Haagse Hockey Geschiedenis: Een Rijke Traditie

Den Haag, een stad bekend om zijn politieke hart en culturele diversiteit, heeft ook een rijke historie in de hockeywereld. Van de eerste demonstratiewedstrijden op landgoederen tot de successen in de hoofdklasse en internationale toernooien, de Haagse hockeyclubs hebben een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de sport in Nederland. Dit artikel duikt in de geschiedenis van het Haagse hockey, belicht enkele belangrijke clubs en momenten, en geeft een beeld van de passie en traditie die deze sport in de stad heeft opgebouwd.

De Vroege Jaren: Van Landgoederen tot de Eerste Clubs

De eerste stappen van hockey in Den Haag werden gezet in de late 19e eeuw. Op 14 november 1897 vond er een hockeydemonstratie plaats op Landgoed Clingendaal. Dit landgoed, halverwege de 19e eeuw, was eigendom van Arnoud Nicolaas Justinus Maria baron van Brienen van de Groote Lindt, een prominent figuur in de sportwereld van die tijd. Hij was onder andere voorzitter van de Nederlandsche Harddraverij en Renvereeniging en had contacten met het Koninklijk Huis.

De baron bracht verschillende werelden samen en legde zo de basis voor hockey in Den Haag. Omdat er nog geen Haags team was, werden de Haarlemmers uitgenodigd voor de demonstratiewedstrijd. Ondanks het feit dat sommige studenten voor het eerst hockeyden, wonnen de Haarlemmers slechts met 5-3. Het doel was echter niet zozeer de uitslag, maar vooral het introduceren van hockey in Den Haag.

Dit initiatief was succesvol, want al snel werd de Haagsche Hockey Bandy Club opgericht. De club werd bestuurd door een bestuur bestaande uit Mr. N. A. M. van Aken (president), Mr. M. H. van Oosterzee (vice-president), Jhr. Mr. H. E. E. Röell (secretaris), Jhr. R. Stoop (penningmeester), J. D. P. ten Bosch (commissaris van het materieel), en Mr. C.

HGC: Een Eeuw van Hockey in Den Haag

Een van de meest prominente hockeyclubs in Den Haag is HGC (Haagsche Golf & Country Club). Deze club, met een rijke historie, heeft in de loop der jaren verschillende namen gehad als gevolg van fusies. Met een bestaan van meer dan 100 jaar is HGC een gevestigde naam in de hockeywereld.

Lees ook: HVV Quick: Van cricket tot voetbal

Na het 75-jarig bestaan schreef de club geschiedenis toen zowel de mannen als de vrouwen actief waren in de hoogste divisie, de Hoofdklasse. In de afgelopen jaren hebben de mannen en vrouwen van HGC mooie resultaten behaald, waaronder meerdere landskampioenschappen en internationale successen.

De laatste jaren strijden vooral de HGC-mannen mee om de prijzen in de Hoofdklasse. In 2010 eindigden ze als tweede in de Hoofdklasse en in 2011 won het eerste team de Euro Hockey League.

HDM: Meer dan een Haags-Delftse Mix

Een andere belangrijke club in de Haagse hockeywereld is HDM (Haagsche Delftsche Mixed). Ondanks de naam is de club altijd "honderd procent Haags" geweest. HDM heeft een lange en succesvolle geschiedenis, met landskampioenschappen voor de heren in 1924, 1930, 1931, 1935, 1936, 1941 en 1942 (veld) en 1995, 2006, 2011 en 2023 (zaal). De dames werden landskampioen zaal in 1977, 1978, 1981, 1985 en 2019.

HDM biedt hockey aan voor alle leeftijden, van Funkey Hockey voor 4-jarigen tot Walking Hockey voor 80-jarigen. De club is ook actief in de buurt, met buurthuisactiviteiten die in 2009 begonnen en officieel werden in 2014. Elk jaar organiseert HDM het Jeugd Internationaal Paas Hockey Toernooi (JIPHT), dat inmiddels al meer dan 25 keer heeft plaatsgevonden.

Met zo'n 2000 leden is HDM een grote en levendige vereniging. De tribune werd gebouwd in 1970 en in het verleden was er een zwembad op de plek van het huidige miniveldje. Er werd zelfs cricket gespeeld op HDM in de zomer. De club heeft ook een eigen clublied.

