Basketbal is een dynamische en veelzijdige teamsport die wereldwijd gespeeld wordt. Het combineert snelheid, behendigheid en teamwork om de bal in de basket van de tegenstander te scoren. Deze sport staat bol van de regels en nuances. Een van de meest fundamentele vragen die vaak opkomt bij zowel beginnende spelers als toeschouwers is: mag je met twee handen stuiteren in basketbal? Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van de basisprincipes, spelregels en overtredingen van basketbal, zodat je een beter begrip krijgt van dit populaire spel.
Basisprincipes van basketbal
Een basketbalwedstrijd wordt gespeeld op een speelveld met twee teams, elk bestaande uit vijf spelers. Bij begin van de wedstrijd nemen de basisspelers, de zogenaamde starting five, hun posities in. Normaal gezien staan ze opgesteld als twee Forwards, twee Guards, en een Center (middenvelder). Het doel is om de bal in de basket van de tegenstander te krijgen, die zich aan de korte zijden van het veld op een hoogte van 3,05 meter bevindt. Eén speelveld, twee teams, twee baskets en één bal: de wedstrijd kan beginnen.
De essentie van dribbelen: de basis van balbehandeling
Dribbelen is de bal laten stuiteren zonder de bal vast te houden of te dragen. Je kunt op je plaats blijven dribbelen of al lopend dribbelen en de bal ‘meenemen’. Het is een van de meest fundamentele vaardigheden in basketbal. Spelers gebruiken dribbelen om zich te verplaatsen met de bal, de verdediging te omzeilen en kansen te creëren om te scoren.
De regel van één hand
Een van de meest essentiële regels met betrekking tot dribbelen is dat een speler slechts één hand tegelijk mag gebruiken om de bal te stuiteren. Het gebruik van beide handen om de bal tegelijkertijd te stuiteren, of het vasthouden van de bal tijdens het dribbelen, wordt beschouwd als een overtreding die bekend staat als een "dubbele dribbel".
Wat is een dubbele dribbel?
Een dubbele dribbel is een overtreding in basketbal die optreedt wanneer een speler:
Lees ook: Analyse van de spelregels
- Stopt met dribbelen en de bal vasthoudt: Zodra een speler de dribbel beëindigt door de bal in één of beide handen te vangen, mag hij niet opnieuw beginnen met dribbelen.
- Dribbelt met beide handen tegelijk: Het is niet toegestaan om de bal met beide handen tegelijk te stuiteren. Elke dribbel moet met slechts één hand worden uitgevoerd.
Wanneer een speler een dubbele dribbel begaat, wordt de bal aan het andere team gegeven voor een inworp vanaf de zijlijn.
Andere belangrijke dribbelregels
Naast de regel van de dubbele dribbel zijn er nog enkele andere belangrijke regels met betrekking tot dribbelen:
- Lopen met de bal: Spelers mogen niet lopen met de bal in hun handen. Om zich te verplaatsen, moeten ze dribbelen (de bal laten stuiteren). Als je de bal vasthoudt mag je niet meer met beide voeten gaan lopen. Je mag wel draaien met één voet (de pivotvoet) op de grond.
- Pivoteren: Een speler mag de bal pivoteren, waarbij één voet (de pivotvoet) op de grond blijft terwijl de andere voet kan bewegen. De pivotvoet mag worden opgetild om te schieten of te passen, maar niet opnieuw worden neergezet voordat de bal de hand heeft verlaten.
Puntentelling
Het is het doel om de bal in de basket van de tegenstander te krijgen, die op de korte zijden van het speelveld op 3,05 meter hoogte bevestigd is. De puntentelling in basketbal is als volgt:
- Een treffer door een vrijworp levert een enkel punt op. Wanneer een speler een fout maakt, krijgt hij een strafpunt dan mag de tegenstander 1, 2 of soms 3 vrije worpen. Elke van die vrije worpen kan 1 punt opleveren.
- Een normale worp (binnen de driepuntslijn) twee punten. Een bal die door de basket gaat levert twee punten op.
- Staat de aanvaller echter achter driepuntslijn, levert een treffer drie punten op. Maar als de bal van buiten het driepuntengebied geworpen is (de driepuntenlijn ligt 6,25 meter vanaf het midden van de basket) levert dit drie punten op.
Speeltijd
Een wedstrijd is verdeeld in twee speelhelften van 20 minuten. Maar door de onderbrekingen wordt het wedstrijd vaak langer gemaakt. Een speelhelft duurt ongeveer 40 minuten. Bij de FIBA bestaat een spel uit vier ronden van elk tien minuten. Bij de NBA daarentegen bedraagt een speelronde 12 minuten. Na 2 blokken is er een pauze van een kwartier. Tussen blok 1 en 2 en blok 3 en 4 zit een pauze van 2 minuten. Bij gelijke score spelen de teams net zo veel verlenging van 5 minuten als nodig zijn om uiteindelijk een winnaar te krijgen.
