Korfbal Rebound Oefeningen: Uitleg en Training

Korfbal is een dynamische sport waarbij zowel de aanval als de verdediging cruciaal zijn voor succes. Om een wedstrijd te winnen, is het essentieel om meer doelpunten te scoren dan de tegenstander. Omdat een speler niet mag lopen met de bal in de hand of dribbelen, is samenspel noodzakelijk om in de buurt van de korf te komen. Een belangrijk aspect van zowel de aanval als de verdediging is de rebound. Dit artikel duikt in de wereld van korfbal rebound oefeningen, met als doel spelers en trainers een diepgaand inzicht te geven in de principes en praktische oefeningen die nodig zijn om een sterke rebound te ontwikkelen.

Het Belang van de Rebound

Het neerzetten en behouden van een goede rebound is cruciaal om lange aanvallen te kunnen doen of een aanvalsgolf van de tegenstander te doorbreken. Een sterke rebound kan een aanvalsgolf van de tegenstander doorbreken en de basis leggen voor een eigen aanval. Olav van Wijngaarde (PKC) staat bekend als een meester in de rebound.

Basisprincipes voor een Goede Rebound

Voordat we ingaan op specifieke oefeningen, is het belangrijk om de basisprincipes van een goede rebound te begrijpen:

  • Positie: De juiste positie ten opzichte van de korf en de tegenstanders is essentieel.
  • Timing: Het juiste moment om te springen en de bal te pakken is cruciaal.
  • Kracht: Voldoende kracht om de bal veilig te stellen en een nieuwe aanval op te zetten.
  • Mentaliteit: De wil om de bal te pakken is een belangrijke factor.

Algemene Oefeningen om de Basis te Leggen

Alles begint bij de basis. Beheerst je speler de basistechnieken niet, dan wordt het moeilijk korfballen. Besteed daar voldoende aandacht aan. Zeker de helft van elke training. Om beter te leren gooien met de korfbal zijn verschillende oefeningen interessant. Alle onderdelen zijn belangrijk om onder de knie te krijgen. Hieronder worden algemene oefeningen beschreven die helpen bij het ontwikkelen van de basistechnieken.

Gooien in tweetallen

Verdeel de groep in tweetallen. Ieder tweetal staat even ver uit elkaar bij een pion. De begin afstand is een afstand die makkelijk te overbruggen is voor iedereen. Elke keer als het gelukt is om de korfbal goed over te gooien mogen de spelers een stap naar achteren zetten bij de volgende pion. Laten ze de bal vallen? Dan moeten ze een stapje terug.

Lees ook: Korfbalstatistieken: Ruben Zwaan

Punten scoren door vakken te raken

Verdeel het team in 2 groepen. Maak in het veld verschillende vlakken. Hoe verder het vlak weg ligt van de speler hoe meer punten het vak waard is. Per groep gooit iedere speler om de beurt de bal richting een vak. De punten in het vak waar de korfbal direct terecht komt worden geteld.

Oefenen met verdedigers

Verdeel de groep in drietallen. De opdracht aan de verdedigers is om zwaar te hinderen. Het is aan de aanvallers om te kijken hoe ze hiermee omgaan. Een aandachtspunt hierbij is het doorstappen. Oftewel: gebruik je houding om ruimte te creëren om alsnog te kunnen gooien. Ook leren spelers zo dat ze elkaar moeten helpen als een teamgenoot zwaar gehinderd wordt.

Snel overspelen

Ook bij deze oefening verdeel je de groep in aanvallers en verdedigers. Binnen 3 seconde nadat de korfbal gevangen is moet de speler de korfbal gooien naar de volgende aanvaller. Het dwingt de speler snel een keuze te maken. Bij de allerkleinste zal dit een moeilijke opdracht zijn waardoor het vaak fout gaat. Dat is oké en mag je laten gebeuren. Het helpt ze om te leren voortgang te houden in het spel.

Schieten en kansen benutten

Deze oefening is geschikt om te stimuleren dat het spel doorgaat na een schot. Na een shot liggen er vaak kansen voor een andere schutter. Bij deze oefening staat er één aanvaller met verdediger onder de paal. De korfbal bevindt zich voor in het veld. Deze oefening is geschikt voor de jeugd.

