De Koninklijke Luchtvaart Maatschappij (KLM), opgericht in 1919, staat bekend om haar pioniersrol in de luchtvaart. Minder bekend is wellicht de connectie met de ijshockeywereld, die in de jaren '70 en '80 op een unieke manier tot stand kwam. Dit artikel duikt in de geschiedenis van de KLM, de opkomst van het Sovjet-ijshockeyteam en de onverwachte ontmoetingen die plaatsvonden op Nederlandse bodem.
De Opkomst van de KLM: Van Leren Jassen tot Luxe Maaltijden
In 1920, een jaar na de oprichting, begon de KLM met haar eerste lijndienst naar Londen. Passagiers zaten in open vliegtuigen, uitgerust met leren jassen, veiligheidsbrillen en warme kruiken, en trotseerden ijs en wind om in ongeveer vier uur hun bestemming te bereiken. De techniek en de maatschappij ontwikkelden zich snel. In 1929 werd de eerste lijnvlucht naar Batavia (Jakarta) geopend, waardoor de reistijd van een maand per schip werd teruggebracht tot vijf dagen.
In de beginjaren werden maaltijden niet aan boord geserveerd, maar tijdens tussenstops. Passagiers overnachtten in hotels die bij de prijs waren inbegrepen. In 1936 schafte de KLM haar eerste DC-3 aan, een toestel dat het comfort aanzienlijk verbeterde. Stewards werden geïntroduceerd en een deel van de maaltijden werd aan boord geserveerd, bestaande uit brood, kaas, worst en thermoskannen met koffie, thee en soep. Na de Tweede Wereldoorlog richtte de KLM zich op het westen en opende in 1946 de route naar New York. In 1948 werden de ‘vliegende koks’ geïntroduceerd, die aan boord de maaltijden bereidden en serveerden.
In de jaren vijftig werd vliegen toegankelijker voor een breder publiek door de introductie van de toeristenklasse (1952) en de economy class (1958). Menukaarten uit die tijd waren met zorg vormgegeven, vaak met werk van Nederlandse kunstenaars. De menukaarten weerspiegelden het Nederlandse karakter van het bedrijf met afbeeldingen van vrouwen in klederdracht, gezichten op Den Haag, molens en sneeuwlandschappen. De menukaarten waren vaak bedoeld als souvenir en gaven inzicht in de routes en tussenlandingen. De luxe aan boord was opmerkelijk, met uitgebreide maaltijden en een ruime keuze aan dranken.
De Sovjet IJshockeymachine: Dominantie en Mystiek
In de ijshockeywereld stond de Sovjet-Unie in de jaren zestig, zeventig en tachtig bekend om haar dominantie. Het team, gecoacht door Anatoly Tarasov, won steevast alle WK's en Olympische Spelen. Tarasov wilde zijn team graag meten met de professionals uit Canada en stelde een serie voor tegen Team Canada, een team bestaande uit NHL-profs. Deze zogenaamde Summit Series vond plaats in het najaar van 1972.
Lees ook: Voetbalverenigingen en alcoholbeleid
De serie begon verrassend toen het Russische collectief de Canadese individualisten met 7-3 versloeg. De Canadezen pasten hun strategie aan en speelden hard, waardoor ze de gedisciplineerde Russen uit hun spel kregen. Hoewel Canada de serie won, maakte het kennis met de talenten van de Sovjet-Unie. In 1975 probeerden de Philadelphia Flyers Viktor Khatulev te contracteren, maar de regering stond dit niet toe. Pas in 1989 kwam Sergei Pryakhin als eerste Sovjet-speler naar de NHL.
Viacheslav (Slava) Fetisov, een bekende naam in het Sovjet-ijshockey, diende een verzoek in om naar de NHL te mogen vertrekken. Na de komst van Gorbatsjov en de openheid van het IJzeren Gordijn, kreeg Fetisov toestemming om samen met zeven landgenoten in de NHL te spelen. Fetisov debuteerde in 1989-1990 bij de New Jersey Devils en werd later geruild naar de Detroit Red Wings, waarmee hij in 1997 en 1998 de Stanley Cup won. Samen met Vladimir Krutov en Sergei Makarov vormde Igor Larionov de legendarische KLM-lijn.
Na Fetisov volgden meer Sovjet-spelers de stap naar de NHL, waaronder Alexander Mogilny en Sergei Fedorov. Deze spelers veranderden het gezicht van de NHL en lieten zien dat de Sovjet-ijshockeyers tot de besten ter wereld behoorden.
Ontmoetingen in de Polder: KLM, IJshockeylegendes en Nederlandse Gastvrijheid
Tussen 1978 en 1982 kwam het Sovjet-ijshockeyteam drie keer naar Nederland voor een oefenstage van twee weken. Deze stages waren uniek omdat Nederland, ondanks dat het een klein ijshockeyland was, de kans kreeg om tegen de wereldkampioen te spelen. De Nederlandse spelers kenden de Sovjets vooral van televisie en beschouwden het als een eer om tegen hen te spelen.
Een bijzondere gebeurtenis vond plaats in 1978, toen de bus van het Sovjet-team na een interland in Groningen strandde in de Flevopolder. In de ijskoude nacht wisselden de Nederlandse en Sovjet-spelers verhalen en biertjes uit. Ron Berteling, een recordinternational, besefte later hoe uniek deze ontmoeting was. Henk Hille herinnerde zich dat de Sovjet-spelers geen robots waren, maar jonge jongens met dezelfde dromen als de Nederlandse spelers.
Lees ook: Bekerfinale Den Haag - Heerenveen
Nederland was een ideale sparringpartner voor de Sovjets vanwege de Canadese speelstijl van de Nederlandse spelers. De Sovjets konden om politieke redenen moeilijk naar Canada reizen, en in Nederland waren ze niet bang voor blessures. De wedstrijden waren demonstratiepartijen waarbij het publiek genoot van de Russische ijsshows. Cyril Speijer, destijds verantwoordelijk voor sponsoring en pr bij de bond, begeleidde het team tijdens hun bezoeken aan Nederland.
De Sovjet-coaches stonden bekend om hun strenge discipline. Na de wedstrijden lieten ze de spelers soms anderhalf uur doortrainen. De spelers hadden een voorliefde voor luxe Westerse goederen en probeerden deze op Schiphol te bemachtigen. Ondanks de Koude Oorlog was er weinig beveiliging en konden de spelers in groepjes de straat op.
Lees ook: Alles over ijshockeyschaatsen maat 39 voor dames
tags: #klm #lijn #ijshockey #geschiedenis