduceerde de commissie zwemonderwijs in 1892/93 om de kwaliteit van de oefenmeesters te verhogen, het diploma "Zwemmeester le klasse" en had de propaganda commissie tot taak de Nederlanders te motiveren om te gaan zwemmen.

Halverwege de 19e eeuw ontstond waterpolo als de 'watervariant' van handbal of rugby. Het is een teambalsport die zwemmend wordt uitgeoefend, met als doel een bal zo vaak mogelijk in het doel van de tegenpartij te werpen. Elke geslaagde poging levert één 'doelpunt' op.

William Wilson wordt genoemd als de uitvinder van het 'handbal in water'. In 1876 zou hem door zijn zwemvereniging Aberdeen zijn gevraagd regels voor een balspel te water te ontwerpen. In 1877 zou de eerste officiële waterpolowedstrijd zijn gespeeld tijdens het Bon Accord Swimming Festival in de Schotse rivier de Dee. In 1885 werd waterpolo officieel erkend. In 1887 werden voor de eerste maal echte doelen gebruikt. In 1888 werd in Engeland een waterpolocommissie opgericht en het eerste nationale kampioenschap gespeeld. In datzelfde jaar werden regels vastgelegd en werd het spel vanuit Engeland naar de Verenigde Staten (Boston) geëxporteerd.

Lees ook: Waterpolo voor studenten in Maastricht

De Opkomst van Vrouwenwaterpolo

Het vrouwenzwemmen gaat precies anderhalve eeuw terug met een eerste poging in 1874. De Amsterdamse zwemclub AZ 1870 onderzocht toen de mogelijkheden, wat zo opmerkelijk was dat er eerst wetenschappelijke ondersteuning nodig was. De introductie ging toch niet door, omdat de benodigde afschutting te duur was. Het was niet de bedoeling dat mannen de vrouwelijke zwemmers konden zien.

Het waterpolo voor vrouwen begon in 1906 na inspanningen van Johanna Triebels-Koen, bekend onder haar bijnaam De Zwemmoeder. HDZ won een speciale wedstrijd met 3-2 van het Haarlemse HVGB. Deze sport werd snel populair onder vrouwen, zodat er in 1911 een internationale wedstrijd kon worden gespeeld.

In veel landen waren gelegenheidsteams actief, waarin lokale zwemsters het in geïmproviseerde teams tegen elkaar opnamen. Wel werden er experimentele toernooien georganiseerd. Zo streden twee vrouwenteams uit Amsterdam en Rotterdam in 1910 ter gelegenheid van het twintigjarige bestaan van de Rotterdamse Zwemclub om het Zilveren Ei. In 1911 speelde de Hollandsche Dames Zwemclub (HDZ) uit Amsterdam de eerste internationale wedstrijd tegen een team uit Engeland. Hierna werd waterpolo onder vrouwen snel populairder. In 1914 werd door de Nederlandse Zwembond zelfs voor het eerst een landelijke vrouwencompetitie opgezet in het waterpolo. De eerste tien jaar werd alles gewonnen door HDZ uit Amsterdam, maar daarna werd de concurrentie serieus met ook andere kampioenen.

Olympische Demonstratiewedstrijd in 1920

Voor de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen kwam HDZ wéér met een idee: een demonstratiewedstrijd tussen een team uit Amsterdam en Rotterdam. Amsterdam, met blauwe muts, speelde daar gelijk tegen Rotterdam, met witte muts. Rie Beisenherz was de meest opvallende naam bij die demonstratiewedstrijd, omdat zij in Antwerpen ook meedeed aan het zwemmen. Zij was daarmee de eerste Nederlandse vrouw ooit op de Olympische Spelen.

