Internationaal Toernooi Excelsior: Een Geschiedenis van Arbeidersvoetbal tot Moderne Jeugdopleiding

Excelsior, een club met een rijke historie, is meer dan alleen een voetbalvereniging. Het is een verhaal van arbeidersvoetbal, doorzettingsvermogen en een constante zoektocht naar vernieuwing. Van de eerste stappen op Woudestein tot de moderne jeugdopleiding, Excelsior heeft een unieke plek in het Nederlandse voetbal veroverd.

De Vroege Jaren: Arbeidersvoetbal en de Opkomst van Excelsior

Aan het begin van de 20e eeuw, toen het idee van een gezonde geest in een gezond lichaam populair werd, ontstonden er steeds meer sportverenigingen. Excelsior was één van de eerste arbeidersverenigingen, in een tijd dat voetbal en cricket vooral voor de elite waren. De club sloot zich aan bij de Rotterdamse Voetbal Bond (RVB) en in 1904 kon Excelsior zelfs toetreden tot de Nationale Voetbal Bond.

Het begin was echter niet zonder obstakels. Het veld van Excelsior voldeed niet aan de standaardnormen, en in 1907 moest de club tijdelijk van Woudestein vertrekken omdat er een paardenrenbaan werd aangelegd. De club verhuisde naar het Afrikaanderplein, waar ze een moeilijke periode doormaakten en ternauwernood overleefden.

In het seizoen 1908-1909 werd Excelsior voor het eerst kampioen van de eerste klasse RVB. Het sportpark voldeed aan de norm en dus promoveerde de club naar de landelijke N.V.B. De overstap viel niet mee want vanaf het seizoen 1911/1912 speelt men zes jaren in 3e klasse, tot het einde van de oorlog. Aan het eind van het seizoen 1917/1918 werd Excelsior kampioen. Excelsior kreeg de kans om te promoveren uit de derde klasse, maar de beslissende promotiewedstrijden tegen het Amsterdamse Watergraafsmeer gingen jammerlijk verloren. Dit kwam zo hard aan dat verschillende belangrijke leden de club verlieten. Omdat het aantal beschikbare spelers daardoor dramatisch daalde, had het bestuur serieuze plannen voor een fusie met Neptunus. Nadat dit samengaan door de leden van Neptunus werd goedgekeurd, was het de beurt aan de Excelsior -familie.

Na de Eerste Wereldoorlog ging het beter met de club. Er meldden zich veel nieuwe leden aan en in het seizoen 1919-1920 werd Excelsior opnieuw kampioen. In de jaren erna stootte men via de overgangsklasse West door naar de 1e klasse van de N.V.B. Meteen was er een nieuw probleem, omdat het terrein daar niet geschikt voor was. De wedstrijden werden vervolgens afgewerkt op de velden van clubs als Feyenoord, Sparta en CVV. In 1922 kon Excelsior eindelijk weer een eigen terrein betrekken.

Lees ook: Een terugblik op het Internationaal Toernooi in Den Haag

Sportieve Hoogtepunten en de Zilveren Bal

De Rood-Zwarte formatie wist zich goed te handhaven in de 1e klasse en werd eind periode 1925/1926 gedeeld eerste met stadgenoot Feijenoord. Pas in de laatste wedstrijd van het seizoen valt de beslissing over het kampioenschap. Aan de Kromme Zandweg met 12.000 toeschouwers is de spanning hoorbaar. Ondanks de 1-2 winst van Excelsior is de titel voor Feijenoord op basis van het doelgemiddelde.

Sportief gezien was de periode tot het begin van de jaren dertig zeer succesvol. Op zondag 11 september 1927 won Excelsior de Zilveren Bal na een 5-0 winst op Feyenoord. Een toernooi ter voorbereiding van het nieuwe seizoen waarbij er door tweemaal Stolk en tweemaal Vink en Mansen werd gescoord. Dit was destijds het belangrijkste bekertoernooi van Nederland, ontstaan nadat een aantal Rotterdamse heren het idee hadden opgevat voor een jaarlijks toernooi voor verenigingen uit de eerste en tweede klasse. En in 1930 stonden de Kralingers in de finale van de KNVB-beker, waarin met 1-0 van Feyenoord werd verloren die daarmee revanche namen voor de verpletterende nederlaag een paar jaar terug. Een paar jaar verblijft de selectie in de 2e klasse om in het seizoen 1932/1933 ongeslagen te promoveren. Een periode later 1933/1934 reikt de club in de bekerronde tot de kwartfinale na zich op PSV gerevancheerd heeft voor een eerder bekerverlies. Tegenstander Velocitas is dit jaar erg goed en wint onder aanvoering van het fenomeen Otto Bonsema terecht met 4-2. Dat is geen schande want in de finale zijn de Groningers ook te sterk voor Feijenoord.

