De Eerste Keepers van Feyenoord: Een Historisch Overzicht

Feyenoord, een club met een rijke historie, heeft door de jaren heen een aantal van de beste keepers van Nederland voortgebracht. Deze doelmannen hebben een cruciale rol gespeeld in de successen die de club heeft gekend. Van legendarische figuren tot moderne helden, de keepers van Feyenoord hebben vaak het verschil gemaakt tussen winst en verlies. Dit artikel duikt in de geschiedenis van enkele van de meest opmerkelijke eerste keepers van Feyenoord.

Ed de Goeij: Een Tijdperk van Successen

Ed de Goeij is een van de meest succesvolle doelmannen in de geschiedenis van Feyenoord. Na zijn beginjaren bij Sparta Rotterdam maakte hij in 1990 de overstap naar Feyenoord. In zijn tijd bij de Rotterdamse club groeide De Goeij uit tot een vaste waarde en een onmisbare kracht in het doel.

De Goeij speelde 235 wedstrijden voor Feyenoord en beleefde een succesvolle periode vol prijzen. Hij won maar liefst vier keer de KNVB Beker (1991, 1992, 1994, 1995) en de Supercup in 1991. Het absolute hoogtepunt was in 1993, toen hij met Feyenoord landskampioen werd in de Eredivisie. Vooraf had niemand dat durven denken. Feyenoord behoorde op voorhand niet tot de favorieten bij de betrouwbare online casino's die ook sportweddenschappen aanboden.

Eddy Pieters Graafland: De Penaltykiller

Eddy Pieters Graafland, ook wel bekend als ‘PG’, maakte in 1958 de overstap van Ajax naar Feyenoord voor het destijds recordbedrag van 134.000 gulden. Tijdens zijn periode bij Feyenoord groeide Pieters Graafland uit tot een betrouwbare sluitpost en een ware strafschoppenspecialist.

Een van zijn absolute hoogtepunten was de Europacup I-finale in 1970 tegen Celtic. Hoewel hij dat seizoen door trainer Ernst Happel was gepasseerd als eerste doelman, werd hij verrassend toch opgesteld in deze historische wedstrijd. Eddy ‘PG’ had het wel naar zijn zin bij het tweede elftal, in het voorjaar van 1970 vlak voordat Feyenoord 1 geschiedenis zou schrijven. Hij stond op het punt kampioen te worden met het tweede, en kende in de Kuip zijn plek: reservekeeper. Maar alles werd anders toen Treytel eind april verantwoordelijk werd gehouden voor het weggeven van een 3-1 voorsprong tegen Ajax, in een competitiewedstrijd in het hol van de leeuw, stadion de Meer in Amsterdam.

Lees ook: Wellenreuther en de keepershiërarchie

In de bus op de terugweg naar Rotterdam kwam trainer Ernst Happel naar hem toe: „Du, ik wil jou morgen spreken.” De volgende dag vroeg de Oostenrijkse oefenmeester of de keeper met wie de trainer dat seizoen nauwelijks een woord had gewisseld een week later in de Europa Cup-finale tegen Celtic tussen de palen wilde staan. Gekrenkt als de reeds afgeschreven doelman was, bedankte hij voor de eer, in zijn beslissing gesterkt door echtgenote Teddy - de enige die zijn (keepers)kleren mocht wassen en die samen met haar moeder zijn keeperstruien breide. Maar nadat Happel hem na die afwijzing bedenktijd had gegeven, kwam PG van zijn beslissing terug.

In zijn boek Europa Cup ’68-’70 schrijft Hans Molenaar: Jock Stein noemde het in een Schotse krant vóór de wedstrijd openlijk „een enorme en onbegrijpelijke blunder, dat een ervaren coach als Happel een veteraan met in het laatste jaar nauwelijks enige ervaring in de topcompetitie zomaar ineens in de Europa Cup-finale liet spelen. Dat is onverantwoordelijk. Happel moet toch weten dat wij een ploeg hebben die van de eerste tot de laatst minuut zal blijven aanvallen. En op die veteraan blijven beuken”. Met Treytel in het doel won Feyenoord later in 1970 de wereldbeker; PG zat weer op de reservebank.

