IJshockey, een sport die bekend staat om zijn snelheid en fysieke intensiteit, kent een complex systeem van regels en straffen om de veiligheid van de spelers te waarborgen. Hoewel lichamelijk contact onder bepaalde voorwaarden is toegestaan, worden overtredingen streng bestraft. Dit artikel onderzoekt de verschillende vormen van geweld in het ijshockey, de bijbehorende straffen en de juridische gevolgen van acties die buiten de grenzen van het spel vallen.
Regels en Strafsysteem
Om de sport eerlijk en veilig te houden, is er een uitgebreid regelstelsel dat spelers en coaches moeten naleven. Overtredingen worden bestraft met verschillende soorten straffen, variërend in ernst en impact op het spel.
Minor Penalty
Een minor penalty is een lichte straf van twee minuten die wordt gegeven voor relatief kleine overtredingen, zoals tripping, clipping, hooking, holding en slashing. De bestrafte speler moet twee minuten op de strafbank plaatsnemen, terwijl zijn team gedurende die tijd met een speler minder op het ijs staat. Er zijn uitzonderingen op deze regel, bijvoorbeeld bij coïncident penalties (wanneer beide teams tegelijkertijd een straf krijgen). Als een doelverdediger een minor penalty krijgt, wordt deze uitgezeten door een teamgenoot die op dat moment op het ijs stond. Een "too many men on the ice" penalty is eveneens een minor penalty, waarbij de coach een speler aanwijst om de straf uit te zitten.
Major Penalty
Een major penalty is een zwaardere straf van vijf minuten die wordt opgelegd voor ernstigere overtredingen, bijvoorbeeld wanneer een verwonding ontstaat of kan ontstaan. De bestrafte speler moet vijf minuten op de strafbank plaatsnemen en zijn team mag geen vervangende speler op het ijs brengen. Vaak gaat een major penalty gepaard met een automatische game misconduct penalty, wat betekent dat de speler direct naar de kleedkamer wordt gestuurd en een teamgenoot de vijf minuten straf moet uitzitten. Een tweede major penalty voor dezelfde speler in dezelfde wedstrijd leidt automatisch tot een game misconduct penalty. Overtredingen zoals spearing en butt-ending resulteren bijvoorbeeld in een major penalty en een automatische game misconduct penalty. Charging, boarding, tripping en hooking kunnen, afhankelijk van de ernst en de beoordeling van de scheidsrechter, worden bestraft met een minor of major penalty. Een major penalty wordt niet ingetrokken als het bestrafte team een tegendoelpunt incasseert.
Misconduct Penalty
Een misconduct penalty is een persoonlijke straf van tien minuten. De bestrafte speler moet tien minuten naar de kant, maar mag direct worden vervangen door een teamgenoot op het ijs. Deze straf wordt vaak opgelegd voor wangedrag, bijvoorbeeld tegen de tegenstander of de wedstrijdleiding. Na het uitzitten van de straf mag de speler pas terugkeren op het ijs wanneer het spel is stilgelegd, om te voorkomen dat zijn team met zes veldspelers op het ijs komt te staan.
Lees ook: Bekerfinale Den Haag - Heerenveen
Game Misconduct Penalty
Een game misconduct penalty leidt tot een kleedkamer verwijzing. De bestrafte speler mag direct worden vervangen door een teamgenoot. Deze straf wordt vaak opgelegd in gevallen waar de regels een major penalty combineren met een automatische game misconduct penalty.
Match Penalty
Een match penalty is de zwaarste straf in het ijshockey, eveneens resulterend in een kleedkamer verwijzing, maar met een vijf minuten tijdstraf voor het team. Deze straf wordt opgelegd aan een speler die opzettelijk een tegenstander verwondt of probeert te verwonden. Het starten van een vechtpartij kan ook leiden tot een match penalty, afhankelijk van de hevigheid van het gevecht. Net als bij de major penalty, wordt een match penalty niet ingetrokken als het bestrafte team een tegendoelpunt incasseert.