Algemene spelregels
Basketbal is een beweeglijke sport met heel wat regels. Basketbal is een sport met veel regels, die ervoor zorgen dat het spel eerlijk en gestructureerd verloopt. Hieronder volgen enkele belangrijke spelregels:
Lees ook: Keepers en de Terugspeelregel: Wat je moet weten
- 8-secondenregel: Zodra een team de bal in bezit krijgt, moeten ze ervoor zorgen dat ze binnen 8 seconden de eigen helft te verlaten en de helft van de tegenstander betreden. Een team dat de bal in bezit krijgt, moet binnen 8 seconden de eigen speelhelft verlaten.
- 24-secondenregel (shot clock): Op de zogenaamde shot clock worden 24 seconden afgeteld: de maximale tijd die een aanval mag duren. De tijd begint bij de inworp te lopen. Raakt de bal de ring van de basket aan, begint de klok opnieuw te lopen. Een team heeft maximaal 24 seconden om een poging te wagen om te scoren. Als de bal de ring raakt, het balbezit wisselt of er een overtreding plaatsvindt, wordt de klok opnieuw gestart.
- 3-secondenregel: Bij een aanval mogen de verdedigers zich slechts drie seconden lang op de helft van de tegenstander bevinden. Daarbij maakt het verschil of ze in balbezit zijn of niet. Een verdediger mag niet langer dan 3 seconden in de bucket (het gebied onder de basket) van de tegenstander verblijven, tenzij hij de bal actief verdedigt. Rondom de ring zit het zogeheten ‘beperkte gebied’. De aanvallers mogen daar maar 3 seconde staan.
- 5-secondenregel: Tijdens het spel moet een speler, die nauw bewaakt wordt, uiterlijk na vijf seconden beginnen met dribbelen, of een worp op doel wagen. Bij het overtreden van deze regel krijgt de tegenstander een inworp. Bij een inworp mag een speler de bal maximaal 5 seconden lang vasthouden.
- Passeert een basketbalspeler die middenlijn? Dan mag hij niet meer terug naar de eigen helft dribbelen.
- Voetbal: Het aanraken van de bal met voet, knie, of been wordt als voetcontact beschouwd. Daarbij wordt een verschil gemaakt tussen verdedigers en aanvallers: Wanneer een verdediger een voetcontact maakt, word de Shot Clock op 14/24 seconden gezet, als er op dat moment al meer dan tien seconden verstreken zijn. Als de bal expres of per ongeluk in aanraking komt met de voet of het onderbeen van een speler, wordt dit beschouwd als een overtreding (voetbal). Bij voetcontact door een aanvaller krijgt de tegenpartij de bal.
- Lopen met de bal: Spelers mogen niet lopen met de bal in hun handen. Om zich te verplaatsen, moeten ze dribbelen (de bal laten stuiteren).
- Pivoteren Een speler mag de bal pivoteren, waarbij één voet (de pivotvoet) op de grond blijft terwijl de andere voet kan bewegen. De pivotvoet mag worden opgetild om te schieten of te passen, maar niet opnieuw worden neergezet voordat de bal de hand heeft verlaten.
- Dubbel dribbel: Zodra de speler met balbezit stopt met dribbelen, mag hij of zij met de voeten nog twee keer de grond aanraken; daarna moet de bal weggepasst zijn, of moet er op de basket geschoten worden. Zodra een aanvaller na het dribbelen de bal opgepakt heeft, mag hij niet opnieuw aan een dribbel beginnen (vandaar: dubbele dribbel).
Overtredingen
Naast de bovengenoemde regels zijn er verschillende overtredingen die kunnen worden begaan:
- Loopfout: Een loopfout wordt begaan wanneer een speler met balbezit stopt met dribbelen en vervolgens opnieuw begint met dribbelen, of wanneer de pivotvoet wordt opgetild terwijl de bal nog in de hand is.
- Double dribble (of second dribble): Een double dribble vindt plaats wanneer een speler na het stoppen van een dribbel opnieuw begint met dribbelen.
- Goaltending: Een bal die richting basket geworpen word, die zich in neerwaartse richting beweegt, en de ring van de basket nog niet aangeraakt heeft, mag niet door een verdediger aangeraakt of geblokkeerd worden. Een verdediger mag een bal die in dalende lijn richting de basket gaat niet aanraken, zolang de bal de ring nog niet heeft geraakt.
