Hoewel Nederland traditioneel bekend staat om sporten als voetbal, schaatsen en hockey, wint ijshockey de laatste jaren aan populariteit. Deze opmars is zichtbaar in toenemende toeschouwersaantallen, groeiende ledenaantallen bij clubs en de professionalisering van sommige teams. Echter, de sport staat nog steeds voor uitdagingen op het gebied van financiering, faciliteiten en concurrentievermogen op internationaal niveau.
De wederopstanding van ijshockey
Na een periode van afnemende belangstelling en een tekort aan clubs, vertoont het ijshockey in Nederland tekenen van herstel. De wedstrijden trekken meer publiek en de sport wordt meer gewaardeerd. Een belangrijke factor in deze positieve ontwikkeling is de introductie van de BeNeLiga, een samenwerking tussen Nederlandse en Belgische ijshockeyclubs.
Noud van Berkel, algemeen directeur van de ijshockeybond, verklaart dat de BeNeLiga heeft gezorgd voor een gelijkwaardigere competitie, waardoor de wedstrijden spannender en aantrekkelijker zijn geworden voor toeschouwers. Voorheen domineerden Tilburg en Heerenveen de competitie, waardoor wedstrijden vaak voorspelbaar waren.
Groeiend ledenaantal, maar langzaam en onregelmatig
Ondanks de toegenomen populariteit op de tribunes, groeit het aantal actieve ijshockeyers slechts langzaam. Van Berkel bevestigt dat de ledenaantallen weliswaar stijgen, maar dat deze groei onregelmatig verloopt. Een belangrijke reden hiervoor zijn de hoge kosten die aan de sport verbonden zijn. De benodigde uitrusting is duur en moet goed worden onderhouden.
Toch ziet Van Berkel positieve ontwikkelingen. Hij verwacht dat de groei zal toenemen, omdat jongeren steeds meer perspectief zien in de sport. Het debuut van de Nederlandse tiener Daniel Sprong in de NHL, de Noord-Amerikaanse profcompetitie, kan hieraan bijdragen. Sprong heeft de basisbeginselen van het ijshockey in Amsterdam geleerd en kan er nu van leven, wat tot de verbeelding spreekt.
Lees ook: Bekerfinale Den Haag - Heerenveen
Professionalisering: Tilburg Trappers als voorbeeld
Een belangrijke stap in de ontwikkeling van het Nederlandse ijshockey is de professionalisering van sommige teams. De Tilburg Trappers hebben in 2015 de overstap gemaakt naar de Oberliga, het derde niveau in Duitsland. Deze stap heeft geleid tot nieuwe sponsoren en een toename van het aantal jeugdleden. Bovendien is het niveau van de wedstrijden gestegen, wat terug te zien is in de toeschouwersaantallen.
Waar de Trappers vorig jaar gemiddeld 1700 toeschouwers trokken, zijn dat er nu 2200. Ook komen er Duitse fans naar Tilburg om de wedstrijden te bekijken. De professionalisering heeft ervoor gezorgd dat de selectie betaald wordt en zich grotendeels op het ijshockey kan focussen. De meeste spelers kunnen ervan leven, al hebben sommigen nog een bijbaan van zo'n 20 uur per week. De drie Canadezen die in Tilburg spelen, worden extra beloond voor hun inbreng.
Uitdagingen en ambities
Ondanks de positieve ontwikkelingen staat het Nederlandse ijshockey nog steeds voor uitdagingen. Zo is de BeNeLiga een amateurcompetitie, waardoor spelers in Nederland niet betaald krijgen (met uitzondering van de Tilburg Trappers). Rob van Rijswijk, directeur van de Nederlandse IJshockey Bond, wijst op het gebrek aan financiële steun van NOC-NSF, omdat de medaillekansen laag worden ingeschat.
Ook de beperkte ijsuren vormen een probleem. IJshockeyers moeten de schaarse banen delen met shorttrackers, curlingspelers en kunstschaatsers. Toch zijn er ook positieve signalen. Zo doen de vrouwen het goed en zit er voor het eerst sinds lange tijd weer een Nederlandse speler in de NHL. De ambitie is om in 2032 deel te nemen aan de Olympische Spelen.
IJshockey als avondje uit
De Amsterdam Tigers zijn een ander voorbeeld van een club die de populariteit van ijshockey weet te vergroten. Bij thuiswedstrijden in de Jaap Edenhal zaten vroeger zo'n 200 fans op de tribune, maar tegenwoordig zijn dat er 1500. Ron Berteling, ook wel 'mister ijshockey' genoemd, verklaart deze groei door het feit dat een avondje ijshockey een leuke en aantrekkelijke manier van entertainment is.
Lees ook: Alles over ijshockeyschaatsen maat 39 voor dames
Bezoekers waarderen het fysieke aspect van de sport en de teamsport mentaliteit. Aanvoerder Lance van Duin benadrukt de fysieke aspecten van het spel. Toch heeft de groeiende populariteit ook een keerzijde: er is een tekort aan ijsuren en er zijn wachtlijsten bij de ijshockeyclub. Voorzitter Jeroen Kwist van de Amsterdam Tigers wijst op het feit dat er in heel Amsterdam slechts één ijshal is, die door meerdere verenigingen wordt gebruikt. Gelukkig is er een goede samenwerking met de gemeente en de Jaap Eden Stichting, waardoor er een nieuwe hal in aanbouw is.
Marketing en beleving
Eredivisieclubs proberen in te spelen op de veranderde behoeften van het publiek. Tom van Doorne, voorzitter van de Eindhoven Kemphanen, stelt dat mensen op zoek zijn naar beleving en een avondje uit. De clubs proberen in die behoefte te voorzien door goede muziek, mascottes en spelletjes met het publiek aan te bieden.
Ook de coronapandemie heeft een rol gespeeld in de toegenomen populariteit van de sport. Mensen zijn veranderd en zoeken naar "instant pleasure". Amsterdam Tigers boden spotgoedkope kaartjes aan op online veilingplatformen om het ijshockey te introduceren bij een nieuw publiek. Deze strategie heeft gewerkt: zes jaar geleden zaten er gemiddeld 300 toeschouwers, nu 1.100, met uitschieters naar 1.700.
Lees ook: Informatie over de Antwerpse IJshockey Clinic
tags: #ijshockey #populariteit #Nederland