De honkbalvereniging Kinheim, gevestigd in Haarlem, kent een rijke geschiedenis die nauw verweven is met de ontwikkeling van de honkbalsport in Nederland. Van de oprichting in de jaren '30 tot de recente fusieplannen, de club heeft een significante bijdrage geleverd aan het Nederlandse honkbal. Dit artikel duikt in de geschiedenis van Kinheim, waarbij de belangrijkste momenten, figuren en gebeurtenissen worden belicht die de club hebben gevormd.
De Vroege Jaren en Oprichting
De basis voor de huidige Kinheim Honkbal Hoofdklasse werd gelegd in de jaren 30 van de vorige eeuw. In 1935 werd Honkbal Club Kinheim (HCK) opgericht. De club werd vernoemd naar het Kinheimpark, gelegen in Bloemendaal, net over de grens met Haarlem. Kinheim is daarmee een van de oudste honkbalverenigingen in Nederland. Al in de jaren veertig speelde Wim Oosterhof, een naam die onlosmakelijk met Kinheim verbonden is, een rol in de club. Naast honkbal was hij ook actief bij BVC Bloemendaal, waar later ook een succesvolle honkbal- en softbalafdeling ontstond.
Wim Oosterhof: "Mr. Kinheim"
Wim Oosterhof, geboren op 7 januari 1928 in Bloemendaal en overleden op 4 mei, was een ware duizendpoot en een icoon voor Kinheim. Hij was tachtig jaar actief in honkbal en softbal en vervulde talloze functies binnen de vereniging, waardoor hij terecht 'Mr. Kinheim' genoemd kan worden.
Zijn betrokkenheid reikte verder dan Kinheim zelf; hij was bestuurslid van diverse sportorganisaties, waaronder de Koninklijke Nederlandse Honkbal Bond (KNHB), de Nederlandse Amateur Softbal Bond (NASB) en de Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond (KNBSB). Binnen de stad Haarlem vervulde hij als vrijwilliger nog vele functies in zo’n twintig organisaties en stichtingen. Wim was altijd bezig en had veel plezier in zijn administratieve en organisatorische activiteiten.
Na zijn militaire dienst en een periode in Indonesië trad Oosterhof in dienst bij de politie. Na terugkeer in Nederland schreef Oosterhof zich in september 1951 in voor de politie-opleiding in Hilversum. Nadat hij de opleiding twee jaar later succesvol had afgesloten werkte hij aanvankelijk eerst in Den Haag. In 1955 werd hij inspecteur van politie in zijn thuisstad Haarlem. Dat was het begin van een lange loopbaan bij het Haarlemse politie-corps. In 1981-1988 was Wim Oosterhof Commissaris van Politie in Haarlem en tevens waarnemend Hoofdcommissaris. Toen hij in januari 1988 afscheid nam werd het landelijke politie-corps heringedeeld in verschillende nieuwe regios. Zijn organisatorische talenten kwamen niet alleen tot uiting in zijn politiewerk, maar ook in zijn sportieve carrière.
Lees ook: Het leven van Harry Kruyssen
Groei en Ontwikkeling
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog groeide Kinheim uit tot een succesvolle vereniging. In 1948 werd de softbalafdeling opgericht, met Joop van Wendel de Joode en Bep van Beijmerwerdt als belangrijke figuren. Wim Oosterhof vervulde diverse functies, waaronder het beheren van het wedstrijdsecretariaat, en werd in 1956 voorzitter.
