Inleiding
Marinus David Israël, beter bekend als Rinus Israël en bijgenaamd "IJzeren Rinus", is een icoon in de Nederlandse voetbalgeschiedenis. Zijn carrière, gekenmerkt door onverzettelijkheid en een compromisloze speelstijl, bracht hem successen bij DWS, Feyenoord en het Nederlands elftal. Deze biografie belicht zijn loopbaan als speler en trainer, zijn persoonlijkheid en zijn invloed op het Nederlandse voetbal.
Jeugd en Vroege Carrière
Rinus Israël werd op 19 maart 1942 geboren in Amsterdam, als zoon van Andries Israël en Rebecca Reens. Na zijn huwelijk met de Amsterdamse Rebecca in 1938 vestigde Andries, afkomstig uit Middelburg, zich in Amsterdam. Voordat hij furore maakte in het betaalde voetbal, werkte Israël als stratenmaker. Zijn voetbalcarrière begon bij DWV (Door Wilskracht Verkregen) in Amsterdam.
In 1962 zette hij de stap naar het betaalde voetbal bij DWS (Door Wilskracht Sterk), destijds een van de sterkere teams in de Eerste Divisie. "DWS had interesse en toen heb ik daar een oefenwedstrijd gespeeld." Spelers deden toen zelf nog de contractonderhandelingen, dus zonder de hulp van een duurbetaalde zaakwaarnemer. In zijn eerste seizoen bij DWS, 1962-1963, werd het elftal kampioen van de Eerste Divisie. Het jaar daarop, in het seizoen 1963-1964, werd het team ook meteen kampioen van de Eredivisie. "We promoveerden en werden daarna meteen landskampioen", vertelt Israël. Bij DWS vormde Israël een ijzersterk blok met Daan Schrijvers. Rinus speelde er 86 wedstrijden en wist éénmaal te scoren. In 1965 werd DWS tweede in de Eredivisie en bereikte het zelfs de kwartfinale van de Europacup I. In dit elftal speelde ook Joop Burgers, de zwager van Rinus en tevens oud-international. Israël gaf zijn baan als stratenmaker op en begon een sigarenzaak.
Successen bij Feyenoord
Na vier seizoenen bij DWS maakte Israël in 1966 de overstap naar Feyenoord voor een record transfersom van 450.000 gulden. Daar beleefde hij zijn mooiste tijd. "We werden een paar keer landskampioen en het winnen van de Europa Cup was fantastisch." Die beker werd in 1970 gewonnen, dankzij een 2-1 overwinning op het Schotse Celtic. Israël maakte in die wedstrijd een doelpunt met het hoofd. "We kwamen met 1-0 achter en toen kwam er een scrimmage aan de andere kant. Die bal vloog omhoog en ik kopte 'm erin." Voor het eerst in de geschiedenis won een Nederlandse club het belangrijkste Europese voetbaltoernooi. "We zijn geëerd in het centrum van Rotterdam. Er waren een paar honderdduizend mensen. Heel Rotterdam was gek. Die dag was het fantastisch om mee te maken, maar daarna begint het gewoon weer."
Ook bij Feyenoord vormde hij een uitstekend verdedigingsduo met Theo Laseroms. Samen stonden ze internationaal bekend als een bikkelharde verdediging. Israël had echter meer in zijn mars dan hard de duels ingaan; hij beschikte ook over een uitstekend spelinzicht. Meedogenloos, Ausputzer, keihard, ijzersterk, kegelaar, onverwoestbaar, solide, maar ook tactisch sterk en een geboren leider, het zijn woorden die Rinus kenmerkten in het veld. Samen met Theo Laseroms veegde hij menig vuiltje uit het Feyenoord strafschopgebied. En daar waar nodig ging dat niet op zachtzinnige wijze. Ook zijn medespelers maakte tijdens de trainingen kennis met de meedogenloze Israël. Vanaf 1972, hij is dan 30 jaar, krijgt Israël steeds meer last van blessures. Zo speelt hij in het seizoen 1972-1973 nog maar zeventien wedstrijden voor de Rotterdammers en een seizoen later zelfs maar zeven.
