Franse Hegemonie in de Geschiedenis: Een Overzicht

De Franse hegemonie, ofwel de dominante invloed van Frankrijk, is een terugkerend thema in de Europese geschiedenis. Van de zonnekoning Lodewijk XIV tot Napoleon Bonaparte, Frankrijk heeft periodes gekend waarin het een aanzienlijke politieke, militaire en culturele impact had op het continent. Dit artikel onderzoekt de verschillende facetten van de Franse hegemonie, van de opkomst ervan tot de uiteindelijke uitdagingen en het verlies van die positie.

De Opkomst van Franse Hegemonie onder Lodewijk XIV

De Vrede van Nijmegen in 1679 markeerde een cruciaal moment waarop Frankrijk een overheersende positie in Europa verwierf. Onder leiding van Lodewijk XIV, de "Zonnekoning", floreerde Frankrijk en werd Versailles het centrum van macht en cultuur. Lodewijk XIV oefende grote invloed uit op andere Europese landen door middel van politieke manipulatie, militaire macht en economische middelen.

In het verbrokkelde Duitsland paste Lodewijk XIV met succes het principe van "verdeel en heers" toe, waarbij hij de helft van de vorsten in zijn dienst had. Italië was niet anders, en in Zweden werd de politiek lange tijd geleid door de Rijksraad, een groep aristocraten die grotendeels door Frankrijk werden betaald. Spanje bleef machteloos onder een kinderlijke koning en intrigerende, zelfzuchtige staatslieden.

De Franse hegemonie werd echter niet door iedereen geaccepteerd. Willem III, stadhouder van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, was bereid en in staat om het verzet tegen de Franse overheersing te leiden. Hij werd echter geconfronteerd met een sterke Franse partij in de Republiek, die soms zo nauw samenwerkte met de Franse gezant dat het neerkwam op verraad aan de nationale zelfstandigheid.

In 1679 gaven de bisschoppen van Toul, Metz en Verdun aan dat ze niet wisten wie tot hun leenmannen behoorden. Frankrijk waren afgestaan. De Kamers deden hun werk grondig en gingen zelfs terug tot het verdelingsverdrag van Verdun. Maar welke schijn van recht ook aan de dingen werd gegeven, het was niets dan roof. Want het sprak vanzelf, dat bij de afstand van bepaalde gebieden daarmee alleen bedoeld werd datgene, wat er ten tijde van de afstand toe behoorde, niet wat er in vroeger eeuwen wel eens toe behoord had.

