Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van de regels en voorschriften die gelden voor gewestelijke schaatswedstrijden, met de nadruk op marathonwedstrijden. Het is bedoeld voor zowel beginnende als ervaren schaatsers, ploegleiders, verzorgers en andere betrokkenen.
Bestuur en Organisatie
Het Bestuur en Organisatie Marathon (SBM) speelt een cruciale rol in de organisatie van marathonwedstrijden. In uitzonderlijke gevallen kan het SBM afwijken van de reglementen, maar altijd in afstemming met de Technisch Directeur (TD) en voor zover het de taken van het SBM betreft.
Baancontactpersoon Marathon
Elk gewestelijk bestuur benoemt een baancontactpersoon Marathon. Deze persoon onderhoudt de relatie met het SBM en de Competitie Leider (CL) met betrekking tot de organisatie van nationale wedstrijden op kunstijsbanen. De baancontactpersoon maakt ambtshalve deel uit van de Gewestelijke Technische Commissie (GTC).
Organisatie Commissie (OC)
De GTC kan het benoemen van een OC (per ijsbaan) delegeren aan de baancommissies van de betreffende ijsbanen. Onder verantwoordelijkheid van het Gewest en in overleg met het SBM, draagt de OC zorg voor de organisatie van de toegewezen nationale marathonwedstrijden. De baancontactpersoon is altijd onderdeel van de OC.
Algemene Wedstrijdregels
Dit reglement omvat de geldende algemene, organisatorische en wedstrijdtechnische regels voor marathonwedstrijden in Nederland, inclusief specifieke regels voor (inter)nationale wedstrijden georganiseerd onder auspiciën van de KNSB.
Lees ook: Europa League Play-offs: Utrecht - Zenit
Definitie van een Marathonwedstrijd
Een marathonwedstrijd is een schaatswedstrijd over een vooraf bepaalde afstand op een ijsbaan, parcours of traject, waaraan minimaal 10 deelnemers tegelijk deelnemen. De maximale afstanden zijn:
- Pupillen: 10 km
- Junioren B en C: 25 km
- Junioren A, Neo-senioren, Senioren en Masters: 200 km
De CL/DM kan dispensatie verlenen voor een afwijkend wedstrijdformat.
Soorten Wedstrijden
Op kunstijs wordt onderscheid gemaakt tussen:
- Losse wedstrijden
- Wedstrijden in competitieverband
- Meerdaagse wedstrijden
- Het NK (Nederlands Kampioenschap)
- Het ONK (Open Nederlands Kampioenschap)
Afwijkingen van het Reglement
In onvoorziene of bijzondere gevallen kan de CL/DM, in afstemming met de TD, afwijken van dit reglement. Dit geldt echter niet voor wedstrijdtechnische aangelegenheden, waarover de hoofdscheidsrechter beslist. OC’s kunnen voor wedstrijden anders dan topdivisie en beloftendivisie bepalingen uit dit reglement buiten werking stellen en eigen regels toevoegen, met uitzondering van de verplichte veiligheidsuitrusting. De bepaling en vaststelling van de wedstrijdformule voor (inter)nationale wedstrijden en competities behoren tot de bevoegdheid van de CL/DM in afstemming met de TD.
Verplichtingen en Verzorging
Verplichtingen voor Ploegen
Elke ploeg moet beschikken over een ploegleider en mag beschikken over een verzorger, mits deze niet al een functie vervullen bij een andere ploeg in dezelfde divisie. Een ploegleider moet een geldige ploegleiderslicentie hebben, die om de twee jaar vernieuwd moet worden. Tijdens de wedstrijd moeten de verzorger en ploegleider zich binnen de door de scheidsrechter bepaalde grenzen bevinden langs de wedstrijdbaan of het parcours. Op een 400m (kunst)ijsbaan is per ploeg één ploegleider toegestaan op het ijs, met uitzondering van calamiteiten waarbij tijdelijke ondersteuning door een tweede persoon is toegestaan. De ploegleider en verzorger moeten herkenbare ploegkleding dragen die onderscheidend is van andere ploegen. Bij natuurijswedstrijden moeten zij snowsteps of schoenspikes dragen vanaf het betreden van het ijs tot het einde van de wedstrijd. De ploegleider mag niet naast de deelnemers meeschaatsen.
