Honkbal Vereniging Den Haag: Een Geschiedenis van Storks op de Dedemsvaartweg

Na de Tweede Wereldoorlog leek de net opkomende honkbalsport ten dode opgeschreven. Houten knuppels waren verstookt in de hongerwinter en van het leer van de handschoenen waren schoenen gemaakt. De belangrijkste voorwaarde om een vereniging op te richten was de bondseis van minstens 12 leden. Onder initiatief van Jan Kieft scharrelde het eerste bestuur een paar jaar later de benodigde leden bij elkaar. Zo werd op 15 januari 1952 officieel de nieuwe vereniging Storks opgericht.

Vroege Jaren en Snelle Groei (1952-1964)

Van de 12 leden bij de oprichting in 1952 groeide de vereniging in de jaren daarna snel uit. In 1956 telde Storks 3 honkbalteams en werd er een dames softbalafdeling opgericht. Het eerste team speelde inmiddels in de 3e klasse. De Haagse derby’s werden gespeeld tegen ADO 2 en Laakkwartier 1. In 1959 volgde promotie naar de tweede klasse, mede dankzij een aantal uit de Antillen overgekomen spelers. De opmars hield aan en tien jaar na de oprichting wist Storks de eerste klasse te halen.

Echter, 1964 was een crisisjaar voor Storks, met veel leden die opzegden. Maar kort daarna zette de groei weer door en moest Storks zelfs een ledenstop toepassen. De dames promoveerden naar de hoofdklasse en Storks verhuisde opnieuw.

De Jaren op de Dedemsvaartweg (1965-1975)

Van 1965 tot 1975 deelden ADO en Storks het complex Escamp III op de hoek van de Erasmusweg en de Dedemsvaartweg. Storks was inmiddels de 5e vereniging van Nederland. In dat jaar kwamen 5000 betalende bezoekers naar de wedstrijden. Hoewel de promotiewedstrijden tegen HCAW verloren gingen, kwam Storks door een fusie van 2 andere Hoofdklassers in 1967 toch op het hoogste niveau uit. In 1970 wist Storks daar zelfs tot de 2e plek door te dringen, het hoogste niveau ooit. Tot 1973 wist Storks zich in de Hoofdklasse te handhaven.

Verhuizingen en een 'Retired' Nummer

Storks verhuisde sinds de oprichting nogal eens. Tussen 1952 en 1957 werd gespeeld bij voetbalvereniging Te Werve (Rijswijk) en op het Oostersportpark (Clingendael). In 1957 verhuisde de vereniging naar het VCS terrein (Escamp I). Na de periode op de Dedemsvaartweg nam Storks in 1975 het terrein aan het Schapenatjesduin in gebruik. Op het clubhuis hangt nog steeds het eerste en enige ‘retired’ spelersnummer van Storks: dat is het nummer van Winneke Remmerswaal, die tussen 1970 en 1974 voor Storks uitkwam. Hij vertrok daarna naar Amerika waar hij onder andere uitkwam in de Major League voor de Boston Red Sox. Naast Win Remmerswaal heeft Storks veel spelers gekend die later honk- of softbalinternational werden. Naast deze talenten waren er ook leden die van bijzondere betekenis voor de vereniging zijn geweest.

Lees ook: Het leven van Harry Kruyssen

De Jaren op Kijkduin en Jeugdsuccessen (1975-1989)

Op 7 juni 1975 verhuisde Storks naar het Kijkduincomplex aan het Schapenatjesduin. Een enorme konijnenplaag hield de gemoederen op de kale vlakte de eerste tijd flink bezig. De aanwas van jeugdleden was enorm. Er kwam een interregioteam om talenten te ontwikkelen en Storks kende het eerste peanutballteam.

De degradatie uit de Hoofdklasse deed veel honkbalvedetten naar andere verenigingen vertrekken. Het duurde nog vele jaren voor Storks honkbal weer mee zou doen op landelijk niveau. De gezelligheid werd gedurende een aantal jaren belangrijker gevonden dan de prestaties, zo leek het. Er werd onder meer gedacht om het 35 jarig bestaan op te luisteren met een ‘Lookhill Dome’, een overdekt softbalstadion.