Lees ook: Franse voetballegendes

Telkens ontdekten de Kamers weer belangrijke plaatsen en streken, die aan Frankrijk zouden toekomen. Ze werden daarna door 's konings troepen bezet of de vorsten werden tot leenhulde gedwongen. Willem III werd geciteerd als heer van enige goederen in Franche-Comté. De koning van Zweden verloor de landstreken, die de naam hadden gegeven aan zijn stamhuis; Straatsburg, de sterke Rijnvesting en een bolwerk van het Protestantisme in Zuid-Duitsland, werd in 1681 in volle vrede bezet. Tegelijk met Straatsburg werd ook Cassale, een sterke vesting aan de bovenloop van de Po bezet. En niemand verzette zich. De koning van Zweden maakte zich los van Frankrijk, maar Denemarken en Brandenburg sloten zich bij hem aan. De koning van Engeland had het Parlement ontbonden en zette zijn koninklijke affaire nu weer voort met behulp van Franse subsidies. Aan de Beneden-Rijn had de Franse koning een trouwe wachter in de keurvorst van Keulen, Maximiliaan Hendrik, die beheerst werd door Wilhelm Egon von Fürstenberg, een broer van de bisschop van Straatsburg. Maximiliaan Hendrik was aartsbisschop van Keulen, bisschop van Luik, en na 1683 ook nog van Munster. Hoe de Prins ook ijverde voor een eensgezind optreden tegen Frankrijk, hij vond weinig gehoor. zelf nog niet aan de beurt te zijn. Zelfs in het eigen land was de oppositie soms sterk. Er waren twee kernen van verzet, nl. In Amsterdam was Van Beuningen de leider. Reeds als gezant in Engeland had hij tegen de bedoelingen van de Prins en de hem gegeven instructies, een eigen politiek gevoerd. Toen hij weer tot burgemeester werd gekozen en daarom naar Amsterdam terugkeerde, werd het conflict scherper. Van Beuningen publiceerde zijn ‘Consideratiën’, een verdedigingsgeschrift, waarin hij zeer hoog opgaf van de macht van Frankrijk. De Prins was heftig verontwaardigd. Als deze dingen ter sprake zouden komen in een besogne van de Staten van Holland, dan moest Van Beuningen ook present zijn en de Prins zou dan komen, ja er heen vliegen, als hij kon; hij zou er dan zijn hart ontlasten en het land zou er ook van gewagen, ‘want ik meene niets bij mij te houden’. Een opponent, in bekwaamheid niet met Koenraad van Beuningen te vergelijken, was de Friese stadhouder Hendrik Casimir II. Hij had persoonlijke antipathieën tegen zijn geniale neef en werkte hem tegen waar hij kon. De noordelijke gewesten stijfden hem dikwijls bij dat verzet. Zij schenen het gevaar van het opdringende Frankrijk niet acuut te achten. Het Franse gevaar begon zich duidelijker af te tekenen in 1682. Toen begonnen de Fransen met de blokkade van Luxemburg. Toen heeft de Stadhouder in de Statenvergadering van Holland een rede gehouden. Dr. ‘Ik wilde, dat ik Willem III kon zien en horen, terwijl hij deze rede hield. zijn overtuiging kracht bijzettende. Deze rede is geheel van hem zelf. Dapper, moedig, vol karakter, ook vol van inhoud en toch zonder een zin te veel. In geen opzicht uitdagend. Hij respecteert andere inzichten, tracht met wat retouchering hier en daar, het tafereel iets gunstiger te tekenen dan het was. Ook in deze rede was de nuchtere waarheid, die in later tijd zo dikwijls wordt vergeten, dat defaitisme en laffe neutraliteit tegen een opdringend imperialisme geen ander voordeel brengen kan dan ‘het geluck hebben van laetst gegeten te werden’. En de Prins adviseerde, de ‘groote weg te volgen’. Hier, in een eigen typering, is de beste karakteristiek van zijn staatkunde. Wilde de Prins zijn doel bereiken, een stevige coalitie tegen Franrijk, dan moest hij zowel Engeland als de keizer inschakelen. Met Karel II was weinig te beginnen en de keizer had de handen meer dan vol aan de Turken. Het Habsburgse wanbeleid had het Turkse gevaar naar het Westen gelokt. De keizer had de Hongaarse Protestanten wreed vervolgd, hun predikanten naar de galeien gezonden en het Hongaarse volk gekweld door een woeste soldatenregering. De Nederlandse gezant Hamel Bruynincx nam het telkens voor zijn geloofsgenoten op; hij trad met hen in persoonlijk contact en woonde een vergadering bij van de Evangelische Stenden, in ‘een koorenschuer, in 't midden met een taefel en aan weederzijde met bancken bestelt’. Het doel van onze gezant was pacificatie, om zo de keizerlijke regering te gemakkelijker in te schakelen in de anti-Franse politiek. legers door de Hongaarse vlakte en drongen door tot Wenen. De Habsburgse hofstad