Lees ook: Verboden IJzeren Noppen: Achtergrond en Uitleg
Internationale Carrière
Israël speelde 47 interlands voor het Nederlands elftal. Hij maakte deel uit van de selectie voor het WK 1974 in West-Duitsland. Bondscoach Rinus Michels koos echter voor een verdedigingsduo achterin met Arie Haan en Wim Rijsbergen, waardoor de speeltijd van Rinus beperkt bleef.
Afbouwen bij Excelsior en PEC Zwolle
Rinus Israël ging “afbouwen” bij Excelsior en PEC Zwolle. In het seizoen 1974-1975 speelde Israel één seizoen voor Excelsior, waarin hij tot Nederlands voetballer van het jaar gekozen werd. Al na één seizoen vertrok hij bij de club, waarna hij ging “afbouwen” bij PEC Zwolle. Voorzitter Jan Willem van der Wal haalde Israël naar Zwolle, waar hij van 1975 tot en met 1982 nog 7 seizoenen onder contract zou staan. Op 40-jarige leeftijd zet Rinus Israël een punt achter zijn spelersloopbaan en kiest hij voor het trainersvak.
Trainerscarrière
Na zijn actieve voetbalcarrière is Rinus Israël tot en met 1984 (assistent-) trainer bij PEC Zwolle. In mei 1985 was Israël, samen met Leo van Veen en Johan Cruijff één van de drie kandidaten om bij Ajax de ontslagen hoofdtrainer Aad de Mos op te volgen, maar uiteindelijk werd Cruijff de nieuwe man. “Hee joh, zitten de dozen soms nog om je schoenen?” Als trainer was Rinus Israël altijd hard en cynisch als een speler een - zoveelste - mislukte voorzet op de training gaf. Daarna werd hij één seizoen bondscoach, niet voor Nederland, maar voor Ghana. Vanaf 1998 ging hij vervolgens in de Verenigde Arabische Emiraten aan de slag (hij was er trainer bij drie verschillende clubs; Al-Jazira club, Al Shabab en Al-Wahda FC) en keerde daarna terug naar Nederland en is van 2001 tot en met 2003 trainer van ADO Den Haag. Na opnieuw één seizoen (2003-2004) bij Al-Wahda is Rinus Israël enkele jaren scout bij Feyenoord, waarna hij vanaf 2012 in het amateurvoetbal aan de slag gaat en trainer is van Young Boys in Haarlem. Hij had goede periodes en minder goede periodes. In het buitenland miste hij vooral zijn stamcafé.
Persoonlijkheid en Leven na het Voetbal
"IJzeren Rinus" was zijn bijnaam. En niet omdat hij bloemetjes uitdeelde aan zijn tegenstanders. Hakkend, bikkelend en brekend leidde Rinus Israel (74) als betaald voetballer de verdediging bij DWS, Feyenoord, Excelsior en PEC Zwolle. Bij Feyenoord was het duo Theo Laseroms/Rinus Israel gevierd en gevreesd. ‘Theo was harder, ik was gemener,’ vat Israel hun beperkte gastvrijheid richting de spitsen van toen samen. Loopt de levende legende zelf nog weleens achter een bal aan in een veteranenteam? ‘Niet meer,’ zegt de 47-voudig international aan zijn eettafel in Landsmeer. ‘Nadat ik in 1982 stopte, heb ik nog tien jaar bij de veteranen van DWV in Amsterdam gespeeld. Dat partijtje op zaterdagochtend was het hoogtepunt van de week. Mijn toch al zwakke knieën werden echter snel minder. Tegenwoordig wandel ik veel. Ik wil in beweging blijven, fit blijven.’
Heeft de meedogenloze Israel eigenlijk vrienden overgehouden aan de voetballerij? ‘Nauwelijks. Maar ik vind mijn vrouw en mijn familie ook veel belangrijker. Ik ben al meer dan vijftig jaar getrouwd met Greetje. Onze dochter bezorgde ons twee kleinkinderen. Mijn kleindochter Rachel handbalt op hoog niveau bij VOC Amsterdam en is drie keer op rij uitgeroepen tot beste handbalster van het jaar. Ik heb haar zien spelen in Bratislava, Rome en Zuid-Korea. Mijn kleinzoon Davey voetbalt bij HBOK in het Noord-Hollandse Zunderdorp. Ik sta langs de lijn zo vaak als ik kan.’