Coïncident Penalties
Als aan beide teams tegelijkertijd straffen worden opgelegd, worden straffen van gelijke duur tegen elkaar weggestreept. De betreffende spelers moeten plaatsnemen op de strafbank, maar mogen direct worden vervangen door een teamgenoot. Deze regel geldt niet als beide teams voltallig op het ijs staan en aan beide teams slechts één minor penalty wordt opgelegd.
Rapportage aan de Bond
Zowel de game misconduct penalty als de match penalty moeten door de scheidsrechter worden gerapporteerd aan de Nederlandse IJshockey Bond (NIJB). De 'standaard afdoening tuchtreglement' is van toepassing, tenzij het bondsbestuur na het lezen van het scheidsrechtersrapport besluit de kwestie voor te leggen aan de tuchtcommissie. Dit betekent dat een match penalty standaard een schorsing van twee wedstrijden oplevert, en elke derde game misconduct resulteert in één wedstrijd schorsing.
Voorbeelden van Overtredingen en Strafmaat
- Butt-ending: Major penalty + game misconduct. Bij verwonding: major + game misconduct of match penalty
- Spearing: Major penalty + game misconduct. Bij verwonding: major + game misconduct of match penalty
- Holding the stick: Bij verwonding: major penalty + game misconduct of match penalty
- Roughing: Minor, dubbele minor, major + game misconduct of match penalty. Bij verwonding: match penalty
Specifieke Situaties en Overtredingen
Naast de algemene straffen zijn er specifieke situaties en overtredingen die extra aandacht verdienen.
Lees ook: Alles over ijshockeyschaatsen maat 39 voor dames
Doelpunt
Een doelpunt wordt gescoord wanneer de puck op legale wijze over de doellijn wordt gebracht, dat wil zeggen met de stick. Een doelpunt is ongeldig als de puck in het doel wordt geschopt of gegooid, zelfs niet als deze daarna via een speler, doelverdediger of scheidsrechter in het doel verdwijnt. Een doelpunt dat per ongeluk met de schaats wordt gescoord, wordt als geldig beschouwd, mits de speler geen schoppende beweging maakt.
Handpass
Het is een overtreding om de puck met de hand naar een medespeler te passen, behalve in het eigen verdedigingsvak. Het is wel toegestaan om de puck met de hand naar een medespeler te spelen, mits deze de puck ontvangt voordat deze het neutrale vak ingaat.
Holding the Puck
Een speler mag de puck niet langer dan drie seconden vasthouden. Als een speler de puck langer vasthoudt, is er sprake van 'holding the puck', wat wordt bestraft met een minor penalty.
Aantasting van de Uitrusting
Een speler die het masker van een tegenstander vastpakt of een tegenstander aan het haar trekt, kan een minor penalty of een major penalty + automatische misconduct penalty krijgen.
Penalty Shot
Een penalty shot wordt toegekend wanneer een speler wordt gehakt of getript terwijl hij doorgebroken is. Alle spelers moeten zich terugtrekken bij hun eigen spelersbank. De speler die de penalty shot neemt, moet vanaf de middellijn op het doel van de tegenstander afschaatsen en de puck moet voorwaarts blijven bewegen. Er kan niet gescoord worden vanuit een rebound.
Lees ook: Informatie over de Antwerpse IJshockey Clinic
Juridische Gevolgen van Geweld buiten de Spelsituatie
Hoewel ijshockey een fysieke sport is, zijn er grenzen aan wat is toegestaan. Gedragingen die buiten de grenzen van de sport- en spelsituatie vallen, kunnen leiden tot strafrechtelijke vervolging. Een arrest van de Parket bij de Hoge Raad van 4 februari 2020 (ECLI:NL:PHR:2020:86) illustreert dit.
In deze zaak werd een verdachte veroordeeld tot een taakstraf voor mishandeling, en het hof wees de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 500 aan materiële schade. De kern van de zaak was de vraag of de handelwijze van de verdachte "buiten de grenzen van de sport- en spelsituatie was gelegen" en dus wederrechtelijk was.
