Het Nederlandse mannenhockeyteam kent een lange en rijke traditie in het internationale hockey. Sinds de eerste officiële interland op 23 januari 1926 heeft de ploeg een indrukwekkende erelijst opgebouwd. Met drievoudige wereldtitels, zes Europese kampioenschappen, acht Champions Trophy overwinningen, een Hockey World League titel en twee Hockey Pro League titels, behoort Nederland tot de absolute top van de hockeywereld. Dit artikel biedt een overzicht van de belangrijkste momenten, spelers en statistieken in de geschiedenis van het Nederlands mannenhockeyelftal.
Het Begin: Van Eigen Regels naar Internationale Competitie
Hoewel de Hockey Bond al sinds 1898 bestond, speelde Nederland pas in 1926 zijn eerste officiële interland. Dit kwam doordat er aanvankelijk volgens eigen regels werd gespeeld. Zo werd er niet met de internationaal gebruikelijke witte bal, maar met een zachte oranje bal gespeeld, de zogenaamde Scheurleer-bal. Ook werden in Nederland gemengde teams gebruikt, in plaats van aparte mannen- en vrouwenteams.
De eerste interland werd gespeeld tegen België in het Deurne-stadion van Antwerpen. Voor 700 toeschouwers verloren de Belgen met 2-1 van de "noorderburen". Ruim 74 jaar later, op 21 mei 2000, speelde Nederland de duizendste interland uit de geschiedenis.
Vroege Olympische Successen en Generaties van Talent
Nederland was niet van de partij tijdens de eerste twee edities van de Olympische Spelen waar hockey op het programma stond (1908 en 1920). Mede doordat er in Nederland lange tijd niet volgens de internationale regels werd gespeeld. Pas op 23 maart 1926 speelde Nederland zijn eerste officiële interland.
In 1928 kwam hockey namelijk op de Olympische kalender en Oranje wilde graag deelnemen aan het Olympisch hockey in eigen land. Daarom werd er overgeschakeld op de internationale regels. Tijdens de Olympische Spelen van Amsterdam in 1928 wonnen de Nederlandse heren direct zilver. In 1932 ontbrak Oranje weer, om vervolgens in 1936 weer brons te winnen.
Lees ook: Hockey in Nederland: een geografische analyse
Na de Tweede Wereldoorlog beschikte Nederland over een prima generatie met Dick Loggere, Han Drijver, Dik Esser en Roepie Kruize. Door deze goede generatie won Nederland in 1948 brons en in 1952 zilver. In 1956 ontbrak het Nederlands hockeyteam op de Olympiade wegens de boycot van Nederland als protest tegen de Russische inval in Boedapest.
De Jaren van Groei en Glorie: Van Wereldtitel tot Olympisch Goud
Tussen 1960 en 1984 was er weinig te vieren voor de Nederlandse hockeymannen op de Olympische Spelen. Geen enkele medaille werd er gewonnen. Maar in 1973 was er wel succes op het tweede wereldkampioenschap. In Amstelveen werd de wereldtitel gewonnen met onder andere sterspeler Ties Kruize (zoon van de eerder genoemde Roepie Kruize).
Vanaf 1988 haalde Nederland telkens de laatste vier op de Olympische Spelen. Ook bij de WK's werden de prestaties stabieler. In 1990 werd de tweede wereldtitel veroverd, de enige buiten Nederland. In 1998 kwam de derde wereldtitel op de erelijst, behaald in Utrecht. In 1996 en 2000 wonnen de Oranje-mannen de Olympische titel, een ongekend succes.
De basisploeg wisselde tijdens de toernooien van 1996-1998-2000 wel eens van samenstelling, maar de volgende spelers maakten al die jaren deel uit van de selectie: Jacques Brinkman, Jeroen Delmee, Ronald Jansen, Erik Jazet, Bram Lomans, Wouter van Pelt, Stephan Veen, Remco van Wijk en de absolute topspeler Teun de Nooijer. Enkele andere toppers zoals Floris Jan Bovenlander, Marc Delissen en Taco van den Honert waren na de gouden medaille van 1996 afgezwaaid als international.
