De contributie bij een voetbalvereniging is een belangrijke factor voor zowel de leden als de vereniging zelf. Het is een bron van inkomsten voor de club, maar ook een kostenpost voor de sporter. Om de betaalbaarheid van sport te waarborgen, is het essentieel om inzicht te hebben in de hoogte en ontwikkeling van de contributies. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de gemiddelde contributie bij voetbalverenigingen in Nederland, de factoren die de hoogte beïnvloeden en de recente ontwikkelingen.
Contributie Ontwikkeling in 2023/2024
Het Mulier Instituut voert jaarlijks een contributie-monitor uit, waarin de contributies en toegangsprijzen van verschillende sporten in Nederland worden onderzocht. Uit de meest recente monitor blijkt dat de contributies bij voetbalverenigingen in het seizoen 2023/2024 iets harder zijn gestegen dan de inflatie.
De gemiddelde contributie voor pupillen bedraagt 135 euro, voor junioren 163 euro en voor senioren 213 euro. Ten opzichte van de vorige peiling (2022/2023) is er een reële stijging van de contributies van 0,9 procent voor pupillen, 1,1 procent voor junioren en 0,6 procent voor senioren.
Het Mulier Instituut en de Hogeschool Arnhem en Nijmegen volgen sinds het seizoen 2016/2017 jaarlijks de contributies en toegangsprijzen in Nederland, sinds 2019 samen met Fontys. De meeste sporten die in de monitor van het seizoen 2023/2024 zijn meegenomen, worden vergeleken met het seizoen 2021/2022.
Factoren die de Contributie Beïnvloeden
Verschillende factoren spelen een rol bij het bepalen van de hoogte van de contributie bij voetbalverenigingen.
Lees ook: Hoe snel sprint een profvoetballer gemiddeld?
- Leeftijd: Zoals uit de cijfers blijkt, is er een duidelijk verschil in contributie tussen pupillen, junioren en senioren. Dit hangt samen met de verschillende kosten die de vereniging maakt voor deze leeftijdscategorieën, zoals de kosten voor trainingen, wedstrijden en materialen. De gemiddelde contributie van voetbalverenigingen voor senioren, junioren en pupillen bedraagt respectievelijk 213 euro, 163 euro en 135 euro.
- Verstedelijking: De contributies van voetbalverenigingen zijn hoger in sterker verstedelijkte gemeenten. Dit zien we voor alle leeftijdscategorieën terug. Uit onderzoek blijkt dat de hogere prijzen in de stedelijke gebieden ontstaan door de druk op de ruimte en de hogere grondprijs. De contributieprijzen van verenigingen zijn dus gemiddeld hoger in steden. In het algemeen zijn mensen in steden al minder vaak lid van een sportvereniging dan in niet-stedelijke gebieden. Daarnaast wonen in steden vaker mensen met een migratieachtergrond en een lagere sociaaleconomische positie.
- Gemeentelijke Kenmerken: Per monitor worden de contributies vergeleken op basis van een aantal gemeentelijke kenmerken. Door de jaren heen lijken deze verschillen redelijk hetzelfde. De contributie is gemiddeld hoger bij sterk stedelijke gemeenten, gemeenten waarin de inwoners gemiddeld een hoger jaarinkomen en hogere opleiding hebben en gemeenten met een hoger aandeel inwoners met een migratieachtergrond.
- Bondsafdracht: Een deel van de contributie wordt afgedragen aan de sportbond. Voor het seizoen 2023/2024 bedraagt de gemiddelde bondsafdracht per lid van bij NOCNSF aangesloten sportbonden 36,15 euro voor senioren, 22,91 euro voor junioren en 19,03 euro voor pupillen. De gemiddelde bondsafdracht per lid van alle bij NOCNSF aangesloten sportbonden is voor senioren, junioren en pupillen respectievelijk 35,12 euro, 21,50 euro en 18,61 euro. In vergelijking met het seizoen 2021/2022 is dat - gecorrigeerd voor de inflatie - voor senioren en junioren een daling van respectievelijk 1 procent en 6 procent.
- Financiële Druk op Verenigingen: Sportverenigingen staan onder financiële druk. Ze ondervonden in de afgelopen jaren gevolgen van de coronacrisis en de gestegen energieprijzen. Daarnaast hebben sportverenigingen al langer uitdagingen om voldoende vrijwilligers te vinden en neemt de regeldruk bij sportverenigingen toe. Tussen 2018 en 2023 nam het aandeel kwetsbare sportverenigingen toe van 21 procent naar 30 procent, bespiegelen de onderzoekers. De meeste verenigingen stellen de contributieverhoging al een jaar van tevoren vast op basis van de inflatie. Het kan dus zijn dat de verenigingen nog geen rekening konden houden met de hoge inflatie in hun contributies. Een andere reden van de daling kan zijn dat de verenigingen niet een te sterke verhoging van de contributie willen doorvoeren en dit het jaar daarna weer compenseren.
Contributie in Vergelijking met Andere Sporten
De contributiemonitor geeft ook inzicht in de contributies van andere sporten. Uit de monitor blijkt dat verenigingen in alle sporten en categorieën de contributie hebben verhoogd. De hoogste stijging zien we bij pupillen voor basketbal (10,3%) en rugby (11,7%). Maar toen de onderzoekers de inflatie hadden meegenomen in de berekeningen, bleek de contributie in bijna alle sporttakken gedaald. Deze reële daling liep uiteen van 0,7% tot 9,3%. Bij voetbal werd geen reële daling geconstateerd, omdat de contributie werd vergeleken met het seizoen 2022/2023. Als de contributies van voetbal ook met het seizoen van 2021/2022 worden vergeleken, is er eenzelfde trend te zien als bij de andere sporten.