Tijdens een terugblik op de Europa Cup-finale noemde Pieters Graafland zich in een interview in 1995 „een lijnkeeper die degelijkheid prevaleerde boven show”. PG straalde altijd rust uit, was sportief en bovenal betrouwbaar. Dat degelijke had hij meegekregen van een van zijn voorgangers bij Ajax, zijn eerste club. Daar had oud-doelman Jan de Boer hem geadviseerd zonder franje te spelen, ‘eenvoudig, doeltreffend en sober’. PG was een penaltykiller, die in een boekje bijhield hoe mogelijke tegenstanders hun strafschoppen namen. Bijzonder was ook hoe hij zich in zijn honger naar de bal voor de voeten van aanvallers wierp.

In het boekje Onder de lat, uit 1967, onder redactie van Herman Kuiphof en met illustraties van Dik Bruynestein, vertelt Pieters Graafland erover onder het kopje ‘Het duiken op de schoen’. „Ik heb dat van niemand afgekeken en een bepaalde techniek ontwikkeld, om dit te kunnen doen zonder grote verwondingskansen. Je moet met gebogen onderarm voor de scheen van de schutter belanden en daarbij het hoofd wegdraaien.” Die techniek was niet helemaal zonder gevaar, want hij had er naar eigen zeggen al twee keer een hersenschudding bij opgelopen.

Twaalf seizoenen lang beleefde Pieters Graafland zijn grootste successen bij Feyenoord en dat was vooral bijzonder gezien zijn afkomst. Net als Feyenoord-verdediger Rinus Israël kwam hij uit Amsterdam, waar hij op 5 januari 1934 ter wereld kwam als Eduard Laurens Pieters Graafland. Keepen deed hij daar voor het eerst toen hij een jaar of tien was, op een weiland achter het Olympisch Stadion. Zijn twee oudere broers zetten hem daar regelmatig tussen de palen. „Daar lieten ze dan een regen van schoten op me los”, liet Pieters Graafland optekenen in Onder de lat. „Soms was mijn vader ook van de partij.

Lees ook: Humphrey Mijnals in Oranje

In zijn tienerjaren was toenmalig Ajax-keeper Gerrit Keizer (1928-1929 en 1933-1948) zijn grote voorbeeld. „Hij kéék de ballen er naast of er over. Waar IJzeren Rinus (Israël) in de hoofdstad bij DWS had gevoetbald, speelde Pieters Graafland zeven jaar in het eerste van aartsrivaal Ajax. Op zijn elfde werd hij daar lid; een jaar eerder dan volgens de regels was toegestaan, dankzij pa Pieters Graafland, die in het bestuur van de Amsterdamse club zat. Zeventien was PG toen hij debuteerde in het eerste van Ajax. Eén seizoen speelde hij nog samen met Rinus Michels, de spits die zou uitgroeien tot Nederlands beste voetbaltrainer.

Toen een trainingskamp van Ajax in Zuid-Afrika in 1958 een paar dagen langer duurde dan de bedoeling was, regelde Pieters Graafland zelf een vlucht terug naar Nederland. In die tijd waren voetballers semi-prof, ze hadden een baan naast hun werk op het veld, en PG wilde op het afgesproken tijdstip weer aan de slag bij zijn andere baas, als vertegenwoordiger bij sportzaak Cor du Buy. Het stak PG dat zijn club geen toestemming had gevraagd aan zijn werkgever om wat langer weg te blijven. Al snel na thuiskomst tekende hij bij Feyenoord, voor het (Nederlandse) recordbedrag van 134.000 gulden.

„De overplaatsing viel in het begin niet mee”, aldus PG in Onder de lat. „Ik zat de hele dag langs de weg als vertegenwoordiger in sportartikelen en moest dan ook nog eens vier keer in de week ’s avonds in Rotterdam trainen, terwijl ik nog in Amsterdam woonde. Soms viel ik achter het stuur in slaap en kon de auto nog net langs de kant van de weg stilzetten. Ik werd prikkelbaar en nerveus en mijn conditie ging achteruit. Mijn humeur nog erger.” Dat ging pas weer de goede kant op toen Eddy en Teddy een half jaar later verhuisden naar Barendrecht. Daar woonde de oud-doelman tot zijn dood.