Maarten Grobbe: Een Icoon in Oranje

Maarten Grobbe werd geboren op 7 september 1901 in Zwolle en kwam begin jaren twintig in Rotterdam terecht. In het seizoen 1920/1921 stond zijn naam voor het eerst op de ledenlijst van Excelsior en een jaar later - op 10 september 1922 - maakte hij zijn debuut voor het eerste elftal in de uitwedstrijd tegen ZFC (1-2). Tussen 1922 en 1932 zou deze technische voetballer 196 wedstrijden voor het eerste elftal spelen. Eerst als voorhoedespeler waarin hij met schijnbewegingen zijn tegenstanders van de wijs bracht. Maarten Grobbe was erbij in de enige KNVB bekerfinale in 1929/1930 die Excelsior in haar bestaan heeft gespeeld, het werd een 1-0 verlies tegen Feyenoord. Hij was tevens lange tijd aanvoerder van het eerste, en werd verschillende keren voor vertegenwoordigende elftallen uitgenodigd. Grobbe was de eerste speler van Excelsior die met het Nederlands Elftal een interland speelde, hij was niet de eerste die werd geselecteerd door de keuzeheren van de KNVB. Die eer viel namelijk te beurt aan doelman Thijs van den Bergen.

Op 14 juni 1928 maakte Maarten zijn debuut in Oranje in een historische wedstrijd. De oefeninterland tegen Egypte was namelijk de enige ooit waarin van de drie Rotterdamse clubs een speler in de basisopstelling mocht starten. Naast Maarten Grobbe verschenen onder meer Puck van Heel (Feyenoord) en Jaap Weber (Sparta) aan de aftrap. Nederland en Egypte waren allebei al uitgeschakeld bij de Olympische zomerspelen in Amsterdam maar speelden nog een vriendschappelijk duel op Het Kasteel. Het was overigens geen beste wedstrijd, getuige deze zin uit het verslag uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant van een dag later: ” Wij konden de vertoning op het laatst nauwelijks meer aanzien. De tienduizend toeschouwers zagen Nederland met 1-2 verliezen, maar Grobbe maakte er voor zichzelf toch een memorabele avond van, door in zijn debuutinterland te scoren. Het was al 0-2 voor de gasten toen hij in de 74e minuut met een hard schot de 1-2 binnenschoot. Op 12 juni 1929 speelde hij zijn tweede en laatste interland in en tegen Noorwegen (4-4). Een week daarvoor, op 4 juni 1929, deed hij met Oranje mee in een zogenoemde ‘semi-interland’ tegen Schotland. Nederland verloor in het Olympisch Stadion van Amsterdam met 0-2 en opvallend genoeg werd deze wedstrijd niet als officiële interland gezien, omdat de Schotten met profvoetballers aantraden.

Oorlogsjaren en Wederopstanding

Het voetbal staat qua organisatie in de kinderschoenen, zoals het vinden van een geëgaliseerd en door de bond goed gekeurd voetbalveld. Kort voor de oorlog, toen aan het Toepad een marinierskazerne werd gebouwd, verhuisde Excelsior terug naar het vertrouwde Woudestein. De leden en donateurs van de club verplaatsen de kleedkamers en tribunes van het Toepad naar de nieuwe/oude locatie. Op 9 september 1939 werd Woudestein officieel geopend.

Lees ook: Sportieve Prestaties in Beuningen

Donkere dramatische jaren volgen als in mei 1940 de Duitsers ons land binnenvallen. De binnenstad van Rotterdam werd op 14 mei gebombardeerd om het laatste beetje verzet van ons land te breken. Veel mensen zijn nu verbaasd als ze horen dat er tijdens de oorlog werd gevoetbald. De oorlogsjaren worden vooral geassocieerd met onderdrukking, verzet, Jodenvervolging, armoede en honger. En dat terwijl het voetbal in Nederland tijdens de oorlog populairder was dan ooit tevoren. Tienduizenden Nederlanders sloten zich aan bij een sportvereniging en het publiek in de stadions verdubbelde. Voetbal bood afleiding voor de oorlogsellende. Dieptepunt in de oorlog bij de club, was de dood van erelid Jan Bak, die op 10 november door Duitse soldaten werd neergeschoten tijdens een razzia. Een aantal jaren na de oorlog werd in de kantine een gedenkplaat aangebracht. In de documentaire Vooruit naar Vroeger verteld kleindochter Trudy Bak wat dit drama betekend voor de nabestaanden.