Het IOC had dit opgemerkt en daarom mochten twee Nederlandse clubteams op 29 augustus 1920 in Antwerpen een olympische demonstratiewedstrijd vrouwenwaterpolo spelen - de eerste in de geschiedenis! De Courant meldde: “De Hollandsche Dames-Zwemclub is dank zij de medewerking van den voorzitter van het NOC er in geslaagd toestemming te verkrijgen tot het geven van waterpolodemonstratie gedurende de zwemweek op de Olympische Spelen te Antwerpen. Daar het polo voor vrouwen slechts in drie landen, nl. Zo schreven Nederlandse sporters geschiedenis met de eerste olympische wedstrijd in het vrouwenwaterpolo. De waterpolovrouwen hoopten met deze demonstratiewedstrijd het IOC dermate enthousiast te maken dat hun sport op de volgende Spelen zou worden toegelaten, maar daarmee liepen ze te ver vooruit op de maatschappelijke ontwikkelingen.

Lees ook: Teams en talenten in het Nederlandse waterpolo

Internationale Wedstrijd in Monte Carlo in 1922

Wel leverde de demonstratie in Antwerpen een uitnodiging op voor een internationale wedstrijd in 1922 in Monte Carlo. Twee jaar na die historische wedstrijd vervulden Beisenherz, Bolten en Klapwijk opnieuw een pioniersrol in het internationale waterpolo. Dit evenement was een jaar eerder geïntroduceerd door Alice Milliat uit protest tegen de uitsluiting van vrouwen bij de atletiekonderdelen op de Olympische Spelen. Op die eerste editie waren nog geen zwemonderdelen, maar in 1922 wel. Een groep Nederlandse vrouwen maakte hiervoor een treinreis van 48 uur. ‘Vervelend was de reis niet,’ zag de verslaggever van de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Er stonden van 15 tot en met 23 april 1922 tien onderdelen op het programma. Met het Nederlandse team versloeg ze de tegenstanders uit Londen met 6-0 in ijskoud water. ‘Holland heeft dus op deze tweede Olympiade voor vrouwen een goed figuur gemaakt,’ aldus De Revue der Sporten. De finale van 1922 in Monte Carlo die Nederland won met 6-0.

De Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB)

In 1888 nam de Amsterdamse Zwemclub het initiatief tot het oprichten van een zwembond met als doelstelling "de beoefening van de zwemkunst in Nederland algemeen te maken". De toen bestaande verenigingen in Nederland sloten zich bij het overkoepelende orgaan, de N.Z.B., aan. Op 13 november 1933, kreeg de bond het predikaat "Koninklijk" toegekend. In juni 1935 kwam de aansluiting met de Nederlands-Indische Zwembond tot stand. In 1949 werd de N.I.Z.B. na de onafhankelijkheid van Indië opgeheven.

Volgens de militaire autoriteiten diende er slechts één sportorganisatie zich bezig te houden met de leiding van de zwemmerij. Zo waren er in die tijd drie bonden die zich bezighielden met zwemaangelegenheden: de Nederland Bond tot het Redden van Drenkelingen (N.B.R.D.), de Arbeiderssportbond en de Zwembond door de Secretaris-Generaal van het Departement van Opvoeding gedwongen besprekingen te voeren om één organisatie te gaan vormen. Het resultaat was, dat de N.B.R.D. en de KNZB fuseerden tot één Nederlandse Zwem- en Reddingsbond. De Arbeiderssportbond werd toen opgeheven. Na de bevrijding werd deze fusie ontbonden en konden de KNZB en de N.B.R.D. weer zelfstandig bestaan.

Tijdens de reorganisatie van 1954 werden onder andere de bondsraad en districtsraden ingesteld. In 1955 kreeg de zwembond voor het eerst overheidssubsidie met als voordeel dat nog meer activiteiten gerealiseerd zouden kunnen gaan worden maar met als nadeel controlerende bevoegdheden door de overheid op het functioneren van de organisatie. Tijdens de reorganisatie van 1968 kwam de recreatieve-elementaire zwemsektor tot stand.