De Hoge Raad heeft in eerdere arresten (22 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB7087 en 25 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1769) gesteld dat de omstandigheid dat een gedraging in een sport- of spelsituatie plaatsvond, van belang kan zijn voor de vraag of het bewezenverklaarde als mishandeling kan worden gekwalificeerd. Deelnemers aan een sport verwachten tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen van elkaar, en de spelregels zijn van belang voor het bepalen van de grenzen van de wederrechtelijkheid. Dit geldt echter niet voor gedragingen die losstaan van een spelsituatie waarbij een speler een andere speler letsel toebrengt, of wanneer een speler de spelregels op dusdanige wijze schendt en zo gevaarlijk handelt dat er geen sprake kan zijn van het ontbreken van wederrechtelijkheid.
Dit toetsingskader is in lijn met eerdere civiele arresten waarin werd geoordeeld dat de vraag of een deelnemer aan een sport onrechtmatig heeft gehandeld minder snel bevestigend moet worden beantwoord dan wanneer de gedraging niet in een sport- en spelsituatie had plaatsgevonden. In een sport- of spelsituatie mogen deelnemers tot op zekere hoogte gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede of onvoldoende doordachte handelingen of gedragingen van elkaar verwachten.
De Hoge Raad benadrukt dat niet alles wat binnen het speelveld gebeurt ongestraft kan plaatsvinden. Bij de beoordeling van de wederrechtelijkheid moet de concrete gedraging worden beoordeeld in het spelbeeld zelf: is het letsel veroorzaakt buiten een spelsituatie of in een directe spelsituatie? Deze nuancering is relevant voor ijshockey, een sport met veel lichamelijk contact. De bodycheck is bijvoorbeeld toegestaan op het hoogste niveau, maar moet volgens de regels worden uitgevoerd. Een gemankeerde bodycheck die tot een ernstige blessure leidt, wordt bestraft.
In de genoemde zaak oordeelde het hof dat de verdachte buiten de grenzen van de sport- en spelsituatie was getreden. De verdachte had een woordenwisseling met het slachtoffer, en nadat de scheidsrechter tussenbeide kwam, reed de verdachte achter het slachtoffer aan en pakte hem van achteren vast. De verdachte verklaarde zelf dat hij verhaal wilde halen. Het hof concludeerde dat de verdachte zich niet alleen respectloos had gedragen, maar ook fysiek geweld had toegepast, en dat zijn reactie "buitenproportioneel" was.
Het hof oordeelde dat de verdachte met zijn gedraging "buiten de grenzen van de sport- en spelsituatie is getreden", waarmee de wederrechtelijkheid van de mishandeling werd bevestigd. Het slachtoffer had geen spelgevaarlijke gedraging (meer) van de verdachte te verwachten. Er was geen sprake van een situatie waarin de handelingen van de verdachte voortkwamen uit een emotionele reflex op een eerdere overtreding van het slachtoffer.
De Hoge Raad verwierp de klacht dat het hof onvoldoende had gemotiveerd dat de verdachte opzettelijk had gehandeld. Het hof had vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer onverwacht (van achteren) bij zijn helm achterover had getrokken, waardoor het slachtoffer achterwaarts op zijn hoofd was gevallen. De gedraging van de verdachte was zozeer gericht op het ten val brengen van het slachtoffer en het toebrengen van pijn en letsel, dat het niet anders kon zijn dan dat de verdachte het opzet op mishandeling van het slachtoffer had gehad.
Ook de klacht dat het causale verband tussen de gedraging en het letsel onvoldoende was gemotiveerd, werd verworpen. De verdediging had aangevoerd dat het letsel veeleer was veroorzaakt door een gebrekkige helm en het feit dat het slachtoffer niet stevig op zijn schaatsen stond. Het hof had echter vastgesteld dat dit niet uit het dossier bleek, en dat het niet aannemelijk was dat het letsel door iets anders dan de gedraging van de verdachte was veroorzaakt. De scheidsrechter had de helm van het slachtoffer direct na het incident gecontroleerd en geconstateerd dat het een hoogwaardige helm in perfecte staat was.
Ten slotte werd de klacht tegen de toewijzing van de schadevergoeding verworpen. De steller van het middel voerde aan dat het letsel moest worden toegerekend aan omstandigheden die voor rekening van het slachtoffer kwamen, zoals het inherente risico van vallen, zijn onvermogen om op de been te blijven en de gebrekkige helm. De Hoge Raad stelde vast dat dit verweer niet eerder was gevoerd.