De Geschiedenis van het IJshockeyteam Leeuwarden: The Slapping Studs

IJshockey, een dynamische variant van hockey gespeeld op ijs, kent een rijke geschiedenis. Hoewel het onder de "balsporten" valt, wordt er gespeeld met een platte rubberen schijf, de puck. De spelers gebruiken een stick met een gebogen blad om nauwkeurig en hard te kunnen schieten. In Nederland werd in januari 1929 voor het eerst ijshockey gespeeld, toen Belgische ploegen een demonstratie gaven in Haarlem. De sport werd snel populair en in 1934 werd de Nederlandse IJshockey Bond opgericht.

De geschiedenis van het ijshockey in Leeuwarden is onlosmakelijk verbonden met de studentenijshockeyvereniging The Slapping Studs, opgericht in februari 1982. Dit artikel duikt in de ontstaansgeschiedenis, de hoogte- en dieptepunten en de unieke evenementen die deze club hebben gevormd.

De Beginjaren: Een Sterke Basis

De studentenijshockeyvereniging The Slapping Studs werd in 1982 opgericht door Reinout Koelemij, Bert ten Vergert, Andre ten Vergert, Steven Gerdingh en Ché Hsin Falkenström. In de beginjaren speelde de vereniging als onderdeel van de toenmalige eerste divisieclub Enschede Lions. Er werd deelgenomen aan de landelijke recreatiecompetitie onder de NIJB, waarbij gestreden werd tegen recreatieteams uit Heerenveen, Leeuwarden, Groningen en Assen. Later werden vriendschappelijke duels toegevoegd tegen de Icehawks (Studenten IJshockey vereniging Eindhoven), The Saints (Studenten uit Nijmegen) en Rheine.

Ché Hsin Falkenström, de bezielde leider op het ijs, en Bert ten Vergert als coach, probeerden de leden de fijne kneepjes van het ijshockey bij te brengen. Dit was een uitdaging, aangezien de tegenstanders vaak konden rekenen op spelers die van jongs af aan op het ijs stonden, terwijl de Studs het moesten doen met beginnende spelers uit de universitaire gelederen. Het vele verliezen smeedde echter een sterke band, waardoor de club qua ledenaantal lange tijd constant bleef. De wedstrijden tegen andere studententeams waren altijd lichtpuntjes, omdat de kwaliteiten daar wat meer gelijk lagen.

Na twee jaar vriendschappelijke wedstrijden zonder competitie, met als jaarlijks hoogtepunt het NSK vanaf 1987, werd mede door de inspanningen van de Eindhovense vereniging Hooking en The Slapping Studs de NSHL geboren. Dit viel samen met de start van het tweede lustrum van de club. Een nieuwe lichting Studs stond klaar en de oude garde werd langzaam vervangen.

Lees ook: Bekerfinale Den Haag - Heerenveen

Een Nieuwe Generatie en Nieuwe Initiatieven

De eerste vijf jaar legden de Studs een goede basis voor het voortbestaan van de club. Met jaarlijks terugkerende evenementen zoals het nachttoernooi in Assen, het ontstaan van een eigen nachttoernooi, het jaarlijks terugkerende NSK en de oprichting van de NSHL, gebeurde er veel met het studentenijshockey en de club in het algemeen. De generatie Bart Markus, Sander Postma, Johan de Vroet, Karel Ankoné, Steven Gerdingh, Rob van der Valk, Eddie Borremans en vele anderen werd langzaam losgelaten op de maatschappij, waarna een nieuwe generatie de stick overnam.

Een nieuwe generatie diende zich aan, bestaande uit Jeroen de Vries, Michiel de Schipper, Peter Verstappen, Peter Beutler, Wilbert Dirven en Marco Pontvuijst. Bovendien kwamen ze in aanraking met hun toekomstige trainers Marko Strijland en Sandro Coiffi. Ervaren spelers vanuit de nationale competitie werden binnengehaald. Ook werd de mogelijkheid geboden om vanuit de hbo-studies in Enschede deel te nemen aan universiteitsverenigingen. Hierdoor groeide de club naar gemiddeld 30 leden.

Trainingsweekenden en Internationale Ervaringen

Een nieuw initiatief werd geboren: het trainingsweekend. Voor de financiële overblijfselen van het nachttoernooi moest een doel gezocht worden. Na overleg werd besloten dat een weekend feest in combinatie met training onder begeleiding van nationaal erkende bondstrainers een hiaat in de historie vormde wat nu gedicht kon worden. Het eerste weekend werd in Assen en omgeving georganiseerd, inclusief een groepsbezoek aan de eredivisiewedstrijd Assen - Geleen. De interesse voor dit niveau bleek echter beneden peil te liggen. De training was een ervaring op zich, waaruit bleek dat er nog veel te leren viel, maar dat de Studs zeker ook een behoorlijk niveau hadden.