Overgooien onder tijdsdruk

Ieder tweetal heeft een korfbal en bevindt zich op dezelfde afstand van elkaar. Het doel is om binnen één minuut zo vaak mogelijk over te gooien. Laat een tweetal de korfbal vallen? Dan liggen ze uit de ronden. Bij alle oefeningen die we hier geven kan je het als trainer moeilijker maken door een extra opdracht te geven zoals het gooien met één hand of specifiek met rechts of links.

Lees ook: Homoseksualiteit en korfbal

Specifieke Rebound Oefeningen

Hieronder volgen specifieke oefeningen die gericht zijn op het verbeteren van de rebound vaardigheden:

Statische Rebound Oefeningen

Deze categorie bevat statische oefeningen die draaien om het afvangen van de bal na een schot.

Dynamische Rebound Oefeningen

Alle oefeningen richten zich op de dynamische rebound. Ten opzichte van de partijvormen zijn de oefeningen in deze categorie simpel, overzichtelijk en met een hoge frequentie. Kies voor oefeningen in deze categorie als het hiervoor genoemde belangrijk vind, of voor de partijvormen als je zo veel mogelijk wedstrijd-echt wil oefenen. Dit is een geïsoleerde oefening om de dynamische rebound te oefenen. De bal begint onder de korf en wordt uitgegooid naar de speler voor de paal. De speler met de bal schiet en zodra de bal los is rennen de andere spelers naar de korf om de bal af te vangen. Motiveer het willen pakken van de bal extra door er een wedstrijdje van te maken wie als eerste een x aantal doelpunten gescoord heeft.

Wedstrijdvormen voor Rebound Training

De schutter en de rebounder doen een wedstrijd wie de meeste doelpunten maakt. De schutters schieten van de dopjes die op verre schotafstand liggen. Na het schot gaan ze hun eigen bal afvangen. Als dit na maximaal 1 stuiter lukt mag er nog één keer geschoten worden van de plek waar de bal gepakt is. Maak er een wedstrijdje van, wie er als eerste een bepaald aantal punten heeft. Hierdoor worden spelers vanzelf gemotiveerd om de bal na maximaal 1 stuiter te pakken, want waarschijnlijk is dit tweede schot van dichter bij de korf.

Partijvormen voor Rebound Training

Ten opzichte van de oefenvormen zijn de oefeningen in deze categorie allemaal partijvormen. Kies voor deze oefeningen als je zo veel mogelijk wedstrijd-echt wil oefenen en voor de oefenvormen als je simpelweg zo veel mogelijk wil oefenen. De aanval heeft 3 levens en iedere keer dat de verdedigers een schot afvangen gaat er een leven af. Hoeveel punten kan de aanval verzamelen voor de levens op zijn?

Lees ook: Hoeveel calorieën verbrand je met korfbal?

Variaties op Oefeningen

Dezelfde oefening kan ook op 2 palen die 5-6 meter uit elkaar staan. Na een doelpunt of onderschepping krijgt de aanval de bal weer terug. Om het rebounden actief te kunnen oefenen is het belangrijk dat er veel geschoten wordt. Speel 2 tegen 2, of eventueel 3 tegen 3. Het scoren van een doelpunt levert 1 punt op. Het is enkel een reboundoefening als er voldoende geschoten wordt. Is dat niet het geval, overweeg dan als trainer mee te spelen in de aanval of om met een 'kameleon' te spelen. Deze oefening richt zich op het in beweging komen bij een schot, wat gestimuleerd wordt door de extra opdracht (het pakken van een lintje). Er zijn 3 aanvallers en 3 verdedigers. Iedere actie is een punt waard, dus met 1 bal en 2 lintjes kunnen er in totaal drie punten verdiend worden. Voorbeeld: Een aanvaller schiet en een andere aanvaller vangt de bal af. Echter pakken twee verdedigers ieder een lintje.

Tactische Oefeningen voor de Rebound

Naast individuele vaardigheden is het belangrijk om tactisch inzicht te ontwikkelen. Hier zijn enkele oefeningen die de tactische vaardigheden verbeteren:

3 tegen 3 met een Vrije Assist-speler

Deze oefening, uitgevoerd in de korfzone met een altijd vrije assist-speler, focust op het voorkomen van schoten. De focus ligt in deze oefening op het voorkomen van schieten. Per oefening 1 focuspunt kiezen. Hoewel de focus op verdediging ligt, kan deze oefening ook worden ingezet met een focus op aanvallende acties.