kreeg een zwaar beleg te doorstaan. Maar de stad verdedigde zich dapper en hield het uit, tot er ontzet kwam opdagen. De ridderlijke Poolse koning Johan Sobieski kwam, op aansporen van Paus en keizer, de bedreigde voorpost tegen de Islam te hulp; de troepen, door verschillende Duitse vorsten gezonden, streden mee, en in een verbitterde slag werden de Turken onder de muren van Wenen verslagen. De stad was gered, de Christenheid herademde. De Turkse grootvizier werd op last van zijn sultan geworgd. In de Weense dom preekte een monnik over Joh. 1: 6 en paste de tekst toe op de Poolse koning, wiens naam Johannes was. De overwinnaars maakten een rijke buit, waaronder grote hoeveelheden koffie. De klinkende overwinning van de keizer scheen een misrekening voor Lodewijk XIV. Maar zij kwam in haar gevolgen hem toch te stade. Want Wenen keerde een tijdlang Duitsland de rug toe en keek naar het Zuidoosten. Habsburg begon het offensief in de richting van de Balkan, een politiek streven, ook in later eeuw zwaar van gevolgen. En - in het eigen land vond de Stadhouder niet de steun, waarop hij rekende. Het verzet tegen zijn politiek kwam van de zijde van Amsterdam. De stad is daarbij zeer ver gegaan. Haar regenten hielden geheime besprekingen met de Franse gezant d'Avaux. Het is een geschiedenis, die zich later meer dan eens zou herhalen. Tot het einde der Republiek in 1795 bleef er in Amsterdam een factie van regenten, die de Franse gezindheid dreef tot buiten de grenzen van het oorbare. Willem III heeft zich met al de hartstocht van zijn gepassioneerde natuur tegen dit gekonkel, dat hij als een persoonlijke krenking voelde, verzet. ‘Grasmaand (1684) zou wellicht niet in het land zijn, de kneppel zou op straat geworpen zijn en de zaken gebracht in den staat, waarin zij in 't jaar 1672 geweest waren. De Amsterdamse regenten waren wel een vasthoudend slag van mannen. Zo ging Luxemburg verloren en Spanje en de keizer stemden in met een twintigjarige wapenstilstand. De keizer hief aan de Donau het schild op over het Katholicisme; de Franse koning trachtte 's keizers macht te verlammen. Geen wonder, dat Lodewijk XIV in Rome geen persona grata was. Bovendien trachtte de Franse koning zijn macht over de Rooms-Katholieke kerk in zijn eigen land te versterken en geraakte daarover in conflict met Paus Innocentius XI. Onder leiding van bisschop Bossuet van Meaux verklaarde de Franse geestelijkheid zich vóór de aanspraken van de koning en bestreed de aanspraken van de Paus. Toen trachtten koning en geestelijkheid hun aanzien in Rome te versterken, door scherp op te treden tegen de Hugenoten. Hun politieke organisatie, die hen maakte tot een staat in de staat, waren deze Franse Calvinisten reeds lang kwijt. Maar hun godsdienstvrijheid en hun burgerlijke rechten hadden zij nog behouden. En op economisch gebied betekenden zij een krachtig, gezond element in het Franse volk. ‘De strenge en bekwame geest der Hugenoten heeft Frankrijk tot een werkzame, redelijke en burgerlijke staat gemaakt’ (Otto Zoff). Maar na 1680 schrompelden hun vrijheden en rechten ineen. Het werd bij koninklijk edict verboden van de Roomse naar de Gereformeerde kerk over te gaan. Kinderen van zeven jaar mochten echter reeds overgaan tot de Moederkerk. De scholen werden gesloten, vele gymnasia aan de Jezuïeten gegeven, de toegang tot de Protestants-theologische faculteiten werd versperd. wapenstilstand van 1684, toen Lodewijk XIV zijn rijk naar alle zijden had gedekt, barstte het geweld ten volle los. De dragonades begonnen. Dragonders werden bij de belijders van de Gereformeerde waarheid ingekwartierd, zolang, tot zij hun geloof wilden afzweren. Zodra zij dit deden, vertrokken de soldaten om de last en de kwelling te helpen vergroten van hen, die nog trouw bleven. En hun optreden was van dien aard, dat het scheen, of een vijandelijk leger zich van de streek had meester gemaakt. De verhalen van de wreedheden der dragonders gelijken op die van de gruwelen te Zwammerdam en Bodegraven. De schrik scheen de mensen te verstijven. In Parijs verwekten deze ‘bekeringen’ grote vreugde. Het Edict van Nantes, de vrijheidsbrief der Protestanten, was overbodig geworden, zo beweerde men, want het Protestantisme had opgehouden te bestaan. Toch stelde de koning de herroeping van dit Edict nog uit. Want zijn satelliet Karel II van Engeland bewaarde de schijn, dat hij Protestant was. Hij zou om