Belangrijkste Prijzen van het Nederlands Mannenhockeyteam
- Olympisch goud: 1996, 2000
- Olympisch zilver: 1928, 1952, 2004, 2012
- Olympisch brons: 1936, 1948, 1988
- Wereldkampioen: 1973, 1990, 1998
- Europees kampioen: 1983, 1987, 2007, 2015
- Champions Trophy/World Hockey League: 1981, 1982, 1996, 1998, 2000, 2002, 2003, 2006, 2013
- Hockey Pro League: 2021, 2024
Ranglijsten met de Beste Nederlandse Hockeyers
Door de jaren heen zijn er diverse pogingen gedaan om de beste Nederlandse hockeyers allertijden te rangschikken. Deze ranglijsten zijn vaak subjectief, maar geven wel een goed beeld van de spelers die een belangrijke rol hebben gespeeld in de Nederlandse hockeygeschiedenis.
Lees ook: Record aantal gele kaarten in een EK voetbalwedstrijd
Hockey Top 50 (2009)
In 2009 brachten Rim Voorhaar en Philip Kooke het boek "Hockey Top 50" uit, met de beste 50 mannelijke en beste 50 vrouwelijke hockeyers aller tijden van Nederland. Alhoewel hun keuzes volledig subjectief waren, biedt dit boek al een mooi overzicht van de beste hockeyers van Nederland tot en met medio 2009.
- Teun de Nooijer
- Ties Kruize
- Stephan Veen
- Floris Jan Bovelander
- Wouter Leefers
- Dick Loggere
- Taco van den Honert
- Han Drijver
- Maarten Sikking
- Marc Delissen
- Roepie Kruize
- André Bolhuis
- Aat de Roos
- Tom van 't Hek
- Dik Esser
- Paul Litjens
- Jeroen Delmee
- Ronald Jansen
- Arie de Keyzer
- Jacques Brinkman
- Ernst van den Berg
- Frans Spits
- Erik Jazet
- Eddy Tiel
- Hans Schnigter
- Marten Eikelboom
- Nico Spits
- Ronald Jan Heijn
- Jeroen Zweerts
- Wim van Heel
- Cees Jan Diepeveen
- Ron Steens
- Rein de Waal
- Wouter van Pelt
- Henk Bouwman
- Taeke Taekema
- Jan Piet Fokker
- Piet Bromberg
- Thom van Dijck
- Robert van der Horst
- Maarten van Grimbergen
- René Klaassen
- Theo van Vroonhoven
- Theodoor Doyer
- Pieter Weemers
- Emile Duson
- Guus Vogels
- Remco van Wijk
- Bart Taminiau
- Erik Parlevliet
Top 500 (1999)
In het boek "Top 500" (1999) werden in alfabetische volgorde de beste 500 Nederlandse sporters beschreven van de twintigste eeuw. De volgende hockeyers stonden in de "Top 500":
- André Bolhuis
- Floris Jan Bovelander
- Jacques Brinkman
- Marc Delissen
- Cees Jan Diepeveen
- Han Drijver
- Dik Esser
- Tom van 't Hek
- Taco van den Honert
- Roepie Kruize
- Ties Kruize
- Wouter Leefers
- Paul Litjens
- Dick Loggere
- Maarten Sikking
- Stephan Veen
- Rein de Waal
Dat Teun de Nooijer ontbreekt in die lijst is niet verwonderlijk, omdat het grootste deel van de loopbaan van de Nooijer nog voor zich lag toen het boek "Top 500" verscheen.
Top 100 van de Nederlandse Sport (2012)
In het boek "Top 100 van de Nederlandse Sport" uit 2012 worden drie hockeyers genoemd, namelijk Teun de Nooijer (op nummer 14), Ties Kruize (op nummer 52) en Stephan Veen (op nummer 60). Overigens werd de mannenhockeyploeg uit de jaren 1996-2000 (tweemaal Olympisch kampioen, eenmaal wereldkampioen) in hetzelfde boek opgenomen bij de beste tien sportteams uit de Nederlandse geschiedenis.
Belangrijke Nederlandse hockeyers uit de geschiedenis
Hoewel hockey een teamsport is, zijn er in elk team spelers met extra kwaliteiten. Hieronder volgt een chronologisch overzicht van bijzondere hockeyers uit de Nederlandse geschiedenis. Elke succesvolle generatie is in dit overzicht vertegenwoordigd met één of meerdere bijzondere spelers.