Lees ook: Maatschappelijke betrokkenheid in het amateurvoetbal: een onderzoek.
Tegenwoordig kan je Rinus Israël vaak aantreffen in een rijwielhandel in Landsmeer. Dat is opvallend, want een rijwielhandel is niet het eerste waar je de oud-voetballer mee associeert. De fietsenwinkel is zijn vaste stek van maandag tot en met vrijdag. Hij komt er 'een bakkie doen' en praat wat met de eigenaar en zijn klanten. Aan de muur is een Rinus Israël-museumpje verrezen, met veel foto's van IJzeren Rinus. "Maar dat heb ik niet gedaan hoor", voegt hij er snel aan toe.
In 2017 kreeg Israël te maken met gezondheidsproblemen. "Met een wandelstok voel ik me tegenwoordig wel wat veiliger. Dat hulpstuk is onderdeel van mijn leven geworden, nadat ik in 2017 van het ene op het andere moment geen kracht meer had in mijn benen. Allerminst prettig en dan druk ik me zacht uit. Zoiets beangstigends meemaken, wordt natuurlijk niet met gejuich ontvangen. Eenmaal onder de scan in het ziekenhuis, kwam de dokter erachter dat ik een incomplete dwarslaesie had opgelopen en dat ik er net op tijd bij was." In zijn rug is ruimte gecreëerd bij een aantal beknelde zenuwen. Die gaven foute informatie door aan zijn benen. Ook kreeg ik in die periode een nieuwe knie, wat de situatie er niet makkelijker op maakte. Het zat elkaar in de weg. Door veel te trainen bij de fysio en opnieuw kracht op te bouwen, ben ik gelukkig weer sterk genoeg om te staan en zelfs een kilometertje te wandelen zonder stok. Een boodschapje doen in het dorp en op zaterdag naar het voetbal zijn daardoor nog steeds mogelijk. Het enige nadeel is dat ik ’s ochtends wat langer de tijd nodig heb om de deur uit te gaan. Ik ben ’s ochtends altijd zo stijf en alles is gevoelig. Ook word ik ’s nachts weleens wakker omdat m’n benen en knieën afwisselend heel warm of koud kunnen aanvoelen, terwijl er in werkelijkheid niets aan de hand is. Dan voelt het alsof ik in brand sta, maar is er vervolgens niets te zien.”
'IJzeren Rinus': De Biografie
Rinus Israel heeft het eerste exemplaar van zijn biografie ‘IJzeren Rinus’ in ontvangst mogen nemen. De oud-speler en trainer van Feyenoord kreeg het boek aangereikt van Wim Jansen. Volgens Wim Jansen, die nog altijd veel contact heeft met Israel, was de voormalige verdediger van onschatbare waarde voor Feyenoord. ‘Rinus was de aanzet die Feyenoord nodig had om door te groeien naar de top,’ zei Jansen. ‘Dankzij hem werd elke training een wedstrijd. Jongens als Jan Boskamp, Joop van Daele en ik ervaarden dankzij hem dat je niet altijd aardig tegen elkaar kunt zijn als je de top wilt halen.’ Wim van Hanegem, Guus Haak, Eddy Pieters Graafland en Jan Boskamp waren eveneens bij de presentatie aanwezig. De carrière van Israel kwam tijdens de boekpresentatie in woord en beeld aan bod, voorzien van commentaar van de oud-speler zelf. Volgens Israel staat de liefde voor voetbal centraal in het boek dat nu over hem is verschenen. ‘Ik heb het eerlijke verhaal geprobeerd te vertellen, zonder dat er schandalen naar boven komen in het boek. Israel bedankte aan het eind van de presentatie Feyenoord voor de ontvangst in De Kuip. ‘Als ik kijk naar de tijd die ik hier als speler heb gehad, dan had ik mezelf ook uitgenodigd,’ zei hij.