HCK (Kinheim) heeft altijd nauwe buitenlandse contacten gehad. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog organiseerde de vereniging wedstrijden tegen Amerikaanse militairen, die waren gelegerd in het toenmalige West-Duitsland. Dat leidde tot jaarlijkse wedstrijden tegen Wiesbaden Flyers. Die ploeg stond onder leiding van de bekende coach Chuck Costello, die een belangrijke rol speelde in de komst van Amerikaanse militaire teams vanuit Europa naar het deelnemersveld van de Haarlemse Honkbal Week in de jaren zestig. De Kinheim-softbalsters speelden verschillende wedstrijden tegen teams van het Springfield College uit de USA. Vanaf de jaren zeventig speelden er geregeld Amerikaanse spelers in het honkbalteam van Kinheim, en de familie Oosterhof stond bekend om hun gastvrijheid. Amerikaanse coaches en spelers vonden vaak een tijdelijk thuis bij de familie Oosterhof in Haarlem. Wanneer de overbekende Amerikaanse coach Bill Arce en zijn vrouw Nancy een bezoek brachten aan Nederlands verbleven zijn bij de familie Oosterhof in Haarlem. Wim Oosterhof probeerde dan ook altijd zo lang mogelijk in contact te blijven met buitenlandse spelers en gasten. Zo bleven Wim en zijn vrouw Hennie ook in contact met oud-speelster Bep van Beijmerwerdt, nadat die in de jaren zestig naar Amerika emigreerde.
De Haarlemse Honkbal Week
Een cruciaal moment in de geschiedenis van Kinheim en het Nederlandse honkbal was de oprichting van de Haarlemse Honkbal Week in 1961. Na het succesvolle Europees Kampioenschap Honkbal in 1958, georganiseerd in Amsterdam, was het Gé Hoogenbos, die vond dat de tijd rijp was voor een groot internationaal toernooi. Gé Hoogenbos, een speler van het Haarlemse HHC (en later EHS), kwam met het idee voor een groot internationaal toernooi en stelde het idee voor aan het Haarlemse Gemeentebestuur, dat gelijk interesse toonde. Met de steun van de Haarlemse wethouder Daaf Geluk werd het eerste toernooi georganiseerd op het Gemeentelijk Sportterrein aan het Badmintonpad, waar ook Kinheim speelde.
Wim Oosterhof was vanaf het begin betrokken bij de organisatie van de Haarlemse Honkbal Week. Hij was verantwoordelijk voor de accommodatie en de contacten met de gemeente. In 1963 werd het Pim Mulier Stadion geopend, dat nog steeds de locatie is van de Honkbal Week en de thuisbasis van Kinheim. Oosterhof was actief of als toeschouwer aanwezig bij alle edities van de Honkbal Week tot en met 2018. Binnen het Organisatie-Comité was Oosterhof ondermeer verantwoordelijk voor de accomodatie, maar ook de contacten met de gemeente. Hij voerde vele gesprekken met de sportwethouders, waaronder de reeds genoemde Daaf Geluk en in latere jaren Piet Voskuilen en Ab van Schooten. Deze besprekingen, plus de plannen van Gé Hoogenbos, leidden in 1962-1963 tot de bouw van het honkbalstadion. Dat was destijds het allereerste honkbalstadion in Europa, compleet met tribunes, een licht-installatie en een scorebord.
De Honkbal Week groeide uit tot een prestigieus toernooi met deelnemende teams van over de hele wereld. De sfeer in het stadion was uniek, met duizenden enthousiaste toeschouwers die genoten van de wedstrijden. In 1963 trouwde Wim Oosterhof met Hennie Kooij, die ook een belangrijke rol speelde in de organisatie van de Honkbal Week. Hun zoons, Willem junior en Onno, speelden beiden voor Kinheim, waarbij Willem junior zelfs in de Hoofdklasse speelde. Hennie Oosterhof blijft tot het begin van de jaren tachtig werkzaam in de permance als ondermeer toernooi-secretaris. De zoons van Wim en Hennie Oosterhof, Willem junior en Onno honkballen eveneens voor Kinheim. Willem junior speelt enige tijd in de hoofdmacht in de Hoofdklasse. Hij is nog altijd actief voor de club, want hij is de penningmeester van de Stichting Vrienden Kinheim met Toine Jager als voorzitter en Kees Tromp als secretaris. Toine’s vader Peter Jager is eveneens vele jaren verenigingsvoorszitter geweest.