Dynamisch Aanvalsspel en Verdediging

Om tot een dynamisch aanvalsspel te komen, is het belangrijk om te kijken naar de opbouw van 4-0, continue beweging, diagonalen lopen, naar 4-1, 4-2, 4-3 en 4-4 met diagonale passes, over de rug wegtrekken, lopende rebounds en het benutten van de tweede kans. Corrigeer op positie, richting, snelheid en timing.

Externe Focus en Reactie

Trainer geeft commando’s. Zet de spelers dichter bij elkaar. De middelste is de aanvaller, de buitenste spelers zijn de verdedigers. Vind de opening. Door te werken met externe focus en reactie, waarbij de trainer commando's geeft, leren spelers snel te reageren en de juiste beslissingen te nemen in verdedigende situaties.

Het Aanleren van de Juiste Verdedigende Houding

Het aanleren van de juiste verdedigende houding is essentieel. Een goede verdedigende houding stelt spelers in staat om snel te reageren en de tegenstander effectief te hinderen.

Training Oefeningen Database

Voor de ontwikkeling van jeugdleden is het belangrijk dat zij een goede training krijgen. Om alle trainers van goede oefeningen te voorzien is een database opgezet. Hier kun je als trainer gemakkelijk per leeftijdscategorie en per vaardigheid oefeningen vinden om zelf een training samen te stellen. Spelers de acht korfbalacties goed leren uitvoeren. Stem je oefeningen ook af met onze ‘rode draad‘ om te zorgen dat je spelers per leeftijdscategorie aanreikt waar ze aan toe zijn.

Samenspel en Verdediging

Bij korfbal gaat het om scoren, want door het maken van meer doelpunten dan de tegenstander wordt een wedstrijd gewonnen. Omdat een speler niet mag lopen met de bal in de hand of dribbelen met de bal, moet hij samenspelen om in de buurt van de korf te komen. Bovendien is er de regel dat een speler niet mag schieten als hij verdedigd wordt. Een speler moet vrijlopen en de bal krijgen om te kunnen schieten. Samenspel is dus noodzakelijk.

Leeftijdsgerichte Training

De juiste techniek aanleren is erg belangrijk, zeker bij de jeugd. Hieronder een overzicht van de aandachtspunten per leeftijdscategorie:

  • Basisvaardigheden: De juiste techniek aanleren is op deze leeftijd erg belangrijk. Doe veel spelenderwijs.
  • Verdere ontwikkeling: Juiste techniek aanleren is ook op deze leeftijd erg belangrijk. Blijf positief corrigeren. Leer snel over te gooien, ook over grotere afstanden. Leer op een juiste manier verdedigen.
  • Tweevakskorfbal: Vanaf deze leeftijd wordt gestart met tweevakskorfbal. Zorg dat het spel dynamisch blijft: snel richting de korf spelen en gaan aanvallen. Verdedigen verder leren, waarbij pressieverdedigen en ballijnverdedigen aan de orde moeten komen.
  • Tactiek en Sfeer: Belangrijk om uitdaging te blijven bieden op deze leeftijd. Kinderen zijn in staat zelf na te denken over de eigen ontwikkeling. Techniek blijven corrigeren indien nodig. Leer schot uit beweging, links en rechts. Ook veel aandacht voor gooien en vangen uit beweging, links en rechts. Aandacht voor tactisch aanvalsspel. Leer de verschillende systemen, zoals 3-1 en 2-2. Sfeer is heel belangrijk! Besteed hier aandacht aan, bijv.
  • Finetunen: Basistechnieken zijn aanwezig, nu verder finetunen, waarbij focus ligt op het uit beweging schieten, gooien en vangen en de doorloopbal. Balbehandeling en behendigheid moet omhoog.

De Doorloopbal Verdedigen

Er zijn verschillende manieren om tot scoren te komen bij korfbal. Eén van de bekendste is de doorloopbal. Bij deze variant loopt de speler zijn/haar directe verdediger voorbij en krijgt de bal aangespeeld van een medespeler, deze staat meestal in de buurt van de korf en gooit de bal onderhands in de loop van de loper.

Methodische Opbouw van de Doorloopbal

  • Fase 1: Elke speler heeft een eigen bal en staan achter elkaar ongeveer zes meter voor de korf. De eerst volgende in de rij mag aankomen lopen en een strafworp nemen.
  • Fase 2: Zelfde opstelling als bij fase 1 alleen hierbij heeft de aangever de bal op een hand liggen.
  • Fase 3: Zelfde opstelling als bij stap 1, maar dan gooit de aangever de bal een beetje omhoog.

