Hockey Drijftechnieken: Een Uitgebreide Gids

Hockey is een dynamische en technische sport die een breed scala aan vaardigheden vereist. Drijftechnieken zijn essentieel voor het beheersen van de bal en het manoeuvreren op het veld. Dit artikel biedt een diepgaand overzicht van verschillende hockey drijftechnieken, van basisvaardigheden tot geavanceerde manoeuvres.

Basis Drijftechnieken

  • Eenhandig drijven: Dit is het voortbewegen van de bal met één hand aan de stick, meestal gebruikt bij het rennen met de bal over langere afstanden of in situaties waar snelheid belangrijk is. Als je net begint met hockeyen, is het beter om eerst goed te leren drijven met twee handen.
  • Afhouden: Om te zorgen dat een tegenstander de bal niet kan afpakken, kun je hiervoor je lichaam gebruiken. Je staat dan met je rug naar de tegenstander en je hebt de bal voor je. Let hierbij op dat je de bal in beweging houdt, anders ben je aan het afhouden.

Tactische Spel Elementen

  • Give and go: Een give and go is een loopbeweging waarbij een speler de bal eerst snel naar een teamgenoot passt en vervolgens direct in beweging komt om de bal weer terug te ontvangen. Dit zorgt voor snelheid in het spel en het omzeilen van verdedigers.
  • In-out: De in-out is een loopbeweging zonder bal. Hierbij loop je eerst naar binnen en vervolgens trek je een sprintje naar buiten. Als het goed is verplaatst een verdediger zich nu ook naar buiten. Zo creëer je ruimte voor je medespelers mét de bal om een aanvallende actie te maken.
  • Kaatsen: Kaatsen is een techniek waarbij je de bal in één keer doorspeelt zonder deze eerste aan te nemen. Als je de bal snel wil doorspelen om een verdediger te omzeilen, probeer dan eens een kaats.
  • Looplijn: Een looplijn is de route die de een speler neemt om vrij te lopen en aanspeelbaar te zijn. Speelt jouw team een bepaalde tactiek, dan zullen hier ook ‘vaste’ looplijnen bij horen.
  • Omschakelen: Omschakelen is het snel switchen tussen aanvallen en verdedigen. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een team de bal verliest en direct druk zet om de bal terug te winnen, of andersom, wanneer ze de bal veroveren en snel proberen aan te vallen.
  • Uitverdedigen: Hierbij wordt het spel hervat met een opbouw vanuit achter. Het doel is om de bal richting het middenveld en de aanvallers te spelen. Vanuit hier wordt dan weer een aanval opgebouwd.