Het jaar daarop werd Leeuwarden als kamp geregeld. De organisatie van TRIAS (locale vereniging) ondersteunde de organisatie door onderdak en trainingsbegeleiding te regelen. Het onderkomen werd geregeld in het dorpje Grau in de plaatselijke herberg. Na wat incidenten werd duidelijk gemaakt dat de Slapping Studs in de toekomst geen gebruik meer konden maken van de voorzieningen.

Jammer genoeg was dit tot nu toe het laatste trainingsweekend wat er georganiseerd werd. Wel werden er nieuwe contacten opgedaan met een gedeeld Amerikaans team genaamd 'Emmen Oilers'. Dit team speelde jaarlijks in een toernooi in Tsjechië. Hierdoor konden de Studs een team afvaardigen om hieraan deel te nemen. Het niveau varieerde van het eigen niveau tot het in Tsjechië gebruikelijke niveau.

Lees ook: Alles over ijshockeyschaatsen maat 39 voor dames

Lustrum en Verdere Groei

Halverwege deze periode maakten de Studs kennis met een nieuwe generatie onder leiding van Franklyn Haullussy, Joost Koopman, Heico Schamhardt en Hendrik Jan Heins (Carl Heinz). Aan het eind van dit lustrum diende zich opnieuw een nieuwe generatie aan. Eerst werd dit tijdvak afgesloten met een lustrumweekend rondom het nachttoernooi. Voor het eerst kon een oud-ledenteam worden verwelkomd in het toernooi. Veel oud-leden namen deel aan de georganiseerde volksporten en vreet- en zuipfestijnen. Na een ontbijt in de Kater werd het weekend afgesloten met een duik in het tropische zwembad 'Aquadrome'. In dit lustrum werd de grond gelegd van de later opgerichte 'Los Padres'.

IJshockey in Nederland: Een Overzicht

IJshockey in Nederland heeft een lange en bewogen geschiedenis. Na de demonstratie in 1929 in Haarlem, werd de sport snel populair. In 1934 kreeg Nederland zijn eerste kunstijsbaan in Amsterdam en werd de Nederlandse IJshockey Bond opgericht. In de jaren '30 bloeide het ijshockey met verenigingen als de A.Y.H.C. in Amsterdam, het Haagse H.H.Y.C. en T.Y.S.C. De Nederlanders leerden snel en in 1935 werd al deelgenomen aan de wereldkampioenschappen in Davos.

Na de Tweede Wereldoorlog kende het Nederlandse ijshockey hoogte- en dieptepunten. In 1950 won Nederland het vierlandentoernooi in Amsterdam en Den Haag, maar daarna kwam de klad erin. De kunstijsbaan in de Apollohal ging dicht en ook Tilburg werd gesloten. In de periode 1951-1964 waren er geen kampioenen van Nederland. Vanaf 1964 kwam er weer een competitie, met HIJS Hokij als dominante club. In de jaren '70 waren Tilburg Trappers en Feenstra Heerenveen succesvol.

Sinds het seizoen 2007/2008 worden vrijwel alle competities op landelijk niveau georganiseerd. Mondiaal neemt Nederland een plaats in de middenmoot in, zowel bij de mannen als bij de vrouwen.

De Spelregels en het Speelveld

Een ijshockeywedstrijd bestaat uit drie perioden van elk 20 minuten zuivere speeltijd. Het spel wordt gespeeld door twee teams met elk vijf spelers en een goalie op het ijs. Er mag vrijwel voortdurend gewisseld worden. Het speelveld is verdeeld in drie zones: het verdedigingsvak, het neutrale vak en het aanvalsvak. De bedoeling van het spel is om te scoren door de puck in het doel van de tegenstander te schieten.

Lees ook: Informatie over de Antwerpse IJshockey Clinic

Een ijshockeybaan is een rechthoekige ijsbaan met afgestompte hoeken en is ommuurd met een boarding van 1,22 meter hoog. Er is een verdedigende zone, een neutrale zone en een aanvallende zone. De baan is 61 meter lang en 30 meter breed volgens de internationale regels.

IJshockey is een harde en soms gevaarlijke sport, dus dragen de spelers de nodige bescherming: een toque, helm, scheenbeschermers, elleboogbeschermers, handschoenen, speciale ijshockeybroek en bodybeschermer. De goalie is compleet ingepakt.

Recente Ontwikkelingen en Uitdagingen

De Eredivisie, de hoogste ijshockeycompetitie in Nederland, kent een wisselende samenstelling en prestaties van de teams. In het verleden waren er periodes van dominantie van bepaalde clubs, zoals Amsterdam, Nijmegen en Leeuwarden. Echter, financiële problemen en de afhankelijkheid van buitenlandse spelers hebben vaak een negatieve invloed op de stabiliteit en het niveau van de competitie.

Clubs worstelen met het aantrekken van voldoende toeschouwers en het genereren van voldoende inkomsten om een competitief team te kunnen samenstellen. De jeugdopleiding en het behouden van talent voor de Nederlandse competitie blijven belangrijke uitdagingen.

tags: #ijshockey #Leeuwarden #team #geschiedenis