Variaties: X-aantal pogingen, hoeveel raak? Zelfde als oefening 1, maar met 3e speler. De 3e staat op 4 meter afstand van de loper.

Doorloopbal met Weerstand

Een aangever staat bij de korf. Op 6 meter afstand staan twee spelers naast elkaar. De één is aanvaller, de ander is verdediger. De aanvaller start voor de doorloopbal, maar ondertussen probeert de verdediger te verdedigen. De aanvaller moet proberen om gelijk na de start de looplijn van de verdediger af te snijden. Dit betekent dat wanneer de loper links van de verdediger begint, de loper de korf aan de linkerkant passeert. De loper kruist dus de looplijn van de tegenstander.

Oefening met Twee Korven

Er staan twee korven op een kleine afstand naast elkaar, maar niet tegen elkaar. De aanvaller loopt voor de korven op en neer met een verdediger. De aanvaller mag zelf beslissen wanneer hij/zij de doorloopbal wilt inzetten. Er mag zelf gekozen worden in welke korf er gescoord wordt.

Passeren van de Verdediger en Kruisen van de Looplijn

Er is een aanvaller, verdediger en een aangever die onder de korf staat. De verdediger loopt kort op de aanvaller. De aanvaller moet proberen om de verdediger te passeren en moet de looplijn van de verdediger kruisen.

Aandachtspunten voor de Doorloopbal

  • Hand-oog coördinatie van kinderen is vaak nog niet helemaal ontwikkeld. Geef aan dat de bal maar een klein stukje omhoog gegooid hoeft te worden.
  • De aangever hoeft de bal maar op buikhoogte aan te gooien. Wees hier alert en consequent in. Te hoog of te laag kan tot balverlies leiden.
  • Verwacht niet dat het na 2 maanden trainen het al goed lukt in de wedstrijd.
  • Zijn er grote verschillen in je groep? Zet de kinderen per niveau bij elkaar.

Beweging en Vrijspelen

Deze categorie gaat over het zo bewegen als aanvaller dat je de bal kunt ontvangen en vaak ook zo dat je vervolgens kan schieten. Spelers moeten de basis onder de knie hebben voor het zinvol is om dit gericht te oefenen.

Oefeningen voor Beweging en Vrijspelen

  • Een aanvaller en een verdediger bij een paal. Coach spelers op snelheidswisselingen en het wisselen van richting.
  • Er staan 3 palen in een driehoek met onder iedere paal een aangever met bal. De aanvaller krijgt 30 seconden om zoveel mogelijk doelpunten te scoren. Met deze oefening motiveer je spelers om te willen schieten.

Schieten Onder Druk

Speel 2 tegen 2 of 3 tegen 3 op 1 korf. Iedere aanvaller krijgt de opdracht om minstens 1 van de 3 keer dat hij de bal krijgt te schieten. Als startpunt houd iedere speler dit zelf bij en hangen er geen consequenties of beloningen aan het wel/niet lukken daarvan. Sta verdedigd schieten toe om het makkelijker te maken.

Overzicht en Samenwerking

Beide teams hebben er baat bij om zo goed mogelijk het overzicht te houden. Waar is een vrije hoepel? Welke hoepel moet er verdedigd worden? De opdracht voor de aanvallers is om over te spelen richting een hoepel. Het verdedigende team kan dit op een aantal manieren voorkomen. Allereerst, net zoals in een normale korfbalwedstrijd, door het gooien moeilijk te maken met de armen en door de bal te onderscheppen. Daarnaast, als een verdediger met 1 voet in de hoepel staat kan de aanval daar geen punt meer scoren. Als het voor de aanvallers te lastig is kan er gespeeld worden met een extra speler die altijd bij de aanval hoort (overtal).

Positiespel en Verdediging

In de aanval wil je graag dat spelers soepel rondspelen, links of rechts aansluiten en niet kris kras door elkaar heen lopen. Er staan drie spelers bij een dopje, waarvan 1 met een bal. De opdracht is om naar elkaar over te gooien, met de extra regel dat je alleen de bal mag krijgen als je bij een dopje staat. De verdediger sluit af en toe een kant af. Geef spelers meer opties door ook dicht bij de korf dopjes neer te leggen. Als het goed loopt wordt de trainer vervangen door twee spelers. Dit zijn nu de verdedigers. De oefening blijft exact gelijk, behalve dat de aanvallers nu ook mogen schieten als ze vrij staan.