Storks bouwde op Kijkduin vanaf midden jaren zeventig vooral via de jeugd aan nieuwe toekomstige successen. Het Storks Jeugdkamp luidde een nieuwe traditie in die tot vandaag in stand wordt gehouden. In 1979 waren maar liefst 6 jeugdteams kampioen in hun klasse. In 1981 werden de honkbal aspiranten Nederlands kampioen. Als junioren herhaalden ze die prestatie weer in 1983. In 1989 promoveerde Storks Honkbal 1 weer naar de 1e klasse.

Onderhoud, Softbal en Nieuwe Ambities (1985-2017)

Sinds 1985 kende Storks een eigen ploeg voor het onderhoud: Durmazon (Dur Mag Zo Veel Niet). Zij realiseerden een metamorfose van het complex. In 1995 vond de eerste van een serie Haagse Softbaldagen met een internationaal deelnemersveld plaats. Bij 750 jaar Den Haag in 1998 bezochten 5000 bezoekers het toernooi. In datzelfde jaar bereikten de softbalheren de Hoofdklasse.

Vanaf 2007 kwam Storks 1e dames softbalteam uit in de 1e klasse. In 2013 volgde promotie naar de Overgangsklasse. Maar het bleek moeilijk om ieder jaar voldoende training- en coachingstaf te vinden én om het team bij elkaar te houden. Storks had last van de aanzienlijke wervingskracht van de softbalschool en softbalteams van de Blue Angels waardoor de eigen talentontwikkeling telkens stokte. Sinds dit jaar vindt op Storks uitsluitend recreatief softbal plaats.

Lees ook: Wendy Bussum Honkbal: Jouw nieuwe team?

In 2013 zette Storks met het beleidsplan Honkbal in de lift 2013-2017 in op een brede basis met topsportambitie. Dat plan leidde - veel eerder dan verwacht - tot promotie naar de Overgangsklasse in 2015. Al in 2016 kon Storks via play-offs promoveren naar de Hoofdklasse. Maar op dat moment werd dat - financieel en sportief - te risicovol gevonden. Maar als in 2017 de kans zich opnieuw voordeed, besloten het team en het bestuur er samen met de hoofdsponsor Silicon en met hulp van SSK voor te gaan.

Recente Ontwikkelingen en HDV

HDV verhuist op korte termijn van het Zuiderpark naar de voormalige accommodatie van ADO honkbal aan de Steenwijklaan/Dedemsvaartweg. De definitieve verhuizing zal echter later zijn dan gepland. Op de nieuwe accommodatie krijgt HDV de beschikking over twee velden en een verbouwde, aangepaste kantine. Het betreft één kunstgrasveld en één grasveld. De planning was dat het kunstgrasveld medio augustus zou worden opgeleverd. Die termijn is niet gehaald en afgelopen maandag werd de nieuwe kunstgrasmat op diverse punten afgekeurd. Dit vraagt dus extra werk en betekent een latere oplevering. Het vrijgeven van de kantine staat nog steeds gepland voor 14/15 september. Het tweede (gras)veld is ook nog niet beschikbaar, dit wordt hopelijk op maandag 7 oktober vrijgegeven door de gemeente Den Haag. Eén en ander betekent, dat HDV veel wedstrijden buitenshuis moet spelen. Vaak op het veld van de tegenstander (als dat beschikbaar is) of op ‘vreemde bodem’. Diverse wedstrijden zijn al geschrapt, onder meer omdat de jeugdleden ook niet hebben kunnen trainen.

Andere Haagse Honkbalinvloeden: ADO

Hoewel dit artikel zich primair richt op Storks en de Dedemsvaartweg, is het belangrijk om ook de invloed van andere Haagse honkbalverenigingen te erkennen, met name ADO. Het ontstaan van H.s.v. begon met straatvoetbal aan de voet van de Haagsche Toren, kort na 1900. Op het gruis van het Kerkplein bedreven buurtjochies de voetbalsport. In feite was voetbal toen der tijd een elitesport. Nadat in 1879 de eerste voetbalclub in Nederland was opgericht (Haarlemsche Football Club) verrezen ook in Den Haag al ruim voor de 20e eeuw clubs als HVV, HBS en Quick.