Lees ook: Voetbalregels verenigingswissel
Verzorging Tijdens de Wedstrijd
Koelboxen en andere attributen die een gevaar kunnen vormen, mogen niet op de baan of de baanbescherming worden geplaatst. Verzorging is alleen toegestaan op de aangewezen verzorgingsplaatsen aan de rechterzijde van de baan. Materiaalverzorging is ook toegestaan op deze verzorgingsplaatsen.
Gedragsregels
Integriteit, sportiviteit en eerlijk spel zijn essentieel. Deelnemers en ploegleiders dienen de gedragscodes van de KNSB en NOC*NSF na te leven en de instructies van de jury op te volgen. Correct gedrag in woord en gebaar tegenover jury, organisatie en derden is verplicht. Incorrect en ongeoorloofd gedrag, zoals het veroorzaken van gevaar of hinder, het hinderen van andere deelnemers, of het toepassen van fysiek geweld, is ten strengste verboden. Deze gedragsregels gelden vanaf het moment dat deelnemers de wedstrijd betreden tot het einde van de wedstrijd.
Baangebruik
Rondenwedstrijden worden tegen de klok in verreden in voorwaartse richting, waarbij de deelnemer de binnenkant van de baan aan zijn linkerzijde houdt. De deelnemer moet binnen de aangeduide wedstrijdbaan blijven.
Specifieke Regels voor Marathonwedstrijden
Aanmelden en Startprocedure
Deelnemers moeten zich uiterlijk 30 minuten voor de geplande starttijd persoonlijk aanmelden bij het inschrijfbureau. Afmelding is verplicht indien een deelnemer na registratie niet van start gaat. Op een 400-meter kunstijsbaan geldt een specifieke startprocedure: de aanvangsopstelling is voor alle deelnemers gezamenlijk vóór de 500-meter startlijn. Het startsignaal wordt op de finishlijn gegeven na het verrijden van 100 meter en één warming-up ronde. Vanaf het startsignaal start de rondentelling. Een deelnemer die voor het startsignaal ten val komt, mag weer aansluiten zonder een ronde achterstand op te lopen. Na het startsignaal kunnen er geen deelnemers meer aan de wedstrijd worden toegevoegd.
Ploegenspel en Hulp
Ploegenspel en hulp van ploeggenoten is toegestaan, mits er geen fysieke ondersteuning plaatsvindt. Hulp van deelnemers van verschillende ploegen of van individuele deelnemers is niet toegestaan. Een deelnemer heeft een ronde achterstand op het peloton wanneer hij, als achterblijver, door de voorste deelnemer van het peloton wordt bijgehaald. Een deelnemer die zijn groep verlaat, dient dit te doen via de buitenzijde van de baan. Het accepteren van ongeoorloofde hulp is verboden.
Lees ook: KNGU Broekjesregels Uitgelegd
Afval en "Surplace"
Het wegwerpen van afval en voorwerpen is niet toegestaan, behalve in de aangewezen afvalzones of in de directe omgeving van de ploegleiding, die het afval direct moet opruimen. Een "surplace" (langzaam rijden of stilstaan) is toegestaan, maar de scheidsrechter kan met een fluitsignaal aangeven dat deze moet worden beëindigd.
Staken van de Wedstrijd
Een deelnemer die de wedstrijd op natuurijs staakt zonder tussenkomst van de scheidsrechter, moet zich afmelden bij de jury aan de finish en onmiddellijk de wedstrijdbaan verlaten.
Teamfout
Indien een deelnemer een overtreding begaat met als doel een ploeggenoot te laten winnen, wordt de overtreder bestraft met een rode kaart en de begunstigde gedeclasseerd en teruggeplaatst naar de laatste plaats van de groep waarin hij finisht.