Waarnemen en Reageren

Het doel van deze wedstrijd is om voor de spelers situaties te creëren waarin ze snel moeten waarnemen en reageren. Na de instructie tot balwissel van de trainer moeten de spelers kijken waar de bal is en vervolgens de beste actie bepalen, zoals zelf de bal pakken, vrijlopen richting 1 van de korven of gaan verdedigen.

Snelheid en Reactie

Er staan 3 palen in een driehoek. Aan iedere zijde van de driehoek, op enige (en veilige) afstand, ligt een hoepel met daarin een bal. Speel bij voorkeur 3 tegen 3. Het team dat de bal uitneemt is de aanval en mag overal scoren. De trainer roept af en toe de naam van 1 van de ballen die in de hoepels ligt. Dat wordt dan de nieuwe wedstrijdbal. De wedstrijd stopt niet, de speler die het snelst naar de bal toe rent mag met zijn team gelijk beginnen met aanvallen.

Team Dynamiek

In een wedstrijd moeten spelers continue waarnemen en reageren. Maak 2 teams van 4 spelers. Het is belangrijk dat ieder team uit 2 jongens en 2 meisjes bestaat. Speel 4 tegen 4 op 1 paal. Als de trainer op een fluitje blaast wordt er niet meer lintjes tegen de niet-lintjes gespeeld, maar veranderd de wedstrijd in jongens tegen de meisjes.

Het Belang van het Afstandsschot

Spelers die geen afstandsschot kunnen scoren, komen niet mee in de top van het korfbal. Vanwege het gebrek aan scorend vermogen dragen deze spelers onvoldoende bij aan het doel van korfbal: winnen. Hoe beter de aanvaller van grote afstand kan scoren, hoe meer dit de verdediger dwingt strikt 1-op-1 te verdedigen (om scoringskansen te voorkomen, schoten te blokkeren of op zijn minst te hinderen). 1-op-1 verdediging geeft aanvallers mogelijkheden om de assistpositie dichtbij de korf in te nemen. Het scoren van een (afstands)schot is per slot van rekening een individuele actie, waar het voltooien van de teamtaak ‘kansen creëren’ aan vooraf gaat. Nauwkeurige communicatie tussen teamgenoten is nodig om tot een kans te komen.

De Handelingstheorie

Met behulp van de handelingstheorie:

  • Waarnemen: de speler leest de tegenstander, de ruimte en de tijd om te schieten.
  • Communiceren: de schutter wisselt (on)bewust informatie uit met zijn omgeving (tegenstanders, medespelers).
  • Beslissen: de speler beslist eerst wat hij gaat doen. De speler maakt bijvoorbeeld de keuze om te schieten. Vervolgens beslist de speler hoe hij het gaat doen. Denk aan: positie van het lichaam ten opzichte van de bal, moment van schieten, richting van de bal (o.a.
  • Uitvoeren van de beslissing: het meest zichtbare deel van de schotactie, waar vaak aan wordt gerefereerd als ‘techniek’.

Prestatieanalyse

Prestatieanalyse is een multidisciplinair proces en vergt interdisciplinaire inspanning.

  • Psychologie: kennis over de processen die zich in de hersenen van de speler afspelen.
  • Biomechanica: kennis over hoe het lichaam beweegt en waarom dat gebeurt.
  • Statistiek: kennis over (de interpretatie van) data, en dat om kunnen zetten in waardevolle informatie.

Omgaan met Druk

Niet alle spelers kunnen omgaan met de druk om te presteren op de momenten waar het er écht om gaat. De coach heeft de uitdaging om deze situatie trainbaar te maken zodat de speler prestatiegedrag kan ontwikkelen. Middels externe stressoren probeert hij het brein te prikkelen, waardoor de speler zich voortaan comfortabeler gaat voelen in dergelijke situaties.

Mental Framework

Het hebben van een zogenoemd mental framework helpt om gedachten en emoties te reguleren. Een mental framework bestaat simpelweg uit positieve gedachten die de speler zichzelf inprent, om zo betere beslissingen te blijven maken in lastige, onverwachte of teleurstellende situaties.

Terug Naar de Basis

De manier om vervolgens weer op gewenst niveau te komen, is teruggaan naar de basis. Dat betekent: bewust de balans, richting en algehele coördinatie van het korfbalschot trainen.

