Hockey is een populaire sport in Nederland, gespeeld op (kunst)gras met een stick en een bal. Het doel is simpel: meer doelpunten scoren dan de tegenstander. Om het spel eerlijk en veilig te houden, zijn er spelregels. In dit artikel worden de belangrijkste regels van hockey in Nederland uiteengezet, van de basisprincipes tot specifieke situaties zoals strafcorners en shoot-outs. De Nederlandse hockeyregels worden opgesteld door de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB), die zich grotendeels richt naar de internationale regels van de International Hockey Federation (FIH).
De Basis van het Spel
Net als bij voetbal spelen twee teams van elk elf spelers tegen elkaar. Er mag onbeperkt gewisseld worden. Alle spelers hebben een stick en de bal mag alleen met de platte kant van de stick worden gespeeld. Het is verboden de bal met de voet of andere lichaamsdelen te spelen.
Een doelpunt is geldig als de bal binnen de cirkel (het doelgebied) is geraakt door een speler van de aanvallende partij en vervolgens volledig over de doellijn is gegaan.
Speelduur en Scheidsrechters
Een hockeywedstrijd op het hoogste niveau (Hoofdklasse en internationale toernooien) duurt vier keer vijftien minuten. De tijd wordt stopgezet wanneer het spel stilligt. Op alle andere niveaus duurt een wedstrijd vier keer 17,5 minuten.
De wedstrijd wordt geleid door twee scheidsrechters, elk verantwoordelijk voor een helft van het veld.
Lees ook: Een diepgaande blik op de historische prestaties van het Duitse Dames Hockeyteam.
Het Speelveld en de Doelen
Een hockeyveld is 91,40 meter lang en 55 meter breed. Het veld is verdeeld door een middenlijn. Elke speelhelft heeft een 23-meterlijn en de cirkel rond de doelen heeft een straal van 14,63 meter. De doelen zijn 3,66 meter breed en 2,14 meter hoog.
De Hockeystick en de Bal
Een hockeystick heeft een kromme haak aan de onderkant, met een bolle en een platte kant. De bal mag alleen met de platte kant worden gespeeld.
Spelers en Posities
Een hockeyteam bestaat uit maximaal elf spelers in het veld: een keeper en tien veldspelers.
Basisregels Tijdens het Spelen
Veldspelers mogen de bal niet met hun voeten spelen, of met enig ander lichaamsdeel. Alleen de keeper mag handen en voeten gebruiken om de bal in de eigen cirkel te stoppen. Een scoop is een scheppende beweging met de stick om de bal omhoog te spelen.
Scoren
Een veldgoal wordt gescoord tijdens het spel. Een doelpunt telt alleen als de bal volledig over de doellijn is gegaan.
Lees ook: De evolutie van hockey: een gedetailleerde analyse
Specifieke Spelsituaties
Strafbal
Een strafbal is vergelijkbaar met een strafschop bij voetbal. De bal wordt op een strafstip gelegd, 6,40 meter voor het doel. Een speler van het aanvallende team probeert te scoren met één push, verdedigd door de keeper. Alle andere spelers moeten achter de 23-meterlijn staan.
Een strafbal wordt toegekend als het verdedigende team een overtreding maakt in de eigen cirkel of een zware overtreding binnen het 23-metergebied.
Strafcorner
Een strafcorner wordt toegekend aan de aanvallende partij als het verdedigende team een overtreding begaat in de eigen cirkel of een zware overtreding binnen het 23-metergebied. Een aanvaller staat met de bal op de achterlijn, minimaal 9,10 meter van de dichtstbijzijnde doelpaal, en pusht de bal naar zijn mede-aanvallers buiten de cirkel. Tot de strafcorner is genomen, mogen de aanvallers niet in de cirkel komen. Maximaal vijf verdedigers, inclusief de keeper, verdedigen de strafcorner vanaf de achterlijn. Alle andere spelers van het verdedigende team moeten achter de middenlijn staan.
Zodra de aanvaller de bal heeft gespeeld, mogen de verdedigers de cirkel inlopen om de bal te onderscheppen. De aanvallers moeten de bal eerst buiten de cirkel stoppen. Als het eerste schot op doel een slag is, mag de bal niet hoger dan 46 centimeter van de grond komen (de hoogte van de zij- en achterschotten van het doel).
Shoot-Outs
Als de stand gelijk is na de reguliere speeltijd en eventuele verlenging in belangrijke kampioenschappen of toernooien, worden shoot-outs genomen. Een shoot-out is een één-tegen-één duel tussen een speler en de keeper. De speler start op de 23-meterlijn en heeft acht seconden om te scoren.
Lees ook: Een overzicht van de carrière van Chloe Hockey en haar bijdrage aan het Nederlandse hockey.
Historische Context
Vroeger speelden Nederlandse hockeyers met andere regels dan andere landen. Hun stick had twee platte kanten en de bal was van gevlochten touw en canvas. De bal was groter, lichter en oranje, vandaar de naam "sinaasappel". Spelers mochten de bal met de voet stoppen en de tegenstander met de stick haken. Deze regels waren onhandig in internationale wedstrijden, vooral toen het Nederlandse heren hockeyteam wilde deelnemen aan de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam.