Basketbal is een dynamische en competitieve sport met een uitgebreid reglement. Een van de vragen die vaak opkomt, vooral bij beginnende spelers, is of het toegestaan is om de bal uit de handen van een tegenstander te slaan. Dit artikel duikt diep in deze specifieke regel, en biedt een breed overzicht van de basketbalregels in het algemeen.
Basisprincipes van basketbal
Basketbal wordt gespeeld door twee teams van elk vijf spelers. Het doel van het spel is om de bal in de basket van de tegenstander te krijgen, die zich op een hoogte van 3,05 meter bevindt. Een succesvolle worp levert punten op: een vrije worp is 1 punt waard, een normale worp 2 punten en een worp achter de driepuntslijn 3 punten. De wedstrijd is verdeeld in vier periodes (quarters) van elk 10 minuten (FIBA) of 12 minuten (NBA).
Fouten en overtredingen
In het basketbal zijn er verschillende soorten fouten en overtredingen die kunnen worden begaan. Deze worden bestraft om eerlijk spel te waarborgen.
Persoonlijke fouten
Een persoonlijke fout is niet-toegestaan lichamelijk contact. Dit kan zowel defensief als offensief zijn. Een verdediger mag een aanvaller met balbezit slechts op bepaalde manieren afweren. Een aanvaller begaat een overtreding als hij in contact komt met een verdediger die zich in een legale verdedigingspositie bevindt of achteruit beweegt. Na vijf persoonlijke of technische fouten wordt een speler uitgesloten van de wedstrijd.
Technische fouten
Technische fouten worden gegeven voor ongedisciplineerd spel of technische overtredingen. Bij een technische fout krijgt de tegenstander een vrije worp. Grof gedrag kan leiden tot een diskwalificerende fout, waarbij de speler direct het veld moet verlaten en de wedstrijd niet meer mag bijwonen.
Lees ook: Analyse van de spelregels
Teamfouten
Alle persoonlijke, onsportieve en technische fouten van de spelers van een team worden per kwart opgeteld als teamfouten. Wanneer een team vier teamfouten heeft gemaakt in een kwart, wordt elke volgende fout bestraft met twee vrije worpen of een inworp voor de tegenstander, afhankelijk van de situatie.
Overtredingen
Een overtreding is een schending van de regels die niet als een fout wordt beschouwd. Voorbeelden hiervan zijn:
- Goaltending: Het aanraken of blokkeren van een bal die in neerwaartse richting naar de basket gaat en de ring nog niet heeft geraakt.
- Dubbele dribbel: Het opnieuw beginnen met dribbelen nadat de speler de dribbel heeft beëindigd.
- Voetcontact: Het opzettelijk aanraken van de bal met de voet, knie of het been.
De cruciale vraag: Mag je de bal uit de handen slaan?
De kernvraag is: mag je de bal uit de handen van een tegenstander slaan? Het antwoord hangt af van de context en de leeftijdscategorie.
Algemene regel
In het algemeen is het niet toegestaan om de bal uit de handen van een speler te slaan wanneer deze de bal stevig vasthoudt. Dit wordt beschouwd als een vorm van onnodig contact en kan leiden tot een persoonlijke fout. Het is toegestaan om de bal te hinderen door voor de speler te staan met de armen omhoog, maar vasthouden, duwen of de armen opzij steken is niet toegestaan.
Uitzonderingen voor jonge spelers
Voor jongere spelers (U8, U10 en U12) gelden er echter speciale regels om het balbezit te beschermen. In deze competities mag een tegenstander de bal niet vastpakken, uit de handen slaan of tikken wanneer de speler de bal in bezit heeft. Doet een speler dit wel, dan is het een overtreding en krijgt de speler met balbezit een inworp. Deze regel is bedoeld om jonge spelers te helpen hun vaardigheden te ontwikkelen zonder onnodige fysieke intimidatie.