Biomechanica van het Schot

Als een speler schiet, interacteren motorische, sensorische en cognitieve processen met elkaar. Een biomechanische analyse van de korfbalactie schieten helpt om het uitvoeringsstadium van het schot beter te begrijpen (én waarderen). Een afstandsschot is een complexe handeling. Een goede positie (balans), timing (o.a. bewegingsvolgorde), richting en snelheid (versnelling) van alle onderdelen van het lichaam zijn essentieel om een goed schot af te leveren.

Somkracht-Principe

Het combineren van alle spieren samen stelt Snel in staat om van verder te schieten. Hoe meer lichaamsdelen een speler bij zijn schot betrekt, hoe beter hij in staat is de bal van grote afstand de juiste hoogte en snelheid mee te geven. Een speler die snapt hoe hij het somkracht-principe kan toepassen in het afstandsschot, zal succesvoller zijn dan een speler die dit niet snapt.

Balans en Lichaamszwaartepunt

Bij het richten van de bal in de korf zijn balans en het lichaamszwaartepunt erg belangrijk. Een schutter kan de positie van het zwaartepunt bij het lanceren van een afstandsschot beïnvloeden. Hij doet dat door kracht uit te oefenen bij de achterwaartse stap voor het schot.

Statistiek in Korfbal

Statistiek zorgt voor objectieve data, die vaak gelijk rijp is voor evaluatie. Het helpt op verschillende manieren om spelers te informeren en standpunten te onderbouwen.

Voorbeeldtraining voor de C-Jeugd

Iedere week opnieuw weer een leuke korfbaltraining bedenken kan best een lastige opgave zijn. Daarom helpen we je op Korfbalinfo.nl aan inspiratie. Onder korfbaltrainingen vind je verschillende artikelen die je wellicht kunnen helpen. Hieronder een voorbeeldtraining voor de C-jeugd.

Warming-up

Een goede warming-up is altijd belangrijk, ook bij de C-jeugd. Allereest worden de spieren opgewarmd door een loopoefening. Alle spelers starten op één lijn. Vanaf daar rennen ze op hun eigen tempo naar de overkant. Tussendoor krijgen ze commando’s die je als trainer roept.

  • Burpee: Hierbij springt de speler omhoog en gaat vervolgens vlak op de grond liggen. Vanaf hier duwt hij/zij zichzelf weer omhoog.
  • Squat-jump: De speler gaat door de knieën alsof hij/zij op een stoel wil gaan zitten. De benen komen ongeveer in een hoek van 90 graden waarbij de knieën niet over de tenen mogen komen en de rug recht blijft. Vanaf hier springt de speler met gestrekte benen en armen weer omhoog.
  • Sterretje: Hierbij springt de speler omhoog waarbij de armen en benen zo ver mogelijk worden gestrekt.
  • Springen: De speler springt zo hoog mogelijk met opgetrokken knieën de lucht in.
  • Sprintje.

Schieten op Afstand

Verdeel het team over de palen zodat er bij iedere paal 2 personen staan; één speler staat op 3-4 meter van de korf en de andere met de bal onder de korf. Op de 3-4 meter van de korf staan 2 pionnen waartussen de speler zich gaat bewegen. 60 seconden lang gaat de speler op afstand schieten. Dit hoeft niet bij de pionnen te zijn. Wanneer de speler onder de korf de bal vangt mag deze direct gespeeld worden naar de schutter.

Doorloopballen Oefenen

Begin dit onderdeel met het laten nemen van standaard doorloopballen. Plaats 3 C-spelers per korf.

  • Doorloopbal vroeg aanspelen: Hierbij wordt de bal vanaf zo’n 3,5 meter aangespeeld. Belangrijk hierbij is dus de speler die de bal krijgt in de sprong naar voren gaat om dat afstand tot de korf zo klein mogelijk te maken.
  • Doorloopbal laat aanspelen: Hierbij krijgt de speler de bal juist laat, ongeveer op zo’n 2 meter.

Pionnenroof

Omdat de vorige en de volgende oefening wat mentale inspanning vragen, plaatsen we er een dynamische oefening tussendoor voor de C-jeugd: de pionnenroof. Maak tweetallen per korf en plaats in het midden zo’n 12 pionnen. Per korf blijft één speler steeds aan het schieten. Wanneer de pionnen in het midden op zijn mogen ze gestolen worden bij een andere korf. Degene die na 5 minuten de meeste pionnen heeft, is de winnaar.

tags: #korfbal #rebound #oefeningen #uitleg