Onderbrekingen en Neutralisatie
Redenen voor Onderbreking
De scheidsrechter kan een wedstrijd onderbreken in geval van:
- Een onveilige of gevaarlijke situatie
- Op aanwijzing van de dienstdoende arts
- Een ongeval waarbij verzorging op het ijs nodig is
- Gevaarlijke weersomstandigheden
- Stroomuitval
- Overtreding van de regels met betrekking tot de wijze van rijden en ongeoorloofd ploegenspel
- Het niet opvolgen van instructies van de jury
Herstartprocedure
Na een onderbreking wordt de wedstrijd als volgt hervat:
- Herstart op de startlijn 500 meter vanuit stilstaande positie
- Uitrijden van de resterende ronden
- Wanneer de wedstrijd met nog tien of minder te rijden ronden is onderbroken, worden er nog tien ronden gereden
- Een deelnemer met één of meer ronden voorsprong behoudt die positie; een deelnemer die vooruitreed maar nog geen ronde voorsprong had, verliest die voorsprong; een deelnemer die op achterstand reed, maar nog geen ronde achterstand had op het peloton, mag weer aansluiten bij het peloton
- Deelnemers die zijn gevallen op het moment van de onderbreking, mogen niet meer deelnemen aan de herstart
De scheidsrechter kan de wedstrijd voortijdig beëindigen indien nodig.
Sancties
De scheidsrechters kunnen besluiten tot ingrijpen en betrokkenen verwijderen van de ploegleiders-, de verzorgingsplaats en/of de ijsbaan bij overtredingen.
Barrage en Neutralisatie op Natuurijs
Bij natuurijswedstrijden kunnen de scheidsrechters besluiten tot een barrage als het tijdsverschil tussen twee groepen deelnemers uit verschillende wedstrijden (bijvoorbeeld vrouwen- en mannenpeloton) minder dan 30 seconden bedraagt. De langzamere groep moet dan aan één zijde van de baan rijden en temporiseren om de snellere groep te laten passeren. De barrage eindigt als het verschil weer minimaal 30 seconden bedraagt.
De scheidsrechters kunnen ook besluiten tot een tijdelijke neutralisatie van een natuurijswedstrijd, wanneer het inhalen van een langzamere groep dreigt plaats te vinden in de finale (laatste 5 km wedstrijd) van één van de divisies. Groepen, individuele deelnemers of het peloton kunnen tijdelijk worden geneutraliseerd op aanwijzing van de jury om de tijdsverschillen te herstellen.
Het Einde van de Wedstrijd
Rondetelling en Afsprintprocedure
Het rondenbord geeft het aantal nog te rijden ronden van de leider(s) in de wedstrijd aan. Dit aantal wordt naar beneden bijgesteld voordat de bel wordt geluid. De winnaar moet exact het vooraf aangegeven aantal ronden hebben gereden, tenzij de scheidsrechter het aantal ronden of de afstand aanpast. De scheidsrechter bepaalt welke deelnemer(s) één of meerdere ronden voorsprong of achterstand heeft/hebben.
Er is sprake van een nieuwe groep als de gemeten tijd op de finishlijn tussen de deelnemers twee seconden of meer bedraagt op basis van de transponder(uitslag)meting. De scheidsrechter kan in de slotfase van een wedstrijd besluiten tot toekenning van een ronde voorsprong, als één of meer koploper(s) het peloton nog niet heeft/hebben bereikt, maar waarbij dit wel verwacht mag worden. Een deelnemer die op aanwijzing van de scheidsrechter de wedstrijd verlaat, kan door de scheidsrechter worden geklasseerd.
Afsprintprocedure
De afsprintprocedure hangt af van het aantal ronden voorsprong dat een deelnemer of groep heeft:
- Alle deelnemers in dezelfde ronde als het peloton krijgen de bel en sprinten eerder af dan de deelnemer(s) met één of meer ronde(n) voorsprong.
- Bij deelnemers met één ronde voorsprong ten opzichte van het peloton, sprint het peloton 5 ronden eerder af.
- Deze procedure herhaalt zich voor elke groep van deelnemers met telkens één ronde voorsprong meer. In alle gevallen sprint het peloton zoveel ronden eerder af als nodig is om de leidende groep van deelnemers inclusief de (potentiële) winnaar exact het vooraf aangekondigde aantal ronden te kunnen laten rijden.
- Wanneer de leidende groep echter bestaat uit 6 of meer deelnemers, sprint de voorlaatste groep af met het rondenbord op 10 (bel op 11).
- Wanneer slechts één (leidende) deelnemer 1 of meerdere ronden voorsprong heeft ten opzichte van het peloton of eerstvolgende groep, sprint het peloton 2 ronden eerder af.