Op 01-02-1905 werd een voetbalclub opgericht. De jongens van het “Kerkplein” besloten om Theodorus van Zee te kiezen als voorzitter, C. Wezenberg als secretaris en J. Rooymans tot penningmeester. Bij deze oprichting prijkten er 18 namen op de ledenlijst. De contributie werd vastgesteld op 10 cent voor werkende leden en 5 cent voor ondersteunende leden.

In het eerste seizoen (1905-1906) werd ADO ingedeeld in de 3e Klasse van de Haagsche Voetbal Bond en ontmoette daarin; DVV 2, Concordia 3, HBS 5 en HVV 4. ADO ging voetballen op het Malieveld en na die allereerste acht wedstrijden eindigde ADO met 6 punten uit 8 wedstrijden (3x winst en 5x verlies) en een doelsaldo van 26 voor en 40 tegen op de 3e positie van de ranglijst.

Lees ook: Wat is het verschil?

Zoals gezegd begon Hsv ADO met voetballen op het Malieveld totdat echter de veldwachters hen daar verjoegen. Vervolgens vertrok men in dit seizoen naar een schuttersvlakte bij Klein Zwitserland en vervolgens naar het Westbroekpark in Scheveningen. Het was echter niet allemaal “rozengeur en maneschijn” binnen de vereniging. Veel leden betaalde n.l. hun contributie niet en ondermijnden derhalve de financiële basis van de nog zo jonge, kwetsbare vereniging. De voetbalvereniging ADO kwam hierdoor zo in financiële nood dat er werd besloten om in het seizoen 1906-1907 slechts in naam te laten bestaan en er dus niet gevoetbald werd.

Eenmaal genezen van de eerste “kinderziekte” kwam ADO in het seizoen 1907-1908 weer terug op de velden. de club was in die tijd nog steeds op zoek naar een eigen legaal (gehuurd) stukje grond. Dat werd op een gegeven moment gevonden op Oud-Hanenburg in de nabijheid van het grote Quick. De financiën van ADO waren in die tijd eindelijk toereikend om de grond van boer Buytelaar voor 40 gulden te huren. ADO werd in seizoen 1907-1908 weer, samen met HVV 5, UD 2, Voorwaarts 3, DOS 2 en Ajax 2 (Leiden) ingedeeld in de 3e Klasse HVB en wist hierin gelijk kampioen te worden. Dit allereerste kampioenschap van ADO kreeg weldra nog meer glans toen Delfia (de kampioen van de andere 3e Klasse) met 3-2 werd verslagen. ADO mocht zich hierdoor de sterkste 3e Klasser van het seizoen 1907-1908 noemen. Het besluit om niet te willen promoveren bleek echter in het seizoen 1908-1909 een verkeerde gedachte geweest want tijdens dit seizoen bleek ADO veruit de sterkste.

De extra promotie die de HVB voor ADO had ingesteld pakte wederom goed uit. De suprematie vertoonde ADO ook in het seizoen 1909-1910 want ook in dit seizoen eindigde ADO bovenaan de 1e Klasse. Vervolgens moest ADO aantreden tegen de vv Berenstein, de kampioen van de 1e Klasse B. De vv Berenstein was een club van kostschooljongens uit Voorschoten. ADO won weliswaar de eerste wedstrijd met 6-3 maar verloor de terugwedstrijd met maar liefst 8-2. In de derde wedstrijd won Berenstein wederom (5-1), waardoor ADO naast de algehele titel van de HVB greep. Het recht om over te stappen naar de Nederlandsche Voetbal Bond gaf ADO weer eens veel denkwerk. Andermaal besloot men dan toch maar om niet te promoveren.

Het vlaggenschip van Hsv ADO werd in deze Klasse, met merendeels sterke tegenstanders, “slechts” derde op de eindranglijst. Beter dit seizoen deed het tweede elftal van Hsv ADO het. Op schitterende wijze wist men namelijk beslag te leggen op het kampioenschap van de 2e Klasse A. Hsv ADO schreef overigens voor dit seizoen voor het eerst drie seniorenelftallen in voor de zondagcompetitie. In het seizoen 1911-1912 deed zich het merkwaardige feit voor dat zowel het eerste- en het tweede elftal van Hsv ADO in de 1e Klasse van de HVB speelde. Het derde elftal van ADO deed dit seizoen niet mee aan de competitie.

