Een goed jeugdbeleidsplan is essentieel voor elke voetbalvereniging die de ontwikkeling van haar jeugdspelers serieus neemt. Dit artikel biedt voorbeelden en richtlijnen voor het opstellen van een jeugdbeleidsplan, met specifieke aandacht voor de context van vv Hoeven. Het doel is om een leidraad te bieden voor het jeugdkader, zodat zij op bestuurlijk en begeleidend niveau het jeugdvoetbal optimaal kunnen organiseren.
Inleiding: Waarom een Jeugdbeleidsplan?
Spelplezier voor de jeugd is cruciaal en hangt sterk samen met de organisatie rondom trainingen en wedstrijden, evenals de omgang met de kinderen. Een prettige sfeer, goede voorzieningen en behulpzame mensen zijn belangrijk, maar ook de mogelijkheid voor kinderen om zich goed te ontwikkelen. Kinderen willen van nature leren, wat voldoening en plezier geeft. Om dit te bereiken, is een goede organisatie van het jeugdvoetbal noodzakelijk. Zonder een plan kan de situatie ontstaan dat "iedereen maar wat doet", wat de optimale ontwikkeling belemmert. Daarom is een jeugdvoetbalbeleidsplan van groot belang.
Bij vv Hoeven draait alles om vrijwilligers. De club streeft naar duidelijkheid op alle fronten, zodat ouders, jeugdleden, leiders, trainers en andere vrijwilligers weten waar ze aan toe zijn. De club wil ieder jeugdlid een zo goed mogelijke opleiding geven, waarbij beleid belangrijk is, maar vrijwilligers om dit beleid uit te voeren nog meer. Nieuwe vrijwilligers zijn altijd welkom. vv Hoeven waardeert haar jeugd én haar vrijwilligers.
1. Missie, Visie en Doelen: De Basis van het Jeugdbeleidsplan
De eerste stap bij het opstellen van een jeugdbeleidsplan is het definiëren van de missie, visie en doelen van de vereniging en de jeugdopleiding. Dit bepaalt waar de vereniging voor staat en wat ze wil bereiken. Verenigingen hanteren verschillende benaderingen ten opzichte van jeugdvoetballers. Sommige focussen op getalenteerde spelers en doorstroming naar het eerste elftal, terwijl andere de sportieve ontplooiing van alle jeugdspelers centraal stellen, ongeacht leeftijd, geslacht, motivatie en spelniveau. De belangrijkste vragen die een vereniging moet stellen zijn: wie willen we zijn en wat willen we bereiken? Hoe gaan we met elkaar om binnen de vereniging? Door eerst de richting te bepalen, kan een vereniging de zaken op en rond het veld goed organiseren. In het verlengde van de missie en visie worden ook de kernwaarden en doelstellingen vastgesteld.
2.1 Missie: Een bondige omschrijving van de bestaansreden van de jeugdafdeling. Wat wil de jeugdafdeling bereiken?
Lees ook: Passie en Kritiek NAC Breda Ultras
2.2 Visie: Een beschrijving van de gewenste toekomst van de jeugdafdeling. Hoe ziet de jeugdafdeling er idealiter uit over een aantal jaar?
2.3 Doelen: Concrete en meetbare doelstellingen die de vereniging wil bereiken met de jeugdafdeling. Deze doelen moeten SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden) geformuleerd zijn. Voorbeelden van doelen kunnen zijn:
- Het verhogen van het aantal jeugdleden.
- Het verbeteren van de kwaliteit van de trainingen.
- Het vergroten van de doorstroming van jeugdspelers naar de senioren.
- Het creëren van een positieve en stimulerende omgeving voor alle jeugdspelers.
2.4 Voorwaarden: Welke randvoorwaarden zijn nodig om de doelen te bereiken? Denk hierbij aan voldoende trainers, materialen, velden en financiële middelen.