Nederlandse Successen in de Jaren '40 en '50

Met brons op de Olympische Spelen van 1948 begint een periode waarin de Nederlandse herenwaterpoloërs tot de absolute wereldtop behoren. Onder leiding van bondscoach Frans Kuijper en teamleider Ben Planjer wordt een derde plaats behaald op de Olympische Spelen van 1948. Deze presentatie wordt slecht éénmaal in de geschiedenis herhaalt: In 1976 worden de waterpolomannen derde tijdens de Olympische Spelen in Montreal. Aan de basis van dat succes staat de afgelopen week overleden bondscoach Ivo Trumbic. De krant vervolgt: “Dit resultaat is voor een groot deel te danken aan de jarenlange onvermoeide pogingen van trainer Frans Kuijper, De laatste wedstrijd in de eindronde - tegen Italië - verloren de Nederlanders met 2-4.

Lees ook: Waterpolo en zwemmen bij ZV De Ham

Het jaar daarop neemt Nederland deel aan Trofeo Italia; het toernooi waarbij de zes sterkste landen van Europa (en tevens van de wereld) tegen elkaar strijden. Onze waterpolomannen verrassen hier vriend en vijand door het toernooi, ook wel aangeduid als het officieuze Europese kampioenschap, ongeslagen te winnen. In 1950 worden de Europese kampioenschappen gehouden in Wenen. Nederland wordt al voor het einde van het toernooi voor het eerst Europees kampioen waterpolo, een prestatie die nooit meer zal worden herhaald.

In 1951 wordt Nederland uitgenodigd om van 27 tot en met 30 september deel te nemen aan een toernooi in Italië, waaraan de eerste vier van het Europees kampioenschap zullen deelnemen. De eerste wedstrijd tegen Zweden wordt met een uitslag van 11-1 een regelrechte walk-over. Tegen Italië wordt de beslissende wedstrijd om de toernooizege gespeeld. Mede door het gebrek aan training blijken de Italianen te sterk te zijn. Hoewel Nederland na achter te hebben gestaan zich telkens terug vecht, wordt de wedstrijd uiteindelijk verloren met 8-6 en gaat de toernooiwinst naar het ongeslagen Italië. In het Planta-album van de Olympische Spelen 1952 schrijft Cor Braasem over de Nederlandse deelname aan het waterpolotoernooi: “Nederland is een week lang waterpologek geweest. De oorzaak van deze enorme belangstelling is het feit dat het Nederlandse team enorm onrecht is aangedaan. Een eerlijk gewonnen wedstrijd tegen Joegoslavië wordt op onjuiste gronden ongeldig verklaard en dat terwijl juist deze wedstrijd cruciaal is om later in het toernooi eremetaal te behalen. Nederland wordt uiteindelijk vijfde.

Zo komt er in 1952 een einde aan een bijzonder succesvolle periode. Coach Frans Kuijper en teamleider Ben Planjer blijven nog een aantal jaren verbonden aan het team, maar verdere successen blijven uit. Pas in de jaren ’70 behoort het Nederlands zevental dankzij coach Ivo Trumbic weer enige tijd tot de wereldtop.

De Olympische Doorbraak en Latere Successen

Voor de Nederlandse waterpolovrouwen was het succes daarmee wel voorlopig voorbij, want pas in de jaren tachtig werden ze drie keer Europees kampioen en begin jaren negentig zelfs wereldkampioen. De olympische doorbraak van hun sport liet nog langer op zich wachten, want het duurde nog tot de Spelen van 2000 in Sydney voordat waterpolo voor vrouwen aan het programma werd toegevoegd, een toernooi waar Nederland ook aan meedeed. Nederland plaatste zich via een sterk optreden in het olympisch kwalificatietoernooi, waarin ze Europees kampioen Rusland in de finale versloegen, voor de Olympische Spelen van 2008 in Peking.