Speciale Situaties en Technieken

  • Bully: Wanneer een wedstrijd tijdelijk stil wordt gelegd, bijvoorbeeld in het geval van een blessure, wordt de wedstrijd hervat met een bully. Hierbij hebben beide teams de kans om de bal te krijgen. Bij een bully ligt de bal tussen twee spelers in, van elk team eentje. Beide spelers hebben hun stick op de grond. Zodra de scheidsrechter fluit, tikken de spelers met de sticks tegen elkaar boven de bal. Wie het snelst is, kan vervolgens de bal spelen en zo gaat het spel weer verder.
  • Corner: Bij hockey kennen we twee soorten corners: de lange corner en de strafcorner.
    • Lange corner: Wanneer het verdedigende team de bal als laatste aanraakte als de bal over de achterlijn gaat, dan is de bal voor het aanvallende team. De bal wordt genomen op de 23-meterlijn, tegenover de plek waar de bal over de achterlijn ging. Voorheen werd de bal in de hoek van het veld genomen, hier komt ook de term ‘lange corner’ vandaan.
    • Strafcorner: Wanner een speler een onopzettelijke overtreding binnen de eigen cirkel begaat, de bal opzettelijk over de eigen achterlijn speelt of een opzettelijke overtreding maakt op de tegenstander binnen het 23m gebied, wordt er een strafcorner toegekend aan de aanvallende partij. Hierbij staan vier spelers en de keeper van de verdedigende partij in het doel. De rest moet achter de middenlijn staan. Deze spelers mogen pas helpen verdedigen als de bal gespeeld is. De aanvallende spelers staan tactisch opgesteld langs de cirkellijn. Eén speler van de aanvallende partij mag de bal spelen vanaf het strafcornerstreepje. De bal moet vervolgens buiten de cirkel aangenomen worden door een andere speler weer de cirkel in gespeeld worden om te kunnen scoren.
  • Dummy: Een dummy is een schijnbeweging waarbij een speler doet alsof hij een bepaalde kant op gaat of een bepaalde actie gaat uitvoeren, maar uiteindelijk een andere kant op gaat of iets anders doet. Dit wordt gebruikt om de tegenstander te misleiden en ruimte te creëren.
  • Flatsen: Flatsen is een techniek waarbij de bal hard gespeeld kan worden om middellange tot lange afstanden te overbruggen. Je hebt hierbij beide handen bovenaan je stick. Je maakt een achterzwaai waarbij de stick over grond gaat. Hiermee zet je kracht achter de bal en kan je hard flatsen.
  • Haringtruc: De haringtruc is een passeertechniek. Hierbij speel je de bal rechts langs je tegenstander, maar loop je zelf links langs je tegenstander, zodat je weer in balbezit komt.
  • Jab: Een jab is een snelle prikbeweging met de stick om de bal van een tegenstander af te pakken. Het is een efficiënte manier om balbezit te veroveren zonder direct fysiek contact te maken.
  • Neerhalen: Neerhalen is een term voor het onreglementair stoppen van een tegenstander door deze onderuit te trekken of te duwen. Dit wordt bestraft met een vrije slag of, in ernstige gevallen, een strafcorner of strafbal. Hockey is geen contactsport. Duwen en trekken, zoals we bij voetbal vaak zien, is niet toegestaan.
  • Push: Een push is een pass waarbij de bal met een duwbeweging wordt gespeeld. Dit is een nauwkeurige manier om de bal te verplaatsen.
  • Quick pass: Een snelle, korte pass die wordt gebruikt om de bal snel naar een teamgenoot te verplaatsen.
  • Rebound: Een rebound is wanneer de bal na een schot op doel weer het veld in komt, bijvoorbeeld na een redding van de keeper. Spelers moeten alert zijn om de bal in deze situatie snel op te pikken en opnieuw een kans te creëren.
  • Scoop: Een scoop is een techniek waarbij de bal met een scheppende beweging de lucht in wordt gespeeld. Dit wordt gebruikt om de bal over langere afstanden of over tegenstanders heen te verplaatsen. Bij de jongste jeugd wordt dit niet gedaan, omdat het gevaarlijke situaties oplevert.
  • Tackleback: Een tackleback is een verdedigende loopactie. Hierbij verliest het aanvallende team de bal. Ze moeten dus omschakelen en snel weer verdedigen. Dit vereist snelheid en doorzettingsvermogen om de bal snel weer in bezit te krijgen.
  • Verkorte slag: De verkorte slag is een korte en snelle slagtechniek die gebruikt wordt om de bal nauwkeurig over korte afstanden te spelen. Dit wordt vaak toegepast bij het passen in drukke situaties.

Verdedigende Strategieën

  • Mandekking: Mandekking houdt in dat elke speler verantwoordelijk is voor één specifieke tegenstander. Dit vereist goede communicatie en positionering om te voorkomen dat tegenstanders vrij komen te staan.
  • Zonedekking: Zonedekking is een verdedigende strategie waarbij spelers verantwoordelijk zijn voor een specifiek gebied in plaats van een specifieke tegenstander. Dit vereist goede communicatie en teamcohesie om effectief te zijn.