Lees ook: Memorabele momenten voetbalgeschiedenis
- Dick Loggere (1921-), leider en winnaar: Dick Loggere, geboren 6 mei 1921 (85 interlands, 3 doelpunten), was een geboren leider. Hij speelde hockey niet alleen voor de lol, maar wilde vooral winnen en had daar veel voor over. Loggere trainde hard, lette goed op zijn voeding en dacht voortdurend na over het hockeyspel. Tien jaar lang was Loggere aanvoerder van het Nederlands team.
- Roepie Kruize (1925-), de goalgetter: Roepie Kruize, geboren 18 januari 1925 (69 interlands, 56 doelpunten), is de "stamhouder" van de bekendste hockeyfamilie uit Nederland. Zijn zussen Els en Sieke waren ook international, zijn broer Gerrit "Ekkie" speelde op de Olympische Spelen van 1956 voor de Verenigde Staten. Zijn zoons Hans, Jan-Jidde en Ties speelden allemaal voor het Nederlands elftal. Kruize was een echte goalgetter. Hij liep bijna "één op één".
- Ties Kruize (1952-), de alleskunner: Ties Kruize, geboren 17 november 1952 (202 interlands, 167 doelpunten), wordt door velen beschouwd als de beste Nederlandse hockeyer ooit, al kan daar over gediscussieerd worden. Kruize is in ieder geval een van de meest complete hockeyers die in Oranje heeft gespeeld. Hij begon zijn loopbaan als aanvaller, maar kwam in de loop der jaren ook wel eens op het middenveld terecht om het spel te verdelen. In 1973 bereikte hij grote hoogte en was hij de beste speler en topscoorder van het gewonnen wereldkampioenschap in Amstelveen. Na een zwaar auto-ongeluk twee jaar later leek zijn carrière voorbij. Anderhalf jaar later stond hij terug op het hockeyveld. In zijn laatste jaren als tophockeyer liet Kruize zien dat hij ook een uitstekende ausputzer was. Kruize werd gevreesd om zijn keiharde en loepzuivere strafcorner. Kortom, Ties Kruize was een alleskunner.
- Wouter Leefers (1953-), de technisch begaafde middenvelder: Wouter Leefers, geboren 12 januari 1953 (156 interlands, 28 goals), was een technisch begaafde middenvelder. Zijn assists of uitgelokte strafcorners zijn ontelbaar. Een Olympische medaille ontbreekt weliswaar op zijn palmares, maar de wereldtitel van 1973 in eigen land maakt veel goed.
- Tom van 't Hek (1958-), de nummer veertien: Tom van 't Hek, geboren 1 april 1958 (221 interlands, 106 doelpunten), was de eerste hockeyspeler die vaak met nummer veertien speelde. Van 't Hek heeft weliswaar niet de absolute klasse zoals de Nooijer om als de "Johan Cruijff van het hockey" door het leven te gaan, maar technisch deed hij maar weinig onder voor anderen. Het was voor eigenzinnige Tom van 't Hek geen probleem om vanaf links te spelen, vooral door zijn uitstekende backhand. Bovendien scoorde hij opvallend veel velddoelpunten, want hij nam zelden strafcorners.
- Ronald Jansen (1963-), de beslissende keeper: Ronald Jansen, geboren 30 december 1963 (183 interlands, 0 doelpunten), was de keeper tijdens de gouden periode 1996-2000. Hij was destijds van doorslaggevende betekenis.
- Floris Jan Bovelander (1966-), de strafcornerspecialist: Floris Jan Bovelander, geboren 19 januari 1966 (241 interlands, 215 doelpunten), kwam soms nonchalant over, maar stond er wel op de momenten als het er echt toe deed. Zo scoorde hij zowel in de WK-finale van 1990 als in de finale van de Olympische Spelen van 1996 tweemaal uit een strafcorner. De aanvallende linksback (die ook wel eens op het middenveld speelde) kwam zijn hele leven uit voor Bloemendaal.
- Jacques Brinkman (1966-), de fanatieke teamspeler: Jacques Brinkman, geboren 26 augustus 1966 (337 interlands, 84 doelpunten), speelde een groot deel van zijn loopbaan als (rechter)middenvelder. Maar bondscoach Roeland Oltmans zette hem op de Olympische Spelen van 1996 op de rechtsachterplaats. Op die positie speelde hij diverse interlands, al was het wel met frisse tegenzin. Met zijn fanatisme was hij echter altijd waardevol, of hij nu speelde als aanvaller, middenvelder of verdediger.