Het seizoen 1912-1913 werd voor Hsv ADO een jaar van ongeëvenaarde successen want naast het kampioenschap van het eerste elftal wist ook Hsv ADO 2 kampioen te worden. Om dit seizoen compleet te maken maakte het derde elftal van Hsv ADO het succes compleet door de titel te veroveren in de 3e Klasse. Zoals gezegd, in het seizoen 1913-1914 maakte ADO dan toch de overstap naar de N.V.B. Behalve de stap naar de Landelijke Bond voltrokken zich voor ADO in seizoen 1913-1914 meer belangrijke gebeurtenissen. Er moest weer worden verhuisd, ditmaal naar een terrein aan de Westduinen. Bovendien werd het tenue weer veranderd. ADO ging spelen in (jawel!) een rood-groen shirt en een witte broek. ADO ‘s debuut in de Nederlandse Voetbal Bond was bijzonder fraai want het ene succes volgde op het andere en nagenoeg alle tegenstanders werden zodoende stuk voor stuk aan de zegekar gebonden. In verband met deze prestaties genoot Hsv ADO ondertussen steeds meer van publieke belangstelling.

Na het behalen van het afdelingskampioenschap moest ADO in een halve competitie tussen de andere kampioenen in de 3e Klasse, te weten Hilversum, Victoria, Fortuna, WFC, Hermes en Schoten, uit gaan maken welke verenigingen in aanmerking zouden komen voor het spelen voor promotie naar de 2e Klasse N.V.B. Nadat ADO de beslissende wedstrijd tegen Fortuna met 2-0 had gewonnen, bezette men achter Hilversum en Victoria de derde positie. Al lange tijd broeide er wat tussen een aantal grote Europese landen en in augustus 1914 ontbrandde hierdoor een grote Wereldoorlog. In luttele dagen stond een groot deel van Europa in vuur en vlam en de kans was groot dat ook Nederland in deze Eerste Wereldoorlog zou worden meegesleept. De Nederlandse regering nam daardoor het besluit om tot algehele mobilisatie over te gaan ter verdediging van onze neutraliteit. Hierdoor moesten ook veel ADO-voetballers hun militaire pak aan trekken en zich naar hun garnizoensplaats afreizen. Ondertussen was het al oktober geworden en in verband met het feit dat het grootste gedeelte van alle voetballers in Nederland onder de wapenen stond nam de N.V.B. het besluit tot het instellen van een zogenaamde noodcompetitie. Er werd dus niet gespeeld in een gewone competitie maar er werden geheel op zichzelf staande groepen clubs geformeerd.

Nog steeds hadden tal van spelers van ADO hun militaire verplichtingen te vervullen en konden daardoor regelmatig voor hun club uitkomen. Hierdoor kwamen de elftallen van ADO regelmatig onvolledig in het veld. Van de 8 wedstrijden wist ADO er uiteindelijk slechts 2 te winnen, 2 gelijk te spelen en werd er 4 keer verloren. Met 6 punten en een doelsaldo van 11 voor en 12 tegen eindigde men dan ook op de voorlaatste plaats en hield hiermee BMT met slechts 1 punt verschil onder zich. Een moedige kapitein moest ADO weer door de zeer woeste baren leiden en hiermee vele klippen omzeilen. Zo’n iemand was Theodorus van Zee die al had bewezen in ADO’s eerste levensjaren zeer bedreven te zijn. Daarom keerde de heer Van Zee weer terug als voorzitter maar om gezondheid redenen moest hij 2 jaar later (in 1917) zijn functie echter weer neerleggen.

Gelukkig viel het qua resultaten allemaal gelukkig mee voor Hsv ADO 1 want met 14 punten (5x winst, 4 gelijke spelen en 3 nederlagen) en een doelsaldo van 24 voor en 21 tegen, eindigde men samen met VFC op een knappe gedeelde tweede positie. In dit seizoen nam Hsv ADO 1 ook weer deel aan de strijd om de NVB-Beker. In de 3e Klasse NVB, met daarin de tegenstanders Delfia, DVC, Excelsior, Geel-Zwart, ODS, TOGO en Transvalia, kende ADO eindelijk weer wat meer succes.