Lees ook: Wendy Bussum Honkbal: Jouw nieuwe team?
Bestuurlijke Carrière bij de KNBSB en NASB
Naast zijn activiteiten bij Kinheim en de Haarlemse Honkbal Week, was Wim Oosterhof ook actief in het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Honkbal Bond (KNHB) en de Nederlandse Amateur Softbal Bond (NASB). In 1958 werd Wim Oosterhof de nieuwe secretaris van het Bondsbestuur van de Koninklijke Nederlandse Honkbal Bond (KNHB). Op dat moment is Arie van Driel Krol, ook een club-icoon van HCK, de vice-voorzitter. Eveneens nieuw dat jaar is voorzitter Wout Posthuma als opvolger van Dick Beets. Tot en met 1960 is Oosterhof de secretaris van het KNHB-bestuur dat in deze jaren ondermeer ook bestaat uit Wout Posthuma (voorzitter), Arie van Driel Krol (vice-voorzitter), Jan Hartog (tweede secretaris), Ab Hordijk (penningmeester), Hans Boersma (tweede penningmeester) en Lou Fisser (lid). In deze jaren maakt Oosterhof ook deel uit van een aantal KNHB-commissies. In 1958-1960 is hij de secretaris van de Commissie voor Geschillen samen met Wout Posthuma en Ab Hordijk. In 1958 is hij voorzitter van de Spelregelcommissie met Henk de Ruiter als secretaris en Dick Baas als lid.
Onder het voorzitterschap van Oosterhof groeide het softbal in Nederland. In 1970 fuseerden de KNHB en de NASB tot de Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond (KNBSB). Wim Oosterhof, Marga de Ruiter en Gé Hogenbirk maken ook deel uit van het eerste KNBSB-bestuur met Lex van der Stek als voorzitter. De andere leden zijn Guus van der Heijden, Martin Bremer, Freek Bos, Dirk Molenaar, John Oosterbroek en Ton Pols. In 1972 volgt Theo Vleeshhouwer Bremer op en blijf vele jaren secretaris van de KNBSB. Een jaar later wordt Van der Heijden de nieuwe voorzitter, wat ook het begin is van een periode. Oosterhof maakte deel uit van het eerste KNBSB-bestuur en bleef actief in diverse commissies. Ook internationaal was hij actief, als vice-president van de European Softball Federation (ESF) in 1970 en 1971.
Het Wereldkampioenschap Honkbal 1986
Een ander hoogtepunt in de Nederlandse honkbalgeschiedenis was het Wereldkampioenschap Honkbal in 1986, dat in Nederland werd georganiseerd. In 1984-1987 is Wim Oosterhof de vice-president van de Stichting Wereldkampioenschap Honkbal ’86. De andere leden zijn Guus van der Heijden (president), Piet Tromp, Theo Vleeshhouwer, Gerard Voogd, Dries de Zwaan en Aad van der Elst. Vanwege hun ervaringen is het Organisatie-Comité vrijwel hetzelfde als die van de Haarlemse Honkbal Week. Wim Oosterhof was vice-president van de Stichting Wereldkampioenschap Honkbal ’86 en speelde een belangrijke rol in de organisatie van het evenement. De wedstrijden werden gespeeld in Haarlem, Eindhoven, Rotterdam en Utrecht, met Amsterdam als centrale stad.
Sportieve Successen
Kinheim heeft door de jaren heen diverse sportieve successen gekend. De club werd in 1978, 1994, 2006, 2007 en 2012 kampioen van Nederland. In 2007 prolongeerde Corendon Kinheim het landskampioenschap door met 4-1 te winnen van Konica Minolta Pioniers, waarmee een 3-game 'sweep' werd gecompleteerd en de vierde titel in de clubgeschiedenis werd gepakt. De laatste keer dat een Haarlemse ploeg tweemaal achter elkaar landskampioen werd was Haarlem Nicols, dat in 1988 en 1989 tot deze prestatie kwam. Dit was de vierde 3-game sweep in de geschiedenis van de Series. In juni werd de Europa Cup gewonnen en de ploeg voerde vele aanvallende categoriën aan. Ben Thijssen: ,,Verdedigend speelden we solide, we hadden het hoogste slaggemiddelde en onze pitchingstaf presteerde uitstekend, daarvoor moet ik een compliment maken aan mijn Pitching Coach Eelco Jansen.''
