Nederlandse Handballers Onder 23: Een Blik op de Toekomst

Het Nederlandse handbal bevindt zich in een interessante fase, met zowel het dames- als herenteam dat stappen zet op internationaal niveau. Waar de dames al langer succes vieren, timmert het herenteam hard aan de weg om aansluiting te vinden bij de Europese subtop. Met de oprichting van de fulltime Handbalacademie in 2018 en de toenemende professionalisering van spelers in het buitenland, zijn de verwachtingen hooggespannen voor de toekomst. Een belangrijk onderdeel van deze toekomstvisie is de ontwikkeling van jonge talenten, met name de handballers onder de 23 jaar.

De Opkomst van het Nederlands Herenhandbal

De recente successen van het Nederlands herenteam zijn opmerkelijk. Na een lange afwezigheid op mondiale eindtoernooien, wist de ploeg zich te plaatsen voor het EK 2020 en EK 2022. Op het EK 2022 bereikte Nederland verrassend de hoofdronde en eindigde als tiende overall. Ook bij de WK 2023 werd de hoofdronde behaald en noteerde Nederland in totaal drie overwinningen, de eerste drie ooit op een mondiaal eindtoernooi. Deze prestaties zijn een teken van de groeiende potentie van het Nederlandse handbal.

De eerste deelname aan een mondiale eindronde voor het Nederlandse mannenteam dateert al van het WK 1961 in West-Duitsland. Daar eindigde de ploeg evenwel op een gedeelde elfde en laatste plaats, omdat geen wedstrijd in de groepsfase gewonnen kon worden. In West-Duitsland werden nederlagen geleden tegen het thuisland (7-33) en Frankrijk (11-21). De topscorers waren Jan Ridderbos en Frans van der Heyden. In de jaren nadien speelde Nederland alleen nog op C- en B-WK's. Na de hervorming van de toernooi-indeling door de wereldbond IHF met alleen nog maar een A-WK vanaf 1995 wist Nederland zich voor veertien edities op rij niet te plaatsen. Pas na 2010 kwam de ploeg - na een periode met nauwelijks financiële ondersteuning - weer in de buurt van plaatsing. Voor de WK 2011 en WK 2013 kon het Nederlandse mannenteam zich na nederlagen in de play-offs tegen respectievelijk Oostenrijk en IJsland niet plaatsen.[1] Daarna vond de selectie de aansluiting met de Europese subtop en verloor het in de play-offs voor de WK 2017 over twee duels nipt van Polen. In 2019 verloor Oranje, na een knappe thuiswinst (25-24), over twee duels van Europees topland Zweden. In 2023 was Nederland na 62 jaar voor het eerst weer van de partij op een WK. Oranje ging weliswaar in de play-offs onderuit tegen Portugal (30-33 uitwinst, 28-35 thuisnederlaag), maar kreeg van de IHF een wildcard voor de WK vanwege de groeiende prestaties. Oranje beloonde die toewijzing met twee ruime overwinningen van tien doelpunten verschil in de groepsfase tegen zowel Argentinië als Macedonië. Ondanks een grote voorsprong, werd nipt van Noorwegen (26-27) verloren. In de hoofdronde won Oranje ook van Aziatisch kampioen Qatar (32-30), maar verloor van Duitsland (26-33) en Servië (30-32). Oranje eindigde daarmee als veertiende van de 32 deelnemers. Na enkele mislukte pogingen via de play-offs wist Nederland zich in 2019 voor het eerst in de historie te plaatsen voor een EK dat is uitgebreid van 16 naar 24 deelnemende landen.[2] Op het EK 2020 wist Nederland, onder leiding van de IJslandse bondscoach Erlingur Richardsson, te winnen van Letland, maar leed nederlagen tegen Duitsland en Spanje, waardoor het uitgeschakeld werd in de groepsfase. Ook in 2021 wist Nederland zich wederom te kwalificeren voor de EK door in een sterke groep gelijk te eindigen met Slovenië, en Polen voor te blijven.[3] In het openingsduel van de EK 2022 wist Nederland het sterke thuisland Hongarije voor 20.000 toeschouwers voor het eerst in de historie te verslaan. Oranje eindigde als tweede in groep B door winst op Portugal en verlies tegen IJsland. Het herenteam plaatste zich hiermee voor de hoofdronde.

De Rol van de Handbalacademie

De fulltime Handbalacademie op Papendal speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van jonge talenten. Hier krijgen de beste jeugdspelers de mogelijkheid om zich onder professionele begeleiding te ontwikkelen, zowel op sportief als persoonlijk vlak. De academie biedt een omgeving waarin talenten optimaal kunnen groeien en zich kunnen voorbereiden op een carrière in het tophandbal.

Talenten in het Buitenland

Steeds meer Nederlandse handballers kiezen ervoor om in het buitenland te spelen, waar ze zich kunnen meten met de beste spelers en in de meest competitieve competities. Dit is een positieve ontwikkeling, omdat het de spelers de kans geeft om zich verder te ontwikkelen en ervaring op te doen op een hoger niveau. Jongens als Luc Steins en Kay Smits werken in buitenlandse topcompetities aan een carrière die nog geen enkele Nederlandse handballer meemaakte.