De ontwikkeling van de contributies voor senioren bij verenigingen in tien sporttakken loopt achter op de inflatie. Het gaat om atletiek, handbal, hockey, voetbal, golf, tafeltennis, handboogschieten, schaatsen/skeeleren, toerfietsen en wandelen.
Senioren zijn gemiddeld 5 euro meer voor het lidmaatschap van een atletiekvereniging (van 147 naar 152 euro) en een voetbalvereniging (van 200 naar 205 euro) gaan betalen. Bij hockeyverenigingen is de gemiddelde contributie voor senioren gestegen van 306 naar 320 euro. De golfsport kent de grootste stijging (van 908 naar 964 euro). Een vergelijkbaar beeld is te zien bij junioren en pupillen. De inflatie is hoger dan de procentuele stijging van de contributie.
De seniorleden van basketbalverenigingen betalen gemiddeld de hoogste contributie (290 euro per jaar), gevolgd door korfbal-, rugby- en voetbalverenigingen (respectievelijk gemiddeld 237 euro, 232 euro en 200 euro).
Toegangsprijzen van Sportaccommodaties
Naast de contributies bij sportverenigingen, worden ook de toegangsprijzen van sportaccommodaties gemonitord. De toegangsprijzen van zwembaden, ijsbanen en klim- en boulderhallen zijn in de toegangsprijsmonitor vergeleken met het seizoen 2022/2023. De inflatie tussen januari 2023 en januari 2024 bedroeg ongeveer 3%. De toegangsprijzen van zwembaden, kunstijsbanen en klim- en boulderhallen volgen ongeveer de inflatie.
Lees ook: Hoe lang duurt een volleybalrally?
Volwassenen betalen voor een toegangskaartje voor zwembaden in het seizoen 2020/2021 gemiddeld 5,40 euro, in het seizoen 2022/2023 gemiddeld 5,66 euro. De toegang voor een kunstijsbaan bedraagt voor een volwassene gemiddeld 7,88 euro in 2020/2021 en 8,05 euro in 2022/2023. De gemiddelde toegangsprijs voor volwassenen voor één keer klimmen bij een klim-/boulderhal bedraagt 14,04 euro en voor boulderen 12,10 euro in 2020/2021, en respectievelijk 15,73 euro en 12,35 euro in 2022/2023.
Betaalbaarheid en Ondersteuning
De stijging van de contributies kan een probleem vormen voor gezinnen met een laag inkomen. Uit een peiling van het Mulier Instituut in 2023 blijkt dat ruim een derde van de leden bereid is meer contributie te betalen als een vereniging veel meer kosten of minder inkomsten heeft. Echter geeft 20% aan het hier niet mee eens te zijn. Voor mensen met een lagere sociaal-economische positie zijn hogere kosten een drempel, maar ook het hebben van andere prioriteiten en problemen.
Het Jeugdfonds Sport & Cultuur betaalt de contributie of het lesgeld voor kinderen, die opgroeien in gezinnen waar er niet genoeg geld is voor sport en cultuur. Zij stellen dat deze ontwikkeling bewijst dat er een groeiende behoefte is aan hulp bij toegang tot sport en cultuur voor kinderen. Ten opzichte van 2021/2022 lijken de prijzen bij de pupillen en de junioren het hardste te stijgen in 2023/2024. Het Jeugdfonds Sport & Cultuur heeft geconstateerd dat er in de eerste helft van 2023 20% meer aanvragen zijn gedaan bij het fonds, ten opzichte van het jaar ervoor.
KNVB Contributiebedragen seizoen 2025/'26
De KNVB stelt ieder seizoen de contributiebedragen voor leden vast. Ereleden van de KNVB en de districten zijn vrijgesteld van contributie. Contributie wordt berekend voor elk lid dat wordt aangemeld tussen 15 augustus en 15 mei. Ook voor alle leden die al voor 15 augustus lid waren, wordt contributie berekend.
De contributiebedragen voor het seizoen 2025/'26 zijn als volgt:
Lees ook: Profvoetballer en pensioen
- Senioren (Vanaf O20): € 13,08
- Junioren (JO14 t/m JO19, MO14 t/m MO19): € 10,38
- Pupillen (JO6 t/m JO13, MO6 t/m MO13): € 9,68
Daarnaast zijn er toeslagen, premies en afdrachten:
| Senioren | Junioren | Pupillen | |
|---|---|---|---|
| Toeslag veld-/futsal | € 2,57 | € 1,96 | € 1,29 |
| Verzekeringspremie | € 0,73 | € 0,73 | € 0,73 |
| NOC*NSF-afdracht | € 0,02 | € 0,02 | € 0,02 |
De wedstrijdgelden worden per seizoen vastgesteld. Voorbeelden voor het seizoen 2025/'26: Landelijke divisies € 166,60, Standaard € 166,60, Reserve € 148,00, Pupillen 4-fasen (O7-O12) - per fase € 14,20.
Conclusie
De contributie bij voetbalverenigingen is een complex onderwerp, dat afhankelijk is van verschillende factoren. De contributies zijn in het seizoen 2023/2024 iets harder gestegen dan de inflatie. Het is belangrijk dat sportverenigingen en de overheid aandacht blijven besteden aan de betaalbaarheid van sport, zodat iedereen de mogelijkheid heeft om te sporten. De Jeugdfonds Sport & Cultuur speelt hierbij een belangrijke rol.
tags: #gemiddelde #contributie #voetbal #vereniging