- Stephan Veen (1970-), de leider: Stephan Veen, geboren 27 juli 1970 (275 interlands, 116 doelpunten), begon als talentvolle rechterspits en brak al snel door. Toen een aantal dragende spelers stopte na de gouden medaille in 1996, werd Veen de nieuwe leider van Oranje. Hij werd teruggehaald naar het middenveld en werd de nieuwe aanvoerder. Op de Olympische Spelen van 2000 stak Veen boven alles en iedereen uit. In de finale tegen Zuid-Korea (3-3) scoorde hij alle Nederlandse doelpunten. In de strafballenserie maakte Veen de beslissende strafbal. Een mooier afscheid als international is niet denkbaar.
- Teun de Nooijer (1976-), de maestro: Teun de Nooijer, geboren 22 maart 1976 (453 interlands, 214 doelpunten), heeft een groots carrière achter de rug. Ontelbare prijzen, ontelbare doelpunten, ontelbare geslaagde acties en passes. Hij werd driemaal uitgeroepen tot beste hockeyer ter wereld en won vier Olympische medailles, waarmee hij de meest succesvolle Olympische teamsporter uit Nederland is. Hij begon als talentvolle linkerspits en groeide daarna uit tot aanvallende linkshalf van wereldklasse. Er is geen twijfel mogelijk dat De Nooijer een van de beste hockeyers is die Nederland heeft voortgebracht.
- Taeke Taekema (1980-), de strafcornerspecialist: Taeke Taekema, geboren 14 januari 1980 (242 interlands, 221 doelpunten), kende een onbevredigend einde van zijn loopbaan toen hij geheel onverwacht de definitieve selectie voor de Olympische Spelen van 2012 niet haalde. De cijfers van de strafcornerspecialist zijn overweldigend: 242 interlands en 221 doelpunten. Hiermee heeft de verdediger een ongekend gemiddelde van bijna 1 op 1.
De Keepersclub: Ondersteuning en Training voor Hockeykeepers
De Keepersclub is er voor alle keepers van Schaerweijde, van de jongste keepers in de O9 tot en met de senioren. Het doel is om alle keepers, naast hun teamtraining, nog een uur individueel te trainen en keepersvaardigheden bij te brengen, en om deze groep hockeyspelers te ondersteunen en te stimuleren.
Bij de O9 staat er voor het eerst een keeper in de goal. Iedere speler speelt twee wedstrijden als keeper en volgt dus twee keeperstrainingen, zodat iedereen kennis kan maken met het hockeykeeper zijn. In de O10 komen de spelers nog steeds afwisselend naar de keeperstraining en verdedigen ze het doel tijdens de wedstrijden. Spelers die het superleuk vinden om te keepen en erover denken om vaste keeper te worden, mogen iedere week naar de keeperstraining komen, naast de teamgenoten die elkaar afwisselen. Vanaf dat moment is het tijd voor een eigen tas met een keeperspak. Bij de junioren, G-hockey en de senioren is het streven dat elk team een vaste keeper heeft, die dan iedere week, naast de teamtrainingen, één keer per week keeperstraining krijgt. Als een team geen vaste keeper heeft, kan de wisselkeeper deelnemen aan de keeperstraining.
Tijdens de trainingen wordt aandacht besteed aan een goede basishouding, het goed leren beheersen van de technische bewegingen, een goede timing en de juiste manier van ballen wegwerken. De Keepersclub wordt geleid door enthousiaste vrijwilligers en een professionele keeperstrainer. Op 25 woensdagen (22 keer op het veld en 3 keer in de zaal) krijgen alle keepers op veld 5 onder de leiding van Arek Matuszak, oud-keeper van Schaerweijde Heren 1 en voormalig keeper van het Pools Nationale hockeyteam. De O9 en O10 jeugd krijgt training van Arek in samenwerking met jeugdtrainers uit de O12- en O14-lijn van Schaerweijde. De junioren en parahockey keepers krijgen training van Arek in samenwerking met jeugdtrainers uit de O16- en O18-lijn van Schaerweijde en de keeperstrainers van GoalieWorks. De senioren krijgen training van Arek eventueel in samenwerking met ervaren jeugdtrainers uit de O18-lijn van Schaerweijde.