Lees ook: Keepers en de Terugspeelregel: Wat je moet weten
Man-tegen-man verdediging bij jonge competities
In U8-, U10- en U12-competities is een strikte man-tegen-man verdediging verplicht. Dit houdt in dat spelers hun directe tegenstander moeten verdedigen binnen een afstand van maximaal 2 meter, vanaf driekwart van het veld (de vrije worplijn op de aanvalshelft). Zoneverdediging, full court press, screening en double teaming zijn verboden in deze competities.
Andere belangrijke regels
Naast de regel over het slaan van de bal uit de handen, zijn er nog andere belangrijke regels die van belang zijn voor het basketbalspel.
8-seconden regel
Zodra een team de bal in bezit krijgt, moeten ze binnen 8 seconden de eigen helft verlaten en de helft van de tegenstander betreden.
24-seconden regel (shot clock)
Een team heeft maximaal 24 seconden om een doelpoging te ondernemen. De schotklok begint te lopen bij de inworp. Als de bal de ring raakt, begint de klok opnieuw te lopen. Als een team er niet in slaagt om binnen 24 seconden een doelpoging te maken waarbij de bal de ring raakt, is dit een overtreding en krijgt de tegenstander balbezit.
5-seconden regel
Bij een inworp heeft een speler maximaal 5 seconden om de bal los te laten. Tijdens het spel moet een speler die nauw bewaakt wordt, uiterlijk na 5 seconden beginnen met dribbelen of een doelpoging wagen.
Lees ook: Voetbal: de keeper
Reisregel
Een speler mag met de bal in de handen twee stappen zetten zonder te dribbelen. Nadat de speler gestopt is met dribbelen, mag hij met de voeten nog twee keer de grond aanraken voordat hij de bal moet passen of schieten.
Verticaliteitsprincipe en cilinderprincipe
Elke speler heeft recht op de ruimte binnen zijn eigen denkbeeldige cilinder op het veld. Dit omvat de ruimte boven hem en naar de speelvloer toe. Het verticaliteitsprincipe houdt in dat een speler het recht heeft op zijn positie op de vloer en de ruimte daarboven. Een verdediger die stilstaat met de handen recht boven het hoofd, kan bijvoorbeeld geen fout maken.
Afschermen (Screenen)
Afschermen is het proberen te verhinderen of vertragen dat een tegenstander een gewenste positie inneemt. Dit is toegestaan, maar de speler die het screen zet, moet stilstaan met beide voeten op de grond en voldoende afstand houden zodat de tegenstander kan stoppen of van richting kan veranderen.
Onsportief gedrag en faking
Onsportief gedrag, zoals faking (doen alsof er contact is terwijl dat niet zo is), kan bestraft worden. Een scheidsrechter kan een waarschuwing geven aan de speler en de coach van het team. Bij ernstige faking zonder contact kan direct een technische fout worden gegeven.
Spelregelbewijs
De Nederlandse Basketball Bond (NBB) vraagt spelers die competitie spelen om het spelregelbewijs te halen. Dit bewijs toont aan dat de speler de regels van het spel kent en helpt bij het creëren van een veilige en sportieve omgeving. Het spelregelbewijs is verplicht voor alle spelers tussen de 14 en 24 jaar. Spelers ouder dan 24 jaar kunnen het bewijs vrijwillig halen.
Aanpassingen voor jeugdcompetities
Om het spel voor jonge spelers leuk en leerzaam te houden, zijn er enkele aanpassingen in de regels:
- Slangenwissels: Bij U12 en jonger wordt een slangenwisselsysteem gebruikt, waarbij spelers in een vaste volgorde wisselen, zodat iedereen evenveel speeltijd krijgt.
- Beperkte scoretelling: Bij jeugdwedstrijden wordt de eindstand ‘bevroren’ wanneer een team een voorsprong van 50 punten heeft. De scores blijven zichtbaar op het scorebord, maar de puntentelling wordt in het digitale wedstrijdformulier niet meer bijgehouden.