Voor vv Hoeven betekent dit concreet dat men een gezellige vereniging wil zijn waar iedereen zich welkom voelt en met plezier voetbalt. Daarnaast wil men verzorgd voetbal spelen, waar mogelijk de voetballende oplossing zoekend, met lef en een gezonde dosis passie en strijd. Binnen de jeugd is de persoonlijke ontwikkeling van een speler het belangrijkste, waarbij teamprestatie ondergeschikt is. Een goede, transparante organisatie met goede interne en externe communicatie en duidelijke structuren en processen is essentieel. De participatie van de leden dient behouden te blijven. Op lange termijn wil men een continue kwalitatieve en kwantitatieve doorstroming van jeugdspelers naar de senioren elftallen realiseren, middels een technisch jeugd voetbal plan om eigen spelers op te leiden voor de selectie.
2. Organisatie: Structuur en Verantwoordelijkheden
Zodra de missie, visie en doelen zijn vastgesteld, is het belangrijk om de organisatie van de jeugdafdeling in kaart te brengen. Dit omvat de structuur van de organisatie, de verantwoordelijkheden van de verschillende functionarissen en de communicatielijnen. Het is belangrijk om vast te leggen hoe de vereniging eruit ziet, hoe de financiële zaken geregeld worden en hoe de zaken rondom de accommodatie en materialen georganiseerd worden.
Lees ook: Kleding en benodigdheden Uganda
3.1 Organigram: Een visuele weergave van de organisatiestructuur van de jeugdafdeling. Hierin worden de verschillende functies en verantwoordelijkheden weergegeven, evenals de onderlinge relaties.
- Hoofdbestuur: Eindverantwoordelijk voor het jeugdbeleid.
- Jeugd Voetbal Technische Commissie (JVTK): Verantwoordelijk voor de technische invulling van het jeugdbeleid. De JVTK vergadert bij voorkeur 1x per maand, met minimaal 1 afgevaardigde uit ieder onderdeel van de commissie.
- Coördinatoren: Bewaken de uitgangspunten van het Voetbal Technisch Beleid (VTB) en zijn het directe aanspreekpunt voor de hoofdtrainers per leeftijdscategorie.
- Trainers: Verantwoordelijk voor de training en coaching van de jeugdteams.
- Leiders: Ondersteunen de trainers en zijn het aanspreekpunt voor de ouders.
- Aanspreekpunt op technisch gebied: Bij de recreatieve teams is de hoofdtrainer van het standaardteam van dezelfde leeftijdsgroep het aanspreekpunt op technisch gebied.
Taken en verantwoordelijkheden van de JVTK:
- Vaststellen samenstelling selectieteams en technische staf selectieteams (mei).
- Invulling recreatieve teams (mei/juni).
- Alle zaken van wat er op technisch gebied in de jeugdafdeling afspeelt.
- Signaleren van incidenten, alert zijn op uiteenlopende ontwikkelingen binnen de club, betrokkenheid tonen, luisteren naar en reageren op wensen.
Op organisatorisch vlak dienen alle voetbalactiviteiten soepel te verlopen.
3. Voetbaltechnisch Plan: De Inhoud van het Voetballen
Het voetbaltechnisch plan (VTB) beschrijft de manier waarop de jeugdopleiding van de vereniging vormgegeven wordt. Het beschrijft de visie op jeugdvoetbal, de gekozen speelwijze en hoe de jeugd leert voetballen. Dit wordt vertaald naar de praktijk: hoe ziet de training eruit, hoe worden wedstrijden benaderd, hoe is de begeleiding van jeugdspelers en hun ouders? Het is essentieel dat alle trainers en leiders op de hoogte zijn van het VTB en dat zij dit consistent toepassen.
4.1 Algemeen:
- De individuele ontwikkeling van de speler staat centraal. Trainingen zijn gericht op leren. De trainers werken samen.
- Elke wedstrijd wordt op winst gespeeld, maar de ontwikkeling van de individuele speler met betrekking tot de vooruitgang van voetbaltechnische en -tactische kwaliteiten staat voorop.
- Het niveauverschil tussen de 1e en 2e teams in iedere leeftijdscategorie dient zo klein mogelijk te zijn.
- Aan het eind van de opleiding is het wenselijk dat jaarlijks de 2e jaars spelers van JO19-1 doorstromen naar de selectie.
- In overleg met de betreffende speler en de staf van de selectie kan een speler op recreatief niveau gaan spelen.