Tussen de aartsrivalen uit ‘010’ en ‘020’ ontstond meer ophef toen Ajax-doelman Kenneth Vermeer het doel van Ajax verruilde voor dat van Feyenoord, in 2014. Daarbij werd toen ook aangetekend dat de Amsterdammer met Surinaamse achtergrond met die transfer in de voetsporen trad van Eddy PG. Dat het voetbal een halve eeuw later tot onacceptabele hoogten verruwd was, bleek onder meer uit de pop die Vermeer moest voorstellen die in 2016 tijdens een Ajax-Feyenoord (met Vermeer in het Rotterdamse doel) in de Arena in een strop over de balustrade hing. Het werk van een gefrustreerde Ajax-supporter, die daarvoor een werkstraf en een stadionverbod kreeg.

Pieters Graafland transformeerde moeiteloos van een Ajacied naar een Feyenoorder, al bleef hij tot op late leeftijd ook thuiswedstrijden van Ajax bezoeken. Als fanatiek amateurfilmer legde hij voetbalwedstrijden vast, zoals bij een interland waar hij reservekeeper was, en dat bewuste trainingskamp met Ajax in Zuid-Afrika. Mooie kleurenopnamen ook van de aankomst in Lissabon van de boten vol Feyenoordsupporters, voor de halve finale van de Europa Cup 1 in Lissabon tegen Benfica. Aan dat initiatief van de krant Het Vrije Volk en de supportersvereniging van Feyenoord wijdde de sportgeschiedenisserie op tv Andere Tijden een aflevering in 2016, en daarbij werd royaal gebruik gemaakt van de beelden die Pieters Graafland destijds schoot met zijn 8-millimetercamera. Ander werk van PG was eerder op tv te zien. Zo filmde hij Joop Zoetemelk in diens eerste Tour de France, in 1970. PG volgde onder meer vanuit de auto van de ploeg van Caballero (‘ay, ay ay, die Caballero, dat is pas een sigaret, echt je dat en je van het’) Jan Janssen, twee jaar daarvoor de eerste Nederlandse winnaar van de Tour de France. Niet overal in de Tour kon een slaapplek voor Pieters Graafland worden geregeld.

Lees ook: Complete Gids voor Waterpolo Regels

Óver hem, en voetballegende Bep Bakhuys, maakte sportverslaggever Herman Kuiphof in 1960 de eerste sportdocumentaire voor de Nederlandse televisie, voor de VPRO. Enige tijd was er nog een onderscheiding naar Pieters Graafland vernoemd, dat van de voetballer van het jaar - een initiatief van zijn fanclub. De eerste voetballer van het jaar in Nederland was Willy Dullens, in 1963. Die werd beloond met de Eddy PG-trofee, een traditie die stand zou houden tot en met 1975, met Rinus Israël, niet als Feyenoorder maar als speler van Excelsior, als laatste laureaat.

Jerzy Dudek: Gouden Schoen en Landstitel

Jerzy Dudek speelde onder andere bij Feyenoord, Liverpool en Real Madrid. In zijn tijd bij Feyenoord (1996-2001) won Dudek met de Rotterdamse club de Eredivisie-titel in 1999 en de Johan Cruijff Schaal. Dankzij zijn sterke prestaties ontving hij persoonlijke onderscheidingen, waaronder de Nederlandse Gouden Schoen (als eerste buitenlander).

Eddy Treijtel: Sterke Reflexen

Eddy Treijtel kwam in 1968 samen met Willem van Hanegem over van Xerxes naar Feyenoord en groeide al snel uit tot eerste keeper. In 1969 volgde hij Feyenoord-icoon Eddy Pieters Graafland op als vaste sluitpost. Treijtel bewees zijn waarde voor Feyenoord in de jaren die volgden en stond bekend om zijn sterke reflexen. Hij stond in vijf interlands onder de lat bij het Nederlands elftal en maakte deel uit van de WK-selectie in 1974, waar Nederland de finale bereikte.