der wille van zijn positie als ‘verheven hoofd’ van de Engelse staatskerk niet zonder protest kunnen laten passeren, dat zijn ‘geloofsgenoten’ in Frankrijk van hun rechten werden beroofd. Maar in 1685 stierf hij, nadat hij op zijn sterfbed in de schoot der Moederkerk was teruggekeerd. Zijn Franse maîtresse en de Franse gezant hadden de hertog van York geanimeerd, daartoe een biechtvader te zoeken en in de ziekenkamer ruim baan te maken. Zonder bezwaar beklom deze hertog van York, nu Jacobus II, de Engelse troon. Zo viel na zijn troonsbestijging in Frankrijk spoedig de beslissing. De nieuwste maîtresse van de koning, Madame Maintenon, had er ook toe meegewerkt, hoewel zij van Protestantse afkomst was. Zo kwam in 1685 het decreet van Fontainebleau, waarbij het Edict van Nantes werd ingetrokken. Officieel werd de Gereformeerde belijdenis niet verboden. Maar de kerken werden geslecht en de predikers moesten binnen twee weken het land verlaten. Geen andere Hugenoot mocht hen volgen. De gemeenten werden zo van haar herders beroofd. de slappen en halven even goed als de ijverigen en getrouwen. De eersten gingen voorgoed, de laatsten bleven dikwijls of keerden terug. Hoe paradoxaal het ook schijnen mag, Von Ranke heeft gelijk, als hij zegt, dat hier de heldenmoed zich openbaarde in de vlucht. Maar wie bij zijn pogingen om te vluchten gegrepen werd, ging onverbiddelijk naar de galeien. ‘Met zware kettingen aan elkander verbonden worden zij voortgedreven van stad tot stad, geen koude, geen hitte, geen ouderdom, geen ziekte wekt het medelijden der beulsknechten, die ranselen, zoals zij geen dier ranselen zouden. En dan zitten de veroordeelden op de roeibanken, het hoofd kaal geschoren, naakt tot op het middel, met de voet door een zware ketting aan de bank gekluisterd, in de hete zonnebrand of de storm. De gevluchte Hugenoten vonden een wijkplaats in de Protestantse landen; de kooplieden en fabrikanten vooral in Nederland, Engeland en Denemarken, de adel en de geleerden meer in Duitsland en Zwitserland. Ook aan de Kaap vestigde zich een vrij groot aantal; de Kaapse wijnen zijn een product van Franse wijnboeren. Volgens waarschijnlijk overdreven schattingen zijn er alleen naar Nederland honderdduizend uitgeweken. Zij brachten door hun zaakkennis en hun relaties een belangrijke versterking van het Nederlandse economische leven. De komst der réfugiés bevorderde de verfransing der deftige kringen. De kinderen kregen een Franse gouverneur, bij voorkeur een verbannen Hugenootse predikant. En het begon tot de goede toon te behoren, ter kerke te gaan bij de Waalse predikant. ‘De Waalse Kerk was de modekerk; daar kwamen de leden van de vreemde regimenten en de legaties’, aldus een zinsnede uit een novelle over die tijd. Bilderdijk is zeer knorrig over de réfugiés: ‘Zij brachten vreemde denkwijs en zeden mee. winning, gebeurde het, dat zij nieuwe en vreemde beginselen inboezemden aan onze jeugd, maar gebouwd op de wuftheid van het Fransche carakter. Sedert werd de Fransche taal, zeden, civilité en begrippen algemeen en dit leidde weldra tot de verbastering van zeden in ons Vaderland en van het ware oud-Nederlandsche carakter. Groot waren de politieke gevolgen van de herroeping van het Edict van Nantes. Elke vluchteling om den gelove was een levend verhaal van de geestelijke tirannie van de Franse koning, dezelfde man, die geheel Europa in politieke vazalliteit wilde brengen. De keurvorst van Brandenburg liet zijn Fransgezinde politiek varen. In Engeland steeg de onrust, vooral toen de bisschop van Valence, namens de Franse geestelijkheid, zich richtte tot de Franse koning met een toespraak, waarin hij o.a. zeide, dat de vrome soeverein van Engeland zijn blikken gericht had op de allerchristelijkste koning, de oudste zoon der kerk, om ondersteuning tegen een ketters volk. Ook door andere oorzaken groeide de wil tot samenwerking. In 1685 was het huis Palts-Zimmern uitgestorven en het Paltische gebied, voorzover dat in 1648 aan het geslacht van de Winterkoning was teruggegeven, kwam nu aan de linie Palts-Tweebruggen. Maar Lodewijk XIV maakte bezwaar. Een deel van dat gebied, zo beweerde hij, kwam toe aan zijn schoonzuster, een Paltische prinses. Toen de Franse koning de twijfelachtige aanspraken van zijn schoonzuster misbruikte om op te dringen in de richting van Heidelberg en Mainz, sloten de keizer, Zweden en een aantal Duitse vorsten het v…