Lees ook: Een diepgaande blik op de historische prestaties van het Duitse Dames Hockeyteam.

HDS: Van Schoolteam tot Geïntegreerde Club

HDS (Houdt Dapper Stand) is een andere Haagse hockeyclub met een rijke historie. De club werd opgericht op 13 mei 1933, nadat Gerard Lieffering, een leerling van de Haagse Detailhandel School (HDS), een poster had opgehangen om mensen te vinden die mee wilden doen aan de oprichting van een echte club.

HDS ondervond in de beginjaren tegenwerking van de gevestigde Haagse clubs, die de club belemmerden om deel te nemen aan de nationale competitie. Dit had te maken met de Corinthian-gedachte, die in die tijd heerste en waarbij de "hoge waarden" van het zuivere amateurisme werden bewaakt. De gevestigde clubs waren bang dat clubs "die het beschavingspeil van de gevestigde hockeyclubs dreigen aan te tasten" te populair zouden worden.

Dankzij de bemiddeling van andere belangrijke clubs in het land, zoals de Amsterdamse H&BC, kon HDS in 1937 eindelijk deelnemen aan de reguliere competitie. Na verschillende verhuizingen kreeg HDS in 1974 een prachtig complex aan de andere kant van Den Haag aangeboden.

HDS is inmiddels een belangrijk onderdeel van de Haagse hockeycultuur geworden. Oud-premier Ruud Lubbers was zelfs aanwezig bij een hockeywedstrijd waarin zijn dochter meespeelde. De strubbelingen van veertig jaar daarvoor zijn al lang vergeten.

IJshockey in Den Haag: Een Bloeiperiode in het Midden van de Eeuw

Hoewel dit artikel zich voornamelijk richt op veldhockey, is het belangrijk om ook de geschiedenis van het ijshockey in Den Haag te belichten. In de periode 1951-1964 beleefde het Haagse ijshockey een absolute bloeiperiode, terwijl de sport landelijk gezien juist achteruitging.

Lees ook: De evolutie van hockey: een gedetailleerde analyse

Wedstrijden om de West-Europacup werden gespeeld voor volle tribunes. Haagse teams, met sterke "imports" zoals Pat Adair, Carl Foster en Ron Naud, behaalden opmerkelijke prestaties. Zo won HIJS Hokij in het seizoen 1962-1963 alle 33 wedstrijden die ze speelden, zowel in Den Haag als in Europa.

HIJS Hokij bleef ook in de vier seizoenen daarna superieur en won alle acht wedstrijden in de dubbele competitie. Naast de eerder genoemde Pat Adair en Carl Foster maakten Haagse vedetten als Arie Klein, Wil Ooms, Rudi Bakker, Cyriel van Dijk, Joop Manuel en Wil van Dommelen deel uit van dat kampioensteam.

Het Haagse ijshockey leverde ook een belangrijke bijdrage aan het Nederlands team. Met H.H. & IJ.C. als enige fakkeldrager lag Oranje's eer in Haagse handen. De Hagenaars wisselden eenvoudig het eigen shirt voor het Oranje hemd en er stond een Nederlands team op het ijs.

Internationale Betrekkingen en Memorabele Momenten

Het Nederlandse hockey heeft door de jaren heen sterke banden gehad met het buitenland, met name met België. De Derby der Lage Landen sierde jarenlang de kalender, waarbij België fungeerde als tegenpartij in meer dan de helft (23) van de eerste 45 interlands. Dit was te danken aan de lage reiskosten en het geringe krachtsverschil.

In 1950 nam Nederland deel aan het wereldkampioenschap in Londen. Ondanks nederlagen tegen Zweden en de Verenigde Staten, werd er gewonnen van Frankrijk en eervol verloren van België. Tijdens een interland in Tilburg in 1951 tegen Noorwegen werd 'per abuis' de Canadees Carry opgesteld.

Het wereldkampioenschap in 1962 in Colorado Springs was een bijzondere ervaring. De reis naar Amerika werd gemaakt per vliegtuig en de Hagenaars kwamen hoog boven de Oceaan Pete Laliberté en Dell St. John tegen, twee Canadezen die eerder bij IJ.H.C. Den Haag hadden gespeeld. Dell St. John speelde inmiddels voor Oostenrijk en loodste zijn team met 13-1 langs Nederland.

tags: #haagse #hockey #geschiedenis