Dit artikel werpt een blik op de korfbalregels zoals die golden in het jaar 1954. We baseren ons hierbij op archiefmateriaal van het Koninklijk Nederlands Korfbal Verbond (KNKV) en zijn voorgangers, om een zo accuraat mogelijk beeld te schetsen.
De Context van het Korfbal in de Jaren '50
Om de regels van 1954 te begrijpen, is het belangrijk de context van het korfbal in die periode te schetsen. De sport had zich in de eerste helft van de 20e eeuw ontwikkeld van een schoolse activiteit tot een georganiseerde competitie met een landelijke bond. De Nederlandse Korfbalbond (NKB), opgericht in 1903, had als doel de bloei van het korfbalspel in Nederland te bevorderen.
De Nederlandse Korfbalbond en haar Organisatie
De NKB, later het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV), was de centrale instantie die zich bezighield met de verspreiding van het spel, de regeling van wedstrijden en het vaststellen van de spelregels. In 1904 werd de eerste competitie gestart en vanaf februari 1905 verscheen een officieel orgaan onder de naam Korfbal.
De bond had als doelstelling: “den bloei van het korfbalspel in Nederland te bevorderen […] door het vormen van een bond tusschen alle beoefenaars van het korfbalspel in Nederland; door het vaststellen en verbreiden der regels van het korfbalspel; door het maken van propaganda voor het korfbalspel; door het uitschrijven, regelen en steunen van korfbal-wedstrijden en door alle wettige, geoorloofde middelen, die hem verder ten dienste zullen staan.”
Het bondsbestuur bestond uit zeven personen, die minstens 20 jaar moesten zijn; de penningmeester moest meerderjarig zijn. Op 28 januari 1906 werd op de Jaarlijkse Algemene Vergadering een Waarborgfonds ingesteld.
Lees ook: Alles over Vrije Ruimte Volleybal
Regionale Bonden
Naast de landelijke bond bestonden er ook regionale bonden, die korfbal in een bepaalde stad of regio promootten en een eigen competitie instelden, los van de competitie van de NKB. Voorbeelden hiervan zijn de Amsterdamse Korfbalbond (1913), de Drentse Korfbalbond (opgericht in 1909) en de Overijsselse Korfbalbond (1914). In de jaren '20 en '30 kwamen er nog meer regionale bonden bij, zoals de Friese Korfbalbond (1918), de Haagse Korfbalbond (1919), de Rotterdamse Korfbalbond (1920) en de Zeeuwse Korfbalbond (1927).
Belangrijke Elementen in de Spelregels
Hoewel de exacte spelregels van 1954 niet expliciet in het beschikbare archiefmateriaal worden genoemd, kunnen we wel enkele belangrijke elementen afleiden uit de algemene beschrijvingen van het korfbalspel in die tijd:
- Gemengd team: Korfbal was revolutionair omdat het door zes vrouwen en zes mannen in één team gespeeld werd.
- Vakken: Korfbal werd gespeeld door twee twaalftallen verdeeld over drie vakken (aanval, middenvak en verdediging). Wanneer er twee doelpunten waren gevallen, werd er van vak gewisseld, zodat na zes goals de beginopstelling weer in het veld stond.
- Materiaal: Korfbal vereiste weinig materiaal: één voetbal, twee palen en twee manden en linten voor afbakening van de drie vakken.
De Technische Commissie
De NKB had een technische commissie die zich bezighield met de spelregels. Deze commissie was verantwoordelijk voor het vaststellen en aanpassen van de regels, en voor het verspreiden van de regels onder de korfbalverenigingen.
Het Huishoudelijk Reglement
In juli 1912 verscheen een vernieuwd huishoudelijk reglement in druk. De artikelen laten hier en daar goed zien, hoe weinig clubs er waren en hoe jong de leden soms nog waren. Het bondsbestuur was uitgebreid naar negen personen, die minstens 19 jaar moesten zijn. Het bestond uit een voorzitter, een secretaris, een penningmeester, een tweede voorzitter, een tweede secretaris, een tweede penningmeester en drie commissarissen.
De Algemene Vergadering bezat de wetgevende macht en koos het Bondsbestuur. Elke vereniging, die lid was van de NKB, zond voor elke twintig werkende leden die zij telde één afgevaardigde, die geen bestuurslid van de bond mocht zijn en die minstens vijftien jaar moest zijn. De afgevaardigden ontvingen hun reis- en verblijfskosten van hun lastgevers en waren verplicht de hele vergadering bij te wonen.
Lees ook: Complete Gids Rugby Jeugd
Het huishoudelijk reglement bepaalde voorts dat het bondsbestuur blijvende of tijdelijke commissies kon aanstellen; de vaste commissies waren de pers- en propagandacommissie, de technische commissie (voor de spelregels), de kascommissie, de commissie voor de redactie van het officieel orgaan, de wedstrijdcommissie en de protestcommissie.
In het reglement werd het bondsjaar vastgesteld van 1 juli tot en met 30 juni en dat is naderhand nooit meer gewijzigd.
Kanttekeningen bij de Regels
Het is belangrijk te onthouden dat de spelregels in de loop der jaren zijn geëvolueerd. De regels van 1954 waren waarschijnlijk anders dan de regels van vandaag. Het is ook belangrijk te onthouden dat de regels niet altijd even strikt werden nageleefd, vooral in de beginjaren van de sport.
Korfbal als een Spiegel van de Maatschappij
Korfbal was door het gemengde karakter aantrekkelijk om in contact met het andere geslacht te komen; er zijn niet voor niets tal van “korfbalhuwelijken” uit het verenigingsleven voortgekomen. Anderzijds leverde dit een imagoprobleem op, want velen vonden korfbal een “meidensport”, die een gezonde Hollandse jongen veel minder te bieden had dan het mannelijke voetbal.
Lees ook: Complete handleiding hockeyregels