- Spelers van JO19-2 dienen behouden te blijven voor de club op recreatief niveau.
4.2 Training en Coaching:
- 4.2.1 Teamfuncties en teamtaken: Voetballen is een spel waarbij spelers keuzes dienen te (leren) maken, met een bepaalde vrijheid en creativiteit. Het gaat erom meer doelpunten te maken dan de tegenpartij: winnen van de wedstrijd. Om dit voor elkaar te krijgen moet een team aanvallen, verdedigen en omschakelen. Teamfuncties worden onderverdeeld in teamtaken. Binnen de gekozen teamorganisatie zullen de teamfuncties en teamtaken, aan de hand van vaste spelprincipes vorm krijgen.
- 4.2.2 Trainen in relatie tot de wedstrijd: Het (beter) leren voetballen van (jeugd)spelers gebeurt dicht bij het voetballen zelf en sluit aan bij de teamfuncties in een wedstrijd: aanvallen, verdedigen en omschakelen. Oefeningen in het passen, dribbelen, passeren, schieten, het maken van schijnbewegingen, de bal afpakken, enz. moeten bij herhaling en in wisselende spelsituaties (waarin de relatie naar de echte wedstrijd kan worden gelegd) worden uitgevoerd.
- 4.2.3 Leerbaarheid vergroten: De leerbaarheid van het spel wordt vergroot door het voetbal (organisatie en regels) voor jonge spelers te vereenvoudigen en overzichtelijker te maken: 2 tegen 2, 4 tegen 4, 6 tegen 6 en 8 tegen 8 in plaats van 11 tegen 11. De weerstanden die een speler tegenkomt in de echte wedstrijd zijn ook aanwezig in de vereenvoudigde spelsituaties, maar dan in aangepaste vorm. Bijvoorbeeld door minder (tegen)spelers en meer ruimte is er meer tijd om een bal aan te nemen en door te passen. De tekortkomingen die daarin zijn te zien, krijgen op de training aandacht in aanwijzingen en verdere vereenvoudigingen van het spel. Het gevolg is kleinere velden en doelen en het vereenvoudigen van de regels. Hoe jonger de spelers zijn, hoe groter uiteraard de verschillen met het voetbal voor volwassenen.
- 4.2.4 Zes succesfactoren en vier inzichten op trainerschap: Trainers en coaches hebben een moeilijk te overschatten invloed op de ontwikkeling van jonge voetballers. Goede trainers zijn altijd op zoek naar manieren en inzichten om hun trainingen zo goed mogelijk (vorm) te geven. Ze willen betere trainers worden en jonge voetballers iets leren. Voetbal is bij uitstek een plek waar geleerd wordt en de sport draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen. Voor een optimale ontwikkeling is het belangrijk dat trainers zich bewust zijn van bovenstaande succesfactoren en dit in hun eigen gedrag tot uiting laten komen. Door middel van 4 inzichten wordt geprobeerd aanknopingspunten te formuleren die trainers direct op het veld kunnen toepassen. Zo kunnen ook trainers bepalen, hoe ze iets doen en op welke onderdelen ze zichzelf kunnen ontwikkelen om (nog) betere trainers te worden. Zo kunnen zij een grotere bijdrage leveren aan de ontwikkeling van sporters, zowel op sportief als persoonlijk vlak.
Zes Succesfactoren:
- Structureren: Zorg ervoor als trainer dat je uitspreekt wat je van de voetballers verwacht door duidelijke afspraken te maken. Als deze afspraken niet worden nagekomen, dan ook elkaar erop aanspreken. Structureren geeft dus duidelijkheid over wat we van elkaar mogen en kunnen verwachten, de structuur biedt hiertoe de kaders. Hierbij gaat het om zowel het structureren van oefenvormen en de opbouw van de training als om de onderlinge omgang met elkaar.
- Enthousiasmeren: Enthousiasmeren, stimuleren, complimenteren en de nadruk leggen op wat goed gaat. Plezier hebben en leren gaan hand in hand.
- Stimuleren: Stimuleren betekent positief aanmoedigen van sporters en het geven van oprechte complimenten, welke betrekking hebben op persoonlijke vooruitgang of progressie van het team en niet zozeer op het eindresultaat. Een compliment is een bekrachtiging of bevestiging, zodat de voetballer zich meer bewust is wanneer een actie goed is uitgevoerd.