Herinneringen en Reflecties
Gevraagd naar zijn herinneringen aan zijn tijd als voetballer, reflecteert Israël op de fysieke eisen en de mentaliteit van die tijd. "Als speler van Feyenoord werd die tijd om te herstellen niet altijd genomen. We speelden ooit bij Ajax en Theo Laseroms en ik waren beiden geblesseerd. Iedereen verkondigde dat we om die reden niet zouden spelen, hopende dat de tegenstander helemaal opgewonden van blijdschap zou zijn. We sloegen zelfs de warmingup over en kregen op dat moment in de kleedkamer een injectie in onze knie. Stonden we een paar minuten later alsnog op het veld. We kwamen al snel met 1-0 achter door een goal van Cruijff, maar dat hebben we snel afgestraft. Nadat hij die bal had ingetikt, liep ik naar achteren en gaf ik hem zo’n fikse knal, dat hij de rest van de wedstrijd op z’n minst vijftig procent minder fel was. Dat heeft dus wel geholpen.” Over de huidige rol van de VAR zegt hij: “Daar had ik me dan echt wel op aangepast. Geloof me, ik ben toch niet zo dom om dat soort overtredingen te maken als ik weet dat het gezien wordt. Ik ben voorstander van de VAR omdat het ’t spel eerlijk maakt, maar het legt de wedstrijd tegelijkertijd te vaak en te lang stil. Studio Sport noemde die animatietechniek om alles vanuit alle hoeken te kunnen bekijken in het verleden weleens ‘IJzeren Rinus’. Naar mij dus. Ik heb nooit begrepen waarom dat zo was (omdat het apparaat ontwikkeld was in Israël, red.). Een afkeer tegen die naam heb ik nooit gekregen, al roept iedereen wel altijd hoe verschrikkelijk hard ik was op het veld. Hoe ouder ik word, des te sterker de verhalen. Ik was meer dan dat. Ik had een goede trap, kon aardig koppen en coachte de jongens in het veld. Vanaf mijn positie in de verdediging had ik een mooi overzicht op het spel om dat te kunnen doen.”
Over zijn plek in de voetbalgeschiedenis blijft Israël bescheiden. "Dankjewel, maar je kunt een verdediger die vijftig jaar geleden speelde niet vergelijken met jongens als Van Dijk, De Ligt of De Vrij nu. Mensen hoeven me niet geweldig te vinden. Het is leuk als ze van me hebben genoten, maar spreken ze me op een andere manier aan, dan is dat ook goed. Ik heb eigenlijk het geluk gehad dat ik in een van de belangrijkste wedstrijden van ons bestaan, de Europacupfinale tegen Celtic in Milaan, als verdediger een goal heb gemaakt. De belangrijkste goal in mijn leven en een van de twee belangrijkste in het bestaan van de club. Ook gaf ik de voorzet waar de 2-1 van Ove Kindvall, en dus de winst, uit voortkwam.” Waren tegenstanders bang voor u?“Niet iedereen, hoor. Cruijffheeft ons omgekeerd ook weleens als kleuters achtergelaten op het veld. Daar zat dan geen greintje angst bij. Ik heb nooit in een vechthouding hoeven staan, ook niet buiten het veld. Zelfs in de boksschool, waar ik aan krachttraining deed, weigerde ik te sparren met anderen. Ik was geen held. Vond er niks aan om in elkaar geslagen te worden. Wilde me gewoon wekelijks uitleven op de Nederlandse velden en, als ik er zo op terugkijk, ook de buitenlandse. Feyenoord hoorde in die tijd bij de top van Europa, maar uiteraard had ik ook graag een paar jaar in Barcelona of Madrid gespeeld. Het was voor mij echter niet weggelegd.”
Lees ook: KNVB-overschrijvingen: Een complete gids
Over zijn sigarenzaak in Rotterdam zegt hij: “Die had ik dan met alle plezier van de hand gedaan, hoor. Dan zou ik mijn sigaretten hebben uitgedeeld in de buurt en was ik lekker naar Spanje vertrokken. Ik ben die winkel begonnen omdat ik me overdag rot verveelde en iets omhanden wilde hebben. De club heeft me links- en rechtsom geholpen om dat voor elkaar te krijgen. We trainden in de eerste jaren ’s middags om een uur of vier en dat was het dan. Later kwam daar nog een ochtendtraining bij. Ik liet me dan vervangen in de winkel en in de uren ertussen stond ik er zelf. Een stormloop van fans was er niet. Nu, met social media, zou dat anders zijn. Staat Memphis Depay of Frenkie de Jong achter zo’n toonbank, dan wordt de deur er binnen de kortste keren platgelopen.”