Joop Hiele: Een Vaste Waarde

Joop Hiele is een van de bekendste doelmannen in de geschiedenis van Feyenoord. Hij stond tussen 1977 en 1990 in 352 competitiewedstrijden onder de lat voor de club. Een van de hoogtepunten van zijn carrière was de KNVB-bekerfinale tegen Ajax, waarin hij bij een 1-0 achterstand een strafschop van Karel Bonsink stopte. Feyenoord wist de finale uiteindelijk te winnen. Hoewel Hiele jarenlang een vaste waarde was bij Feyenoord, moest hij tijdens het WK van 1990 van zijn vrouw vernemen dat Feyenoord hem per brief had ontslagen. Na zijn vertrek bij de club werd hij opgevolgd door Ed de Goeij.

Patrick Lodewijks: De Ervaren Kracht

Patrick Lodewijks begon zijn loopbaan in 1987/1988 bij PSV. Na vier seizoenen maakte hij in 2002 de overstap naar Feyenoord. Bij de Rotterdamse club begon hij als reservekeeper, maar in het seizoen 2004/2005 veroverde hij de positie van eerste doelman. Hoewel hij later weer naar de bank werd verwezen, kwam hij toch regelmatig in actie en bleef hij een belangrijke kracht binnen de selectie. In het seizoen 2005/2006, met zijn 38 jaar, was Lodewijks de oudste speler in de Eredivisie.

Brad Jones: De Titelpakker

Brad Jones tekende in juli 2016 een eenjarig contract bij Feyenoord als vervanger van Kenneth Vermeer, die een zware blessure had opgelopen. Hoewel hij aanvankelijk als tijdelijke oplossing werd gezien, overtuigde Jones trainer Giovanni van Bronckhorst. Het seizoen 2016/2017 was historisch voor zowel Feyenoord als Jones. Hij speelde op twee wedstrijden na alles in de Eredivisie en hield maar liefst 17 keer de nul. Op 14 mei 2017 leidde zijn keeperswerk Feyenoord naar het eerste landskampioenschap sinds 1999.

Edwin Zoetebier: De Terugkeer

Edwin Zoetebier begon zijn profcarrière bij FC Volendam, waar hij elf jaar speelde. Na een korte en weinig succesvolle periode in Engeland bij Sunderland, keerde hij terug naar Nederland en tekende bij Feyenoord. Bij Feyenoord zat Zoetebier aanvankelijk vooral op de bank achter Jerzy Dudek, maar zijn carrière kreeg een nieuwe impuls toen hij naar Vitesse vertrok. Zijn sterke optredens daar overtuigden Feyenoord om hem terug te halen in 2001. Tijdens zijn tweede periode bij Feyenoord speelde Zoetebier wekelijks als eerste doelman en beleefde hij het hoogtepunt van zijn carrière.

Justin Bijlow: Jeugdproduct met Impact

Justin Bijlow stroomde al op jonge leeftijd door naar de jeugdopleiding van Feyenoord. Hij maakte zijn officiële debuut in het eerste elftal op 13 augustus 2017, in een wedstrijd tegen FC Twente. Bijlow greep zijn kans als vervanger van de geblesseerde Brad Jones en Kenneth Vermeer en hielp zijn team aan een overwinning. In het seizoen 2018/2019 werd Bijlow door Giovanni van Bronckhorst benoemd tot eerste doelman. Tot ieders verrassing bereikte Feyenoord de finale van de Conference League tegen AS Roma. Feyenoord verloor wel, maar pakte een jaar later met Bijlow de landstitel in het seizoen 2022/23.

Kenneth Vermeer: Van Ajax naar Feyenoord

Kenneth Vermeer maakte in de zomer van 2014 de veelbesproken overstap van Ajax naar Feyenoord. Bij Feyenoord kreeg Vermeer meteen het vertrouwen als eerste doelman, ten koste van Erwin Mulder. Hij debuteerde op 13 september 2014 in een wedstrijd tegen Willem II. In zijn eerste seizoen speelde Vermeer 32 van de 34 competitiewedstrijden. Het seizoen daarop (2015/16) speelde hij alle wedstrijden en hielp hij Feyenoord op 24 april 2016 aan de winst van de KNVB Beker door met 2-1 te winnen van FC Utrecht. Zijn loopbaan bij Feyenoord werd echter gehinderd door blessures.

tags: #eerste #keeper #feyenoord #geschiedenis