- Individuele aandacht: Oog voor individuele kwaliteiten en verschillen maakt de kans het grootst dat iedereen zich thuis voelt binnen het team/ de vereniging. Iedere speler leert op verschillende manieren. Aanwijzingen dienen dan ook niet alleen betrekking te hebben op het team maar ook op het individu.
- Uitdaging: Er zijn binnen een groep veel vrijheidsgraden qua vaardigheidsniveau. Als de uitdaging en wat iemand goed kan op elkaar zijn afgestemd, dan wordt hierbinnen en op de grens het meeste aangeleerd en wordt de meeste progressie geboekt.
- Autonomie: Belangrijk is dat de spelers niet alleen ontvangers zijn van informatie en kennis, maar ook zelf de kans krijgen iets in te brengen. Motivatie en ontwikkeling hebben een omgeving nodig waarbinnen het individu zelf keuzes mag maken, zelf ruimte krijgt en autonome besluiten worden gestimuleerd. Door als trainer bij te dragen aan zo’n omgeving, zullen spelers meer plezier ervaren in de activiteit en zich sneller ontwikkelen.
4.3 Fasen Jeugdopleiding:
- 4.3.1 Fase 1: JO7 t/m JO12: Ieder jeugdelftal bij vv Hoeven heeft de mogelijkheid om 2x per week te trainen. In de onderbouw is het de bedoeling dat wanneer er 2x per week getraind wordt middels een bloktraining, een kwalitatief goed opgezette training voor elke speler (en trainer) binnen de jeugd van vv Hoeven ter verbetering van de individuele ontwikkeling van de speler. Door op kleinere velden en in kleinere teams te spelen komen kinderen vaker aan de bal en gaan ze meer dribbelen, schieten, samenspelen en scoren. Het spelen op een kleiner veld sluit bovendien beter aan op de belevingswereld van deze kinderen.
- 4.3.2 Fase 2: JO13 t/m JO19: Naarmate jeugdspelers zich ontwikkelen komt het ‘ik en de bal’ minder centraal te staan. Naarmate de kinderen ouder worden, wordt winnen belangrijker dan zelf scoren. Daarnaast zijn de oudere spelers steeds meer bezig met positiespel, combineren en hun eigen ontwikkeling als voetballer. Vanaf de JO13 wordt 11 tegen 11 in de wedstrijden gespeeld. Kinderen beheersen hun eigen bewegingen en willen samen met hun teamgenoten wedstrijden winnen. Ze ontwikkelen inzicht in het spel 11 tegen 11, leren omgaan met een groot speelveld, spelregels en het spelen in een opstelling. Vanaf de JO17 wordt toegewerkt naar het spelen van wedstrijden als doel. De afgelopen en de eerstkomende wedstrijd worden belangrijker als uitgangspunt van de training. Spelers moeten leren het rendement van hun taakuitvoering te verbeteren, sneller te handelen en zich te specialiseren in de teamtaken waarin ze het best zijn. De trainingen worden meer wedstrijdgericht, waarbij het team en de spelers individueel zich stap voor stap ontwikkelen in het verbeteren van het aanvallen, verdedigen en omschakelen.
- 4.3.3 Keeperstraining: VV Hoeven investeert in een goede jeugdopleiding voor keepers. VV Hoeven streeft ernaar alle keepers (selectie en recreatief) 1 x per week individuele keeperstraining te laten volgen. De keepers worden leeftijd gericht begeleid, vanaf de basis naar wedstrijdgericht.
4.4 Indelingsbeleid:
- Bij wedstrijden en trainingen bestaan de JO19 en JO17 selectieteams uit, bij voorkeur, 16 spelers en een keeper. Bij de JO15 en JO13 selectieteams uit 14 spelers en een keeper per team. Bij de JO12 en JO11 streven we naar maximaal 10 spelers per team. De JO10, JO9 en JO8 hebben bij voorkeur 9 spelers per team. Bij de JO7 is het streven maximaal 6 spelers per team.