De 3e Klasse B bestond naast Hsv ADO verder uit Celeritas, Delfia, Geel-Zwart, Graaf Willem en Steeds Hooger. De zoveelste verhuizing van Hsv ADO kon de pret echter niet drukken want in dit seizoen had het eerste elftal weer eens het genoegen op het kampioenschap te veroveren. Het kampioenschap kreeg een extra glans door promotie naar de 2e Klasse. Na de promotie in seizoen 1918-1919 werd Hsv ADO ingedeeld in de Westelijke 2e Klasse C van de N.V.B.

De Jaren '20 en Verhuizing naar het Zuiderpark

Ook in het seizoen 1919-1920 kende Hsv ADO een glorierijk en buitengewoon succesvol seizoen. Na afloop van het seizoen 1919-1920 stoomde ADO 1 als kampioen van de Westelijke Tweede Klasse C door naar de overgangsklasse. Daarin zou ADO overigens een zwaar bestaan gaan leiden wat uitmondde in degradatie in seizoen 1922-1923 naar de 2e Klasse. Wel werd er in dit seizoen (wederom) de HVB beker gewonnen, ditmaal door in de finale Scheveningen met 4-2 te verslaan. Sinds het seizoen 1919-1920 had ADO voor het eerst een officiële adspiranten(jeugd)-afdeling. A. van Leersum was een van de eersten, die zich hier serieus mee bezig hield. Zijn opvolger Han Nijhuis ontpopte zich als pionier van ADO’s adspirantenafdeling en hij trainde de “spruiten” dan ook zelf. Later werd hij hierbij bijgestaan door ADO’s hoofdtrainer John Donaghy. De Pinksterdagen van 1921 leverden voor de historie van ADO wel een opmerkelijk feit op. Toen speelde ADO immers voor het eerst buiten de landgrenzen. Er werd n.l. een trip gemaakt naar Duitsland en gespeeld tegen vv Sterkrade en Lüdenscheid.

Helaas bivakkeerde het eerste elftal bijna het gehele seizoen in de onderste regionen van de ranglijst. De afdaling naar de 2e Klasse betekende in feite een kleine stap terug maar de degradatie tastte het verenigingsleven niet aan. ADO toonde veerkracht door de in 1921 begonnen interne ontwikkeling gewoon voort te blijven zetten. Het ledental was inmiddels gegroeid tot boven de honderd, dit gold ook voor het aantal donateurs. ADO had nu nog maar één wens en dat was z.s.m. weer de 1e Klasse te bereiken. Op 6 februari 1923 werd Chr. Leurs tot nieuwe voorzitter van ADO gekozen. In het seizoen 1924-1925 zag ADO haar grote wens bijna uitkomen. ADO haalde de promotie/degradatie-competitie om één plaats in Neerlands voetbalwalhalla. Binnen de voetbalvereniging ADO ontstond er overigens steeds meer behoefte aan een clubblad, dat de band tussen bestuur en leden zou moeten gaan verstevigen. Op 1 september 1925 was het dan ook zover en verscheen het eerste nummer van de ADO Post, HET clubblad van ADO.

In 1925 moest ADO wederom verhuizen, ditmaal echter voor de allerlaatste keer. ADO verhuisde n.l. naar het Zuiderpark waar ADO later een begrip zou gaan vormen en vooral landelijke bekendheid zou gaan krijgen. Op 18 oktober 1925 opende wederom wethouder P.Drooglever Fortuyn officieel het nieuwe complex van ADO in het Zuiderpark waar de club maar liefst drie velden tot zijn beschikking kreeg. De beste speler van ADO, Wim Tap, mocht in 1925 zelfs debuteren in het Nederlands-elftal. In het seizoen 1926-1927 meldde ADO zich wederom aan de poort van het voetbalwalhalla.

tags: #honkbal #vereniging #den #haag #dedemsvaartweg