GoalieWorks, opgericht door Pirmin Blaak, oud-keeper van het Nederlands Elftal, wil goede keeperstraining mogelijk maken voor iedere keeper die beter wil leren keepen. Om dit te bereiken hebben zij regionale keepersscholen opgericht waar iedere keeper welkom is. GoalieWorks levert keepertrainers van het hoogste niveau, waardoor elke training een mooi leermoment is.
Samen met de materiaalcommissie zorgt de Keepersclub ervoor dat iedere keeper over de juiste spullen beschikt om iedere week weer het doel te verdedigen. Een uitrusting voor een nieuwe keeper, materiaal dat te klein is of onverhoopt kapot is gegaan, wordt samen met de materiaalcommissie opgelost.
Er worden regelmatig keepersclinics op Schaerweijde georganiseerd, onder andere door GoalieWorks. Deze clinics zijn erg populair omdat het voor keepers ontzettend leuk is om met keepers van andere clubs ervaringen uit te wisselen. Gedurende 2 uur wordt er op hoog niveau getraind.
De keeper heeft een andere positie in het veld, een solo positie, en een hele belangrijke want een keeper kan beslissend zijn in een wedstrijd. Het is belangrijk om daar aandacht voor te hebben. Aan het begin van het seizoen geeft de Keepersclub uitleg aan de coaches en managers van de jeugd hoe de keeper het beste begeleid kan worden tijdens wedstrijden en trainingen. Door een keepersmaatje aan te stellen, af te spreken dat als er een doelpunt door het team wordt maakt, ook gevierd wordt met de keeper, pas het veld af te gaan als een keeper het pak uit heeft en samen de tas op te ruimen. De Keepersclub geeft informatie hoe de trainingen voor het team én de keeper uitdagend kunnen zijn. Daarnaast worden met keepers die dit willen twee keer per jaar een (evaluatie)gesprek gevoerd en wordt aan het begin van het seizoen een bijeenkomst georganiseerd met alle keepers en de keeper van Heren 1 of Dames 1.
Keepers: De Moedigste Spelers op het Veld
Keepers in het hockey zijn vaak mensen met een hoge pijngrens, veel incasseringsvermogen en rust in het oog van de orkaan. De hockeybal kan snelheden bereiken die vergelijkbaar zijn met die in andere sporten, waardoor keepers een cruciale rol spelen in het voorkomen van doelpunten.
Carlien Dirkse van den Heuvel: 200 Interlands
De interland die Nederland zondagmiddag tegen Italië (12-1) speelde, had een bijzonder tintje voor Carlien Dirkse van den Heuvel. De 31-jarige middenvelder kwam voor de 200ste keer tijdens een officiële interland in actie voor Nederland. Dirkse van den Heuvel is met haar 200 interlands de meest gecapte actieve speelster van de Oranje Dames. Ze wordt op de hielen gezeten door Eva de Goede, die drie interlands minder heeft. Op de all time lijst deelt zij de negende plek met Kim Lammers. Op de achtste plek staat Janneke Schopman met 212 interlands.
De speelster met de naam die vanwege de lengte in artikelkoppen vaak wordt afgekort naar ‘DvdH’ maakte haar debuut voor Oranje op 17 mei 2008 tegen Duitsland. Bondscoach Marc Lammers nam de 21-jarige Dirkse van den Heuvel mee naar de Champions Trophy in Mönchengladbach. Dat toernooi scoorde ze nog niet. Dat gebeurde op 25 januari 2009 in San Diego tegen de Verenigde Staten (7-1 zege).
Dirkse van den Heuvel speelde in totaal tegen 23 verschillende landen. Ze speelde het vaakst tegen Duitsland (28 keer), en daarna China (19), Australië en Nieuw-Zeeland (elk 17 keer). Dit WK is het 18de hoofdtoernooi van de huidige aanvoerder van Oranje. Ze speelde in het verleden 6 Champions Trophy’s, 5 EK’s, 2 WK’s, 2 Olympische Spelen en 2 keer de Hockey World League.