Het Amersfoort International Waterpolo Tournament

Een jaarlijks hoogtepunt is het Amersfoort International Waterpolo Tournament, dat in 2025 plaatsvond op 3 en 4 januari in de Amerena. Dit toernooi trekt teams en waterpololiefhebbers uit binnen- en buitenland en is een belangrijk evenement op de waterpolokalender. De Amerena is het toneel van het Amersfoort International Waterpolo Tournament!

Het Van Haselen toernooi heeft in nationale en internationale waterpolokringen nog steeds een warme klank. Vanaf 1956 vond het toernooi bijna altijd plaats in het eerste weekend van januari en trok het waterpololiefhebbers uit binnen- en buitenland naar het Amersfoortse Sportfondsenbad. In het jaar dat AZ&PC (een van de moederverenigingen van ZPC Amersfoort, red.) haar eerste landstitel veroverde, stelde toenmalig vice-voorzitter Willem van Haselen voor om een ‘leuk’ toernooitje te organiseren. Die eerste editie was nog een bescheiden zomertoernooi met naast de thuisclub, Duisburg ’98, Kring Midden Nederland en het Nederlands team als deelnemers. De jaren daarna groeide het tot 1982 ononderbroken uit tot een toernooi van naam. Meestal namen er zes teams deel, waarvan drie buitenlandse en drie Nederlandse teams. Van de Nederlandse teams was AZ&PC, meestal met gastspelers, natuurlijk altijd deelnemer.

Waterpolobeurzen in Amerika

Waterpolo is ontstaan in Europa in de late 19e eeuw als een vorm van rugby in het water. Het werd al snel populair in verschillende landen, waaronder Amerika. De eerste officiële wedstrijd in Amerika werd gespeeld in 1888 tussen twee clubs uit New York. Universitair waterpolo is een van de belangrijkste factoren voor de ontwikkeling van waterpolospelers in Amerika. Veel spelers beginnen hun carrière op de middelbare school en gaan dan verder naar de universiteit, waar ze de kans krijgen om te spelen tegen de beste teams en spelers van het land. Universitair waterpolo biedt ook een uitstekende academische opleiding, waardoor spelers hun passie voor de sport kunnen combineren met hun educatieve doelen. Universitair waterpolo is een van de meest prestigieuze en competitieve sporten in Amerika. Het biedt een unieke kans voor studenten om hun academische en sportieve ambities te combineren, en om zich te meten met de beste spelers van het land. Universitair waterpolo is ook een belangrijke bron van talent voor het nationale team en de professionele competities.

Internationale Invloeden en Competities

Waterpolo is een wereldwijde sport, die wordt gespeeld en gevolgd door miljoenen mensen over de hele wereld. Het is ook een sport die voortdurend evolueert en innoveert, dankzij de invloed van verschillende culturen, stijlen en tradities. Het Europese waterpolo heeft een grote invloed gehad op het Amerikaanse waterpolo, vooral in termen van techniek, tactiek en strategie. Veel Amerikaanse spelers en coaches hebben hun vaardigheden en kennis verbeterd door te spelen of te trainen in Europa, of door te leren van Europese spelers en coaches.

Een van de meest invloedrijke Europese landen voor het Amerikaanse waterpolo is Hongarije, dat wordt beschouwd als de meest succesvolle waterpolonatie ter wereld. Een ander invloedrijk Europees land voor het Amerikaanse waterpolo is Servië, dat ook een van de toonaangevende waterpolonaties ter wereld is.

Recente Ontwikkelingen

De afgelopen weken sloten meerdere Nederlandse spelers met hun internationale clubs het seizoen af. Ook de buitenlandse competities - met een grote Nederlandse inbreng - zijn in de slotfase van het seizoen beland. Roline Schuijt heeft met Sant Andreu de Champions League gewonnen met haar club Sant Andreu.

tags: #internationaal #waterpolo #toernooi #geschiedenis