Fouten
In het basketbal staan er tegelijkertijd in totaal tien spelers op het veld; vijf per team. In basketbal worden verschillende soorten fouten onderscheiden:
- Persoonlijke fout: Een persoonlijke fout wordt toegekend bij ongeoorloofd lichamelijk contact met een tegenstander. De spelers mogen elkaar niet raken. Niet-toegestaan lichaamscontact (Defensief of offensief). Een verdediger mag een aanvaller met balbezit maar op beperkte manieren afweren. Een aanvaller met balbezit begaat een overtreding wanneer hij of zij in contact komt met een verdediger die zich op zijn legitieme verdedidingspositie bevindt, of die zich achteruit beweegt. Bij een fout op een schietende speler krijgt deze meestal twee vrije worpen.
- Technische fout: technische fouten of ongedisciplineerd spel.
- Bij vijf persoonlijke of technische overtredingen wordt een speler uitgesloten van de lopende wedstrijd.
Team samenstelling
Voor een potje basketbal zijn 2 teams nodig. Iedere ploeg bestaat uit 5 spelers. Ieder team heeft zijn eigen coach + eventueel 1 of 2 assistent coaches. Een coach mag zijn spelers gedurende het hele spel wisselen, behalve als iemand een fout begaat en van het veld af moet. Iedere speler heeft zijn eigen positie. Er is een point-guard, een shooting-guard, een small-forward, een power-forward en een center. Iedere speler staat op zijn eigen locatie en heeft zijn eigen kwaliteit.
Materiaal
Niet iedere basketbal mag ingezet worden bij wedstrijden. Een wedstrijdbal is goedgekeurd door FIBA (Federation Internationale de Basketball). Basketbalkleding bestaat uit een short, een mouwloos shirt, speciale basketbalschoenen met rondvormige zolen en lange kousen. Tijdens een wedstrijd is het voor de basketbalspeler verplicht het shirt in de broek te doen. Op het shirt mag reclame staan. Het speelveld is 28 meter lang en 15 meter breed. Op de vloer staan een aantal lijnen. Het veld heeft een middenlijn. Dan is er de vrije-worplijn vanwaar de speler een vrije worp kan doen. De drie-puntlijn geeft het driepuntsgebied aan voor de vrije worp. De basketbalring hoogte (de basketbalring wordt ook wel basket genoemd) is ruim 3 meter.
Andere basistechnieken
In tegenstelling tot voetbal, mogen basketballers de bal alleen met hun handen aanraken. Spelers mogen de bal naar een andere ploeggenoot gooien of doorrollen. Een speler mag echter niet zomaar rennen met de bal.
Lees ook: Voetbal: de keeper
- Passen: Met passen speel je de bal naar een andere speler. Bovenhandse en onderhandse passes doe je met één hand, borst-, bounce- en overhead passes doe je meestal met twee handen. Een bouncepass is een pass waarbij je de bal naar je medespeler speelt door de bal een keer op de grond te laten stuiteren.
- Snijden: Snijden doe je wanneer je met de bal door de verdediging door kunt dringen en zo dichter bij de basket komt.
- Steal: Bij een steal ‘steel’ je bal van de tegenstander.
- Screen: Bij een screen ga je als aanvallende speler dicht bij een verdedigende speler staan en voorkom je dat je tegenstander de bal kan afpakken van je medespeler. Je mag je tegenstander alleen hinderen door stil te blijven staan, met je handen op je lichaam (je mag je handen dus niet omhoog houden).
- Dunk: Als je de bal opvangt met een hoge sprong en dan in de basket slaat, heb je een dunk gemaakt. Dat is een prachtig gezicht.
- Rebound: Het lukt niet altijd om te scoren. Als de bal tegen het board of de ring stuitert en niet door de basket gaat maar terug komt in het speelveld dan heet dit een rebound. Beide partijen proberen dan zo snel mogelijk de bal weer in bezit te krijgen. Als het aanvallende team de bal weer in bezit krijgt heet dit een offensieve rebound. Bij basketbal zijn rebounds van groot belang, een offensieve rebound kan vaak alsnog tot een doelpunt leiden.
Spelregelbewijs
Om te zorgen dat alle spelers mee doen wordt bij de jongste teams (tot en met U12) het slangensysteem toegepast. Hierbij wisselen de spelers met een vast schema, waardoor iedereen even vaak aan het spel meedoet. Vanaf 13 jaar krijg je een uitnodiging van FlowSparks om je spelregelbewijs te halen. Je leert dan alles regels en maakt een toets. Op de site van de NBB vind je een korte introductie over basketbal. Wil je competitie spelen? Dan vraagt de Nederlandse Basketball Bond je het ‘Spelregelbewijs’ te halen. Daarmee laat je zien jezelf in de regels verdiept te hebben. Dat helpt spelers, scheidsrechters én toeschouwers van een veilige sportomgeving waarin ze nog meer van de sport genieten. Moet jij jouw spelregelbewijs halen?