Dirkse van den Heuvel verloor in die 200 interlands slechts dertien keer. Hiertegenover staan 160 overwinningen en 27 gelijke spelen na reguliere speeltijd. Ze maakte in totaal twaalf shoot-outs mee op grote toernooien en won er daar met Oranje acht van. Argentinië is het enige land waartegen Carlien met Oranje vaker níet won dan wel. De SCHC-speelster speelde de meeste van haar 200 interlands onder bondscoaches Max Caldas en Alyson Annan (allebei 71).
KNHB Interlandhistorie Online Beschikbaar
De KNHB biedt vanaf vandaag de complete interlandhistorie van haar beide nationale elftallen online aan. Via interlandhistorie.knhb.nl en de app van hockey.nl zijn alle officiële interlands van de Oranje Dames en Oranje Heren nu netjes gerangschikt in een nieuwe database.
De afgelopen tien maanden hebben medewerkers van de KNHB de statistieken en wedstrijdgegevens die al bij de bond beschikbaar waren kritisch tegen het licht gehouden. Met informatie uit archieven van kranten en de bladen Hockey Sport en Hockey Magazine, gegevens van de wereldhockeybond FIH en sportdatabureau Gracenote zijn correcties uitgevoerd en ontbrekende data aangevuld.
Van sommige interlands uit het rijke Oranje-verleden bleek het lastig de gewenste karakteristieken (opstellingen, wissels, doelpuntenmakers, minuten van doelpunten) te kunnen controleren, met name de wedstrijden die los stonden van de grote toernooien. Media deden er nauwelijks verslag van of beperkten zich tot het afdrukken van alleen de uitslag. In een enkel geval waren de omstandigheden waarin die wedstrijden werden gespeeld zo vaag, dat moeilijk was vast te stellen of het een officiële interland betrof of een opgewaardeerde oefenwedstrijd.
De grondige renovatie van de interlandhistorie heeft geleid tot een totaaloverzicht van 2.624 interlands, waarvan de eerste op 23 januari 1926 werd gespeeld. Ook is nu duidelijk dat Nederland 866 hockeyinternationals kent: 452 mannen en 414 vrouwen kwamen ooit minimaal één keer voor Oranje uit. Minke Smabers speelde de meeste damesinterlands (312), terwijl bij de heren Teun de Nooijer met 453 interlands het vaakst voor Nederland uitkwam. Topscorer aller tijden is Paul Litjens met 268 doelpunten in 177 wedstrijden.
De nieuwe database geeft ook inzicht in de interlandloopbanen van enkele legendarische internationals uit een ver verleden. Wat te denken van wijlen Roepie Kruize, vader van Ties, Hans en Jan Hidde Kruize: de magistrale midvoor was tussen 1946 en 1954 goed voor 69 (!) goals in 56 interlands. Bij de Oranje Dames worden de flitsende carrières van onder anderen Wally van Bueren en Heleen van Rooy mooi zichtbaar. Van Bueren was de eerste vooroorlogse topschutter van de hockeyvrouwen met achtien goals in dertien interlands, terwijl Van Rooy in de jaren zestig uitgroeide tot de eerste vrouwelijke spits met een killerinstinct, getuige haar 28 treffers in 31 optredens. Ze maakte een hattrick bij haar debuut tegen Engeland in 1963.
In de historietool is het mogelijk te zoeken op toernooien, op wedstrijdniveau of op naam van een specifieke speler of speelster. Ook is de lijst wedstrijden van de Oranje-teams tegen een specifieke tegenstander op te roepen. In de nabije toekomst zal de database verder worden verrijkt met meer functionaliteiten en aanvullende data.
Opmerkelijke Keepers in de Geschiedenis van het Nederlands Elftal
Vele keepers verdedigden door de jaren heen het doel van het Nederlands elftal. Hieronder een lijst van opmerkelijke keepers:
- Edwin van der Sar: Onbetwist de beste keeper die ooit het doel van Oranje heeft verdedigd. Speelde voor het eerst een interland in 1995 (1-0 verlies in Wit-Rusland) en veroverde daarna nog eens 129 caps. Dat maakt hem tot recordinternational. Speelde op de EK’s (1996, 2000, 2004 en 2008) en de WK’s van 1998 en 2006.
- Hans van Breukelen: Was onderdeel van de ploeg die Europees kampioen werd in 1988. Veroorzaakte in de finale een strafschop, maar keerde die vervolgens ook na het beroemde ‘vingertje’ van Van Breukelen.