De Franse Revolutie en Napoleon: Een Nieuwe Fase van Hegemonie

De Franse Revolutie (1789-1799) bracht radicale veranderingen teweeg in Frankrijk en Europa. De idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap inspireerden revolutionaire bewegingen over het hele continent. Onder leiding van Napoleon Bonaparte zette Frankrijk een nieuwe fase van expansie en hegemonie in.

Napoleon's militaire successen stelden hem in staat om een groot deel van Europa te veroveren en een Frans imperium te vestigen. Hij voerde hervormingen door die waren gebaseerd op de idealen van de Revolutie, zoals de invoering van de Code Napoléon, een uniform rechtssysteem.

De Franse tijd markeerde de overgang tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en een zelfstandig koninkrijk onder koning Willem I. Stadhouder Willem V werd door de burgers verweten onvoldoende hervormingen door te voeren. Dat liep uit op een korte burgeroorlog welke echter met behulp van Pruisische troepen in 1787 de kop ingedrukt werd. Veel burgers, patriotten, vluchtten naar Frankrijk en kwamen pas terug met de Franse Veldtocht in de Nederlanden van 1792 - 1795. Zij vochten aan de zijde van het Franse leger en werden ‘Bataven’ genoemd. De Fransen veroverden de Nederlanden en stichtten in 1795 de Bataafse Republiek, naar voorbeeld van de Franse Republiek. Willem V vluchtte naar Engeland. De Bataafse Republiek had zelfbestemming en kon de eigen regering vormen. Het duurde de Fransen echter te lang, waardoor ze in 1801 ingrepen en het Bataafs Gemenebest uitriepen.

Neede was een van de vier voogdijen binnen de Heerlijkheid Borculo. Stadhouder Willem V van de Republiek der Zeven Nederlanden was eigenaar van het gebied, maar liet het bestuur over aan drost Mr. August Robbert van Heeckeren van Suideras. Na de inval van de Fransen echter kwam de Heerlijkheid onder bevel van de Franse generaal Van Damme. Hij had zijn hoofdkwartier op het huis de Voorst bij Zutphen. De Fransen predikten ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’, wat ook vrijheid van godsdienst inhield. De hegemonie van de Nederduits Gereformeerde Kerk was ineens voorbij en alle gelovigen kregen gelijke rechten.

Lees ook: Diepgaande blik op Frankrijk in rugby

De ommezwaai kwam met de proclamatie van 3 juli 1810 waarmee Nederland formeel onder het Keizerrijk Frankrijk kwam te vallen. Lodewijk Napoleon was afgezet door zijn broer Napoleon. Per 1 maart 1811 werden alle Fransen wetten, bestuursindeling en rechterlijke organisatie van kracht. Op die datum ontstond ook de gemeente Neede en verviel de Heerlijkheid Borculo. De mairie Neede moest een burgerlijke stand en dienstplichtregister bijhouden, evenals een maire, burgemeester, en een municipaalraad benoemen. De eerste maire werd J.G. Sölner, na een paar dagen echter al opgevolgd door Oppenoorth. De dienstplicht, conscriptie, heeft Needse jongens vanaf 21 jaar door loting met Napoleon naar Rusland gestuurd.

Het Einde van de Napoleontische Hegemonie

De Napoleontische hegemonie was echter van korte duur. De invasie van Rusland in 1812 bleek een fatale fout. Napoleon's leger werd gedecimeerd door de Russische winter en de tactiek van de verschroeide aarde.