- Als na het afsprinten van het peloton een groep van samenstelling verandert kan een hernieuwde afsprintprocedure opgestart worden.
Finish
Een deelnemer is gefinisht wanneer na het voorgeschreven aantal ronden de voorpunt van het ijzer van de eerst aankomende schaats de finishlijn heeft aangeraakt of heeft bereikt. Bij een val vlak voor de finish wordt de deelnemer geklasseerd op basis van de voorpunt van het ijzer van de eerste schaats die (in de lucht) over de finishlijn komt. Het is een deelnemer niet toegestaan met de schaats naar voren te schoppen bij de finishlijn of met het lichaam over de finishlijn te duiken. De scheidsrechter bepaalt of deze overtreding een rode of gele kaart tot gevolg heeft. Tijdens de finishprocedure mag een al gefinishte deelnemer zich niet bevinden op de laatste 200 meter vóór de finishlijn.
Uit de Wedstrijd Genomen Deelnemers
Een deelnemer die voor het ingaan van de laatste 2 ronden, zich op 1 ronde achterstand ten opzichte van de koploper(s) bevindt, wordt uit de wedstrijd genomen en wordt niet geklasseerd. Een deelnemer die in de laatste 2 ronden wordt of dreigt te worden ingelopen, wordt door de scheidsrechter in overleg met de aankomstrechter uit de wedstrijd genomen en geklasseerd, nadat deze deelnemer wel of niet de bel heeft gekregen.
Baancompetitie en Wedstrijdcategorieën
De baancompetitie is een reeks wedstrijden per leeftijdscategorie, gespreid over het seizoen. Er zijn meestal 4 tot 6 wedstrijden, met een variatie in afstanden. Voor jongens en meisjes wordt een apart klassement opgemaakt. Bij gelijk aantal punten is de uitslag van de finalewedstrijd beslissend. Als een leeftijdscategorie meer dan 40 deelnemers telt, wordt er indien mogelijk gesplitst.
Wedstrijdcategorieën
De wedstrijdcategorie bij langebaanschaatsen wordt bepaald op basis van de leeftijd voorafgaand aan het schaatsseizoen. Voor het seizoen 2025-2026 geldt de volgende indeling:
- Masters: 39 t/m 100 jaar (geboortedatum op 30-6-1986 en eerder)
- Senioren: 23 t/m 38 jaar (geboortedatum op 1-7-1986 t/m 30-6-2002)
- Neo-senioren: 19 t/m 22 jaar (geboortedatum op 1-7-2002 t/m 30-6-2006)
- Junioren A: 17 of 18 jaar (geboortedatum op 1-7-2006 t/m 30-6-2008)
- Junioren B: 15 of 16 jaar (geboortedatum op 1-7-2008 t/m 30-6-2010)
- Junioren C: 13 of 14 jaar (geboortedatum op 1-7-2010 t/m 30-6-2012)
- Pupillen A: 12 jaar (geboortedatum op 1-7-2012 t/m 30-6-2013)
- Pupillen B: 11 jaar (geboortedatum op 1-7-2013 t/m 30-6-2014)
- Pupillen C: 10 jaar (geboortedatum op 1-7-2014 t/m 30-6-2015)
- Pupillen D: 9 jaar (geboortedatum op 1-7-2015 t/m 30-6-2016)
- Pupillen E: 8 jaar (geboortedatum op 1-7-2016 t/m 30-6-2017)
- Pupillen F: t/m 7 jaar (geboortedatum op 1-7-2017 en later)
Soorten Wedstrijden
Er zijn verschillende soorten wedstrijden, waaronder:
- Clubwedstrijden
- Baanwedstrijden
- Gewestelijke wedstrijden
- Nationale wedstrijden
- Interclubwedstrijden
De meeste schaatsers zullen voornamelijk deelnemen aan club- en baanwedstrijden. Aan gewestelijke wedstrijden kan alleen op uitnodiging worden deelgenomen. Nationale wedstrijden, waaronder NK's, hebben selectievoorwaarden. Interclubwedstrijden zijn wedstrijden waar verenigingen voor uitgenodigd worden om aan deel te nemen met een verenigingsteam. Wedstrijden kunnen zowel zijn ingedeeld op categorie als op tijden.