Na de oorlog pakte de club de draad weer op. Het is voor de derde maal dat het in haar bestaan in de hoogste klasse gaat spelen. In 1924 was het voor de 1e keer en in 1931 ten koste van het Enkhuizense West-Frisia ten 2e male. Na een beslissingswedstrijden tegen het Haagse V.U.C, promoveerde Excelsior in het seizoen 1945/1946 opnieuw naar de eerste klasse. In 1947/1948 gaat het mis en eindigt Excelsior op de onderste plaats na twintig wedstrijden en maar drie overwinningen. Stadgenoot Sparta ontspringt met de voorlaatste plek nipt de degradatie. De Woudesteiners gaan terug naar de 2e klasse om pas in 1952 weer terug te keren naar de hoogste klasse. Tussendoor wist men in de KNVB bekercompetitie verrassend de halve finale te bereiken met PSV als tegenstander. Pas in de tweede verlenging moest de selectie met 2-1 het onderspit delven.

De Invoering van Betaald Voetbal en de Rol van Henk Zon

Het begin van de jaren vijftig was een roerige tijd. Door het vertrek van vele voetbalsterren naar het buitenland, werd in Nederland de roep om betaaldvoetbal steeds luider. Tot dan toe werd er in ons land alleen onder de tafel betaald en was de KNVB streng met het straffen van overtreders. De media en een alternatieve voetbal bond, de NBVB, voerden de druk op Zeist op. Excelsior-voorzitter Henk Zon speelde in het ontstaan van het betaalde voetbal een belangrijke rol. Samen met voorzitters van onder meer Feyenoord en Sparta riep hij het bestuur van de KNVB bijeen. In 1954 kwamen de bonden tot een overeenkomst. De weg is nu vrij tot invoering van profvoetbal. Elke vereniging kon op voorwaarde een licentie aanvragen. Het profavontuur kan beginnen.

Op 28 november begon het betaaldvoetbal voor de club met een uitwedstrijd in IJmuiden tegen Stormvogels. Het werd een gelijkspel waarbij de defensieve speelwijze van Excelsior bijna noodlottig werd. Pas vijf minuten voor het einde wist Dijkgraaf met een kopbal het eerste profdoelpunt te maken (1-1). De 64 ingeschreven clubs waren willekeurig verdeeld over vier 1e klassen. Excelsior eindigde dat seizoen 1954/1955. op een mooie vierde plaats. In de periode 1955/1956 was de selectie een redelijke middenmoter, wat echter onvoldoende was om in de hoogste klasse te blijven. Tien jaar lang speelde club vervolgens een trede lager. Sommige tegenstanders roepen direct herinneringen op bij de wat oudere leden. Noem bijvoorbeeld ’t Gooi uit Hilversum in het seizoen 1959/1960. Dat waren bijzondere wedstrijden waarbij het scoreverloop meeslepend was alsook het totaal aantal doelpunten. Het Vrije Volk, daags verschenen na de tweede match, vatte het mooi samen in het navolgende sportartikel. Overigens speelden beide clubs dat seizoen geen rol van betekenis. Nou ja, wel voor de aanwezige toeschouwers die veertien doelpunten voor de prijs van twee toegangskaartjes hebben gezien. In 1961/1962 piekte de selectie naar een 2e plek in de 1e divisie op drie punten van kampioen Heracles. Een mooi resultaat maar toch geen reden voor een feest. Daar dachten de Kralingers echter anders over. Het tekent de ambitie en de verenigingssfeer van Excelsior dat men tevreden is met een plek bij de eerste zes in de 1e divisie.