- Bij nieuwe aanmeldingen kan er een wachtlijst in werking treden, indien het maximaal aantal leden of aantal spelers in een team of groepering wordt overschreden.
- Er wordt gestreefd voor de zomervakantie, doch uiterlijk vóór de start van het nieuwe seizoen, de grootte en indeling van de selectie en recreatieve teams bekend te maken met daaraan gekoppeld de trainers en begeleiding.
- Het streven is om ieder team te voorzien van een trainer en een leider.
- De technische verantwoordelijkheid in iedere leeftijdscategorie ligt bij de trainer van het selectieteam.
- De coördinatoren bewaken de uitgangspunten van het VTB en zijn het directe aanspreekpunt voor de hoofdtrainers per leeftijdscategorie. Dit geldt ook voor de trainers van de recreatieve teams.
- Het is mogelijk dat er spelers van de recreatieve teams worden ingezet bij de selectieteams.
- De bedoeling van het selecteren van spelers voor de selectieteams is om spelers in de gelegenheid te stellen zich te ontwikkelen op hun eigen niveau. Betere spelers spelen met en tegen elkaar. Wedstrijden met uitdaging voor alle spelers, zijn wedstrijden op het niveau dat de spelers net aankunnen.
- Jaarlijks is men afhankelijk van de kwantiteit en de kwaliteit van instroom van jeugdleden.
- De selectie teams worden ingedeeld op basis van een indelingsprocedure naar leeftijd en voetbalcapaciteiten.
- Jeugdspelers van selectieteams slaan in principe geen leeftijdscategorie over.
- 4.4.4 Dispensatie en vervroegde doorstroming binnen de selectieteams: Met name bij vervroegde doorstroming is het van belang dat de speler deze overgang sociaal/maatschappelijk aan kan. Aangaande deze uitzonderingen, vindt voorafgaand overleg plaats binnen de Jeugd Voetbal Technische Commissie. Het is van groot belang dat een ieder beseft dat de aanleiding tot een vervroegde overgang de individuele ontwikkeling van de betreffende speler is. Er vindt voorafgaand overleg plaats binnen de Jeugd Voetbal Technische Commissie.
4.5 Overgang van jeugd naar senioren:
- 4.5.1 Doelstellingen: Op lange termijn wil vv Hoeven een continue kwalitatieve en kwantitatieve doorstroming van jeugdspelers van binnen de club naar de senioren elftallen realiseren.
- 4.5.2 Meetrainen JO19-1 spelers bij de selectie: Om de overgang te versoepelen, kunnen spelers van JO19-1 meetrainen met de selectie.
- 4.5.3 Meespelen of invallen van JO19 spelers bij de senioren: Afhankelijk van hun niveau en ontwikkeling, kunnen JO19-spelers meespelen of invallen bij de senioren.
- 4.5.4 Overgang JO19-2 spelers naar de senioren: Spelers van JO19-2 dienen behouden te blijven voor de club op recreatief niveau.
4. Opleiding, Werving en Beoordeling Technisch Kader
De kwaliteit van de jeugdopleiding staat of valt met de kwaliteit van het technisch kader. Het is daarom belangrijk om te investeren in de opleiding van trainers en leiders, en om een helder wervings- en beoordelingsbeleid te hebben.
5.1 Opleiding:
- VV Hoeven dient trainers de mogelijkheid te bieden om relevante opleidingen te volgen, bijvoorbeeld via de KNVB.
- Interne scholing: Het organiseren van interne scholingsavonden of workshops om de kennis en vaardigheden van de trainers te verbeteren.
- Begeleiding: Het bieden van begeleiding aan trainers door ervaren coaches of de technisch coördinator.
5.2 Werving trainers selectieteams:
- Een helder profielschets van de gewenste trainer.
- Een open sollicitatieprocedure.
- Gesprekken met potentiële kandidaten.
5.3 Beoordeling trainers selectieteams:
- Regelmatige evaluatiegesprekken.
- Observaties van trainingen en wedstrijden.
- Feedback van spelers en ouders.
Lees ook: Steun het Nederlands Elftal met stijl
tags: #jeugdbeleidsplan #voetbal #knvb #voorbeelden