Kalender en Inschrijving
Een landelijk overzicht van wedstrijden is te vinden op schaatsen.nl. Het is belangrijk om je te oriënteren op welke wedstrijden en competities er zijn voor jouw leeftijd/wedstrijdcategorie. Je vereniging of trainer kan hierbij helpen. Meestal informeren zij je over wedstrijden, inschrijfdatums en benodigdheden, zoals een wedstrijdlicentie en een wedstrijdabonnement of vastrecht. De sluitingsdatum is meestal een paar dagen voor de wedstrijd. Inschrijven kan via inschrijven.schaatsen.nl, waar je de gewenste wedstrijd selecteert en de instructies volgt.
Uitslagen
De meeste uitslagen zijn te vinden via een link op uitslagen.schaatsen.nl, op dezelfde plek waar je je hebt ingeschreven.
Wedstrijdlicenties
Om deel te kunnen nemen aan wedstrijden heb je een KNSB-wedstrijdlicentie of een wedstrijddaglicentie nodig. Een wedstrijdlicentie is 365 dagen geldig, terwijl een wedstrijddaglicentie slechts één dag geldig is. Met een geregistreerd sporterlidmaatschap in Mijn KNSB kun je bij diverse langebaanwedstrijden één keer met een gratis online wedstrijddaglicentie deelnemen.
Kosten Wedstrijdlicenties (vanaf 1 juli 2025)
- Wedstrijdlicentie (365 dagen geldig):
- ≤ 12 jaar: € 17,50
- 13 t/m 18 jaar: € 39,00
- >18 jaar: € 54,00
- Wedstrijddaglicentie (1 dag geldig):
- ≤ 18 jaar: € 9,00
- > 18 jaar: € 12,50
Verlengen van de Wedstrijdlicentie
Je kunt jouw wedstrijdlicentie verlengen vanaf 90 dagen (3 maanden) voor de einddatum. Je ontvangt ook een herinnering één maand voor de einddatum en op de einddatum zelf. Verlengen kan via Mijn KNSB.
Veiligheid en Uitrusting
De KNSB hecht veel waarde aan veiligheid. Deelnemers aan wedstrijden wordt verwacht dat zij de basisvoorwaarden om veilig het ijs op te gaan kennen. Dit omvat goed geslepen schaatsen en het dragen van een helm. Iedereen rijdt linksom en houdt rekening met elkaar.
Schaatsen
Het is essentieel om schaatsen te hebben die goed passen en in goede staat zijn. Vraag advies aan je trainer over het type schaatsen dat geschikt is voor jou. Moderne 'hardrijschaatsen' zijn vervaardigd uit hard staal van hoge kwaliteit, het glij-ijzer heeft een lengte van 40 tot 44 cm. Het loopvlak, de zogenaamde kling, is in de lengte licht gekromd en slechts 0,9 à 1,3 mm dik. Een goed geslepen schaats is voor een topprestatie onontbeerlijk. Veel langebaanschaatsers maken gebruik van klapschaatsen, die bij het afzetten uitklappen, waardoor men langer druk kan houden, harder af kan zetten en dus meer snelheid kan houden.
Kleding
Veel deelnemers dragen een schaatspak, een strak pak met een capuchon dat de luchtweerstand vermindert. Het is belangrijk om warm te blijven bij het inrijden en na de rit door een jasje en een overbroek te dragen. Het pak, dat strak om het lichaam zit, vermindert de luchtweerstand. Om de aerodynamica verder te verbeteren bestaan de betere versies vaak uit verschillende materialen. Aan het schaatspak zitten duimen zonder top zodat de mouwen tijdens het schaatsen niet omhoog kunnen gaan.
Bescherming
Het dragen van handschoenen is verplicht. Speciale handschoenen van snijvast materiaal bieden extra bescherming tegen snijwonden. Hoewel niet verplicht bij alle langebaanwedstrijden, wordt het dragen van een helm aangeraden. Bij teamonderdelen zoals de ploegachtervolging, mass start en teamsprint is het dragen van een helm met ASTM Standaard F1849 verplicht, evenals snijvaste handschoenen. Enkelbeschermers en scheen- en kniebeschermers van snijvast materiaal worden aanbevolen en zijn verplicht bij bepaalde wedstrijden op gewestelijk en landelijk niveau.