De belangstelling voor voetbal en Excelsior was eind jaren vijftig, begin jaren zestig op z’n hoogtepunt. Daarna ging het langzaamaan bergafwaarts voor veel verenigingen om de begroting te ordenen. Ook voor Excelsior kwamen er jaren van pas op de plaats en was het financieel moeilijk om het hoofd boven water te houden. Wel zorgde de club op een inventieve wijze in 1958 om de eerste overdekte staantribune van Nederland te voltooien en om shirtreclame in te voeren. Dit stuitte echter op bezwaar van de KNVB. Samen met Sparta en Feyenoord drong Henk Zon aan op gemeentelijke steun voor het betaalde voetbal. Ook werd regelmatig gesproken over fusies. In 1964/1965 bleek ook de 1e divisie een maatje te groot. Van de dertig wedstrijden werden er vijf gewonnen en de laatste plaats was dan ook geen verrassing. Twee weken voor het einde was degradatie onvermijdelijk.

Lees ook: Achterhoekse Evenementen

Creativiteit en Overleven: Oud Papier en Arie den Hertog

Met minimale middelen en een maximum aan creativiteit wist Excelsior zich gedurende de historie in leven te houden. Altijd wist de club zichzelf te bedruipen. De meest besproken actie was het inzamelen van oud papier. Met een half versleten busje ging een groepje vrijwilligers wekelijks op pad om op vaste adressen oude kranten, folders e.d. op te halen. Het leverde Excelsior jaarlijks duizenden guldens op en een imago als oud papier club. Het oud papier was voor Excelsior letterlijk bankpapier.

Clubicoon Arie den Hertog: Een legendarische doelman. Arie is geboren op 2 juni 1931 te Rotterdam. De legendarische oud doelman van Excelsior was sinds 1943 lid van de club en speelde tussen 1951 en 1964, 280 wedstrijden in het eerste elftal van de Rotterdammers. De voormalig doelman verteld hoe hij bij Excelsior terecht was gekomen: ,,Ik ben in 1943 lid geworden. Ik werd twaalf en heb me meteen aangemeld als keeper. Ik kwam bij bestuurslid Jo Bak en zei: Ik wil in de goal!’’ Eerder vertelde hij al eens dat hij als jong ventje op straat ook altijd in het doel werd gezet. ,,Dat heb ik van mijn vader. Die was keeper in het aller eerste elftal van Celeritas, de voorloper van Feyenoord. Ze speelden toen op het Afrikaanderplein. Ik had overigens ook wel graag willen voetballen, maar het is de vraag of ik dan het eerste elftal had gehaald.’’ Dat lukte hem als doelman wel.

Op 30 september 1951 debuteerde Den Hertog in de thuiswedstrijd tegen VUC (1-2). Zijn hoogtepunt beleefde hij naar eigen zeggen in 1952, toen Excelsior promoveerde naar de eerste klasse. Twee jaar na die promotie behoorde Den Hertog ook tot de eerste lichting betaaldvoetballers bij Excelsior. ,,Er veranderde niet zo veel in het begin. We speelden in een team met allemaal jongens die al sinds de jeugd voor Excelsior voetbalden’’, zei Den Hertog. In 1961 besloot de doelman zijn maatschappelijke carrière, hij was werkzaam voor een grote liftenfirma, voorrang te geven. Hij stopte bij het eerste elftal, maar toen de prestaties tegenvielen, werd hij al snel weer benaderd. Op aanraden van teamgenoot en boezemvriend Dick van den Polder werd Den Hertog benaderd voor een terugkeer onder de lat. Op zondag 17 december 1961 in de thuiswedstrijd tegen Scheveningen Holland Sport (SHS), keerde hij terug. Toeval of niet, maar Excelsior won met 4-0. Den Hertog: ,,Daarna gingen we steeds beter spelen. Op een bepaald moment was er geen doorkomen meer aan. Dat was puur een kwestie van vertrouwen. Zelf hoefde ik niet op de voorgrond te treden. Ik wilde simpelweg zo min mogelijk fouten maken. Geen trucs of superduiken, maar gewoon mijn doel schoonhouden.’’ ,,Ik probeerde met zo weinig mogelijk show, zoveel mogelijk ballen tegen te houden’’, zei hij over zijn keepersstijl. ,,Ik keepte eigen…

Internationaal A1 Toernooi en Verdere Ontwikkelingen

Begin 1965 startte een overleg tussen de besturen van beide verenigingen met het doel de mogelijkheden van een fusie te onderzoeken. Dit resulteerde in het feit dat op 17 februari 1966 door de besturen van de verenigingen een buitengewone ledenvergadering werd belegd waarin de fusie moest worden goedgekeurd.