- Jan van Beveren: Uitstekende keeper die op zijn negentiende debuteerde maar die, mede door een conflict tussen de PSV'ers en de Ajacieden in het Nederlands team, tot slechts 32 interlands kwam. Van Beveren stond bekend als stijlvolle doelman, met sterke reflexen. Er zijn zelfs dichters die zich door hem lieten inspireren.
- Jan Jongbloed: Keepte op de WK’s van 1974 en 1978, die Nederland beide met een tweede plaats afsloot. Zijn debuut maakte hij al in 1962, maar daarna werd hij heel lang niet meer opgeroepen. Bondscoach Rinus Michels zag in 1974 in Jongbloed plots de ideale meevoetballende keeper voor het befaamde ‘totaalvoetbal’. Typisch voor Jongbloed was dat hij met blote handen keepte en hij heeft twee records in handen: 683 minuten zonder tegengoal in interlands en 717 wedstrijden in het betaalde voetbal.
- Piet Schrijvers: Debuteerde in 1971 en rekende er op te spelen op het WK van 1974 toen eerste keus Jan van Beveren geblesseerd wegviel. Schrijvers was echter opnieuw tweede keus, achter de verrassende Jan Jongbloed. Na dat toernooi werd Schrijvers eerste keus, maar voor het WK 1978 wist hij weer Jongbloed voor zich, al speelde hij wel in de tweede ronde.
- Eddy Pieters Graafland: Stijlvolle keeper uit de jaren ’60. Speelde eerst voor Ajax, stapte later naar Feyenoord en speelde meer dan 500 wedstrijden voor die twee clubs. Met Feyenoord won hij in 1970 de toenmalige Europa Cup I.
- Ed de Goeij: Klemvast, sterke reflexen en een slungelachtige uitstraling. Kenmerken van Ed de Goeij. Jarenlang het betrouwbare gezicht van Feyenoord, alvorens hij naar Chelsea vertrok.
- Reinier Beeuwkes: De allereerste keeper van het Nederlands elftal ooit. Speelde op 30 april 1905 tegen België en kreeg één treffer om de oren, ook nog eens van een ploeggenoot (1-4). Veroverde met Nederland ook brons op de Olympische Spelen van 1908 in Londen.
- Gejus van der Meulen: Een speler die in de jaren ’20 en ’30 zeer geliefd was. Ter illustratie: zijn huwelijk in 1933 haalde zelfs het Polygoonjournaal. Maar tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde Van der Meulen met de Duitsers, sloot zich aan bij de SS en werd na de oorlog veroordeeld tot een gevangenisstraf - al is nooit duidelijk geworden of de Haarlemmer ook gevechtshandelingen heeft verricht.
- Maarten Stekelenburg: Volgens velen dé opvolger van Edwin van der Sar. De Ajax-doelman heeft daarmee een lastige erfenis om zijn schouders hangen.
Huidige Selectie en WK 2023
De selectie voor het WK 2023 telt achttien spelers, van wie Seve van Ass (HGC) de meeste interlands op zijn naam heeft staan: 201. Andere routiniers zijn Thierry Brinkman (Bloemendaal) en Pirmin Blaak (Oranje-Rood). Die laatste krijgt als eerste keeper de voorkeur boven Maurits Visser (Bloemendaal).
Onder de vorige bondscoach werd verdediger De Mol (Oranje-Rood) nog opgenomen in de selectie voor de Olympische Spelen in Tokio. Andere namen die ontbreken in het team van Delmee zijn aanvaller Jelle Galema (Oranje-Rood) en verdediger Tim Swaen (Bloemendaal).
Jasper Brinkman (Bloemendaal, 9 interlands) en Dennis Warmerdam (Bloemendaal, 15 interlands) zijn aangewezen als reserve. Zij reizen mee naar India en kunnen als vervanger uitkomen als dit nodig is wegens een blessure.
Het WK wordt gehouden in de Indiase plaatsen Bhubaneswar en Rourkela. Nederland is ingedeeld in een groep met Maleisië, Nieuw-Zeeland en Chili. De eerste wedstrijd is zaterdag 14 januari. De Nederlandse mannen nemen het dan op tegen Maleisië.
tags: #meeste #interlands #hockey #mannen #lijst