Haastig organiseerde Napoleon de verdediging om de Pruisen, Russen en Oostenrijkers buiten de deur te houden. Maar de handel in Frankrijk stagneerde, de financiën daalden in een steeds groter tempo. Eerder kon hij Duitsland en Italië plunderen, om zo aan materiaal te komen, maar dit keer moest alles uit Frankrijk zelf komen. Daarbovenop verloor het Franse volk zijn vertrouwen in hun leider. Napoleon probeerde te redden wat er te redden viel, maar overal waar de vijandelijke legers verschenen, gaven de Fransen zich over. Begin februari 1814 leek het allemaal al verloren, maar de Coalitie legers splitsen zich op, om de voedselvoorziening beter te kunnen regelen. Napoleon maakt daar gebruik van, door hier en daar een kleine overwinning te behalen, die de vijand wel ontmoedigden, maar Frankrijk niet konden redden. De opmars van de Coalitie was niet te stuiten. In Noord- Italië had vice-koning Eugène de Beauharnais de verdediging op zich genomen. De Frans-Italiaanse troepen hadden zich teruggetrokken tot de Minciorivier ten westen van Venetië, waar men over een sterke verdedigingslijn beschilkte om de Oostenrijkse opmars te stuiten. Rond deze periode (1814) vernam men echter dat Murat, de koning van Napels, naar de vijand was overgelopen en met meer dan 30.000 man oprukte naar het noorden.

Na zijn definitieve nederlaag in 1815 werd Napoleon verbannen en werd de Bourbon-dynastie in Frankrijk hersteld. Het Congres van Wenen (1814-1815) had tot doel het machtsevenwicht in Europa te herstellen en verdere Franse expansie te voorkomen.

De Frans-Duitse Oorlog en het Verlies van Hegemonie

De Frans-Duitse Oorlog van 1870-1871 markeerde een definitief keerpunt in de Franse geschiedenis. Pruisen, onder leiding van kanselier Otto von Bismarck, versloeg Frankrijk en proclameerde het Duitse Keizerrijk in de Spiegelzaal van Versailles. Dit betekende het einde van de Franse hegemonie op het Europese continent.

Lees ook: Gastronomische termen: een complete gids

Henk Wesseling stelt dat Frankrijk vanaf de vorming van Europese staten in de zestiende en zeventiende eeuw de belangrijkste mogendheid was geweest, ook in de diplomatieke hiërarchie, al had het daar zijn eerste plaats na de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) moeten afstaan aan Groot-Brittannië. Zijn positie als grote mogendheid was altijd gedemonstreerd door de omvang en kwaliteit van zijn krijgsmacht. Dat was ook zo gebleven toen met de val van Napoleon de Franse greep naar hegemonie in Europa definitief was mislukt. De oorlog van 1870-1871 maakte hier een eind aan. Deze werd geprovoceerd door Bismarck, de Pruisische kanselier, met zijn befaamde 'Emser Depeche', waarin de Franse regering opzettelijk en publiekelijk voor schut werd gezet. Toch treft de hedendaagse lezer vooral het feit dat Frankrijk vervolgens om niets anders dan een kwestie van gekrenkte trots een oorlog begon waarmee het zijn positie en bestaan op het spel zette.

Binnen zes weken waren de Franse veldlegers uitgeschakeld, net zoals vier jaar eerder Pruisen in eenzelfde tijdsbestek Oostenrijk had verslagen. Dit waren de jaren dat het begrip 'frische und frolische Krieg' in omloop kwam. In verhouding tot de napoleontische oorlogen duurden ze kort, en er vielen veel minder doden en gewonden. Voor Frankrijk was de oorlog desastreus. Keizer Napoleon III moest afstand doen van de troon. De Derde Republiek werd geproclameerd, Parijs omsingeld en belegerd; in de Spiegelzaal van het Paleis van Versailles werd de Pruisische koning geproclameerd tot keizer van een Duits keizerrijk, waarvan alle Duitssprekende staten en staatjes behalve Oostenrijk deel uitmaakten. Een jaar later volgde de vrede, waarbij het grootste deel van Elzas-Lotharingen voor Frankrijk verloren ging. Daarmee was de kans op Frans-Duitse verzoening verkeken.

Culturele Hegemonie en Invloed

Ondanks het verlies van politieke en militaire hegemonie heeft Frankrijk altijd een belangrijke culturele invloed behouden. De Franse taal, literatuur, kunst en mode hebben een grote impact gehad op de westerse wereld. Parijs is nog steeds een belangrijk cultureel centrum en een populaire toeristische bestemming.

tags: #franse #hegemonie #geschiedenis