Transponders en Wedstrijdbandjes
Bij landelijke wedstrijden worden transponders gebruikt voor de (elektronische) tijdwaarneming. Schaatsers dragen een bandje om hun rechterbovenarm om aan te geven in welke baan ze starten. Zonder wedstrijdbandje mag je niet starten. Je kunt bandjes los kopen bij een schaatswinkel of via je schaatsvereniging.
Verkeersregels op de Baan
Tijdens wedstrijden gelden naast de algemene baanregels ook specifieke verkeersregels: inrijden voor de wedstrijd doe je op de wedstrijdinrijbaan, en het is belangrijk om de regels voor langzaam en hard rijden te respecteren. Schaats niet met twee of meer mensen naast elkaar op de wedstrijdinrijbaan en sta nooit stil in de inrijbaan.
Wat te doen bij Ongelukken
Breng jezelf in veiligheid. De EHBO zal een eerste controle doen en je naar de EHBO-tent brengen. Ouders of begeleiders mogen niet op de ijsbaan komen. Tijdsregistratie bij verschillende wedstrijden vindt plaats met behulp van transponders. Bij Langebaanschaatsen geldt dit alleen voor de Holland Cup en bij wedstrijden waar de organisatie dit specifiek benoemt. Bij deze wedstrijden is de deelnemer verplicht om met een eigen vaste transponder te rijden. Bekijk dus goed wat er in het reglement vermeld staat.
Transponders en Tijdwaarneming
Bij landelijke wedstrijden is een transponder verplicht voor de elektronische tijdwaarneming. Je kunt een ProChip-flex transponder huren bij Mylaps voor een periode van 1, 2 of 5 jaar. Het transpondernummer moet worden geregistreerd in Mijn KNSB.
Sponsoring
Als er sprake is van commerciële waarde voor betrokken partijen, speelt het Reglement Sponsoring en Reclame een rol. Een sponsorverklaring moet worden ingediend bij de KNSB indien verplicht vanwege de bepalingen in ‘Logorechten wedstrijdkleding, licentiehouders Langebaan’ en/of bij deelname aan bepaalde wedstrijden, zoals de Holland Cup-cyclus en Nederlandse Kampioenschappen.
Valse Start en Waarschuwingen
De volgende overtredingen worden bestraft met een valse start:
- Het aannemen van de starthouding voordat het commando ‘klaar’ is gegeven
- Het verlaten van de startplaats zonder toestemming
- Het opzettelijk plaatsen van de schaats tegen-, op- of over de startlijn
- Het opzettelijk aanraken van het ijs voorbij de startlijn
- Het te langzaam aannemen van de starthouding
- Het maken van een opzettelijke beweging die duidt op voortijdig vertrek
Overtredingen die een waarschuwing opleveren zijn onder meer het per ongeluk raken of overschrijden van de startlijn, het onbewust te langzaam innemen van de startpositie, en het per ongeluk maken van een beweging die duidt op voortijdig vertrek. Er is per rit slechts één valse start toegestaan.
Historische Context
Het eerste grote toernooi op een (open) buitenbaan met kunstmatig gecreëerd ijs werd in 1960 bij de Olympische Winterspelen in Squaw Valley gehouden. In 1986 kwam het indoor schaatsen op kunstijs op gang, wat eerlijkere concurrentie mogelijk maakte.
Nederlandse Kampioenschappen
Alle Nederlandse kampioenschappen moeten worden gehouden op een 400 meter standaard kunstijsbaan. Het rijden in dubbele paren is niet toegestaan, uitgezonderd bij de allround- en afstandskampioenschappen voor Junioren en Neo-senioren. Bij groepsindeling zal de rijder die zich terugtrekt, worden vervangen door de hoogst gekwalificeerde rijder uit de eerstvolgende lagere groep.
Materiaal en Techniek
Moderne schaatsen zijn vervaardigd uit hard staal van hoge kwaliteit. Een goed geslepen schaats is onontbeerlijk voor een topprestatie. De klapschaats, ontwikkeld in 1986, verlengt het glijmoment bij de afzet. Langebaanschaatsen vereist een aparte techniek waarbij met een zijwaartse afzet een voorwaartse snelheid wordt verkregen.