Lees ook: Composition Dutch Team World Championship

Smits (23) is rechteropbouwspeler bij TTH Holstebro in het handbalgekke Denemarken. Steins (25) speelt als middenopbouwer bij het Franse Fenix Toulouse. "Samen met Duitsland hebben wij de sterkste competitie ter wereld", vertelt Steins. Bij de Nederlandse ploeg zijn Steins en Smits de spelers die de kar trekken. Ze eigenen zichzelf die titel niet toe, benadrukken het teambelang, maar beseffen wel degelijk dat het van hen wordt verwacht. "Ik vind het moeilijk om mijzelf zo'n beoordeling te geven, maar ik denk wel dat Luc en ik zo'n rol op ons moeten nemen", zegt Smits. Steins: "Die wisseling van de wacht is de afgelopen jaren al redelijk in gang gezet. Jonge jongens worden daar al een tijdje bij betrokken, om ze 'toekomstproof' te maken. Kay en ik zijn vaak de spelers die het moeten regelen en ik ben aanvallend gezien wel de man die de lijnen uitzet, ja."

Op individueel niveau hebben beiden hun beste handbaljaren nog in het verschiet en hun ambities voor de komende jaren zijn niet mals. "Ik wil Champions League spelen, bij een grote club in een grote competitie", vertelt Smits. Steins is momenteel dicht bij het maken van zo'n droomstap. Topclub Paris Saint-Germain, deelnemer aan de Final Four van de Champions League en landskampioen van de laatste zes jaar, wil de beweeglijke handballer met zijn spelinzicht en versnellingen maar wat graag inlijven.

De Nieuwe Generatie: Handballers Onder 23 om in de Gaten te Houden

Binnen het Nederlandse handbal zijn er verschillende talentvolle spelers onder de 23 jaar die de potentie hebben om door te breken op internationaal niveau. Deze spelers vormen de basis voor de toekomst van het Nederlands handbal en verdienen het om in de schijnwerpers te staan. Enkele nieuwe namen in de achttienkoppige EK-selectie zijn Sarah Dekker (23), Judith van der Helm (19), Romée Maarschalkerweerd (20), Alieke van Maurik (19), Bianca Schanssema (19) en Isa Ternede (23).

Deze jonge spelers krijgen de kans om op grote toernooien ervaring op te doen en zich te ontwikkelen in het team. "Mijn prioriteiten binnen het team liggen op de ontwikkeling in de dekking. Ik vertrouw erop dat we met de geselecteerde spelers hierin belangrijke stappen kunnen zetten", zegt de bondscoach.

DNA-onderzoeken voor model-handballer

Het is ook een traject van de lange adem, waarbij vooruitstrevende middelen worden ingeschakeld. Steins: "Ik ben nu met de handbalbond bezig om met DNA-onderzoeken te kijken naar wat een handballer op hoog niveau in de genen nodig heeft om een topper te worden." "Ik heb vandaag (maandag, red.) toevallig bloed afgegeven, om weer een stapje te zetten in dat onderzoek. De methodes vertalen we naar het handbal. Ik ben nu een testcase die moet bijdragen aan een betere screening in de toekomst."

Lees ook: Nederlandse voetballers en hun vermogen

Smits op zijn beurt praat, hoewel hij zelf pas 23 is, geregeld over wat nodig is om de jeugd te prikkelen. "We hebben het over hoe spelers van de Handbal Academie zich nu ontwikkelen en in het buitenland bij de juiste clubs terechtkomen", aldus de rechteropbouwer. "We moeten een maatstaf creëren en daar als team naartoe werken."

Ambities voor de Toekomst

De ambities voor de toekomst zijn groot. Het doel is om structureel deel te nemen aan eindtoernooien en de aansluiting te vinden bij de subtop van Europa. "Dat is echt jammer, want ervaring op zulke toernooien krijg je alleen door ze vaker te spelen", zegt Smits. "Het doel is de subtop van Europa." Althans, het realistische doel. Want de stoute dromen zijn er zeker. "Met Oranje op WK's en EK's doorstromen tot de finalerondes", filosofeert Steins. "En wie weet, ooit, heel ver weg, de Olympische Spelen."

Een Gemengde Ervaring

Na de buzzetbeater van Niels Versteijnen, waarmee Nederland Qatar nipt versloeg (37-38), was het vanavond andere koek tegen topland Frankrijk. Dat wist de ploeg van Staffan Olsson van tevoren. Frankrijk toonde zich, als verwacht, een maatje te groot: 28-35. Zaterdag staat de beslissende kraker tegen Oostenrijk om 15.30 uur op het programma. Een verrassende naam op het wedstrijdformulier: doelman Jorick Pol vloog vanochtend van Nederland naar Varaždin om de geblesseerde Rob Goudriaan te vervangen. Bart Ravensbergen kreeg net als tegen Noord-Macedonië rust. Oranje startte zonder verrassingen in de basis, met Matthias Dorgelo in de goal. Nederland toonde in het eerste kwartier genoeg veerkracht om in het spoor van grootmacht Frankrijk te blijven. Toch sloeg de Franse ploeg in deze periode al een gaatje van drie, mede door goals van linkspoot Dika Mem. Ook doelman Desbonnet had goed zicht op de schoten van Oranje. Dan was daar het bijzondere moment voor de pas 20-jarige Jorick Pol: zijn officiële WK debuut. Hij mocht in de tweede helft starten in het doel. Toch is het Frankrijk dat ook in deze fase enorme klasse toont. Zowel aanvallend als in de dekking had Nederland weinig antwoord op de technisch sterke Fransmannen. Ook in de laatste fase van dit duel bleef Nederland net als Frankrijk gewoon doorgaan met scoren. Doelpunten van onder andere hoekspelers Kaj Geenen en Rob Schmeits, maakten indruk.

Lees ook: Koninklijke Korfbal Bond: 75-jarig Jubileum

tags: #nederlandse #handballers #onder #23 #namen