Fusieplannen en de Toekomst
In de recente geschiedenis heeft Kinheim te maken gehad met uitdagingen op sportief en financieel gebied. In 2020 werd er een samenwerking aangegaan met DSS, een andere Haarlemse honkbalclub, met het oog op een mogelijke fusie. De twee teams startten als één gezamenlijk team in de Hoofdklasse, onder leiding van hoofdcoach Michael Crouwel.
Lees ook: Wat is het verschil?
De fusieplannen werden ingegeven door de noodzaak om de krachten te bundelen en de continuïteit van het honkbal in Haarlem te waarborgen. De spelers van beide teams waren bekend met elkaar en de samenwerking verliep voorspoedig. Bij DSS werd unaniem ingestemd met dit plan. Bij Kinheim was een overgrote meerderheid voor. In het najaar van 2020 moet de fusie zijn afgerond. Tot die tijd zijn de eerste stappen op weg naar samenwerking al te zien als combinatieteams van DSS en Kinheim in april aan de nieuwe competitie in de hoofdklasse en de overgangsklasse starten. De twee teams gaan spelen met nieuwe petten en shirts met Haarlem op de borst. De logo’s van Kinheim en DSS komen terug op de mouw. Het is de bedoeling om dan, als volwaardige fusieclub, onder een nieuwe naam aan het seizoen te beginnen. Daarvoor wordt aankomend seizoen de basis gelegd als DSS en Kinheim onder leiding van hoofdcoach Michael Crouwel aan hun eerste gezamenlijke seizoen beginnen.
Glenn Wassink vreest daarbij niet voor de geschiedenis van de twee clubs. “Elke club houdt zijn eigen geschiedenis”, vertelt hij. “Daar verandert niks aan. Kinheim heeft een mooie geschiedenis met kampioenschappen, zowel Europees als nationaal. DSS heeft daarnaast ook een mooie geschiedenis.
Accommodatie
Kinheim heeft vele jaren, wat de speelvelden betreft, een zwervend bestaan geleden. Gestart werd op het "Vlooienveld" in Bloemendaal en, via het Noorder Sportpark, het Badmintonpad, het hockeyveld van HBS, het voetbalveld van Bloemendaal, weer het Noorder Sportpark, de velden bij het Kennemer Lyceum en langs de Zeeweg, kwamen we min of meer definitief terecht aan het Badmintonpad. Dat nu is zeker het geval met Kinheim dat de zo gezellige accommodatie aan het Badmintonpad ontgroeit.
Internationale Contacten
Kinheim heeft bij het aangaan van internationale contacten bepaald niet stilgezeten. In 1953 al ontstonden de eerste contacten met de Amerikaanse troepen in Duitsland en wel de Wiesbaden Flyers. Nadien zijn er, zowel door de honkballers als softbalsters, vele contacten geweest met vooral Amerikaanse teams. Van de 70-er jaren af hebben vele coaches en studenten van het Springfield College (en nabij gelegen Colleges) uit New England een belangrijke rol bij de internationale contacten gespeeld. Maar daar bleef het niet bij. Er werden door de jeugdbesturen uitstekende contacten gelegd met Amerikaanse organisatoren van jeugdtoernooien in Duitsland (Ramstein), terwijl veteranenteams deelnamen aan "seniorentoernooien" op diverse plaatsen in de Verenigde Staten. Ook de softbalsters wisten enige keren de weg te vinden voor "clinics" e.d.
tags: #honkbal #vereniging #kinheim #geschiedenis