Mei 1976: Eerste Internationaal A1 Toernooi Om het tienjarig jubileum extra luister bij te zetten werd een internationaal jeugd voetbaltoernooi voor A1-elftallen georganiseerd door de heren J. Slabber en P. de Jong. Dit, als eenmalig bedoelde evenement, groeide uit tot een kwalitatief hoogstaand toernooi waaraan vele profclubs uit buiten- en binnenland deelnamen. Het toernooi is zeer succesvol geweest, maar na 25 jaar I.T.

Recente Geschiedenis en Toekomst

Excelsior kan terugkijken op een prachtig seizoen. Alle verwachtingen werden overtroffen: de doelstelling ‘voorkomen van directe degradatie’ werd met directe handhaving behaald en in het bekertoernooi kwamen de Kralingers tot de halve finale. Nu het seizoen 2014-2015 ten einde is gekomen kan de balans worden opgemaakt. Met een vijftiende plaats, de beste eindklassering sinds 1986, verzekerde Excelsior zich voor het eerst sinds de invoering van de nacompetitie van directe handhaving. Het aantal behaalde punten (32) is vrijwel gelijk verdeeld over de thuis- en uitwedstrijden. Op eigen veld werden twee punten meer behaald dan op vreemde bodem.

Excelsior voetbalde dit seizoen een aantal clubrecords uit de geschiedenisboeken. Nog nooit werd zo vaak gelijk gespeeld in één Eredivisieseizoen (14), de eerste zes thuiswedstrijden werden voor het eerst niet verloren, in uitwedstrijden gingen nog nooit zo weinig wedstrijden verloren (6) en Excelsior kreeg op vreemde bodem nog nooit zo weinig doelpunten tegen (26). Excelsior speelde dit seizoen 39 officiële wedstrijden (10 overwinningen, 14 gelijke spelen en 15 nederlagen). Inclusief oefenwedstrijden betrad Excelsior vijftig keer het veld. De grootste overwinningen in de Eredivisie werden behaald op bezoek bij Heracles Almelo (0-3) en in eigen stadion tegen SC Heerenveen (3-0). In de beker was dit thuis tegen NAC Breda (6-0). Sander Fischer en Jeff Stans zijn de enige spelers die alle 34 Eredivisiewedstrijden in het veld stonden. Fischer (3.056 minuten) miste slechts vier minuten. Na de aanvoerder kwam Stans tot het meeste aantal speelminuten (2.743), gevolgd door Tom van Weert (2.641). Van de 286 schoten (134 op doel) resulteerden er 47 in een doelpunt, een schotconversie van 16,4 procent. Het meeste aantal doelpunten werd gemaakt van binnen het strafschopgebied (41). Vijfmaal werd gescoord van buiten de zestien en één keer viel een doelpunt uit een standaardsituatie. De doelpunten werden gemaakt door elf verschillende spelers; vier keer scoorde de tegenstander in eigen doel. Tom van Weert kroonde zich met 13 doelpunten tot topscorer, gevolgd door Jeff Stans (10). Alleen Michel Beukers en Cees Schapendonk kwamen ooit tot meer doelpunten in één Eredivisieseizoen dan Van Weert. Jordan Botaka was met 7 assists de meest succesvolle aangever. Excelsior kreeg dit seizoen 63 doelpunten tegen, een gemiddelde van 1.9 per wedstrijd. Over het gehele seizoen stonden liefst vier verschillende keepers onder de lat. Gelegenheidsdoelman Kevin Vermeulen kwam tot het minste aantal minuten (8) en Gino Coutinho tot de meeste (1.710). Excelsior maakte dit seizoen 439 overtredingen waarvan er 40 werden bestraft met een kaart (37 gele en 3 rode kaarten). Zeventien spelers werden bestraft met een gele kaart, waarvan Adil Auassar de meeste kreeg voorgeschoteld (6).

Excelsior kan zich dus opmaken voor het negentiende seizoen in de Eredivisie. Sinds de degradatie in 1987 keerde Excelsior vier keer terug in de Eredivisie maar duurde het Eredivisieschap nooit langer dan twee seizoenen. Alleen in de perioden 1970-1973 en 1982-1987 speelden de Kralingers langer dan twee seizoenen in de Eredivisie.

tags: #internationaal #toernooi #excelsior #geschiedenis