Overige Termen

  • Wisselen: Wisselen is het wisselen van spelers tijdens de wedstrijd. Bij hockey mag dit gelukkig ongelimiteerd. Zo heb je altijd 11 spelers in het veld die vol zijn van energie. En dat is ook nodig, want hockey is een snelle sport.

Conclusie

Het beheersen van hockey drijftechnieken is cruciaal voor succes in deze sport. Van basisvaardigheden zoals eenhandig drijven tot geavanceerde tactieken zoals de haringtruc, elke techniek draagt bij aan de algehele prestatie van een speler. Door deze technieken te oefenen en te begrijpen, kunnen hockeyers hun vaardigheden verbeteren en effectiever spelen op het veld.

Aanvullende Informatie

Voor alle hockeyspullen kun je terecht bij sportwinkels zoals DAKA. Hier kunnen hockeyexperts je helpen bij het vinden van de juiste hockeyspullen.

Werkwoordspelling bij uit het Engels geleende werkwoorden

Werkwoorden die geleend zijn uit het Engels, vervoeg je volgens de Nederlandse regels. De Nederlandse regels voor de werkwoordspelling zijn een vast systeem. Hieronder staat meer uitleg over de vervoeging van werkwoorden als faxen, racen, streamen, timen, grillen en leasen.

Werkwoorden van het type faxen zijn vergelijkbaar met een Nederlands werkwoord als beheksen. De Nederlandse werkwoordsuitgang komt direct achter de stam fax of beheks. Het is ik beheks - jij/hij behekst - behekste - behekst en dus ook ik fax - jij/hij faxt - faxte - gefaxt. Het ezelsbruggetje van ’t kofschip (dat helpt bij het afleiden van de juiste verledentijdsvorm) werkt ook bij uit het Engels geleende werkwoorden.

Lees ook: Een diepgaande blik op de historische prestaties van het Duitse Dames Hockeyteam.

Dit type is vergelijkbaar met het vorige type, alleen is er nu een extra e in de vervoegingen nodig (race is de stam). Hij ract is namelijk niet goed herkenbaar en wordt ook niet goed uitgesproken. De e blijft dus staan in de vervoegingen: ik race - jij/hij racet - racete - geracet. Voor de verleden tijd is ook nu de ezelsbrug van ’t kofschip bruikbaar: de laatste klank van de stam is de stemloze [s]-klank.

Werkwoorden van het type streamen, zijn vergelijkbaar met Nederlandse werkwoorden als remmen. Net zoals het ik rem - jij/hij remt - remde - geremd is, is het ik stream - jij/hij streamt - streamde - gestreamd.

Dit type is vergelijkbaar met streamen, maar nu is er weer een extra e nodig. Jij timt is immers niet duidelijk; de eind-e is onmisbaar in de stam.

Als de dubbele medeklinker niet bepalend is voor de uitspraak van de klinker in de stam, vervalt die volgens de officiële regels altijd: grilt - grilde - gegrild, strest - streste - gestrest. In de praktijk komen grillt - grillde - gegrilld en stresst - stresste - gestresst echter vaak voor. Veel taalgebruikers leggen namelijk een verband met de zelfstandige naamwoorden de grill en de stress, waar de l en de s wel verdubbeld worden.

Bij sommige woorden kan in de verleden tijd en het voltooid deelwoord zowel een d als een t voorkomen, omdat er twee uitspraken mogelijk zijn. Dat is bijvoorbeeld zo bij bridgen, leasen en surfen: bridgede - gebridged én bridgete - gebridget zijn goed. Bij werkwoorden als googelen/googlen en sampelen/samplen zijn er ook twee mogelijkheden.

Lees ook: De evolutie van hockey: een gedetailleerde analyse

Hieronder staat een lange lijst werkwoorden die zijn afgeleid van Engelse werkwoorden mét hun vervoeging.

Lees ook: Een overzicht van de carrière van Chloe Hockey en haar bijdrage aan het Nederlandse hockey.

tags: #hockey #drijven #technieken #engels